23.1.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 22/16 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (Chancery Division) (Verenigd Koninkrijk) op 14 november 2016 — Air Berlin plc/Commissioners for Her Majesty’s Revenue & Customs
(Zaak C-573/16)
(2017/C 022/22)
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
High Court of Justice (Chancery Division)
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Air Berlin plc
Verwerende partij: Commissioners for Her Majesty’s Revenue & Customs
Prejudiciële vragen
1) |
Is de hierboven omschreven zegelrechtheffing door een lidstaat van 1,5 % op een overdracht onder de hierboven omschreven omstandigheden in strijd met één of meer van de navolgende bepalingen:
|
2) |
Luidt het antwoord op de eerste vraag anders wanneer de aandelenoverdracht aan de clearinginstelling een vereiste is voor de notering van de desbetreffende vennootschap op een aandelenbeurs in die lidstaat of een andere lidstaat? |
3) |
Luidt het antwoord op de eerste vraag of de tweede vraag anders wanneer de nationale wetgeving van de lidstaat aan een clearinginstelling de optie biedt om, indien de belastingautoriteit daartoe toestemming verleent, geen zegelrecht te betalen voor de aandelenoverdracht aan de clearinginstelling maar in plaats daarvan een aanvullende zegelheffing [SDRT] af te dragen op elke daaropvolgende verkoop van aandelen binnen de clearinginstelling (tegen een tarief van 0,5 % van de tegenprestatie voor de verkoop)? |
4) |
Luidt het antwoord op de derde vraag anders wanneer de door de desbetreffende vennootschap gekozen structurering van de transacties ertoe leidt dat het voordeel van de optie niet kan worden genoten? |
(1) Richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (PB L 249, blz. 25).
(2) Richtlijn 2008/7/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (PB L 46, blz. 11).