6.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 235/18


Beroep ingesteld op 30 juli 2007 — Caisse Nationale des Caisses d'Épargne et de Prévoyance/Commissie

(Zaak T-289/07)

(2007/C 235/32)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Caisse Nationale des Caisses d'Épargne et de Prévoyance (CNCEP) (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: F. Sureau, D. Théophile, É. Renaudeau, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig te verklaren beschikking C(2007) 2110 def. van de Commissie van 10 mei 2007 op grond van artikel 86, lid 3, EG inzake de bijzondere rechten die aan de Banque Postale, de Caisses d'Épargne en het Crédit Mutuel voor de uitgifte van het livret A en het livret bleu zijn toegekend;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vordert verzoekster nietigverklaring van beschikking C(2007) 2110 def. van de Commissie van 10 mei 2007, waarbij onverenigbaar met artikel 86, lid 1, EG, junctis de artikelen 43 EG en 49 EG worden verklaard de bepalingen van de Franse Code Monétaire et Financier (Monetair en Financieel Wetboek) die aan drie kredietinstellingen — Banque Postale, Caisses d'Épargne et de Prévoyance en Crédit Mutuel — bijzondere rechten voor de uitgifte van het livret A en het livret bleu voorbehouden.

Ter ondersteuning van haar beroep voert zij zes middelen aan.

Het eerste middel betreft schending van de wezenlijke vormvoorschriften voor zover de Commissie verzoeksters rechten van verdediging niet heeft geëerbiedigd en voor zover de beschikking ontoereikend is gemotiveerd.

Ten gronde stelt zij dat de Commissie het recht verkeerd heeft toegepast waar zij zich op het standpunt heeft gesteld dat de bijzondere rechten voor de uitgifte van het livret A en het livret bleu op zich een beperking van de vrijheid van vestiging vormden. Volgens verzoekster heeft de Commissie een beoordelingsfout gemaakt met haar opvatting dat die bijzondere rechten de uitoefening van de communautaire vrijheden in Frankrijk in de praktijk minder aantrekkelijk maakten.

Bovendien stelt verzoekster dat de bestreden beschikking is gebaseerd op een verkeerde toepassing van het recht voor zover de Commissie ervan is uitgegaan dat de bijzondere rechten niet op grond van artikel 86, lid 2, EG konden worden gerechtvaardigd, alsmede dat deze een beoordelingsfout bevat voor zover de Commissie zich op het standpunt heeft gesteld dat die rechten niet met het nastreven van dwingende redenen van algemeen belang konden worden gerechtvaardigd.

Ten slotte stelt verzoekster dat de Commissie een fout heeft gemaakt door de betrokken nationale maatregel aan het beginsel van het vrij verrichten van diensten te toetsen.


  翻译: