25.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74/28 |
Beroep ingesteld op 9 januari 2006 — Denemarken tegen Commissie
(Zaak T-5/06)
(2006/C 74/53)
Procestaal: Deens
Partijen
Verzoeker: Koninkrijk Denemarken (Kopenhagen, Denemarken) (vertegenwoordiger: J Molde, gemachtigde)
Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies van verzoeker
— |
beschikking 2005/717 van de Commissie van 13 oktober 2005 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van de bijlage bij richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (1), nietig te verklaren wat punt 1 en punt 2 van de bijlage inzake deca-BDE in polymeertoepassingen betreft; |
— |
de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Met de bestreden beschikking heeft de Commissie de stof deca-BDE in polymeertoepassingen vrijgesteld van het verbod van richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (2) (hierna: „basisrichtlijn”).
Volgens de Deense regering is de bestreden beschikking onrechtmatig omdat deca-BDE in polymeertoepassingen wordt vrijgesteld van het verbod van de basisrichtlijn in strijd met de bepalingen daarvan, daar
— |
deze vrijstelling niet nodig is in het licht van de wetenschappelijke en technische ontwikkeling; |
— |
de Commissie niet een specifiek gebruik van de stof heeft vrijgesteld van het verbod, maar in de praktijk de stof in alle polymeertoepassingen in het algemeen heeft vrijgesteld; |
— |
de Commissie niet is nagegaan of er geen verwijderings- of vervangingsmogelijkheden voor deca-BDE in polymeertoepassingen zijn, hetgeen volgens de Deense regering het geval is, en |
— |
de Commissie niet heeft afgewogen of de nadelen voor milieu, gezondheid en/of de bescherming van de consument als gevolg van vervanging groter zijn dan de mogelijke voordelen voor milieu, gezondheid en/of de bescherming van de consument. |
Bovendien, aldus de Deense regering, heeft de Commissie een onrechtmatig criterium laten doorwegen, namelijk een algemene beoordeling van het risico van de vrijgestelde stof deca-BDE, en schendt de beschikking een wezenlijk vormvoorschrift doordat de Commissie onvoldoende heeft gemotiveerd waarom haars inziens is voldaan aan de voorwaarden om deca-BDE in polymeertoepassingen vrij te stellen van het verbod van de basisrichtlijn.
(1) PB L 271, blz. 48.
(2) PB L 37, blz. 19.