4.7.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 243/39 |
Beroep ingesteld op 5 mei 2016 – Lukash/Raad
(Zaak T-210/16)
(2016/C 243/43)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Olena Lukash (Kiev, Oekraïne) (vertegenwoordiger: M. Cessieux, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
het beroep van Olenka Lukash ontvankelijk te verklaren; |
— |
verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne nietig te verklaren, voor zover zij verzoekster betreft; |
— |
besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne nietig te verklaren, voor zover het verzoekster betreft; |
— |
nietig verklaren van de volgende besluiten en verordeningen waarbij de bij besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 opgelegde beperkende maatregelen werden verlengd en de motivering werd geactualiseerd, namelijk
|
— |
de Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten onder toepassing van de artikelen 87 en 91 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij vijf middelen aan.
1. |
Eerste middel: schending van de rechten van verdediging en het recht op een doeltreffende bescherming in rechte. |
2. |
Tweede middel: schending van de motiveringsplicht. |
3. |
Derde middel: niet-inachtneming van de criteria van artikel 1 van besluit 2014/119/GBVB, die terugkomen in overweging 4 van verordening (EU) nr. 208/2014, overweging 3 van besluit 2015/364/GBVB, overweging 2 van verordening (EU) nr. 2015/357, overweging 4 van besluit 2015/876/GBVB, overweging 3 van verordening (EU) nr. 2015/357, overweging 4 van besluit 2016/318/GBVB en in overweging 2 van verordening (EU) nr. 2015/357. |
4. |
Vierde middel: materiële fout van de Raad. |
5. |
Vijfde middel: kennelijke schending van verzoeksters recht op eigendom. |