17.5.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/6


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szegedi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 8 februari 2016 — Istanbul Lojistik Ltd./Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatóság

(Zaak C-65/16)

(2016/C 175/05)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Szegedi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Istanbul Lojistik Ltd.

Verwerende partij: Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatóság

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 4 van besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije aldus worden uitgelegd dat een belasting als in de Hongaarse wet op de motorrijtuigenbelasting, die krachtens die wet op een voor goederenvervoer bestemd en gebruikt en door een Turks transportbedrijf geëxploiteerd voertuig met Turks kenteken wordt geheven omdat het voertuig de Hongaarse grens overschrijdt om, vanuit Turkije en via Hongarije als lidstaat van doorvoer, een andere lidstaat te bereiken, een heffing van gelijke werking als een douanerecht is en zich dus niet verdraagt met dat artikel?

2)

a)

Indien de eerste prejudiciële vraag ontkennend wordt beantwoord, moet artikel 5 van besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije dan aldus worden uitgelegd dat een belasting als in de Hongaarse wet op de motorrijtuigenbelasting, die krachtens die wet op een voor goederenvervoer bestemd en gebruikt en door een Turks transportbedrijf geëxploiteerd voertuig met Turks kenteken wordt geheven omdat het voertuig de Hongaarse grens overschrijdt om, vanuit Turkije en via Hongarije als lidstaat van doorvoer, een andere lidstaat te bereiken, een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve beperking is en zich dus niet verdraagt met dat artikel?

b)

Moet artikel 7 van besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije aldus worden uitgelegd dat er om redenen van verkeersveiligheid en rechtshandhaving kan worden voorzien in een belasting als in de Hongaarse wet op de motorrijtuigenbelasting, die krachtens die wet op een voor goederenvervoer bestemd en gebruikt en door een Turks transportbedrijf geëxploiteerd voertuig met Turks kenteken wordt geheven omdat het voertuig de Hongaarse grens overschrijdt om, vanuit Turkije en via Hongarije als lidstaat van doorvoer, een andere lidstaat te bereiken?

3)

Moeten artikel 3, lid 2, VWEU en artikel 1, leden 2 en 3, onder a), van verordening (EG) nr. 1072/2009 (1) aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat de lidstaat van doorvoer op grond van een met Turkije gesloten bilaterale overeenkomst betreffende vervoer voorziet in een belasting als in de Hongaarse wet op de motorrijtuigenbelasting, die krachtens die wet op een voor goederenvervoer bestemd en gebruikt en door een Turks transportbedrijf geëxploiteerd voertuig met Turks kenteken wordt geheven omdat het voertuig de Hongaarse grens overschrijdt om, vanuit Turkije en via Hongarije als lidstaat van doorvoer, een andere lidstaat te bereiken?

4)

Moet artikel 9 van de Associatieovereenkomst tussen de EEG en Turkije aldus worden uitgelegd dat een belasting als in de Hongaarse wet op de motorrijtuigenbelasting, die krachtens die wet op een voor goederenvervoer bestemd en gebruikt en door een Turks transportbedrijf geëxploiteerd voertuig met Turks kenteken wordt geheven omdat het voertuig de Hongaarse grens overschrijdt om, vanuit Turkije en via Hongarije als lidstaat van doorvoer, een andere lidstaat te bereiken, is aan te merken als discriminatie op grond van nationaliteit en zich dus niet verdraagt met dat artikel?


(1)  Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300, blz. 72).


  翻译: