10.9.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 319/22


Beroep ingesteld op 12 juli 2018 — WN / Parlement

(Zaak T-431/18)

(2018/C 319/26)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: WN (vertegenwoordigers: L. Levi en A. Champetier, advocaten)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het besluit van de verwerende partij van 28 september 2017 tot beëindiging van haar overeenkomst nietig te verklaren;

voor zover nodig, het besluit van de verwerende partij van 4 april 2018 tot afwijzing van haar klacht van 7 november 2017 nietig te verklaren;

de verwerende partij te veroordelen tot betaling van een vergoeding voor de immateriële schade die zij zou hebben geleden en die op 20 000 EUR wordt begroot;

de verwerende partij te verwijzen in alle kosten die zij voor de onderhavige procedure heeft gemaakt.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vijf middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan procedurele onregelmatigheden, waaronder schending van de rechten van de verdediging en met name van het recht om te worden gehoord, alsmede niet-nakoming van de motiveringsplicht.

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van de bepalingen betreffende de verzoeningsprocedure en met name van de artikelen 23 en 25 van de uitvoeringsmaatregelen voor titel VII van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de EU.

3.

Derde middel, ontleend aan schending van artikel 1 quinquies van het Statuut, de artikelen 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en van richtlijn 2006/54/EG. (1)

4.

Vierde middel, ontleend aan een kennelijk onjuiste beoordeling door de verwerende partij van de elementen in de bestreden besluiten.

5.

Vijfde middel, ontleend aan schending van het beginsel van behoorlijk bestuur en van het gewettigd vertrouwen alsmede aan niet-nakoming van de jegens haar verschuldigde zorgplicht.


(1)  Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (PB 2006, L 204, blz. 23).


  翻译: