Zaak T-308/18: Beroep ingesteld op 17 mei 2018 — Hamas/Raad
Beroep ingesteld op 17 mei 2018 — Hamas/Raad
(Zaak T-308/18)
2018/C 259/58Procestaal: FransPartijen
Verzoekende partij: Hamas (Doha, Qatar) (vertegenwoordiger: L. Glock, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
— |
besluit (GBVB) 2018/475 van de Raad van 21 maart 2018 inzake de actualisering van de lijst van personen, groepen en entiteiten bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme en tot intrekking van besluit (GBVB) 2017/1426 (PB 2018, L 79, blz. 26), nietig verklaren; |
— |
uitvoeringsverordening (EU) 2018/468 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van uitvoeringsverordening (EU) 2017/1420 (PB 2018, L 79, blz. 7), nietig verklaren; voor zover die handelingen Hamas betreffen, daaronder begrepen Hamas-Izz al-Din al-Qassem; |
— |
de Raad verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zeven middelen aan.
1. |
Artikel l, lid 4, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931 is geschonden. |
2. |
De Raad heeft de aan verzoeker verweten feiten onjuist weergegeven. |
3. |
De Raad heeft blijk gegeven van een onjuiste beoordeling door te stellen dat Hamas een terroristische organisatie is. |
4. |
Het beginsel van niet-inmenging is geschonden. |
5. |
Dat de situatie door het tijdsverloop is geëvolueerd, is onvoldoende in aanmerking genomen. |
6. |
De motiveringsplicht is geschonden. |
7. |
De rechten van verdediging en het recht op daadwerkelijke rechtsbescherming zijn geschonden. |