3.7.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 235/16


Hogere voorziening ingesteld op 17 april 2023 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer — uitgebreid) van 8 februari 2023 in zaak T-522/20, Carpatair/Commissie

(Zaak C-244/23 P)

(2023/C 235/20)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: I. Georgiopoulus, F. Tomat, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure: Carpatair SA, Wizz Air Hungary Légiközlekedési Zrt. (Wizz Air Hungary Zrt.), Societatea Naţională “Aeroportul Internaţional Timişoara — Traian Vuia” SA (AITTV)

Conclusies

Rekwirante verzoekt het Hof:

het arrest van het Gerecht (Achtste kamer, uitgebreide samenstelling) van 8 februari 2023 in zaak T-522/20, Carpatair/Commissie te vernietigen, voor zover het tweede middel daarbij gegrond is verklaard en is geoordeeld dat de Commissie het recht verkeerd had toegepast door vast te stellen dat bij de overeenkomsten die in 2008 en 2010 zijn gesloten tussen Societatea Națională “Aeroportul Internaţional Timişoara — Traian Vuia” SA (AITTV) en Wizz Air Hungary Légiközlekedési Zrt. (Wizz Air Hungary Zrt.) geen voordeel werd toegekend aan Wizz Air;

het tweede in zaak T-522/20 aangevoerde middel af te wijzen, en

Carpatair SA te verwijzen in de kosten van beide procedures.

Middelen en voornaamste argumenten

In het bestreden arrest heeft het Gerecht artikel 2 van het besluit van de Commissie (EU) 2021/1428 (1) van 24 februari 2020, betreffende steunmaatregel SA.31662 — C/2011 (ex NN/2011) ten uitvoer gelegd door Roemenië ten gunste van de internationale luchthaven van Timișoara — Wizz Air, nietig verklaard voor zover daarbij was vastgesteld dat de in de Aeronautical Information Publication van 2010 opgenomen luchthavengelden en de akkoorden die in 2008 waren gesloten tussen Societăţea Naţională “Aeroportul Internaţional Timişoara — Traian Vuia” SA (AITTV) en Wizz Air Hungary Légiközlekedési Zrt. (Wizz Air Hungary Zrt.) (met inbegrip van de wijziging van de akkoorden van 2010) geen staatssteun vormden.

Ter onderbouwing van haar hogere voorziening voert de Commissie één enkel middel aan.

Middel van de hogere voorziening: het Gerecht heeft in de punten 179 tot en met 201 van het bestreden arrest blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting inzake de uitlegging van artikel 107, lid 1, VWEU, het arrest niet met reden omkleed gezien de ontoereikende en tegenstrijdige motivering ervan, en het besluit verkeerd voorgesteld en onjuist opgevat. Dit middel bestaat uit vijf onderdelen

Eerste onderdeel: het Gerecht heeft in de punten 186 tot en met 192 van het bestreden arrest blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 107, lid 1, VWEU, in het bijzonder inzake de toepassing van het criterium van de marktdeelnemer handelend in een markteconomie. Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat het ontbreken van een voorafgaande beoordeling op zich een doorslaggevend element is voor de toepassing van dat criterium.

Tweede onderdeel: het Gerecht heeft in de punten 186 tot en met 192 van het bestreden arrest blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 107, lid 1, VWEU, in het bijzonder inzake de toepassing van het criterium van de marktdeelnemer handelend in een markteconomie, door de relevantie te ontkennen van ex ante winstgevendheidsanalyses die ex post zijn gereconstrueerd op basis van de gegevens die beschikbaar waren en de ontwikkelingen die konden worden verwacht op het tijdstip waarop de beslissing om een maatregel te nemen is vastgesteld.

Derde onderdeel: het Gerecht heeft in de punten 179 tot en met 185 van het bestreden arrest blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 107, lid 1, VWEU, in het bijzonder inzake de toepassing van het criterium van de marktdeelnemer handelend in een markteconomie en inzake het soort bewijs dat vereist is om dat criterium te kunnen toepassen. Bovendien is het Gerecht in de punten 182 tot en met 184 van het bestreden arrest zijn motiveringsplicht niet nagekomen aangezien het arrest ontoereikend en tegenstrijdig is gemotiveerd.

Vierde onderdeel: het Gerecht heeft in de punten 186 tot en met 192 van het bestreden arrest blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 107, lid 1, VWEU, in het bijzonder inzake de toepassing van het criterium van de marktdeelnemer handelend in een markteconomie en inzake de relevantie van elementen die naar voren komen nadat een maatregel is vastgesteld. Het Gerecht heeft geen onderscheid gemaakt tussen factoren waarvan pas blijkt nadat reeds een maatregel is vastgesteld en economische analyses en studies die weliswaar na de vaststelling van die maatregel zijn verricht maar die gebaseerd zijn op de gegevens die beschikbaar waren en de ontwikkelingen die konden worden verwacht op het tijdstip waarop de beslissing om een maatregel te nemen is vastgesteld. Bovendien heeft het Gerecht in de punten 196 en 197 van het bestreden arrest het besluit van de Commissie (EU) 2021/2021 van 24 februari 2020 inzake staatssteun SA.31662 verkeerd voorgesteld en onjuist opgevat.

Vijfde onderdeel: het Gerecht heeft in de punten 193 tot en met 195 van het bestreden arrest blijk gegeven van onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 107, lid 1, VWEU, het arrest niet met redenen omkleed gezien de ontoereikende en tegenstrijdige motivering ervan, en het besluit van de Commissie (EU) 2021/1428 van 24 februari 2020 inzake staatssteun SA.31662 verkeerd voorgesteld en onjuist opgevat.

Ten slotte heeft het Gerecht de in verband met de akkoorden van 2008 getrokken conclusies ten onrechte uitgebreid tot de wijzigingsakkoorden van 2010. De bevindingen in de punten 170 tot 198 van het bestreden arrest betreffen uitsluitend de akkoorden van 2008. In punt 199 en punt 1 van het dictum van het arrest wordt echter ook verwezen naar de wijzigingsakkoorden van 2010 en deze verwijzingen worden niet gestaafd door de bevindingen in het bestreden arrest. Het bestreden arrest is dan ook ontoereikend gemotiveerd.


(1)  PB 2021, L 308, blz. 1.


  翻译: