3.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 131/9


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 9 maart 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

(Zaak C-65/04) (1)

(Niet-nakoming - EGA-Verdrag - Werkingssfeer - Richtlijn 89/618/Euratom - Bescherming van gezondheid - Ioniserende straling - Gebruik van kernenergie voor militaire doeleinden - Reparatie van kernonderzeeër)

(2006/C 131/15)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: L. Ström van Lier en J. Grunwald, gemachtigden)

Verweerder: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: C. Jackson en C. Gibbs, bijgestaan door D. Wyatt, QC, en S. Tromans, barrister)

Interveniënte: Franse Republiek (vertegenwoordigers: R. Abraham, G. de Bergues, E. Puisais en C. Jurgensen, gemachtigden)

Voorwerp van de zaak

Niet-nakoming — Schending van artikel 5, lid 3, van richtlijn 89/618/Euratom van de Raad van 27 november 1989 betreffende de informatie van de bevolking over de bij stralingsgevaar toepasselijke maatregelen ter bescherming van de gezondheid en over de alsdan te volgen gedragslijn (PB L 357, blz. 31)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt verwezen in de kosten.

3)

De Franse Republiek draagt haar eigen kosten.


(1)  PB C 94 van 17.4.2004


  翻译: