14.5.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 166/36 |
Beroep ingesteld op 1 maart 2018 — APG Intercon e.a. / Raad e.a.
(Zaak T-147/18)
(2018/C 166/46)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: APG Intercon Ltd (Nicosia, Cyprus) en 147 andere verzoekende partijen (vertegenwoordigers: A. Markides, K. Scordis, A. Gavrielides, C. Velaris, C. Velaris, advocaten, A. Robertson, QC, en G. Rothschild, Barrister)
Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie, Europese Commissie, Europese Centrale Bank, Eurogroup (vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie) en Europese Unie (vertegenwoordigd door de Europese Commissie)
Conclusies
De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:
— |
verwerende partijen te veroordelen tot betaling aan verzoekende partijen van de bedragen die zijn opgenomen in de bij het verzoekschrift gevoegde lijst, vermeerderd met rente vanaf 26 maart 2013 tot aan het arrest van het Gerecht, ter vergoeding van de schade die zij hebben geleden als gevolg van de beslissingen van de Eurogroep betreffende de afwikkeling van Cyprus Popular Bank Public Co Ltd (hierna: „Laiki Bank”), de bail-in van Bank of Cyprus Public Company Limited (hierna: „Bank of Cyprus”) en de verkoop van activa en activiteiten van de genoemde banken in Griekenland, en/of als gevolg van het met toestemming van de Europese Centrale Bank verstrekken van noodliquiditeitssteun aan Laiki Bank, en de daaropvolgende overdracht van de desbetreffende schuld aan Bank of Cyprus op last van de Europese Centrale Bank, |
of subsidiair:
— |
te verklaren dat verwerende partijen niet-contractueel aansprakelijk zijn en te bepalen welke procedure moet worden gevolgd om de daadwerkelijk vergoedbare schade die door verzoekende partijen is geleden, vast te stellen, |
en in elk geval:
— |
de verwerende partijen te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen twee middelen aan.
1. |
Eerste middel: schending van het fundamenteel beginsel van gelijke behandeling en non-discriminatie:
|
2. |
Tweede middel: schending van het fundamenteel beginsel van bescherming van het eigendomsrecht:
|