201806010111915512018/C 211/312142018TC21120180618NL01NLINFO_JUDICIAL20180327242521

Zaak T-214/18: Beroep ingesteld op 27 maart 2018 — Briois/Parlement


C2112018NL2410120180327NL0031241252

Beroep ingesteld op 27 maart 2018 — Briois/Parlement

(Zaak T-214/18)

2018/C 211/31Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Steeve Briois (Hénin-Beaumont, Frankrijk) (vertegenwoordiger: F. Wagner, advocaat)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

nietigverklaring van besluit van het Europees Parlement van 6 februari 2018 over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Steeve Briois 2017/2221(IMM) dat het verslag van de Commissie juridische zaken A8-0011/2018 aanneemt;

veroordeling van het Europees Parlement tot betaling aan Steeve Briois van een bedrag van 35000 EUR ter vergoeding van morele schade;

veroordeling van het Europees Parlement tot betaling aan Steeve Briois van een bedrag van 5000 EUR ter vergoeding van invorderbare kosten;

verwijzing van het Europees Parlement in alle gerechtskosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

1.

Eerste middel: schending van artikel 8 van protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (hierna: „protocol”) voor zover de verklaring van Briois die aanleiding heeft gegeven tot strafrechtelijke vervolging in zijn lidstaat van herkomst, een in de uitoefening van zijn parlementaire ambt uitgebrachte mening is in de zin van de voornoemde bepaling.

2.

Tweede middel: schending van artikel 9 van het protocol doordat het Parlement, door het besluit tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van Briois vast te stellen, zowel de bewoordingen als de geest van deze bepaling heeft geschonden, zodat dit besluit nietig is.

3.

Derde middel: schending van de beginselen van gelijke behandeling en behoorlijk bestuur.

Ten eerste is verzoeker van mening dat het Parlement jegens hem het beginsel van gelijke behandeling ten opzichte van parlementsleden die zich in dezelfde of minstens vergelijkbare omstandigheden bevonden, heeft geschonden en dat het Parlement bijgevolg ook het beginsel van behoorlijk bestuur heeft geschonden, dat de bevoegde instelling ertoe verplicht om alle relevante elementen van het betrokken geval zorgvuldig en onpartijdig te onderzoeken.

Ten tweede meent verzoeker dat een samenstel van aanwijzingen wijst op een duidelijk geval van fumus persecutionis tegen hem.

4.

Vierde middel: schending van de rechten van verdediging voor zover de rechten van verzoeker en het recht van hoor en wederhoor niet voldoende zijn gewaarborgd tijdens zijn verhoor voor de commissie juridische zaken. Verzoeker betoogt aldus dat het feit dat hij tijdens de voltallige vergadering niet werd uitgenodigd om zijn mening te kennen te geven over de opheffing van zijn immuniteit niet alleen strijdig is met de algemene rechtsbeginselen maar ook met het gezond verstand en met de meeste parlementaire gebruiken.

  翻译: