22.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 318/18 |
Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 7 juli 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de cour du travail de Mons — België) — Ville de Mons, Zone de secours Hainaut — Centre / RM
(Zaak C-377/21) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Sociale politiek - Richtlijn 97/81/EG - Raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid - Clausule 4 - Beginsel van gelijke behandeling - Pro-rata-temporisbeginsel - Inaanmerkingneming bij de berekening van de bezoldiging van een voltijds brandweerman van de anciënniteit die hij als vrijwillig brandweerman heeft verworven, volgens het pro-rata-temporisbeginsel)
(2022/C 318/24)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour du travail de Mons
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Ville de Mons, Zone de secours Hainaut — Centre
Verwerende partij: RM
Dictum
Clausule 4 van de op 6 juni 1997 gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid, moet aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staat aan een nationale regeling die voor de berekening van de bezoldiging van voltijdse beroepsbrandweerlieden de diensten die zij als vrijwillig brandweerman eerder in deeltijd hebben verricht, als financiële anciënniteit in aanmerking neemt volgens het pro-rata-temporisbeginsel, dat wil zeggen op basis van de werkelijk verrichte prestaties.