ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 312

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

49e jaargang
19 december 2006


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Mededelingen

 

Rekenkamer

2006/C 312/1

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

1

2006/C 312/2

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

6

2006/C 312/3

Verslag over de jaarrekening van het Europees Geneesmiddelenbureau betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

12

2006/C 312/4

Verslag over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

18

2006/C 312/5

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

24

2006/C 312/6

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

30

2006/C 312/7

Verslag over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

36

2006/C 312/8

Verslag over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit

42

2006/C 312/9

Verslag over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

48

2006/C 312/0

Verslag over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en –bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

54

2006/C 312/1

Verslag over de jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

60

2006/C 312/2

Verslag over de jaarrekening van Eurojust betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van Eurojust

67

2006/C 312/3

Verslag over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

73

2006/C 312/4

Verslag over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

80

2006/C 312/5

Verslag over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

86

2006/C 312/6

Verslag over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

93

2006/C 312/7

Verslag over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor plantenrassen betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

99

2006/C 312/8

Verslag over de jaarrekening van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

106

 

Rectificaties

2006/C 312/9

Rectificatie van de bekendmaking van de definitieve rekeningen betreffende het begrotingsjaar 2005 van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB C 266 van 31.10.2006)

112

NL

 


I Mededelingen

Rekenkamer

19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/1


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2006/C 312/01)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-8

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (hierna het „Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1). Geheel zelfstandig werd het in de tweede helft van 2005. Het Agentschap heeft voornamelijk tot taak, de Gemeenschap in staat te stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen te voorkomen en daaraan het hoofd te bieden, voortbouwend op nationale en communautaire inspanningen. Het mandaat van het Agentschap verstrijkt in beginsel in 2009.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 460/2004 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005 wordt gekenmerkt door een laag bedrag aan vastleggingen (70 %) en een hoog bedrag aan overdrachten (over het geheel genomen meer dan 40 % en tot bijna 80 % voor de beleidsuitgaven). Deze situatie is gedeeltelijk te wijten aan problemen die inherent zijn aan de aanloopperiode van het Agentschap en aan het feit dat dit pas gedurende de tweede helft van 2005 operationeel begon te worden. Het Agentschap dient voortaan bedacht te zijn op dit risico, met name door zijn activiteiten strikt te programmeren.

8.

De Rekenkamer constateert dat niet werd overgeschakeld op een op activiteiten georiënteerd management, hoewel het financieel reglement van het Agentschap de invoering daarvan voorschrijft zoals dat is gedaan voor de algemene begroting teneinde de prestaties beter te kunnen volgen. In dit verband mag de verwezenlijking van de doelstellingen van het Agentschap niet worden gereduceerd tot het uitvoeren van een reeks taken, maar moet deze worden afgemeten aan de bijdrage tot de in zijn basisverordening genoemde streefdoelen. Het werkprogramma van het Agentschap moet in principe deze bijdrage uitdrukken in operationele en meetbare termen.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze jaarrekening is op 1 juli 2006 opgesteld en op 7 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.


Tabel 1

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

Communautaire bevoegdheden

Bevoegdheden van het Agentschap

(Verordening (EG) nr. 460/2004)

Organisatie

Ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

Geleverde producten en diensten

De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten hebben in onderlinge overeenstemming een verklaring aangenomen met betrekking tot de oprichting van een Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging. Het Agentschap moet als referentiepunt fungeren en vertrouwen genieten dankzij zijn onafhankelijkheid, de kwaliteit van de verstrekte adviezen en verspreide informatie, de transparantie van de procedures en werkmethoden, en de voortvarendheid bij de uitvoering van de aan dit Agentschap toegewezen taken.

(Besluit van de Raad van 19 februari 2004 op basis van artikel 251 van het Verdrag)

Doelstellingen

De Gemeenschap, de lidstaten en het bedrijfsleven in staat stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen beter te voorkomen.

Bijstand verlenen en advies geven aan de Commissie en de lidstaten in verband met vraagstukken inzake netwerk- en informatiebeveiliging.

Voortbouwend op nationale en communautaire inspanningen een hoog niveau van deskundigheid ontwikkelen.

De Commissie assisteren bij de voorbereiding van de aanpassing en de ontwikkeling van de communautaire wetgeving op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging.

Taken

Relevante informatie verzamelen met het oog op de analyse van bestaande en nieuwe risico's.

Advies verlenen aan het Europees Parlement, de Commissie, Europese of nationale instanties.

De samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten bij de ontwikkeling van gemeenschappelijke methoden bevorderen, teneinde problemen op het gebied van de netwerk- en informatiebeveiliging te voorkomen.

De ontwikkeling van standaarden voor producten en diensten op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging volgen.

Samenwerken met derde landen en internationale organisaties, teneinde een gemeenschappelijke algemene aanpak van de vraagstukken van netwerk- en informatiebeveiliging te bevorderen.

Onafhankelijke conclusies formuleren.

1. Raad van bestuur

Samenstelling

Een vertegenwoordiger van elke lidstaat

Drie vertegenwoordigers van de Commissie

Drie door de Raad benoemde, niet-stemgerechtigde vertegenwoordigers van de volgende groepen: ondernemingen uit de sector informatie en communicatietechnologie

consumentenorganisaties

universitaire deskundigen inzake netwerk- en informatiebeveiliging

Taken

Vaststellen van het werkprogramma en het jaarverslag van het Agentschap

2. Directeur

Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie

3. Externe controle

Rekenkamer

4. Interne audit

Intern controleur van de Commissie

5. Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Definitieve begroting 2005

6,3 miljoen euro (communautaire subsidie: 100 %)

Personeelsbestand per 31 december 2005

38 posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 35 bezet,

+15 andere dienstverbanden (gedetacheerde nationale deskundigen, enz.)

Totaal aantal werknemers: 50

waarvan er:

22 uitvoerende, en

28 administratieve taken vervullen

Werkgroepen

In 2005 zijn er drie werkgroepen opgericht, die hun werkzaamheden hebben afgerond: Risk Management, Awareness Raising en CERTS

Publicaties

Een jaarverslag

ENISA Quarterly Newsletter: drie nummers uitgebracht

Samenwerking met de lidstaten en de andere instellingen

(aantal samen georganiseerde evenementen):

Lidstaten: twee seminars en zeven in de lidstaten georganiseerde evenementen

Overige producten/diensten

Who's Who on Network and Information Security

1 cd-rom „ENISA inventaire des activités CERT en Europe”

1 cd-rom „Raising Awareness in Information Security, Insight and Guidance for Member States”

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.

EUROPEES AGENTSCHAP VOOR NETWERK- EN INFORMATIEBEVEILIGING

Bron: Gegevens van het Agentschap — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Opgevoerd

Vastgelegd

Betaald

Overgedragen

Geannuleerd

Communautaire subsidies

6 346

4 400

Titel I

Personeel

2 375

1 764

1 490

257

628

 

 

 

Titel II

Administratie

2 483

1 772

453

1 065

965

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

1 488

1 004

196

790

502

Totaal

6 346

4 400

Totaal

6 346

4 540

2 139

2 112

2 095


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

4 251

Totaal (a)

4 251

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

1 040

Administratieve uitgaven

1 594

Beleidsuitgaven

517

Totaal (b)

3 151

Exploitatieresultaat (c = a — b)

1 100


Tabel 4

Balans per 31 december 2005

(1000 EUR)

Activa

Vaste activa

344

Vorderingen

13

Kasmiddelen

2 510

Totaal

2 867

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

1 100

Schulden op korte termijn

1 767

Totaal

2 867


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

Het Agentschap werd pas in september 2005 operationeel. Wegens personeelstekort en de beperkte beschikbare tijd bleek het erg moeilijk de percentages van de begrotingsuitvoering te verbeteren. De leiding zal de noodzakelijke maatregelen treffen, zodat verwacht wordt dat deze percentages voor 2006 hoger zullen uitvallen.

8.

Het Agentschap ontbeert, daar het nog geen twaalf maanden functioneert, de noodzakelijke middelen om een effectief door activiteiten gestuurd management in te voeren en ten uitvoer te leggen. Deze vorm van management zal inderdaad de meetbaarheid van het werk van het Agentschap verbeteren. De leiding zal zich ervoor inspannen een door activiteiten gestuurd management in te voeren, zodra het Agentschap de noodzakelijke middelen kan toewijzen voor de ontwikkeling van een dergelijk managementsysteem.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/6


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2005,.vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2006/C 312/02)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1-4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna het „Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad (1). De taken van het Agentschap omvatten de instandhouding van een hoog veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart, de waarborging van voldoende ontwikkeling hiervan, de vaststelling van certificeringsprotocollen en de certificering van luchtvaartproducten.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1592/2002 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De bestedingsgraad van de vastleggings- en betalingskredieten ligt lager dan 80 %. Deze situatie is toe te schrijven aan de lage uitvoeringsgraad van de vastleggingskredieten (69 %) en betalingskredieten (32 %) voor administratieve uitgaven. Tevens blijkt dat het annuleringspercentage van de kredieten van het begrotingsjaar hoog lag (van 7 tot meer dan 30 % al naar gelang van de uitgaventitel en de aard van de kredieten). Ook het annuleringspercentage van vele uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten lag hoog. Deze situatie moet het Agentschap ertoe aanzetten, zijn programmering te verbeteren en beter toezicht uit te oefenen op de uitvoering daarvan om het onnodig mobiliseren van middelen te voorkomen.

8.

De kredieten op één begrotingsonderdeel werden gewijzigd met 1,2 miljoen euro zonder dat het Agentschap documenten ter rechtvaardiging van deze verlaging kon overleggen.

9.

De Rekenkamer constateert dat niet werd overgeschakeld op een op activiteiten georiënteerd management, hoewel het financieel reglement van het Agentschap de invoering daarvan voorschrijft zoals dat is gedaan voor de algemene begroting teneinde de prestaties beter te kunnen volgen. In dat verband mag de verwezenlijking van de doelstellingen van het Agentschap niet worden gereduceerd tot het uitvoeren van een reeks taken, maar moet deze worden afgemeten aan de bijdrage tot de in zijn basisverordening genoemde streefdoelen. Het werkprogramma van het Agentschap moet in principe deze bijdrage uitdrukken in operationele en meetbare termen.

10.

De raad van bestuur heeft geen minimumnormen voor de interne controle vastgesteld. De systemen en procedures voor beheer en interne controle zijn nog steeds niet beschreven. De risico's in verband met de financiële verrichtingen zijn niet geanalyseerd. De functies van het initiëren en operationeel verifiëren van de betalingen waren in 2005 nog niet gescheiden. De validering van de procedures die de ordonnateurs hebben ingesteld om de juistheid en volledigheid te garanderen van de financiële informatie die zij de rekenplichtige toesturen, heeft niet plaatsgevonden. Eind 2005 had het Agentschap nog geen systeem om zekerheid te verkrijgen dat de vergoedingen die het zijn klanten aanrekent in ruil voor zijn diensten, dekkend zijn.

11.

In bepaalde gevallen is het concurrentiebeginsel niet in acht genomen. Het Agentschap heeft een opdracht ter waarde van 250 000 euro aan een uitzendbureau gegund via onderhandelingen. Voor de beveiligingsdienst heeft het Agentschap de in 2004 geplaatste opdracht ter waarde van 85 557 euro bij onderhandse overeenkomst en zonder rechtvaardiging verlengd. In een ander geval heeft het Agentschap slechts vier inschrijvers uitgenodigd tot het indienen van een offerte, hoewel er vijf stonden op de lijst die was opgesteld naar aanleiding van de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze jaarrekening is opgesteld op 30 juni 2006 en op 3 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.


Tabel 1

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Keulen)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1592/2002

Organisatie

Ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

Producten en diensten

Gemeenschappelijk vervoerbeleid

De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten of, in hoeverre en volgens welke procedure, passende bepalingen voor de zeevaart en de luchtvaart zullen kunnen worden genomen.

(Artikel 80 van het Verdrag)

Doelstellingen

In stand houden van een hoog uniform veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart in Europa en waarborgen van een voldoende mate van veiligheid van de burgerluchtvaart en verdere ontwikkeling hiervan.

Taken

Adviezen uitbrengen aan de Commissie;

vaststellen van certificeringsspecificaties, met inbegrip van luchtwaardigheidscodes en aanvaardbare methoden van goedkeuring, en enig richtsnoer betreffende de toepassing van het communautaire beleid;

besluiten over certificatie inzake luchtwaardigheid en milieubescherming;

uitvoeren van normalisatie-inspecties bij de verantwoordelijke autoriteiten van de lidstaten;

verrichten van het nodige onderzoek bij ondernemingen.

1. De raad van beheer

samengesteld uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat en een vertegenwoordiger van de Commissie, stelt een adviesorgaan van belanghebbende partijen in.

2. De uitvoerend directeur heeft de leiding van het Agentschap en wordt benoemd door de raad van beheer op voorstel van de Commissie.

3. De kamer van beroep

doet uitspraak over beslissingen van het Agentschap inzake certificatie, tarieven en vergoedingen, alsmede controles bij ondernemingen.

4. Externe controle

Rekenkamer.

5. Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Definitieve begroting 2005

Totale begroting: 36,5 miljoen euro, waarvan:

8,6 miljoen euro aan inkomsten uit ontvangen honoraria en bijdragen en

18,6 miljoen euro aan communautaire subsidie

200 posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 132 bezet,

+21 andere dienstverbanden

Totaal aantal werknemers: 153

waarvan er

86 uitvoerende,

38 administratieve en

29 gemengde taken vervullen.

Adviezen

Vier adviezen over wijzigingen van de Verordeningen (EG) nr. 1592/2002, (EG) nr. 1702/2003 en (EG) nr. 2042/2003;

een advies over de erkenning van leveranciers van databases over luchtwaardigheid;

vijf adviezen over afwijkingen waarom lidstaten het Agentschap verzochten.

Regelgevingsbesluiten

Een wijziging van de certificatiespecificaties CS 25;

een wijziging van de aanvaardbare methoden van goedkeuring (Acceptable Means of Compliance) en van de toelichtingen (Guidance Material) bij Verordening (EG) nr. 2042/2003.

Internationale samenwerking

Twee nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met China inzake de producten Eurocopter en Dassault;

uitbreiding van de samenwerkingsovereenkomst met het luchtvaartcomité van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten.

Certificeringsbesluiten

 

Typecertificaten: 78

 

Aanvullende typecertificaten: 900

 

Luchtwaardigheidsbewijzen: 490

 

Europese technische specificaties: 249

 

Aanvaardbare methoden van goedkeuring: 116

 

Grote wijzigingen: 693

 

Kleine wijzigingen: 2 369

 

Grote reparaties: 192

 

Kleine reparaties: 1 384

 

AFM/RFM (vlieghandboek/herzieningen daarvan): 334

 

Goedkeuring voor ontwerporganisaties: 55

 

Goedkeuring voor onderhoudsorganisaties (bilateraal): 85

 

Goedkeuring voor onderhoudsorganisaties (niet-EU): 113

 

Goedkeuring voor opleidings- en onderhoudsorganisaties: 11

 

Goedkeuring voor bouworganisaties: 4

Normalisatie-inspecties (aantal landen per type):

 

Erkenning bouworganisaties: 7 landen

 

Erkenning onderhoudsorganisaties: 19 landen

Bron Door het Agentschap verstrekte gegevens.

EUROPEES AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE LUCHTVAART

Bron: Gegevens van het Agentschap — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Beschikbare kredieten

(kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar)

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

22 138

18 930

Titel I

Personeel

16 192

13 968

13 754

214

2 224

314

212

102

16 506

14 282

13 966

214

2 326

Eigen ontvangsten

8 000

8 569

Titel II

Administratie

3 691

3 428

2 646

782

263

810

732

78

4 501

4 238

3 378

782

341

Andere ontvangsten

1 443

1 472

Titel III

Beleidsactiviteiten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VK

20 098

13 865

0

0

6 233

0

0

0

20 098

13 865

0

0

6 233

BK

11 698

0

4 656

5 611

1 431

264

237

27

11 962

0

4 893

5 611

1 458

Totaal

31 581

28 971

Totaal VK

39 981

31 261

0

996

8 720

1 124

944

180

41 105

32 385

0

996

8 900

Totaal BK

31 581

0

21 056

6 607

3 918

1 388

1 181

207

32 969

0

22 237

6 607

4 125

VK: vastleggingskredieten, BK: betalingskredieten.


Tabel 3

Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2005 en 2004

(1000 EUR)

 

2005

2004

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

17 416

7 777

Overige subsidies/ontvangsten

13 053

601

Totaal (a)

30 469

8 378

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

13 636

5 557

Administratieve uitgaven

4 016

1 521

Beleidsuitgaven

11 660

2 081

Totaal (b)

29 312

9 159

Exploitatieresultaat (c = a — b)

1 157

– 781

Overige opbrengsten (d)

41

0

Overige kosten (e)

–14

–1

Economisch resultaat (f = c + d + e)

1 184

– 782


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

1 531

991

Vorderingen op korte termijn

8 816

329

Kasmiddelen

11 746

4 978

Totaal

22 093

6 298

Passiva

Gecumuleerde resultaten uit vorige begrotingsjaren

1 845

2 627

Resultaat van het jaar

1 184

– 782

Schulden op korte termijn

19 064

4 453

Totaal

22 093

6 298


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

De bestedingsgraad van de vastleggingskredieten lag lager dan voorzien wegens aanwervingsproblemen. De lage uitvoeringsgraad van de betalingskredieten voor administratieve uitgaven is voornamelijk het gevolg van het feit dat de nationale autoriteiten het Agentschap in dit eerste jaar van tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 488/2005 geen kosten in rekening hebben gebracht.

8.

Het bedrag van 1,2 miljoen euro was ten onrechte opgenomen onder de gewone kredieten en moest overgedragen worden naar de kredieten voor de betrokken ontvangsten. Het Agentschap zal er in het vervolg voor waken dat de raad van bestuur op de hoogte wordt gesteld van iedere begrotingswijziging.

9.

Het Agentschap is in 2006 begonnen met een project voor geïntegreerd beheer van certificeringswerkzaamheden, hetgeen tevens een systeem om de werkzaamheden van het Agentschap in detail te volgen omvat alsook aanpassing van het financieel systeem met het oog op invoering van een analytische boekhouding. Dit project zal naar verwachting vanaf 2008 in een operationeel stadium zijn. Ondertussen spant het Agentschap zich in om zijn begroting en operationele doelen steviger aan elkaar te koppelen en de begroting voor 2007 zal bijgevolg naar activiteit worden ingericht.

10.

De raad van bestuur van het Agentschap heeft op 2 juni 2006 normen voor de interne controle vastgesteld op basis van de door de Commissie gehanteerde normen en de ISO 9000-normen. In maart 2006 is met het oog op tenuitvoerlegging van deze normen een programma voor kwaliteitsborg gestart. In dit kader zullen beschrijvingen van systemen en procedures worden opgesteld en zal tevens een risicoanalyse worden ontwikkeld. De door de Rekenkamer opgemerkte onregelmatigheid met betrekking tot de scheiding der functies is gecorrigeerd. Met de in 2006 ingevoerde computerlinks tussen het operationele en het financiële systeem moet de kwaliteit van de door de ordonnateurs aan de rekenplichtige toegestuurde financiële informatie in principe beter gewaarborgd zijn. Na de aanpassing van Verordening (EG) nr. 488/2005 van de Commissie van 21 maart 2005 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart in rekening gebrachte vergoedingen en rechten (PB L 81 van 30.3.2005, blz. 7), waaraan momenteel wordt gewerkt, zal het Agentschap de kosten van zijn certificeringsactiviteiten kunnen dekken.

11.

In de eerste maanden na de verhuizing naar Keulen (november 2004) heeft het Agentschap niet de normale procedures voor aanschaf van goederen en diensten kunnen volgen wegens de vastgelegde termijnen en een tekort aan personeel. De voorgeschreven procedures zijn gevolgd, zodra er een speciale eenheid voor aankopen kon worden gevormd.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/12


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Geneesmiddelenbureau betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2006/C 312/03)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1-4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Europees Geneesmiddelenbureau (hierna „het Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad, die is vervangen door Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1). Het Bureau maakt deel uit van een netwerk en coördineert de wetenschappelijke middelen die het van de nationale autoriteiten ter beschikking krijgt om te zorgen voor de beoordeling van en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Bureau.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 (3) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 68 van Verordening (EG) nr. 726/2004 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

Wat de begrotingsuitvoering betreft, is de bestedingsgraad van de vastleggingskredieten (94 %) evenals die van de betalingskredieten (82 %) over het geheel genomen hoog. Bij de administratieve uitgaven (titel II) ligt de bestedingsgraad van de vastleggingskredieten echter onder 90 % en de gedane vastleggingen zijn voor meer dan 40 % overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.

8.

De toegangsrechten tot het computersysteem komen niet altijd overeen met de geldende delegaties. Een personeelslid dat sinds 2004 geen delegatie meer had, bezat in 2005 nog steeds de bijbehorende toegangsrechten tot het computersysteem.

9.

Sinds eind 2004 heeft het Bureau middelen (4) beheerd die bij andere agentschappen en organen waren geïnd ter financiering van een gemeenschappelijke ondersteuningsdienst die hun informatiesystemen inzake financieel beheer moest ontwikkelen. Deze middelen werden tot 2005 niet vermeld in de jaarrekening van het Bureau, hetgeen ook het geval was bij de andere agentschappen die in voorgaande jaren de middelen bij toerbeurt beheerden.

10.

De verrichte controles inzake de plaatsing van opdrachten brachten anomalieën aan het licht, met name bij opdrachten op IT-gebied. De aanwijzing van de beoordelingscomités geschiedt niet systematisch bij formeel besluit. De regels betreffende de hiërarchische onafhankelijkheid tussen leden van de comités worden niet nageleefd. Bij vergaderingen van de beoordelingscomités waren sommige leden afwezig zonder dit formeel te verantwoorden.

11.

De Rekenkamer stelt opnieuw vast dat de met de banken gesloten contracten sinds meer dan zes jaar van kracht zijn, terwijl er krachtens de uitvoeringsvoorschriften bij het financieel reglement van het Bureau ten minste om de vijf jaar een nieuwe aanbesteding moet worden uitgeschreven.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 214 van 24.8.1993, blz. 18, en PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1. Krachtens de laatste verordening is de aanvankelijke naam, Europees Agentschap voor de geneesmiddelenbeoordeling, vervangen door Europees Geneesmiddelenbureau.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze jaarrekening is opgesteld op 27 juni 2006 en op 27 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Ongeveer 400 000 euro.


Tabel 1

Europees Geneesmiddelenbureau (Londen)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau

(Verordening (EG) nr. 726/2004)

Organisatie

Ter beschikking van het Bureau gestelde middelen 2005 (2004)

Producten en diensten 2005 (2004)

Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.

Het optreden van de Gemeenschap, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. (…)

(Artikel 152 van het Verdrag)

Doelstellingen

Coördinatie van de bestaande wetenschappelijke middelen die door de bevoegde instanties van de lidstaten voor de beoordeling van en het toezicht op geneesmiddelen te zijner beschikking zijn gesteld;

de lidstaten en instellingen van de Gemeenschap zo goed mogelijk van wetenschappelijk advies dienen over alle vraagstukken in verband met de beoordeling van geneesmiddelen voor menselijk of diergeneeskundig gebruik.

Taken

Coördinatie van de wetenschappelijke beoordeling van de geneesmiddelen die aan de communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen zijn onderworpen;

coördinatie van het toezicht op geneesmiddelen waarvoor binnen de Gemeenschap vergunning is verleend (geneesmiddelenbewaking);

het geven van advies over de maximumgehalten aan residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong;

coördinatie van de controle op de inachtneming van goede fabricage-, goede laboratorium- en goede klinische praktijken;

het voeren van de administratie met betrekking tot vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen.

1. Het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, bestaande uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, brengt advies uit over alle kwesties in verband met de beoordeling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik.

2. Het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, bestaande uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, brengt advies uit over alle kwesties in verband met de beoordeling van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.

3. Het Comité voor weesgeneesmiddelen, bestaande uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, brengt advies uit over alle kwesties in verband met de beoordeling van weesgeneesmiddelen.

4. Het Comité voor kruidengeneesmiddelen, bestaande uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, brengt advies uit over alle kwesties in verband met de beoordeling van kruidengeneesmiddelen.

5. De raad van beheer bestaat uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, twee vertegenwoordigers van de Commissie, twee door het Europees Parlement aangewezen vertegenwoordigers, twee vertegenwoordigers van de patiëntenverenigingen, één vertegenwoordiger van de artsenverenigingen en één vertegenwoordiger van de dierenartsenverenigingen. De raad stelt het werkprogramma en het jaarverslag vast.

6. De directeur wordt op voorstel van de Commissie door de raad van beheer benoemd.

7. Externe controle: Europese Rekenkamer en dienst Interne audit van de Commissie.

8. Kwijting verlenende autoriteit: Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Definitieve begroting 2005

111,8 miljoen euro (99,4 miljoen euro)

Communautaire bijdrage (zonder subsidie voor weesgeneesmiddelen): 22,7 % (24,7 %)

Personeelsbestand per 31 december 2005

379 (314) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten

waarvan 337,5 (290) bezet

+34 (50) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers 371,5 (340)

waarvan er

 

302,5 (271) uitvoerende en

 

69 (69) administratieve taken vervullen

Geneesmiddelen voor menselijk gebruik

Aanvragen van handelsvergunning: 43 (51)

Positieve adviezen: 24 (34)

Gemiddelde beoordelingstermijn: 203 dagen (187 dagen)

Adviezen na vergunning: 1 148 (926)

Geneesmiddelenbewaking: 91 565 verslagen (64 186 verslagen)

Periodieke betrouwbaarheidsverslagen: 279 (253)

Wetenschappelijke adviezen: 135 (77)

Procedures voor wederzijdse erkenning: 8 451 (7 081)

Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik

Nieuwe aanvragen: 11 (8)

Aanvragen voor varianten: 70 (40)

Inspecties: 114 (93)

Weesgeneesmiddelen

Aanvragen: 118 (108)

Positieve adviezen: 88 (75)

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.

EUROPEES GENEESMIDDELENBUREAU

Bron: Gegevens van het Bureau — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies (1)

31 180

33 734

Titel I

Personeel

41 356

39 307

38 608

700

2 048

642

536

106

41 998

39 949

39 144

700

2 154

Eigen ontvangsten

77 455

71 895

Titel II

Administratie

27 105

24 047

15 974

10 041

1 090

10 935

10 590

345

38 040

34 982

26 564

10 041

1 435

Andere ontvangsten

3 200

3 767

Titel III

Beleidsactiviteiten

43 374

42 000

33 907

8 092

1 375

11 174

10 523

651

54 548

53 174

44 430

8 092

2 026

Totaal

111 835

109 396

Totaal

111 835

105 354

88 489

18 833

4 513

22 751

21 649

1 102

134 586

128 105

110 138

18 833

5 615


Tabel 3

Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2005 en 2004

(1000 EUR)

 

2005

2004

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

28 957

24 556

Ontvangsten

77 679

71 857

Totaal (a)

106 636

96 413

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

40 057

34 333

Administratieve uitgaven

22 459

15 154

Beleidsuitgaven

41 999

38 573

Totaal (b)

104 515

88 060

Exploitatieresultaat (c = a — b)

2 121

8 353

Overige opbrengsten (d)

2 257

1 160

Overige kosten (e)

0

0

Economisch resultaat (f = c + d — e)

4 378

9 513


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

17 437

12 115

Vorderingen op korte termijn

5 490

5 892

Kasmiddelen

29 934

35 010

Totaal

52 861

53 017

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

23 280

13 767

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

4 378

9 513

Schulden op korte termijn

25 203

29 737

Totaal

52 861

53 017


(1)  Inclusief de subsidies uit hoofde van de Europese Economische Ruimte.


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

De omvangrijke overdracht van 2004-2005 onder titel 2 is voornamelijk het gevolg van het uitgavenprogramma voor telematica, dat goed is voor 80 % van de overdrachten. Deze overdrachten voor telematica waren omvangrijk, daar dit programma een aantal grote en complexe meerjarige projecten betreft die de hele Europese Unie bestrijken, waarmee in 2004 werd begonnen en welke doorliepen tot in 2005.

8.

De beveiligde toegang is hersteld en alle gemachtigde ordonnateurs kregen de instructie ervoor te zorgen dat zij de juiste transactie (in SI2) ondertekenden op grond van het delegatiebesluit en dat zij in dezen gepaste zorgvuldigheid (due diligence) moesten betrachten.

9.

De uitgaven voor een gemeenschappelijke ondersteuningsdienst (2006) worden in de begroting van het Agentschap opgenomen ter gelegenheid van de eerste gewijzigde begroting en de kosten zullen bij de leden in rekening worden gebracht. In opmerking 4 van de jaarrekening van het Agentschap van 2005 zijn de ter zake dienende werkzaamheden openbaar gemaakt.

10.

De samenstelling van de beoordelingscomités, vaak bestaand uit meer dan drie personen, berust op het beginsel dat offertes moeten worden beoordeeld door zowel onafhankelijke als ter zake kundige personen. In alle gevallen wonen ten minste drie personen de vergaderingen bij en worden de notulen bij elke vergadering ter bespreking en goedkeuring rondgedeeld. Het Agentschap zal in het vervolg vragen dat in voorkomend geval de afwezigheid van een lid in de notulen wordt verantwoord.

11.

Het Agentschap heeft in 2006 een aanbesteding voor bancaire diensten uitgeschreven. De door de Rekenkamer genoemde vertraging houdt verband met het feit dat de afgelopen jaren het financieel systeem van het Agentschap een grondige revisie heeft ondergaan en een verandering van bank de werkzaamheden te zeer zou hebben verstoord.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/18


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2006/C 312/04)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1-4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Europees Bureau voor wederopbouw (hierna het Bureau genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 1628/96 van de Raad (1), die is gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2068/2004 van de Raad (2). Het Bureau, dat in 2000 werd opgericht, had toen als taak het beheer van de steunprogramma's van de Europese Unie in Kosovo. Sindsdien werd zijn mandaat uitgebreid tot Servië-Montenegro en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Het Bureau, dat zijn zetel heeft in Thessaloniki, beschikt over operationele centra in Belgrado, Podgorica, Pristina en Skopje. Het Bureau voert programma's uit om de instellingen en het goede beheer ervan een impuls te geven, de ontwikkeling van een markteconomie en van vitale infrastructuur te ondersteunen en de civiele samenleving te versterken. In principe loopt zijn mandaat af op 31 december 2006 (3).

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (4) aan het Europees Parlement en de Raad gericht; overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Bureau.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (5) werden overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2667/2000 van de Raad (6) opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft een controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, die een aanpassing vormen van de internationale controlenormen aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenBehoudens de in paragraaf 9 beschreven gevallen zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau over het geheel genomen wettig en regelmatig.

OPMERKINGEN

7.

De rol en taken van de interne controleur zijn onvoldoende omschreven en komen niet altijd overeen met de aan dit ambt verbonden functies (7). Over de interne controles die in 2005 werden verricht, werden geen formele rapporten uitgebracht aan de directie.

8.

Naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer in haar jaarverslagen over 2003 en 2004 heeft het Bureau maatregelen getroffen om de gunning van opdrachten te verbeteren. Dit leidde tot een grotere doorzichtigheid op verschillende gebieden; zo zijn de belangrijke beslissingen die worden genomen tijdens de evaluatie en die invloed hebben op de gunning van opdrachten, beter gedocumenteerd. Het droeg ook bij tot een grotere algemene discipline bij de beoordelings- en gunningsprocedures in verband met de opdrachten.

9.

Niettemin constateerde de Rekenkamer meerdere gevallen waarin anomalieën zijn ontstaan doordat de toegepaste selectiecriteria onrealistisch zijn in die zin dat ze slecht zijn afgestemd op de omstandigheden waarin het Bureau opereert.

10.

De Rekenkamer is ingenomen met de geboekte vooruitgang op het gebied van aanbestedingen en moedigt het Bureau aan, zich te blijven inspannen om te bewerkstelligen dat de gegunde opdrachten volledig voldoen aan de voorschriften ter zake.

11.

In haar verslag over 2004 signaleerde de Rekenkamer op basis van een onderzoek naar de acties die waren toevertrouwd aan de Missie van de Verenigde Naties in Kosovo (UNMIK), dat het Bureau betalingen verrichtte zonder een behoorlijke financiële controle uit te oefenen en dat het grote moeite had om de acties af te sluiten, vooral door het ontbreken van deugdelijke rekeningen met betrekking tot de projecten en voldoende motivering van de uitgaven. Hoewel het Bureau in 2005 serieus moeite heeft gedaan om deze situatie te verhelpen, bleven de problemen bij de afsluiting van de acties bestaan. Particuliere accountantskantoren hebben voor rekening van het Bureau een aantal projecten gecontroleerd en bevestigden dat er middelen moeten worden teruggevorderd van de begunstigden — een kwestie die het Bureau nog niet heeft opgelost. Deze problemen kunnen worden verholpen indien het Bureau erop toeziet dat de bepalingen van de overeenkomst inzake het beheer van deze middelen worden nageleefd (8).

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 204 van 14.8.1996, blz. 1.

(2)  PB L 358 van 3.12.2004, blz. 2.

(3)  Artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2068/2004.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  Deze jaarrekening is opgesteld op 11 juli 2006 en op 21 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(6)  PB L 306 van 7.12.2000, blz. 7.

(7)  Hij fungeert als adviseur van de directie.

(8)  Financieel-administratieve kaderovereenkomst van 29 april 2003.


Tabel 1

Europees Bureau voor wederopbouw (Thessaloniki)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 2667/2000

Organisatie

Ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

(2004)

In 2005 geleverde producten en diensten

[…] de Gemeenschap [neemt] in het kader van haar bevoegdheden maatregelen voor economische, financiële en technische samenwerking met derde landen. Deze maatregelen vullen de maatregelen van de lidstaten aan en zijn coherent met het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap.

(Artikel 181 A)

Doelstellingen

Verlenen van communautaire bijstand

i)

bij de wederopbouw en de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden;

ii)

ter bevordering van het goed bestuur en ter versterking van de instellingen en de rechtsstaat;

iii)

ter ondersteuning van de ontwikkeling van een markteconomie en het nastreven van investeringen in de vitale fysieke infrastructuur en van milieu-maatregelen;

iv)

ter ondersteuning van de maatschappelijke ontwikkeling en ter versterking van de civiele samenleving.

Toepassingsgebied

Het Bureau beheert de belangrijkste steunprogramma's in Servië-Montenegro (Republiek Servië, Kosovo en de Republiek Montenegro) en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM). De bijstand kan ten goede komen aan staten, door de Verenigde Naties bestuurde entiteiten, federale, regionale en lokale instanties, overheids- en semi-overheidsorganen, sociale partners, organisaties ter ondersteuning van het bedrijfsleven, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, vennootschappen, stichtingen en niet-gouvernementele organisaties.

Taken

De Commissie informeren over de basisbehoeften;

opzetten van programma's voor wederopbouw en de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden;

uitvoeren van alle activiteiten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de communautaire bijstand.

1. Raad van bestuur

Bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat, twee vertegenwoordigers van de Commissie en één waarnemer van de Europese Investeringsbank.

2. Directeur

Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie.

Operationele centra met een hoge mate van beheers-autonomie, opgericht in Belgrado, Pristina, Podgorica en Skopje.

3. Externe controle

Rekenkamer

4. Kwijting verlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Definitieve begroting 2005

307,5 miljoen euro (374,6 miljoen euro)

Personeelsbestand per 31 december 2005:

114 (114) AT-posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 88 (88) bezet,

andere dienstverbanden

plaatselijke functionarissen: 170 (195) posten opgenomen, waarvan 162 (173) bezet.

contractuelen: 28 (0) posten opgenomen, waarvan 26 (0) bezet.

Totaal aantal werknemers: 276 (261)

waarvan er

169 (184) uitvoerende, en

107 (*) (77) administratieve taken vervullen

(*) Inclusief al het personeel voor administratie, financiën en informatica.

Per operationeel centrum (voornaamste ontwikkelingen):

KOSOVO: a) startpremies, leningen, opleidingen en zakelijk advies voor kleine bedrijven; b) bijstand voor kwetsbare personen, inclusief minderheden en repatrianten; c) beheer van de in een eerder stadium toegekende leningen uit de kredietregelingen van het EBW; d) renovatie van het regionale verwarmingsstation van Mitrovica; e) heropening van zes bruggen tussen Pristina en de grensovergang naar de VJRM; f) bijstand op het gebied van justitie en binnenlandse zaken (JBZ) en van de bestuurlijke hervorming.

SERVIË: a) wetsontwerpen voor bestuurlijke hervorming; b) levering van uitrusting voor de grenspolitie; c) renovatie van, en levering van uitrusting aan rechtbanken; d) renovatieprogramma voor ziekenhuizen; e) nieuwe banen dankzij leningen uit het fonds voor doorlopend krediet; f) opleidingssteun voor bedrijven; g) regionale opleidingscentra voor volwassenen; h) voltooiing van de herstelwerkzaamheden aan de Sloboda-brug (Donau, Novi Sad) en de grensovergang met Hongarije in Horgos; i) renovatie van gemeentelijke infrastructuur; j) hervorming van het instituut voor de statistiek; k) steun bij het beheer van directe buitenlandse investeringen; l) steun voor actieve maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en ter vermindering van de werkloosheid; m) steun voor activiteiten voor Europese integratie; n) steun voor kwetsbare groepen zoals vluchtelingen en in eigen land ontheemden.

MONTENEGRO: a) voltooiing van het basisplan inzake afvalbeheer; b) opstelling van de grenspost met Kroatië, voltooid in het kader van de steun voor geïntegreerd grensbeheer; c) centrale IT-databank van het ministerie van binnenlandse zaken; d) bureau voor het beheer van de personele middelen, regionale centra voor beroepsscholing en -opleiding; e) nieuw directoraat Wegenbouw en nieuwe wetgeving inzake vervoer; f) ontvlechting en herstructurering van de elektriciteitsvoorziening, strategie voor efficiënt energiegebruik.

VJRM: a) steun voor de versterking en oprichting van nieuwe overheidsinstanties (interneauditfunctie, bureau voor gegevensbescherming); b) hervorming van de politie; c) versterking van de veterinaire en fytosanitaire diensten; d) steun voor de decentralisatie van bevoegdheden ten gunste van de gemeenten; e) versterking van de gemeentelijke infrastructuur; f) opleiding van vooral etnische Albanezen tot staatsambtenaren; g) scheppen en behouden van banen dank zij leningen aan het MKB uit het fonds voor doorlopend krediet.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.

EUROPEES BUREAU VOOR WEDEROPBOUW

Bron: Gegevens van het Bureau — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Beschikbare kredieten

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

saldo waarvoor vastleggingen moeten worden gedaan

overgedragen vastleggingen

betaald

geannuleerd

nog af te wikkelen vastleggingen

Communautaire subsidies

306 200

97 800

Titel I

Personeel

18 481

17 155

16 660

495

1 360

317

283

34

Overige subsidies en tegenwaardefondsen

0

1 637

Titel II

Administratie

6 831

5 299

4 799

500

1 532

1 073

1 011

62

Resterende middelen

1 312

1 312

Titel III

Beleidsactiviteiten

282 200

78 551

18 879

59 672

0

203 649

345 342

186 474

13 307

145 561

Diverse ontvangsten (heraanwending)

p.m.

617

Subtotaal

307 512

101 005

40 338

60 667

2 892

203 649

346 732

187 768

13 403

145 561

 

 

 

Uit 2004 overgedragen kredieten

309 139

143 049

34 040

166 090

4 749

170 838

0

0

0

0

Totaal

307 512

101 366

Totaal

616 651

244 054

74 378

226 757

7 641

374 487

346 732

187 768

13 403

145 561


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

261 009

Overige subsidies/ontvangsten

1 832

Totaal (a)

262 841

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

15 727

Administratieve uitgaven

7 212

Beleidsuitgaven

243 442

Totaal (b)

266 381

Economisch resultaat (c = a — b)

–3 540


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (2)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

1 276

1 652

Vorderingen op lange termijn

40 002

61 619

Vorderingen op korte termijn

164 859

118 118

Kasmiddelen

57 917

223 860

Totaal

264 054

405 249

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

166 840

166 840

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

–3 540

0

Voorschotten van de Commissie

74 169

205 933

Schulden op korte termijn

26 585

32 476

Totaal

260 054

405 249


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

7.

Het Bureau heeft een pioniersrol gespeeld bij de instelling van een internecontrolefunctie, die bij de meeste agentschappen nog niet bestaat. Wat de rol en verantwoordelijkheden betreft (volgens artikel 38, lid 4, van het financieel reglement) wordt de aanpak van de Commissie gevolgd. Het nieuwe regelgevende kader zal leiden tot een verdere formalisering van dit werk. Deze functie heeft echter wel bijgedragen tot een verbetering van de interne controles bij het Bureau.

8.

Het Bureau waardeert de erkenning dat de procedures zijn verbeterd.

9.

Er wordt voortdurend aan de selectiecriteria gewerkt om altijd realistische en controleerbare criteria in de aanbestedingsdocumenten te hebben. Dit maakt het voor inschrijvers ook gemakkelijker om aanbiedingen te doen die voldoen aan de eisen.

11.

Voor zover de toepasselijke bepalingen van de financieel-administratieve kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Naties dit toestaan en voor zover de administratieve situatie ter plaatse dit mogelijk maakt, heeft het Bureau gekozen voor een striktere aanpak, hetgeen vaak heeft geleid tot weigering of uitstel van betaling wanneer een adequate rechtvaardiging of bewijsstukken van uitgaven ontbrak(en). Er moeten verplicht controleverslagen worden ingediend en UNMIK of andere instanties van de Verenigde Naties worden er duidelijk op gewezen dat de eindbetalingen voor voltooide projecten enkel zullen plaatsvinden voor de bedragen die door een deugdelijke externe controle zijn bevestigd. Voor voorschotten die niet zijn besteed in overeenstemming met de bepalingen van de desbetreffende subsidieovereenkomst, is de terugvorderingsprocedure gestart.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/24


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2006/C 312/05)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (hierna „het Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad (1). Het Agentschap heeft op dit gebied tot taak het verzamelen en verspreiden van informatie over de nationale en communautaire prioriteiten, alsmede het ondersteunen van de nationale en communautaire autoriteiten bij de opstelling en uitvoering van beleid, en het geven van voorlichting over preventieve maatregelen.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht; overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2062/94 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

Het vastleggingspercentage van de begrotingsmiddelen voor het begrotingsjaar 2005 was hoger dan 90 %. Toch blijft het percentage overdrachten hoog wat betreft de beleidsuitgaven (titel III, 30 %), terwijl de annuleringsgraad van de overgedragen middelen bijna 15 % bedraagt. Deze situatie zou het Agentschap ertoe moeten aanzetten, zijn programmering te verbeteren en zich strikter daaraan te houden. Het begrotingsbeheer wordt gekenmerkt door een groot aantal overschrijvingen van het ene naar het andere begrotingsonderdeel. Deze overschrijvingen zijn onvoldoende gemotiveerd. Verder is er geen enkel controlemechanisme opgezet om na te gaan of de voor overschrijvingen geldende voorschriften en maxima in acht worden genomen.

8.

De invoering van het systeem voor interne controle was in 2005 nog niet voltooid. De raad van bestuur heeft nog geen normen voor de interne controle vastgesteld. De voor de verificatie vooraf van de vastleggingen en betalingen gehanteerde vragenlijsten betreffen niet de operationele aspecten. Het ontbreekt aan risicoanalyse en verificatielijsten ten behoeve van de ordonnateurs en aan personeelsleden die operationele controles verrichten.

9.

In de algemene uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de werving van de personeelsleden van het Agentschap wordt niet gepreciseerd welke criteria en formaliteiten in de verschillende fasen van de selectie van de kandidaten in acht moeten worden genomen. Het onderzoek van een wervingsprocedure heeft uitgewezen dat de gemaakte keuzes niet naar behoren waren gedocumenteerd (de leden van het selectiecomité hadden slechts een summier eindverslag opgesteld en ondertekend). De documentatie op dit gebied moet uiterst nauwkeurig worden opgesteld om de transparantie en onpartijdigheid van de genomen besluiten te waarborgen.

10.

Uit een onderzoek van de gunningsprocedures is gebleken dat de toetsing van de kwaliteit van de offertes door het beoordelingscomité vaak niet gemotiveerd is. Verder worden de beoordelingsrapporten slechts door de verantwoordelijke ordonnateur en niet door alle leden van het beoordelingscomité ondertekend. Met het oog op de inachtneming van het transparantiebeginsel moet de documentatie over de in het kader van een aanbestedingsprocedure genomen besluiten uiterst nauwkeurig worden samengesteld.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1112/2005 (PB L 184 van 15.7.2005, blz. 5).

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 29 juni 2006 opgesteld en zijn op 4 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.


Tabel 1

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (Bilbao)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Verordening

(EG) nr. 2062/94, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1112/2005)

Organisatie

Ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen 2005

(2004)

Geleverde producten en diensten

Sociale bepalingen

De Gemeenschap en de lidstaten stellen zich […] ten doel, […] de gestage verbetering van de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden, zodat de onderlinge aanpassing daarvan op de weg van de vooruitgang wordt mogelijk gemaakt […].

Ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 136 wordt het optreden van de lidstaten op de volgende gebieden door de Gemeenschap ondersteund en aangevuld: a) de verbetering van met name het arbeidsmilieu, om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te beschermen; b) de arbeidsvoorwaarden; […].

(Samenvatting van de artikelen 136 en 137 van het Verdrag)

Doelstellingen

Het Agentschap heeft als doel de communautaire instanties, de lidstaten, de sociale partners en de belanghebbende kringen alle dienstige technische, wetenschappelijke en economische informatie op het gebied van de veiligheid en de gezondheid op het werk te verstrekken, teneinde het arbeidsmilieu te verbeteren ten aanzien van de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, zoals in het Verdrag en in de achtereenvolgende communautaire strategieën en actieprogramma's inzake de veiligheid en de gezondheid op het werk is bepaald.

Taken

Verzamelen, analyseren en verspreiden van informatie over de nationale en communautaire prioriteiten alsmede over onderzoek;

het bevorderen van samenwerking en uitwisseling van informatie, met inbegrip van informatie over opleidingsprogramma's;

het verstrekken, aan de communautaire instanties en aan de lidstaten, van informatie voor het opstellen en uitvoeren van beleid, met name waar het gaat om de gevolgen voor kleine en middelgrote ondernemingen;

ter beschikking stellen van inlichtingen over preventie;

een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van strategieën en toekomstige communautaire actieprogramma's;

een netwerk opzetten met nationale knooppunten en thematische centra.

1. Raad van bestuur

Samenstelling

Een vertegenwoordiger van de regering van elke lidstaat;

een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties van elke lidstaat;

een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties van elke lidstaat;

drie vertegenwoordigers van de Commissie.

Taak

Stelt het jaarlijkse werkprogramma, de begroting en het algemeen jaarverslag van het Agentschap vast

2. Directeur

Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie

3. Comités

Verplichte raadpleging van de Commissie en het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats

4. Externe controle

Rekenkamer

5. Kwijting verlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Definitieve begroting

13,7 (10,7) miljoen euro

waarvan:

96 % (98 %) communautaire subsidie uit hoofde van directoraat-generaal Werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen

3 % (0 %) communautaire subsidie uit hoofde van directoraat-generaal Uitbreiding

Personeelsbestand per 31 december

40 (38) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 32 (29) bezet,

20 (22) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers: 52 (51)

waarvan

35 (34) met uitvoerende,

9 (9) met administratieve en

8 (8) met gemengde taken.

Verbindingen leggen — netwerkvorming

Voortzetten ontwikkeling van het netwerk van brandpunten (opzetten van het tweedegeneratienetwerk)

Opbouwen van institutionele capaciteit in de kandidaat-lidstaten (programma Phare)

Informatieverstrekking

Campagne van de Europese week 2005 over lawaai, afgesloten met de Europese topconferentie van Bilbao

Op internet aangeboden informatiediensten van de derde generatie inzake veiligheid en gezondheid op het werk

Start van de algemene portal over veiligheid en gezondheid op het werk

Gericht campagneprogramma EU-10

Ontwikkeling van kennis

Voorlichtingsmateriaal voor nationale campagnes en campagnes met betrekking tot de Europese weken 2005 (over lawaai) en 2006 (van de jeugd)

Voorlichtingsmateriaal over goede landbouwpraktijken

Voorlichtingsmateriaal ten behoeve van het risico-observatorium (bijvoorbeeld rapporten over lawaai, over aandoeningen van spieren en het skelet en stress, via internet verspreide informatie op het gebied van bouw en landbouw en identificatie van nieuwe biologische en chemische risico's)

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.

EUROPEES AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID EN DE GEZONDHEID OP HET WERK

Bron: Gegevens van het Agentschap — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar

definitief

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

13 200

12 208

Titel I

Personeel

4 579

3 796

3 435

75

1 069

60

42

18

4 639

3 856

3 477

75

1 087

Phare

358

340

Titel II

Administratie

1 501

1 406

1 052

331

118

248

187

61

1 749

1 654

1 239

331

179

Andere ontvangsten

180

217

Titel III

Beleidsactiviteiten

7 300

7 090

4 589

2 213

498

2 549

2 224

325

9 849

9 639

6 813

2 213

823

 

 

 

Phare

358

172

133

225

0

0

358

172

133

225

Totaal

13 738

12 765

Totaal

13 738

12 464

9 209

2 844

1 685

2 857

2 453

404

16 595

15 321

11 662

2 844

2 089


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

13 673

Overige subsidies/ontvangsten

92

Totaal (a)

13 765

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

3 312

Administratieve uitgaven

1 679

Beleidsuitgaven

8 584

Totaal (b)

13 575

Exploitatieresultaat (c = a — b)

190

Overige opbrengsten (d)

0

Overige kosten (e)

7

Economisch resultaat (f = c + d — e)

183


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (2)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

339

325

Vorderingen

596

426

Kasmiddelen

3 392

3 117

Totaal

4 327

3 868

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

1 637

1 637

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

183

0

Schulden op korte termijn

2 507

2 231

Totaal

4 327

3 868


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

Het Agentschap is doende zijn financieel beheer te verbeteren. Het algehele percentage overdrachten is teruggebracht van 27 % in 2004 naar 20 % in 2005 en het bedrag van de geannuleerde overdrachten is van bijna 900 000 euro in 2004 gereduceerd tot ongeveer 400 000 euro in 2005. Het Agentschap treft maatregelen om zijn begrotingsbeheer ter zake van de overschrijvingen te verbeteren.

8.

De raad van bestuur heeft in maart 2006 normen voor interne controle vastgesteld. Iedere eenheid voert een operationele controle van de verrichtingen uit overeenkomstig de aard van de verrichting. Deze procedure zal worden geformaliseerd. Het Agentschap ontwikkelt momenteel een procedure voor risicoanalyses.

9.

Een door de directeur benoemd selectiecomité stelt voor iedere wervingsprocedure de criteria vast voor preselectie van de kandidaten die voor een sollicitatiegesprek worden uitgenodigd. Desalniettemin treft het Agentschap maatregelen om de documentering van de selectieprocessen te verbeteren.

10.

Het Agentschap treft maatregelen ter verbetering van de documentering van in het kader van aanbestedingsprocedures genomen besluiten.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/30


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2006/C 312/06)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-12

OPMERKINGEN

Tabellen 1-4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (hierna „het Agentschap” genoemd) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad (1). De taken van het Agentschap omvatten het waarborgen van een hoog niveau van veiligheid op zee en van voorkoming van verontreiniging door schepen, de verstrekking van technische bijstand aan de Commissie en de lidstaten, alsmede de controle op de uitvoering van de communautaire wetgeving en de beoordeling van de doeltreffendheid hiervan.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1406/2002 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005 had te lijden van vertragingen bij de werving van personeel, zoals blijkt uit de vastleggingsgraad van minder dan twee derde van de kredieten van titel I (Personeelsuitgaven). Deze situatie was van invloed op de besteding van de middelen voor administratieve uitgaven (titel II, met twee derde van de vastgelegde middelen) en vooral op die van de begrotingsmiddelen voor beleidsactiviteiten (titel III), met een betalingspercentage van slechts 33 %.

8.

De Rekenkamer constateert dat niet werd overgeschakeld op een op activiteiten georiënteerd management, hoewel het financieel reglement van het Agentschap de invoering daarvan voorschrijft zoals dat is gedaan voor de algemene begroting teneinde de prestaties beter te kunnen volgen. In dit verband mag de verwezenlijking van de doelstellingen van het Agentschap niet worden gereduceerd tot het uitvoeren van een reeks taken, maar moet deze worden afgemeten aan de bijdrage tot de in zijn basisverordening genoemde streefdoelen. Het werkprogramma van het Agentschap moet in principe deze bijdrage uitdrukken in operationele en meetbare termen.

9.

Met het computersysteem voor de algemene boekhouding kunnen de boekingen rechtstreeks worden gewijzigd, zonder corrigerende boekingen. Deze situatie brengt grote risico's met zich voor de volledigheid van de rekeningen en zou zo spoedig mogelijk moeten worden verholpen. Verder zou het register van de op de balans op te nemen schulden strikter moeten worden gecontroleerd: deze worden immers met ten minste 92 000 euro (ofwel bijna 10 % van de uitstaande schulden) overgewaardeerd, welk bedrag overeenkomt met per 31 december 2005 nog niet ontvangen prestaties.

10.

De documentatie van de verrichtingen, die een voorwaarde vormt voor een degelijk internecontrolesysteem, vertoont gebreken. De dossiers betreffende vastleggingen en betalingen zijn vaak onvolledig of onoverzichtelijk, waardoor de verrichtingen moeilijk kunnen worden getraceerd. Het toezicht op door het Agentschap gesloten contracten is moeilijk. De informatie is versnipperd over verscheidene lijsten. Het is moeilijk, zich te vergewissen van het totale aantal contracten die in de loop van het begrotingsjaar zijn gesloten en van het aantal lopende contracten. Een versterking van het controlesysteem is noodzakelijk, te beginnen met de vaststelling van minimumnormen voor de beheers- en controleprocedures, met inbegrip van de inhoud en de organisatie van de gegevens.

11.

De contractbepalingen die in voorfinanciering voorzien zijn niet geharmoniseerd wat betreft de te verstrekken bankgaranties. Zo is bij vier contracten voor vrijwel gelijke bedragen in twee gevallen een garantie verlangd en in de twee andere gevallen niet. Verder zijn in twee gevallen de beoogde voorfinancieringen betaald hoewel de garanties niet geldig waren.

12.

Het beheer van de aanbestedingsprocedures vertoont verscheidene leemten. Bij een opdracht die verscheidene percelen omvatte, voldeed de samenstelling van het beoordelingscomité niet aan de voorschriften (4). Voorts bevat het dossier inzake de gunning van een perceel onvolledige documentatie (5).

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze jaarrekening is op 16 juni 2006 opgesteld en op 3 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Het beoordelingscomité was samengesteld uit personeelsleden die tot dezelfde eenheid behoorden, terwijl volgens de geldende bepalingen ten minste twee organisatorische eenheden in de beoordelingscomités vertegenwoordigd moeten zijn.

(5)  Voor perceel nr. 3 had de geselecteerde onderneming geen documenten ingediend waaruit bleek dat zij technisch in staat was om de verlangde taken uit te voeren.


Tabel 1

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (voorlopig hoofdkantoor: Brussel, wordt volgens plan Lissabon)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap (Verordening (EG) nr. 1406/2002, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1644/2003 en Verordening (EG) nr. 724/2004)

Organisatie

Ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

(2004)

Geleverde producten en diensten

2005

Gemeenschappelijk vervoerbeleid

„De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten of, in hoeverre en volgens welke procedure, passende bepalingen voor de zeevaart en de luchtvaart zullen kunnen worden genomen.”

(Artikel 80 van het Verdrag)

Doelstellingen

Waarborgen van een hoog, uniform en efficiënt niveau van veiligheid op zee en van voorkoming van verontreiniging door schepen;

verstrekking van technische en wetenschappelijke bijstand aan de Commissie en de lidstaten;

controle op de uitvoering van de communautaire wetgeving en beoordeling van de doeltreffendheid van de ingevoerde maatregelen;

zorgen voor operationele middelen ter bestrijding van de verontreiniging van de Europese wateren.

Taken

Bijstaan van de Commissie bij de voorbereiding en uitvoering van communautaire wetgeving;

toezicht houden op het functioneren van het communautaire stelsel van havenstaatcontrole, met inbegrip van inspectiebezoeken aan de lidstaten;

verstrekken van technische bijstand aan de Commissie bij havenstaatcontrole;

samenwerken met de lidstaten om technische oplossingen uit te werken en bijstand te verlenen in verband met de toepassing van de communautaire wetgeving;

de samenwerking bevorderen tussen de oeverstaten in de betrokken scheepvaartgebieden;

ontwikkelen van de nodige informatiesystemen;

de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie vergemakkelijken bij het ontwerpen van een gemeenschappelijke methodologie voor het onderzoeken van ongevallen;

de Commissie en de lidstaten voorzien van betrouwbare gegevens over de veiligheid op zee en verontreiniging door schepen;

de Commissie en de lidstaten bijstaan bij de identificatie en vervolging van schepen die illegale lozingen hebben verricht;

controleren van door de Europese Unie erkende classificatiemaatschappijen en de betrokken rapporten verstrekken aan de Commissie;

de Commissie helpen bij de gegevensinvoer en de uitvoering van de taken met betrekking tot de richtlijn inzake uitrusting van zeeschepen;

de Commissie de gegevens verstrekken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende ontvangstvoorzieningen voor afval in Europese havens.

1. Raad van bestuur

Samenstelling

Een vertegenwoordiger van iedere lidstaat, vier vertegenwoordigers van de Commissie, vier niet-stemgerechtigde vertegenwoordigers van de betrokken bedrijfssectoren.

Taken

Vaststellen van de begroting en het werkprogramma;

onderzoeken van de verzoeken om bijstand van de lidstaten.

2. Uitvoerend directeur

Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie.

3. Externe controle

Rekenkamer

4. Kwijting verlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Definitieve begroting 2005:

35,3 (13,3) miljoen euro

waarvan 100 % (100 %) communautaire subsidie

Personeelsbestand per 31 december 2005:

95 (55) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 80 (34) bezet,

+20 (9) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en uitzendkrachten).

100 (43)

waarvan er

65 (27) uitvoerende,

27 (13) administratieve, en

8 (3) gemengde taken vervullen.

Aantal specificaties en richtsnoeren: 29

Inspecties/audits: 40

Onderzoeken: 10

Seminars: 22

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens

EUROPEES AGENTSCHAP VOOR MARITIEME VEILIGHEID

Bron: Gegevens van het Agentschap — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Beschikbare kredieten

(kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar)

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

35 360

16 060

Titel I

Personeel (NGK)

9 788

6 224

6 063

161

3 564

143

62

81

9 931

6 366

6 124

161

3 645

Andere ontvangsten

0

8

Titel II

Administratie (NGK)

2 898

1 939

1 598

333

967

684

640

44

3 582

2 623

2 237

333

1 011

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten (GK)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

— VK

22 674

21 551

0

0

1 124

 

 

 

22 674

21 551

0

0

1 124

— BK

22 674

0

7 515

0

15 159

 

 

 

22 674

0

7 515

0

15 159

Totaal

35 360

16 068

Totaal VK

35 360

29 714

0

494

5 655

827

702

125

36 187

30 540

 

494

5 780

Totaal BK

35 360

0

15 176

494

19 690

827

702

125

36 187

 

15 876

494

19 815

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

15 656

Totaal (a)

15 656

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

6 099

Administratieve uitgaven

2 194

Beleidsuitgaven

2 925

Totaal (b)

11 218

Exploitatieresultaat (c = a — b)

4 438

Overige opbrengsten (d)

0

Overige kosten (e)

3

Economisch resultaat (f = c + d — e)

4 435


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (2)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

524

206

Vorderingen op korte termijn

5 456

138

Kasmiddelen

8 866

9 754

Totaal

14 846

10 098

Passiva

Gecumuleerde resultaten uit vorige begrotingsjaren

2 750

0

Resultaat van het jaar

4 435

2 750

Schulden op korte termijn

7 661

7 348

Totaal

14 846

10 098


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.


ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

7.

De begrotingsuitvoering voor het jaar 2005 heeft inderdaad te lijden gehad van vertragingen bij de werving van personeel. Er is een wervingsplan opgesteld teneinde soortgelijke vertragingen in 2006 te voorkomen. Het betalingsniveau voor de titels II en III zou in 2006 hoger moeten zijn, vooral op het gebied van de bestrijding van vervuiling, waarvoor reeds contracten zijn ondertekend en betalingen gepland.

8.

De raad van bestuur van het Agentschap kreeg in zijn vergadering van juni 2006 een document voorgelegd over begrotingsbeheer op basis van activiteiten. Daarin worden de verschillende activiteiten van het Agentschap beschreven en het verband gelegd met de daarmee corresponderende begrotingslijnen. Dit eerste begin van een op activiteiten georiënteerd management zal in de tweede helft van 2006 verder worden uitgewerkt.

9.

Sinds april 2006 gebruikt het Agentschap ABAC, het boekhoudsysteem van de Commissie waarin onmogelijk boekingen kunnen worden gewijzigd zonder corrigerende boekingen. In aansluiting op de opmerking van de Rekenkamer zal bijzondere aandacht worden besteed aan de schulden die in de balans moeten worden opgenomen wanneer de overdrachten van rechtswege van het begrotingsjaar 2006 naar 2007 aan de orde komen.

10.

Naar aanleiding van de opmerking van de Rekenkamer heeft de financiële dienst van het Agentschap de controlelijsten herzien, meer in het bijzonder op het gebied van de vastleggingen, de betalingen en de aanbestedingen. De betrokken medewerkers krijgen de beschikking over een controlelijst van documenten/bewijsstukken die zich in een aanbestedingsdossier moeten bevinden. De database betreffende de follow-up van de contracten die het Agentschap heeft geplaatst, zal zo spoedig mogelijk worden bijgewerkt. Dit alles zou moeten leiden tot een betere interne controle.

11.

Naar aanleiding van de opmerking van de Rekenkamer zal de aanpak wat betreft de voorfinancieringen en hierop betrekking hebbende garanties worden geharmoniseerd. Er worden nieuwe contractmodellen gehanteerd om te voorkomen dat de ontvangen garanties niet langer geldig zijn wanneer zich een wijziging in de betalingen voordoet.

12.

De aanbestedingsprocedure voor de bestrijding van vervuiling was bijzonder gecompliceerd, waarbij vijf comités met 24 deskundigen van het Agentschap betrokken waren. Wegens de bijzonder specifieke aard van deze aanbesteding was het onmogelijk externe deskundigen op te nemen. Deze zijn vervangen door onafhankelijke waarnemers in het comité voor de eindbeoordeling. Het is juist dat een geselecteerde onderneming geen lijst heeft overgelegd met soortgelijke, door haar uitgevoerde projecten, maar het ging hierbij slechts om een vraag onder voorbehoud. Het technische comité heeft een materiële fout gemaakt door te melden dat de onderneming niet aan de vereiste criteria voldeed. Deze fout is in het eindstadium door het evaluatie- en selectiecomité gecorrigeerd, maar de motivatie van de correctie is niet in het dossier opgenomen.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/36


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2006/C 312/07)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Milieuagentschap (hierna het Agentschap genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad (1). Het Agentschap heeft tot taak, een observatienetwerk op te zetten dat de Commissie, de lidstaten en het publiek in het algemeen betrouwbare informatie over de toestand van het milieu verschaft. Deze informatie moet de Unie en de lidstaten met name in staat stellen, maatregelen ter bescherming van het milieu te nemen en de doeltreffendheid hiervan te beoordelen.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1210/90 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

Het Agentschap heeft vastleggingen gedaan ten laste van vrijwel de totale begrotingsmiddelen voor het begrotingsjaar 2005. Te constateren valt echter dat het bedrag van de overgedragen vastleggingen voor de beleidsactiviteiten (titel III) hoog is, want meer dan 30 % beloopt. Het Agentschap zou ernaar moeten streven het bedrag van de overdrachten die naast de begrotingsmiddelen van het volgende begrotingsjaar moeten worden beheerd, te verminderen, omdat anders vertragingen bij de uitvoering ontstaan of worden vergroot.

8.

Het ontbreekt aan een beschrijving van de internecontrolesystemen. De ordonnateurs hebben de beschrijving van de systemen die zij gebruiken voor het verstrekken of motiveren van boekhoudgegevens, niet geformaliseerd, zodat de rekenplichtige die niet kon valideren.

9.

Het jaarlijkse activiteitenverslag van de ordonnateur vertoont leemten, daar het geen toereikende informatie verschaft over de resultaten van de activiteiten van het jaar in vergelijking met de gestelde doelen, de risico's die ermee gepaard gaan, de benutting van de middelen en het functioneren van de internecontrolesystemen.

10.

Tijdens het onderzoek van de procedures voor de werving van tijdelijke functionarissen is geconstateerd dat sommige interne bepalingen betreffende het paritaire karakter van de selectiecomités en de onaantastbaarheid van de vooraf bepaalde selectiecriteria niet overeenkwamen met de voorschriften van de statutaire Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.

11.

Ten aanzien van de plaatsing van opdrachten constateerde de Rekenkamer tekortkomingen met betrekking tot de beoordelingscriteria. Het ontbreekt aan precieze aanwijzingen over de wijze waarop rekening wordt gehouden met het criterium prijs. Deze situatie leidt tot ongerechtvaardigde verschillen bij de beoordeling van de offertes (4).

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 120 van 11.5.1990, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze jaarrekening is op 21 juni 2006 opgesteld en op 3 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Dit was het geval bij een opdracht ter waarde van 87 000 euro.


Tabel 1

Europees Milieuagentschap (Kopenhagen)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap (Verordening (EEG) nr. 1210/90)

Organisatie

Ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

(2004)

Voornaamste in 2005 geleverde producten en diensten

Milieubeleid

De Gemeenschap streeft in haar milieubeleid naar een hoog niveau van bescherming, rekening houdend met de uiteenlopende situaties in de verschillende regio's van de Gemeenschap. Haar beleid berust op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, en het beginsel dat de vervuiler betaalt. […] Bij het bepalen van haar beleid […] houdt de Gemeenschap rekening met de beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens […].

(Artikel 174 van het Verdrag)

Doelstellingen

De vorming van een Europees milieuobservatienetwerk om de Gemeenschap en de lidstaten objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie op Europees niveau te verschaffen op grond waarvan zij:

a)

de nodige maatregelen ter bescherming van het milieu kunnen nemen,

b)

de resultaten daarvan kunnen beoordelen, en

c)

het publiek degelijke informatie kunnen geven over de toestand van het milieu.

Taken

De Gemeenschap en de lidstaten voorzien van de informatie die noodzakelijk is voor het bepalen en uitvoeren van een oordeelkundig en doeltreffend milieubeleid;

verzamelen, en evalueren van gegevens betreffende de toestand van het milieu, opstellen van deskundigenrapporten betreffende kwaliteit en belasting van het milieu op het grondgebied van de Gemeenschap;

bijdragen tot het vergelijkbaar maken van de milieugegevens op Europees niveau en, indien nodig, via passende wegen een betere harmonisatie van de meetmethoden bevorderen;

bevorderen van integratie van de Europese milieu-informatie in internationale programma's;

om de vijf jaar een rapport over de toestand van het milieu en de tendensen en vooruitzichten op milieugebied publiceren;

stimuleren van de ontwikkeling van de technieken voor milieuprognoses, van methoden voor de evaluatie van de kosten van schade aan het milieu, en van uitwisseling van informatie over de technologie die beschikbaar is om schade te voorkomen;

stimuleren van de ontwikkeling van methoden voor de evaluatie van de kosten van schade aan het milieu en van de kosten van een beleid gericht op preventie en bescherming en herstel van het milieu.

1. Raad van bestuur

Samenstelling

Een vertegenwoordiger van elke lidstaat

twee vertegenwoordigers van de Commissie

twee vooraanstaande wetenschappers aangewezen door het Europees Parlement

Taken

Aannemen van het werkprogramma en toezien op de uitvoering ervan

2. Directeur

Benoemd door de Raad van bestuur op voorstel van de Commissie

3. Adviesforum

Bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat; adviseert de directeur

4. Wetenschappelijk comité

Bestaat uit personen die gekwalificeerd zijn op milieugebied

5. Externe controle

Rekenkamer

6. Kwijting verlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting 2005

32,1 (31,1) miljoen euro

waarvan: 84 % (87 %) communautaire subsidie;

Personeelsbestand per 31 december 2005

115 (115) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 107 (102) bezet,

+34 (15) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen, uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers: 115 (115)

gemengde taken vervullen.

waarvan er 72 (72)

uitvoerende, 42 (42)

administratieve en 1 (1)

Publicatie van een verslag over de toestand, de ontwikkeling en de vooruitzichten op milieugebied „The European environment: state and outlook 2005”;

toepassing van de basisindicatoren over de toestand van het milieu, als operationeel onderdeel van het systeem voor milieu-informatie van het Europees Milieuagentschap;

start van de activiteit „Streamlining European 2010 Biodiversity Indicators”;

opening van twee nieuwe thematische centra inzake biodiversiteit en het beheer van middelen en afvalstoffen;

in het kader van het voorzitterschap van de Raad georganiseerde seminars;

ondersteuning bij de harmonisering van gegevens;

beheer van het informatienetwerk Eionet (European Environment Information and Observation Network).

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.

EUROPEES MILIEUAGENTSCHAP

Bron: Gegevens van het Agentschap — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

26 900

26 900

Titel I

Personeel

14 468

14 468

13 958

508

2

436

319

117

14 904

14 904

14 277

508

119

Overige subsidies

4 444

7 438

Titel II

Administratie

3 857

3 856

2 960

895

2

396

346

50

4 253

4 252

3 306

895

52

Andere ontvangsten

p.m

218

Titel III

Beleidsactiviteiten

13 019

13 018

8 942

4 069

8

4 853

4 647

206

17 872

17 871

13 589

4 069

214

Ontvangsten met een bestemming

800

745

Ontvangsten met een bestemming

800

720

277

523

0

2 208

536

28

3 008

2 928

813

2 167

28

Totaal

32 144

35 301

Totaal

32 144

32 062

26 137

5 995

12

7 893

5 848

401

40 037

39 955

31 985

7 639

413


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

26 900

Overige subsidies/ontvangsten

5 633

Totaal (a)

32 533

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

13 423

Administratieve uitgaven

5 321

Beleidsuitgaven

15 618

Totaal (b)

34 362

Exploitatieresultaat (c = a — b)

–1 829

Overige opbrengsten (d)

29

Overige kosten (e)

–7

Economisch resultaat (f = c + d + e)

–1 807


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (2)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

2 105

1 710

Vorderingen

2 661

5 839

Kasmiddelen

4 491

1 181

Totaal

9 257

8 730

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

6 050

6 050

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

–1 808

0

Schulden op korte termijn

5 015

2 680

Totaal

9 257

8 730


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

7.

Het percentage overdrachten is de afgelopen jaren geleidelijk teruggebracht en daalde naar 31 % voor titel III in 2005. Aangezien de meeste contracten die onder titel III vallen voor bijvoorbeeld thematische centra werkzaamheden tot het eind van het kalenderjaar toestaan met definitieve levering en betalingen tot 30 % in het volgende jaar, is het moeilijk de overdrachten van titel III veel verder terug te brengen dan momenteel het geval is.

8.

De internecontrolesystemen worden voortdurend ontwikkeld. Toegegeven wordt dat de ordonnateurs de beschrijving van de systemen die zij gebruiken, niet geformaliseerd hebben en dit zal zo spoedig mogelijk in het kader van de ontwikkeling en documentatie van ons systeem worden gedaan.

9.

Het Agentschap heeft voor 2003 en 2004 geprobeerd de eisen aan te passen van het jaarlijkse activiteitenverslag in het kader van het jaarverslag dat op grond van de verordening tot oprichting van het Agentschap vereist is. Het Agentschap is nog niet in staat geweest dit te doen en zal daarom vanaf 2005 afzonderlijke verslagen maken. De twee verslagen voor 2005 werden op 15 juni 2006 naar de Rekenkamer en naar anderen gezonden.

10.

Vanaf 2006 is het personeelscomité gevraagd een gelijk aantal vertegenwoordigers te benoemen overeenkomstig artikel 3 van bijlage III van het statuut van de ambtenaren. De selectiecriteria in de aankondiging van vergelijkend onderzoek zijn nu expliciet de enige selectiecriteria voor kandidaten.

11.

Vanaf 2006 verklaart het Agentschap en geeft nadere bijzonderheden over de wijze waarop voor alle aanbestedingsprocedures rekening gehouden wordt met de prijs (bijvoorbeeld de formule die gebruikt wordt voor de waardering van de prijs en de beoordelingscriteria).


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/42


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit

(2006/C 312/08)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-13

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van de Autoriteit

INLEIDING

1.

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” genoemd) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (1). De voornaamste taken van de Autoriteit zijn het verschaffen van de nodige wetenschappelijke gegevens voor de opstelling van de communautaire wetgeving en het verzamelen en analyseren van deze gegevens met het oog op karakterisering en controle van de risico's en onafhankelijke informatievoorziening daarover.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Autoriteit. Essentiële gegevens uit de door de Autoriteit opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht; overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het opgesteld na onderzoek van de rekeningen van de Autoriteit.

4.

De rekeningen van de Autoriteit over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 44 van Verordening (EG) nr. 178/2002 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft een controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van de Autoriteit over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenBehoudens de situatie beschreven in paragraaf 12, zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Autoriteit over het geheel genomen wettig en regelmatig.

OPMERKINGEN

7.

Het begrotingsjaar 2005 werd gekenmerkt door een aanzienlijke onderbesteding van de begroting: van de vastleggings- en betalingskredieten werd slechts ongeveer 80 % benut. Dit wijst erop dat de Autoriteit een grote inspanning moet doen om de haar toevertrouwde kredieten beter te benutten om haar doelstellingen te realiseren.

8.

De begrotingsautoriteit had de lijst van het aantal ambten, die was gevoegd bij de door de raad van bestuur vastgestelde ontwerpbegroting 2005 van de Autoriteit, gewijzigd, met name door de verdeling van het aantal beschikbare posten over de verschillende rangen ingrijpend te veranderen. Die wijzigingen hadden moeten leiden tot een verlaging van de kredieten voor de salarissen en zelfs van die voor de administratieve uitgaven. Die verlaging heeft niet plaatsgevonden. Dit bood de Autoriteit de mogelijkheid om voor 19 posten de aanvankelijk in de ontwerpbegroting opgenomen rang te herstellen zonder de begrotingsautoriteit daarvan in kennis te stellen door een gewijzigde en aanvullende begroting aan te vragen.

9.

De Rekenkamer constateert dat er geen op activiteiten georiënteerd management werd geïntroduceerd, hoewel het financieel reglement van de Autoriteit de invoering daarvan voorschrijft zoals dat is gedaan voor de algemene begroting teneinde de prestaties beter te kunnen volgen. In dit verband moet de verwezenlijking van de doelstellingen van de Autoriteit worden afgemeten aan de bijdrage tot de in haar basisverordening genoemde streefdoelen. Het werkprogramma van de Autoriteit moet in principe deze bijdrage uitdrukken in operationele en meetbare termen.

10.

De Autoriteit heeft geen risicoanalyse verricht noch formeel omschreven welke systemen en procedures voor de interne controle zij toepast. In verschillende gevallen constateerde de Rekenkamer ook leemten in de controle van de uitgaven (ontbrekende bewijsstukken, niet-gerechtvaardigde aanvragen voor bijkomende prestaties) (4).

11.

Bij werving heeft de Autoriteit kandidaten afgewezen op grond van andere criteria dan die welke waren genoemd in de kennisgeving van de vacature en zich bovendien niet gehouden aan de statutaire bepalingen aangaande de rang van de leden van de selectiecomités ten opzichte van die in de vacatures. Bij de selectie van de kandidaten is een strikte toepassing van de vastgestelde criteria nodig alsook een daadwerkelijke controle van de bewijskracht van de documenten die ter onderbouwing van hun sollicitaties worden ingediend.

12.

De verrichte controles inzake de plaatsing van opdrachten en de sluiting van overeenkomsten brachten tal van anomalieën aan het licht. Bij een groot aantal onderzochte gevallen had de Rekenkamer niet de mogelijkheid, te verifiëren of het voorgeschreven minimumaantal inschrijvers werd uitgenodigd om in te schrijven op de aanbesteding. De Rekenkamer merkte op dat de toepassing van de selectiecriteria niet systematisch was gedocumenteerd. In meerdere gevallen werden de regels voor de benoeming van de selectiecomités niet toegepast. Bij een kaderovereenkomst werden de bepalingen niet in acht genomen. Gezien de frequentie van deze anomalieën dient de Autoriteit haar internecontrolesysteem op dit gebied te versterken.

13.

De definitief voor de Autoriteit bestemde gebouwen zijn nog niet beschikbaar. Daarom was de Autoriteit gedwongen tijdelijke kantoorruimte te huren en in te richten, hetgeen in 2005 ongeveer 3,5 miljoen euro kostte. Wanneer de Autoriteit haar intrek neemt in haar nieuwe gebouw, zal zij opnieuw installatiekosten moeten dragen. In overleg met de Commissie zou de Autoriteit samen met de nationale instanties duidelijkheid moeten scheppen over deze situatie, met name wat betreft eventuele financiële compensatie. Zolang er geen oplossing is, moet hiermee rekening worden gehouden bij de opstelling van de begrotingsvooruitzichten.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden opgesteld op 20 juni 2006 en zijn op 29 juni 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Zo worden de bepalingen betreffende dienstreiskosten niet systematisch in acht genomen, hetgeen leidt tot niet-gerechtvaardigde betalingen.


Tabel 1

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (Parma)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Autoriteit

(Verordening (EG) nr. 178/2002)

Organisatie

Ter beschikking van de Autoriteit gestelde middelen

2005 (2004)

Geleverde producten en diensten

Vrij verkeer van goederen (artikel 37 van het Verdrag)

Bijdragen aan een hoog beschermingsniveau op het gebied van de volksgezondheid, de veiligheid, de milieubescherming en de consumentenbescherming, daarbij in het bijzonder rekening houdend met alle nieuwe ontwikkelingen die op wetenschappelijke gegevens zijn gebaseerd (Artikel 95 van het Verdrag)

Gemeen-schappelijke handelspolitiek (Artikel 133 van het Verdrag) Volksgezondheid

Volksgezondheid(Artikel 152, lid 4, onder b), van het Verdrag)

Doelstellingen

Verstrekken van wetenschappelijk advies en wetenschappelijke en technische ondersteuning voor de wetgeving en het beleid van de Gemeenschap in alle aangelegenheden die direct of indirect op de voedsel- en voederveiligheid van invloed zijn;

verstrekken van onafhankelijke informatie over risico's op het gebied van voedselveiligheid;

bijdragen tot een hoog niveau van bescherming van het leven en de gezondheid van de mens;

verzamelen en analyseren van gegevens opdat de risico's kunnen worden gekarakteriseerd en gecontroleerd.

Taken

Verstrekking van wetenschappelijke adviezen en studies;

bevordering van uniforme risicobeoordelingsmethoden;

ondersteuning van de Commissie;

onderzoek, analyse en samenvatting van wetenschappelijke gegevens en benodigde technieken;

opsporing en karakterisering van nieuwe risico's;

instelling van een systeem van netwerken van organisaties die op soortgelijk gebied actief zijn;

verlening van wetenschappelijke en technische bijstand bij crisismanagement;

verbetering van internationale samenwerking;

verstrekking van betrouwbare, objectieve en begrijpelijke informatie aan het publiek en de belanghebbenden;

bijdragen aan het systeem voor snelle waarschuwing van de Commissie.

1. Raad van bestuur

Samenstelling

14 door de Raad benoemde leden (in samenwerking met het Europees Parlement en de Commissie) en een vertegenwoordiger van de Commissie.

Taak

Stelt werkprogramma en begroting op en ziet toe op de uitvoering ervan.

2. Uitvoerend directeur

Benoemd door de raad van bestuur op basis van een door de Commissie opgestelde lijst van kandidaten en na horing door het Europees Parlement.

3. Adviesforum

Samenstelling

Een vertegenwoordiger per lidstaat

Taak

De directeur adviseren

4. Wetenschappelijk comité en wetenschappelijke panels

Opstellen van de wetenschappelijke adviezen van de Autoriteit

5. Externe controle

Rekenkamer

6. Kwijting verlenende autoriteit Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

36,9 miljoen euro (29,1 miljoen euro), waarvan 100 % (100 %) communautaire subsidie

Personeelsbestand per 31 december:

194 (138) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 124 (102) bezet,

+36 (37) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen)

Totaal aantal werknemers: 160 (139),

waarvan er

104 (83) uitvoerende en

56 (56) administratieve taken vervullen.

In 2005 ontving de Autoriteit 301 verzoeken om wetenschappelijk advies (een toename met 65 % tegenover 2004); er werden 163 adviezen vastgesteld en uitgebracht over talrijke onderwerpen zoals aromatische gewassen, genetisch gemanipuleerde organismen (samen met de Wereldgezondheidsorganisatie), de boviene spongiforme encefalitis (BSE) of de overdraagbare spongiforme encefalitis (OSE). Daarnaast heeft de Autoriteit haar eerste jaarverslag over zoönosen uitgebracht alsook andere belangrijke publicaties in verband met de risicobepaling op voedselgebied.

De mededelingen aan het publiek over risico's en de activiteiten van de afdeling communicatie in het algemeen zijn in 2005 met 40 % toegenomen. Ook is het aantal bezoekers op de site van de Autoriteit in 2005 verdubbeld. De coördinatie van de risicomelding is versterkt door middel van het adviesforum en de organisatie van workshops.

De netwerkvorming tussen de Autoriteit, de belanghebbenden, de nationale autoriteiten en haar institutionele partners is versterkt, met name door de oprichting van een forum voor belanghebbenden. Dit adviesforum vergaderde vijfmaal om binnen het netwerk met de nationale autoriteiten welbepaalde onderwerpen te bespreken zoals de coördinatie in crisissituaties en het intensievere gebruik van het extranet tussen de nationale autoriteiten, de Commissie en de Autoriteit.

Het eindverslag van de consultants over de evaluatie van de Autoriteit in 2005 werd op de website van de Autoriteit geplaatst door de raad van bestuur, die eind juni 2006 aanbevelingen heeft gedaan.

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens.

EUROPESE AUTORITEIT VOOR VOEDSELVEILIGHEID

Bron: Gegevens van de Autoriteit — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die de Autoriteit in haar jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten (1)

Kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

36 857

31 537

Titel I

Personeel

16 354

14 571

14 024

546

1 784

389

312

77

16 743

14 960

14 336

546

1 861

Eigen ontvangsten

 

 

Titel II

Administratie

6 446

5 591

3 306

2 285

855

1 477

1 307

170

7 923

7 068

4 613

2 285

1 025

Andere ontvangsten

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

14 057

9 300

5 824

3 477

4 756

3 818

2 003

1 815

17 875

13 118

7 827

3 477

6 571

Totaal

36 857

31 537

Totaal

36 857

29 462

23 154

6 308

7 395

5 684

3 622

2 062

42 541

35 146

26 776

6 308

9 457


Tabel 3

Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2005 en 2004

(1000 EUR)

 

2005

2004

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

27 405

20 591

Overige subsidies/ontvangsten

0

0

Totaal (a)

27 405

20 591

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

13 012

7 564

Administratieve uitgaven

6 436

5 788

Beleidsuitgaven

8 718

6 431

Totaal (b)

28 166

19 783

Exploitatieresultaat (c = a — b)

– 761

808

Overige opbrengsten (d)

0

0

Overige kosten (e)

–7

–33

Economisch resultaat (f = c + d + e)

– 768

775


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

1 588

1 071

Vorderingen op korte termijn

299

5 025

Kasmiddelen

10 879

3 201

Totaal

12 766

9 297

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

4 452

3 677

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

– 768

775

Schulden op korte termijn

9 082

4 845

Totaal

12 766

9 297


(1)  De Autoriteit neemt de uitvoering van de niet-automatisch overgedragen kredieten niet op in de overzichtstabel over de begrotingsuitvoering die zij in haar eigen jaarverslag publiceert.


ANTWOORDEN VAN DE AUTORITEIT

7.

In 2006 heeft de Autoriteit haar begrotingscontrole versterkt met regelmatige herzieningen, een analyse van de begrotingsuitvoering halverwege het jaar en prognoses. Zij zal blijven werken aan een betere planning van haar activiteiten teneinde haar begroting uiteindelijk ook volledig te besteden.

8.

Aangezien de begrotingsautoriteit op de lijst van het aantal ambten in 2005 voor de Autoriteit een aantal posten heeft geschrapt, die al in 2004 waren ingevuld, moest de Autoriteit wel aan haar wettelijke verplichting jegens bedoelde medewerkers overeenkomstig haar financieel reglement voldoen door hun posten te handhaven en deze lijst te wijzigen.

9.

De Autoriteit zal het op activiteiten georiënteerde management geleidelijkaan invoeren, omdat dit een essentieel instrument is voor een efficiënte uitvoering van haar activiteiten. In haar werkprogramma voor 2007 zal de Autoriteit haar prioriteiten helder vaststellen binnen het kader van haar oprichtingsverordening en andere toepasselijke Europese wetgeving en zal zij de belangrijkste initiatieven beschrijven om hieraan te voldoen. Er zal ook verder gewerkt worden aan prestatie-indicatoren en andere beheersinstrumenten teneinde de resultaten van haar werkzaamheden beter te kunnen meten.

10.

De Autoriteit heeft in juli 2005 normen voor de interne controle vastgesteld en blijft zich inspannen om deze volledig door te voeren. Bovendien is zij van plan in 2007 een risicoanalyse te verrichten.

11.

De Autoriteit heeft als prioriteit voor 2006 maatregelen genomen om de controle op wervingsprocedures en de transparantie ervan te verbeteren. Zij zal zich blijven inspannen om inachtneming van de geldende regels te waarborgen.

12.

De Autoriteit zal ervoor zorgen dat de internecontrolesystemen voor de plaatsing van opdrachten worden verbeterd om volledig te voldoen aan de geldende voorschriften. In 2006 worden er specifieke cursussen inzake aanbestedingsprocedures georganiseerd en systemen ingevoerd om het toezicht op deze procedures te versterken.

13.

De Autoriteit heeft de begrotingsautoriteit en de Commissie gewezen op de kosten van haar kantoorruimte en zal hen op de hoogte houden van de ontwikkelingen rond haar definitieve vestigingsplaats.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/48


VERSLAG

over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2006/C 312/09)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (hierna „het Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad (1). Het Bureau heeft tot taak, de gedecentraliseerde organen, en desgewenst de communautaire instellingen en overige EU-organen, de vertaaldiensten te leveren die nodig zijn voor hun activiteiten.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Bureau.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 (3) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2965/94 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De algemene uitvoeringsgraad van de vastleggingskredieten voor het begrotingsjaar 2005 ligt hoger dan 90 %, evenals die van de betalingskredieten. Toch wordt er onderbesteding vastgesteld bij de administratieve uitgaven (titel II), waarvoor minder dan 75 % van de kredieten werd vastgelegd en 24 % van de vastleggingen werd overgedragen. Bij deze uitgaven werd bovendien meer dan 50 % van het bedrag van de uit het vorige begrotingsjaar overgedragen vastleggingen geannuleerd. Deze situatie toont aan dat de programmering van de administratieve uitgaven tekortschiet.

8.

Met de kredieten voor het werk van de freelance vertalers –7 miljoen euro ofwel ruim een kwart van de begrotingsmiddelen — worden meerdere globale vastleggingen verricht. Deze worden als zodanig vooraf geverifieerd en leiden vervolgens tot specifieke verplichtingen tegenover tal van individuele dienstverleners. Maar deze specifieke verplichtingen, die soms grote bedragen betreffen, worden niet vooraf geverifieerd. Gezien de eraan verbonden risico's zouden ook deze specifieke verplichtingen vooraf moeten worden geverifieerd.

9.

Het Bureau beheert en ontwikkelt een database (IATE) samen met de instellingen, die een deel van de kosten dekken. In de overeenkomst inzake de verdeling van de kosten voor IATE staat niets vermeld over eigendomsrechten. Die leemte zou moeten worden opgevuld, zodat deze activa worden gerekend tot het vermogen van de betrokken instellingen.

10.

In haar jaarverslag over het Bureau betreffende het begrotingsjaar 2004 maakte de Rekenkamer een opmerking over het aloude conflict tussen de Commissie en het Bureau inzake de betaling door het Bureau van het werkgeversaandeel in de pensioenrechten van zijn personeel. De Rekenkamer roept opnieuw op tot een zo spoedig mogelijke oplossing van dit conflict.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze jaarrekening is opgesteld op 6 juli 2006 en op 11 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.


Tabel 1

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (Luxemburg)

Communautaire bevoegdheden

Bevoegdheden van het Bureau

(Verordening (EG) nr. 2965/94)

Organisatie

Ter beschikking van het Bureau gestelde middelen 2005

(2004)

In 2005 geleverde producten en diensten 2005

(2004)

De vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten hebben in onderlinge overeenstemming het besluit genomen, bij de in Luxemburg gevestigde vertaaldiensten van de Commissie een vertaalbureau voor de organen van de Unie op te richten dat de vertalingen verzorgt die nodig zijn voor de werking van de organismen en diensten waarvan de zetels zijn vastgesteld bij besluit van 29 oktober 1993.

(Besluit van de Raad genomen krachtens artikel 235 van het Verdrag)

Doelstellingen

De nodige vertaaldiensten verrichten ten behoeve van de werking van de volgende organisaties:

het Europees Milieuagentschap,

de Europese Stichting voor Opleiding,

het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving,

het Europees Geneesmiddelenbureau,

het Bureau voor de gezondheid en de veiligheid op het werk,

het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, ontwerpen en modellen),

de Europese Politiedienst (Europol) en de Europol-Drugseenheid.

Andere dan de hierboven genoemde, door de Raad opgerichte organisaties kunnen gebruikmaken van de diensten van het Bureau. De instellingen en de organisaties van de Europese Unie die over een eigen vertaaldienst beschikken, mogen zo nodig vrijwillig een beroep doen op het Bureau. Het Bureau neemt volledig deel aan de werkzaamheden van het Interinstitutioneel Vertaalcomité.

Taken

Treffen van voorzieningen voor samenwerking met organen, organisaties en instellingen;

deelnemen aan de werkzaamheden van het Interinstitutioneel Vertaalcomité.

1. Raad van bestuur

Samenstelling

Een vertegenwoordiger van elke lidstaat,

twee vertegenwoordigers van de Commissie,

een vertegenwoordiger van elke organisatie, elk orgaan of elke instelling die een beroep doet op de diensten van het Bureau.

Taak

Stelt het jaarlijkse werkprogramma en het jaarlijkse verslag van het Bureau vast

2. Directeur

Door de raad van bestuur op voordracht van de Commissie benoemd

3. Externe controle

Rekenkamer

4. Interne audit

Interne auditor van de Commissie

5. Kwijting verlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

27,9 miljoen euro (29,8 miljoen euro)

Personeelsbestand per 31 december 181 (181) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 163 (150) bezet

+12 (15) andere dienstverbanden

Totaal aantal werknemers: 175 (165)

waarvan er

114 (119) uitvoerende,

57 (52) administratieve, en

4 (4) gemengde taken vervullen.

Aantal vertaalde pagina's

505 438 (377 999)

Aantal pagina's

officiële talen: 501 475 (373 270)

overige talen: 3 963 (4 729)

Aantal vertaalde pagina's per soort cliënt

organen: 496 665 (366 055)

instellingen: 8 773 (11 944)

Aantal pagina's vertaald door freelancers: 226 822 (146 342)

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.

VERTAALBUREAU VOOR DE ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Bron: Gegevens van het Bureau — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Eigen ontvangsten

24 166

30 356

Titel I

Personeel

14 117

13 410

13 305

106

707

122

100

22

14 239

13 532

13 404

106

729

Andere ontvangsten

0

94

Titel II

Administratie

4 235

3 112

2 358

755

1 123

642

583

59

4 877

3 754

2 941

755

1 181

Rente

300

428

Titel III

Beleidsactiviteiten

7 645

7 309

6 018

1 291

336

990

987

2

8 634

8 298

7 005

1 291

338

Resultaat van het voorgaande begrotingsjaar

3 497

0

Titel X

Reserve

1 966

0

0

0

1 966

0

0

0

1 966

0

0

0

1 966

Totaal

27 963

30 879

Totaal

27 963

23 831

21 681

2 152

4 132

1 754

1 670

83

29 716

25 584

23 350

2 152

4 214


Tabel 3

Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2005 en 2004

(1000 EUR)

 

2005

2004

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

0

0

Overige subsidies/ontvangsten

30 780

23 573

Totaal (a)

30 780

23 573

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

13 200

11 929

Administratieve uitgaven

3 547

2 734

Beleidsuitgaven

7 397

5 919

Voorzieningen

1 849

1 410

Totaal (b)

25 993

21 992

Exploitatieresultaat (c = a — b)

4 787

1 581

Overige opbrengsten (d)

429

2 618

Overige kosten (e)

–4

–7

Economisch resultaat (f = c + d + e)

5 212

4 192


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

699

895

Voorraden

279

0

Vorderingen

6 184

6 368

Kasmiddelen

27 392

19 903

Totaal

34 554

27 166

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

18 594

14 403

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

5 212

4 192

Schulden op lange termijn

9 330

7 481

Schulden op korte termijn

1 418

1 090

Totaal

34 554

27 166


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

7.

Het gebrek aan regelmatigheid in de vertaalaanvragen heeft samen met een sterke toename op het gebied van de Gemeenschapsmerken in 2005 voor een instabiel klimaat gezorgd, hetgeen ertoe geleid heeft dat het Bureau bepaalde, onder titel 2 voorziene projecten heeft moeten uitstellen.

8.

Het Bureau zal rekening houden met de opmerking van de Rekenkamer bij de migratie van SI2 naar ABAC (voorzien in de loop van 2007) om nieuwe financiële circuits vast te stellen.

9.

Het Bureau zal het Interinstitutioneel Comité voor vertaal- en tolkdiensten vragen de eigendomskwestie betreffende de database IATE te regelen.

10.

De raad van bestuur van het Bureau heeft tijdens zijn vergadering van 22 maart 2006 een standpunt goedgekeurd waarin het Bureau opnieuw benadrukt dat het zich bewust is van het belang van het vinden van een definitieve oplossing voor dit vraagstuk en de Commissie oproept hiertoe samen met het Bureau in te stemmen met een arbitrageprocedure. Het Bureau zal de Rekenkamer op de hoogte houden van ontwikkelingen in dit dossier.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/54


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en –bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

(2006/C 312/10)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-12

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Centrum

INLEIDING

1.

Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (hierna het „Centrum” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1). Hoofdtaak van het Centrum is informatie te verzamelen en te verspreiden betreffende de preventie en bestrijding van ziekten bij de mens en daarover wetenschappelijke adviezen te verstrekken. Het Centrum moet ook Europese netwerken coördineren die op dit gebied werkzaam zijn. Het Centrum is sinds de tweede helft van 2005 zelfstandig (2).

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Centrum. Essentiële gegevens uit de door het Centrum opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (3) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Centrum.

4.

De rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (4) werden overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 851/2004 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005 wordt gekenmerkt door een laag vastleggingspercentage (84 %) en een hoog percentage overdrachten, dat over het geheel genomen 35 % en bij de beleidsuitgaven vrijwel 90 % bedraagt. Deze situatie is ten dele te wijten aan problemen die inherent zijn aan de aanloopperiode van het Centrum. Het Centrum dient voortaan bedacht te zijn op het risico dat het zijn middelen nodeloos mobiliseert, en moet met name zijn activiteiten strikt programmeren.

8.

De Rekenkamer constateert dat niet werd overgeschakeld op activiteitengeoriënteerd management, hoewel het financieel reglement van het Centrum de invoering daarvan voorschrijft zoals dat is gedaan voor de algemene begroting teneinde de prestaties beter te kunnen volgen. In dit verband mag de verwezenlijking van de doelstellingen van het Centrum niet worden gereduceerd tot het uitvoeren van een reeks taken, maar moet deze worden afgemeten aan de bijdrage tot de in zijn basisverordening genoemde streefdoelen. Het werkprogramma van het Centrum moet in principe deze bijdrage uitdrukken in operationele en meetbare termen.

9.

De bij de Commissie ingediende verzoeken om betaling van subsidies moeten worden onderbouwd met een raming van de kasmiddelenbehoeften (5). Het Centrum beschikt niet over een systeem waarmee dergelijke ramingen kunnen worden opgesteld.

10.

Het financieel reglement van het Centrum bepaalt dat de ordonnateur een vastlegging in de begroting moet verrichten alvorens ten aanzien van derden een juridische verbintenis aan te gaan. Voor de uitgaven van het Centrum in 2005 is echter geen vastlegging in de begroting vóór de juridische verbintenis verricht. In dezelfde periode zijn alle betalingen van het Centrum door de rekenplichtige verricht zonder dat de ordonnateur betalingsopdrachten had gegeven (6).

11.

In strijd met de regelgeving is de boekhouding van het Centrum in 2005 niet dubbel gevoerd, waardoor het risico bestaat dat er fouten zijn gemaakt.

12.

De documentatie van de procedures voor de selectie van het personeel vertoont lacunes: de besluiten betreffende de benoeming en de samenstelling van de selectiecomités en het eindrapport van de selectiecomités over hun werkzaamheden zijn niet geformaliseerd. Het Centrum zou in een periode waarin het zijn basispersoneel in dienst neemt bijzonder moeten letten op de striktheid van zijn selectieprocedures.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  De betaling van de salarissen moet nog steeds door de Commissie worden verzekerd, op basis van een door de directeur verleende delegatie van bevoegdheden.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  Deze rekeningen werden op 29 juni 2006 opgesteld en zijn op 4 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(5)  Artikel 50 van het financieel reglement van het Centrum.

(6)  Artikel 66 van het financieel reglement van het Centrum.


Tabel 1

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Centrum zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 851/2004

Organisatie

Ter beschikking van het Centrum gestelde middelen

In 2005 geleverde producten en diensten

Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd. Het optreden van de Gemeenschap, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs.

(Artikel 152 van het Verdrag)

Doelstellingen

Het versterken van de afweer tegen besmettelijke ziekten in Europa; meer bepaald het opsporen, beoordelen en meedelen van reeds aanwezige en zich ontwikkelende risico's voor de menselijke gezondheid als gevolg van overdraagbare ziekten.

Hiertoe beheert het Centrum gespecialiseerde surveillancenetwerken, geeft het wetenschappelijke adviezen, beheert het het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen en voorziet het in wetenschappelijke en technische bijstand en opleiding.

Taken

Beheer van de gespecialiseerde surveillancenetwerken voor ziekten en stimuleren van netwerkactiviteiten. Het Centrum moet een specifieke rol spelen bij het verzamelen, valideren, analyseren en verspreiden van de gegevens.

Adviezen van erkende experts en adviezen en wetenschappelijke studies op het gebied van overdraagbare ziekten verstrekken.

Beheer van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen. Opzetten van procedures voor de opsporing van nieuwe bedreigingen voor de gezondheid.

Versterken van de capaciteit van de lidstaten inzake planning van voorbereiding en opleiding.

De bevolking en de belanghebbenden informeren over zijn werkzaamheden.

1) Raad van bestuur

Een door elke lidstaat benoemd lid, twee door het Europees Parlement aangewezen leden en drie leden die de Commissie vertegenwoordigen.

De Raad stelt het jaarprogramma en de jaarbegroting van het Centrum vast en ziet toe op de uitvoering ervan.

2) Directeur

Benoemd door de Raad van bestuur op basis van een lijst van door de Commissie voorgedragen kandidaten.

3) Adviesforum

Een vertegenwoordiger van elke lidstaat en drie vertegenwoordigers van de Commissie zonder stemrecht.

Het forum heeft tot taak, het hoge wetenschappelijke niveau en de onafhankelijkheid van de werkzaamheden en adviezen van het Centrum te waarborgen.

4) Externe controle

Rekenkamer

5) Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting voor 2005

4,85 miljoen euro, waarvan 98 % communautaire subsidie.

Personeelsbestand

Posten in de lijst van het aantal ambten: 29

waarvan bezet: 22

plus 20 andere dienstverbanden.

Totaal aantal werknemers: 42

waarvan er

–17 uitvoerende en

–25 administratieve taken verrichten.

Opstellen van protocollen voor de evaluatie van netwerken;

opstellen van een document voor de planning van de toekomstige strategie betreffende de surveillanceactiviteiten in Europa;

oprichten van wetenschappelijke groepen voor elk van de zes groepen ziekten waarvan de lijst is opgenomen in Besluit nr. 2119/98/EG;

uitbrengen van adviezen van experts en richtlijnen over vogelgriep;

verantwoordelijkheid voor het systeem van vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (102 gevallen betreffende de volksgezondheid gesignaleerd en onderzocht);

opstellen van protocollen en richtsnoeren voor de inzet van hulpteams in geval van een epidemie;

uitvoeren van twee interventies bij epidemie;

opstellen en invoeren van een procedure voor de coördinatie in geval van gevaar voor de volksgezondheid (Commissie, lidstaten, WHO);

verspreiden van 21 wekelijkse epidemiologische verslagen via de krant Eurosurveillance.

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens.

EUROPEES CENTRUM VOOR ZIEKTEPREVENTIE EN -BESTRIJDING

Bron: Gegevens van het Centrum — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies (1)

4 852

3 402

Titel I

Personeel

2 531

2 282

1 895

362

274

 

 

 

Titel II

Administratie

1 238

1 174

638

535

65

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

1 083

610

70

541

472

Totaal

4 852

3 402

Totaal

4 852

4 066

2 603

1 438

811


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

2 646

Overige subsidies/ontvangsten

0

Totaal (a)

2 646

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

171

Administratieve uitgaven

1 185

Beleidsuitgaven

326

Totaal (b)

1 682

Exploitatieresultaat (c = a – b)

964

Overige opbrengsten (d)

0

Overige kosten (e)

11

Economisch resultaat (f = c + d – e)

953


Tabel 4

Balans per 31 december 2005

(1000 EUR)

 

2005

Activa

Vaste activa

245

Vorderingen

320

Kasmiddelen

2 059

Totaal

2 624

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

953

Schulden op korte termijn

1 671

Totaal

2 624


(1)  Inclusief de onder verantwoordelijkheid van de Commissie beheerde kredieten.


ANTWOORD VAN HET CENTRUM

7.

De redenen voor de relatief lage begrotingsuitvoering en het hoge percentage overdrachten hielden voornamelijk verband met de aanloopfase van het Centrum. Het ECDC boekt snel vorderingen en concentreert zich op zijn planning voor een optimale besteding van de hem toegekende middelen in 2006.

8.

In de tweede helft van 2005 is de basis gelegd voor een activiteitengeoriënteerde planning. In 2006 voert het Centrum geleidelijk aan de noodzakelijke systemen en processen in teneinde een betrouwbare en transparante activiteitengeoriënteerde verslaglegging te garanderen.

9.

Het Centrum beschikte in 2005 niet over een adequaat systeem voor het volgen van de kasmiddelenbehoeften omdat het zich nog in de aanloopfase bevond. In februari 2006 werd begonnen met elementaire ramingen van de kasmiddelenbehoeften, en naarmate het Centrum zijn verslagleggingssystemen verder ontwikkelt, zullen deze ramingen verder worden verfijnd.

10.

De door de Rekenkamer beschreven situatie was aanvankelijk toe te schrijven aan het ontbreken van de juiste IC-tools bij het Centrum. In 2005 werd een financieel systeem opgezet dat begin 2006 volledig operationeel werd. Er konden in 2005 geen automatische betalingsopdrachten worden gegeven omdat er geen geautomatiseerd begrotingssysteem was. Niettemin werden er pas betalingen verricht nadat de verzekering was ontvangen dat de desbetreffende informatie, machtigingen en handtekeningen voorhanden waren. Sinds 2006 worden alle betalingsopdrachten systematisch verwerkt en goedgekeurd.

11.

In de aanloopperiode in 2005 beschikte het Centrum niet over een geautomatiseerd boekhoudsysteem. In de loop van 2006 heeft het Centrum alle noodzakelijke software geïnstalleerd en werkt het nu met een volledig geautomatiseerd boekhoudsysteem.

12.

In aansluiting op de opmerking van de Rekenkamer worden de aanwervingsprocessen nu uitgebreider gedocumenteerd en consequent geformaliseerd. Voorrang wordt gegeven aan een solide capaciteit voor de werving van personeel, teneinde ervoor te zorgen dat het aanwervingsproces in de opbouwfase van het Centrum transparant en rigoureus is.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/60


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

(2006/C 312/11)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-14

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Centrum

INLEIDING

1.

Het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (hierna het „Centrum” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad (1). Hoofdtaak van het Centrum is bij te dragen tot de ontwikkeling van de beroepsopleiding op communautair niveau. Hiertoe moet het Centrum documentatie over de systemen voor beroepsopleiding samenstellen en verspreiden.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Centrum op basis van de gegevens die het heeft verstrekt. Essentiële gegevens uit de door het Centrum opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Centrum.

4.

De rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 12 bis van Verordening (EEG) nr. 337/75 opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenBehoudens de situatie beschreven in paragraaf 13, zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum over het geheel genomen wettig en regelmatig.Voorts vestigt de Rekenkamer de aandacht op de in paragraaf 11 vermelde opmerking.

OPMERKINGEN

7.

De begroting van het Centrum vertoont voor het begrotingsjaar 2005 een uitvoeringsgraad van 90 % bij de vastleggingskredieten en ongeveer 85 % bij de betalingskredieten. Bij de beleidsactiviteiten doet zich een onderbesteding van de begrotingsmiddelen voor (bijna 15 %, 20 % en 15 % annuleringen voor respectievelijk de vastleggingskredieten, de betalingskredieten en de overgedragen kredieten), die met name het gevolg is van een reorganisatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten. Het Centrum moet de programmering van zijn werkzaamheden verfijnen en zorgen voor een strikter toezicht daarop. In dit verband constateert de Rekenkamer dat er geen activiteitengeoriënteerd management is opgezet, hoewel het financieel reglement van het Centrum de invoering daarvan voorschrijft teneinde de prestaties beter te kunnen volgen.

8.

Met de software voor de boekhouding (FIBUS) van het Centrum kunnen verplichtingen waarvan de geldigheidsduur is verstreken niet worden geblokkeerd en de procedure voor elektronische ondertekening van de betalingsopdrachten stemt niet overeen met de geldende voorschriften. De traceerbaarheid van de verrichtingen in het FIBUS-systeem is niet goed gewaarborgd. Het Centrum zou de geconstateerde tekortkomingen moeten verhelpen en zich gaan instellen op het zo spoedig mogelijk vervangen van de huidige boekhoudsoftware door het nieuwe systeem dat de Commissie de agentschappen heeft voorgesteld.

9.

Sommige taken van de rekenplichtige worden verricht door diensten van de ordonnateur. Zo zijn op initiatief van de ordonnateursdiensten in de rekeningen afsluitende aanpassingen ten bedrage van circa 700 000 euro aangebracht zonder dat deze diensten dit hebben gedocumenteerd. Was het beginsel van scheiding van de functies van ordonnateur en rekenplichtige toegepast, dan had dit kunnen worden voorkomen.

10.

Het Centrum heeft nog geen risicoanalyse verricht en heeft de aard en frequentie van de verificaties achteraf niet omschreven, en het ontbreekt aan beschrijvingen van de beheersprocedures en de internecontrolesystemen. In 2005 had de rekenplichtige de financiële informatiesystemen nog steeds niet gevalideerd.

11.

Voor de behandeling van de klachten van het personeel heeft het Centrum in 2000 een comité van beroep ingesteld. In één geval trad dit comité buiten zijn bevoegdheden en kende het vergoedingen toe waarin de geldende regelgeving niet voorzag. Om dergelijke gevallen in de toekomst te vermijden, dient de directeur zich het recht voor te behouden om deze besluiten te herzien en zo nodig in te trekken.

12.

In 2005 is een belangrijke leidinggevende post vervuld door middel van een interne selectieprocedure, terwijl een externe procedure een grotere keus aan kandidaten biedt. In feite heeft slechts één kandidaat deelgenomen aan de selectie, en deze is benoemd op deze post. Overigens zijn twee van de ter beoordeling van de sollicitaties gehanteerde criteria (4) niet voldoende strikt toegepast om de kwaliteit van de betreffende selectie te waarborgen. De Rekenkamer herhaalt de opmerking uit haar vorige jaarverslag over de noodzaak, de wervingsprocedures van het Centrum te versterken.

13.

De Rekenkamer heeft zes aanbestedingen met betrekking tot het begrotingsjaar 2005 onderzocht; in alle gevallen op één na was er sprake van onregelmatigheden (5). In twee van de onderzochte gevallen waren de mededingingsregels niet nageleefd (6). De Rekenkamer neemt nota van de maatregelen die het Centrum het laatste kwartaal van 2005 heeft getroffen om de gebreken te verhelpen die werden geconstateerd in de organisatie van de aanbestedingsprocedures.

14.

Het Centrum heeft 17 internet- en intranetsites opgezet die op uiteenlopende technologieën zijn gebaseerd. Het beheer van deze sites en van de onderliggende informaticasystemen is versnipperd: sommige systemen worden beheerd door de informatica-afdeling, andere door de operationele diensten en weer andere door consultants. Deze versnippering leidt tot technische risico's en buitensporige kosten.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze jaarrekening is op 30 juni 2006 opgesteld en op 4 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Studie (filosofie en internationale betrekkingen) hield geen verband met de te vervullen functie en de rechtstreeks met de te vervullen functie verband houdende beroepservaring bedroeg minder dan 50 % van de in de kennisgeving van vacature vereiste duur; voor het overige hield de beroepservaring van het betrokken personeelslid slechts gedeeltelijk verband met de te vervullen functies.

(5)  De keuze van de procedure en van de uitgenodigde inschrijvers was niet gemotiveerd en de gemaakte keuzen waren onvoldoende gedocumenteerd.

(6)  Vertaaldiensten (376 000 euro) en informaticadiensten (146 000 euro).


Tabel 1

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Thessaloniki)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Centrum zoals omschreven in de artikelen 2 en 3 van Verordening (EEG) nr. 337/75

Organisatie

Ter beschikking van het Centrum gestelde middelen2005 (2004)

Geleverde producten en diensten 2005 (2004)

De Gemeenschap legt inzake beroepsopleiding een beleid ten uitvoer waardoor de activiteiten van de lidstaten worden versterkt en aangevuld, met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de inhoud en de opzet van de beroepsopleiding.

Het optreden is erop gericht:

de aanpassing aan veranderingen in het bedrijfsleven te vergemakkelijken, met name door beroepsopleiding en omscholing;

door verbetering van de initiële beroepsopleiding en van bij- en nascholing, de opneming en de wederopneming op de arbeidsmarkt te bevorderen;

de toegang tot beroepsopleidingen te vergemakkelijken en de mobiliteit van opleiders en leerlingen, met name jongeren, te bevorderen;

de samenwerking inzake opleiding tussen onderwijs- of opleidingsinstellingen en ondernemingen te bevorderen;

de uitwisseling te bevorderen van informatie en ervaring omtrent de gemeenschappelijke vraagstukken waarmee de opleidingsstelsels van de lidstaten worden geconfronteerd.

(Samenvatting van artikel 150 van het Verdrag)

Opdracht van het Centrum

Als referentiepunt van de Europese Unie inzake beroepsopleiding en -onderwijs biedt het Cedefop aan bewindslieden, onderzoekers en veldwerkers informatie die moet bijdragen tot een beter inzicht in de ontwikkelingen, zodat beslissingen over toekomstige acties beter onderbouwd zijn.

Het Cedefop staat de Europese Commissie bij teneinde de beroepsopleiding en het beroepsonderwijs op communautair niveau te bevorderen en te ontwikkelen.

Taken

Een gerichte documentatie samenstellen en gegevensanalyse verrichten;

bijdragen aan de ontwikkeling en coördinatie van onderzoek;

relevante informatie benutten en verspreiden;

een gecoördineerde aanpak van kwesties in verband met de beroepsopleiding bevorderen en steunen;

een forum bieden voor een uitgebreid en gevarieerd publiek.

1. Raad van bestuur

Per lidstaat:

een staatsvertegenwoordiger,

een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties,

een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties,

drie vertegenwoordigers van de Commissie en waarnemers van de geassocieerde landen (Noorwegen en IJsland).

2. Directeur

Door de Commissie benoemd aan de hand van een kandidatenlijst die door de Raad van bestuur wordt ingediend; geeft uitvoering aan de besluiten van de Raad van bestuur en is belast met de dagelijkse leiding van het Centrum.

3. Interne controle

Interne auditdienst van de Commissie

4. Externe controle

Rekenkamer

5. Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

17,1 (16,6) miljoen euro

waarvan 96 % (99 %) communautaire subsidie.

Personeelsbestand per 31 december

91 (88) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 85 (81) bezet,

andere dienstverbanden (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen).

Totaal aantal werknemers: 123,

waarvan er

85 uitvoerende

33 administratieve en

5 gemengde taken vervullen.

Conferenties en seminars: 90 (90) met gemiddeld 24 deelnemers.

Studies: 26 (2004: 55 (niet vergelijkbaar)). Studies over hetzelfde project, met verschillende actoren (verschillende contracten), zijn telkens als één studie gerekend.

Projecten: 29 (waarvan 2 administratieve) plus 20 virtuele gemeenschappen (waarvan 1 administratieve) (2004: 38 (niet vergelijkbaar)).

Bijdragen aan:

Follow-up van Maastricht, programma Onderwijs en opleiding 2010, Leonardo da Vinci-programma, gemeenschappelijke maatregelen van de sociale partners, Raadgevend Comité voor de beroepsopleiding, directeuren-generaal voor de beroepsopleiding, coördinatiegroep Onderwijs en opleiding 2010.

Publicaties: 60 (62)

3 nummers van Cedefop info (3),

1.

4 (3) nummers van het Europees tijdschrift voor beroepsopleiding.

2.

Distributie van documenten:

 

8 582 (10 293) op aanvraag,

 

2 462 (2 034) abonnementen op het European journal,

 

7 493 (8 460) abonnementen op Cedefop info.

Elektronische publicaties:

3 160 (2 427) abonnementen op newsletter ETV,

60 440 (53 167) geregistreerde gebruikers van ETV,

3 366 490 (3 306 920) aantal bekeken ETV-bladzijden,

3.

7 553 in de virtuele gemeenschappen geregistreerde leden.

Deelnemers aan het studiebezoekprogramma: 762 (730).

Bron: door het Centrum verstrekte gegevens.

EUROPEES CENTRUM VOOR DE ONTWIKKELING VAN DE BEROEPSOPLEIDING

Bron: Gegevens van het Centrum — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar

opgevoerd

vastgelegd

betaald

over-gedragen

geannu-leerd

beschikbaar

betaald

geannu-leerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

16 418

16 418

Titel I

Personeel (NGK)

9 468

9 075

8 862

213

393

466

395

72

9 934

9 541

9 257

213

465

Titel II

Administratie (NGK)

1 372

1 158

865

334

214

542

503

39

1 914

1 700

1 368

334

253

Andere ontvangsten

140

36

Titel III

Beleidsactiviteiten (GK)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

— VK

5 578

4 774

0

71

804

0

0

0

5 578

4 774

0

71

804

— BK

5 718

 

4 585

0

1 133

0

0

0

5 718

0

4 585

0

1 133

Bestemmings-ontvangsten (Phare)

535

535

Bestemmingsontvangsten (Phare en andere)

535

283

68

467

0

312

175

93

847

596

243

467

93

Totaal

17 093

16 989

Totaal VK

16 953

15 290

0

1 085

1 411

1 320

0

204

18 273

16 611

0

1 085

1 615

Totaal BK

17 093

0

14 381

1 014

1 740

1 320

1 073

204

18 413

0

15 543

1 014

1 944

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

15 020

Overige subsidies/ontvangsten

290

Totaal (a)

15 310

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

9 091

Administratieve uitgaven

1 962

Beleidsuitgaven

5 021

Totaal (b)

16 074

Exploitatieresultaat (c = a – b)

– 764

Overige opbrengsten (d)

0

Overige kosten (e)

4

Economisch resultaat (f = c + d – e)

– 768


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (2)

(1000EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

5 359

5 702

Vorderingen op korte termijn

369

182

Kasmiddelen

3 344

1 948

Totaal

9 072

7 832

Passiva

Gecumuleerde resultaten uit vorige begrotingsjaren

5 856

5 856

Resultaat van het jaar

– 768

0

Schulden op korte termijn

3 984

1 976

Totaal

9 072

7 832


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORDEN VAN HET CENTRUM

7.

Het Centrum neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer. In het laatste trimester van 2005 nam het Centrum onverwijld maatregelen teneinde strikte toepassing van de voorschriften met betrekking tot aanbestedingsprocedures te waarborgen. Tevens werd het gebruik van onderhandelingsprocedures rigoureus beperkt. Deze maatregelen alsmede de tekortkomingen van de aanbestedende dienst beïnvloedden de uitvoeringsgraad van de begroting. Het Centrum heeft nu de regelmatigheid van de procedures zeker gesteld, vorderingen gemaakt met de verbetering van planningsactiviteiten en zal op activiteiten gebaseerde budgettering invoeren.

8.

Het Centrum overweegt FIBUS te vervangen door de door de Commissie voorgestelde software. Boekhouding op transactiebasis bevindt zich echter nog in een proefstadium. Het Centrum volgt de ontwikkelingen op de voet via zijn deelname aan ICTAC, CSS en het netwerk van accountants van de agentschappen.

9.

Er zijn al maatregelen getroffen om de dienst Financiën/Aanbestedingen te reorganiseren, als gevolg waarvan tevens een duidelijker scheiding van functies wordt gewaarborgd, overeenkomstig de wens van de Rekenkamer. Het Centrum weet dat de correcte procedure zou zijn dat de aanpassingen in kwestie door de ordonnateurs (middels delegatie) worden voorgesteld aan de accountant. Het Centrum werkt aan verbetering van de situatie.

10.

Begin 2006 vond validatie van delen van het financieel systeem plaats. De documentering van de procedures moet afgerond zijn, voordat verdere voortgang kan worden gemaakt met de validatie. Het Centrum zal regelmatige risicobeoordeling invoeren. Dit proces wordt ondersteund door de interne auditor die op dit moment wordt aangeworven.

11.

Het Centrum neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer. Het Comité van beroep is door de Raad van bestuur ingesteld als een van de directeur onderscheiden orgaan voor afhandeling van klachten, teneinde de objectiviteit te vergroten. Dit is een waardevol hulpmiddel gebleken en heeft geleid tot meer vertrouwen bij het personeel. Het Centrum is van mening dat dit rechtmatig is en dat het hier een redelijk gebruik betreft van het recht om tot aanstelling bevoegd gezag (TABG) te benoemen, een recht dat iedere organisatie overeenkomstig het personeelsstatuut heeft. De Rekenkamer verwijst naar één specifiek geval: het Comité van beroep nam een met uitgebreide redenen omkleed besluit waarin werd uitgelegd dat het een bedrag naar billijkheid toekende. De Gemeenschapsrechters en het tot aanstelling bevoegde gezag van de andere instellingen doen dit regelmatig. Het Centrum heeft echter om een officieel standpunt en een officiële beoordeling van de zijde van de juridische dienst van de Europese Commissie gevraagd.

12.

De aanwerving was in juni 2005 van start gegaan, met een interne fase, zoals voorzien in het Statuut. Met het oog op meer mededingers besloot het Centrum eind 2005 tot de organisatie van interne/interinstitutionele en externe fasen, om meer bekendheid aan de aanwerving te geven en om de EPSO-normen voor selectie van personeel in acht te nemen. Wat betreft de twee genoemde criteria staat in de jurisprudentie dat het aan de jury is om te beoordelen of de criteria beantwoorden aan het vereiste niveau.

13.

Het Centrum heeft alle aanbestedings- en gunningsprocedures herzien en verscherpt en de noodzakelijke maatregelen getroffen om de organisatie aan te passen. Controles staan borg voor de regelmatige afhandeling van de procedures. Voor de vroegere procedures en contracten die de Rekenkamer of de dienst Interne audit bekritiseerden, daar deze risico’s bevatten, zijn specifieke maatregelen getroffen, zoals opschorting van betalingen en speciale controles.

14.

Het Centrum is het eens met de opmerkingen van de Rekenkamer. Het Centrum heeft de desbetreffende diensten reeds gereorganiseerd, teneinde het probleem op te lossen.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/67


VERSLAG

over de jaarrekening van Eurojust betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van Eurojust

(2006/C 312/12)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van Eurojust

INLEIDING

1.

Eurojust werd opgericht bij Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (1) om de strijd tegen ernstige vormen van georganiseerde misdaad te intensiveren. Haar opdracht is de coördinatie te verbeteren van de onderzoeken en vervolgingen die het grondgebied van meerdere lidstaten van de Europese Unie, alsook van derde landen bestrijken.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van Eurojust. Essentiële gegevens uit de door Eurojust opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 36 van Besluit 2002/187/JBZ aan het Europees Parlement en de Raad gericht.

4.

De rekeningen van Eurojust over het per 31 december 2005 (2) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 36 van Besluit 2002/187/JBZ opgesteld door de administratief directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van Eurojust over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van Eurojust zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

Onderzoek van de begrotingsuitvoering toont aan dat voor 90 % van de toegewezen kredieten voor het begrotingsjaar vastleggingen zijn gedaan. De algehele betalingsgraad bij de vastleggingen van het begrotingsjaar is 84 %. Voor de beleidskredieten (titel III) is de bestedingsgraad echter gering: de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar werden slechts voor 80 % benut en een derde van de vastleggingen moest worden overgedragen. Eveneens bij de uitgaven moest van de naar het begrotingsjaar overgedragen vastleggingen meer dan 15 % worden geannuleerd. Deze vaststellingen doen vermoeden dat de kwaliteit van de programmering van de administratieve uitgaven dient te worden verbeterd om te voorkomen dat middelen onnodig worden gemobiliseerd. Het college besloot tot niet-automatische overdracht van kredieten ten belope van 285 484 euro. Dergelijke overdrachten zijn alleen toegestaan indien de meeste voorbereidende stappen voor het aangaan van de verplichtingen voltooid zijn vóór het einde van het begrotingsjaar, en dat was niet het geval.

8.

Eurojust beschikt nog steeds niet over een eigen financieel reglement en in die omstandigheden bleef het de financiële kaderregeling voor communautaire organen toepassen (3). Eind 2005 had de Commissie nog geen advies uitgebracht over het ontwerpreglement dat Eurojust in mei van dat jaar had voorgelegd.

9.

De inventaris van de vaste activa wordt bijgehouden met behulp van een spreadsheet, zodat de integriteit van de gegevens niet gegarandeerd is. De traceerbaarheid van de goederen is niet verzekerd omdat gegevens over hun locatie ontbreken. Sinds de oprichting van Eurojust is nooit een complete materiële inventaris van de vaste activa opgemaakt.

10.

De Raad van bestuur heeft nog geen internecontrolenormen vastgesteld. De formalisering van de operationele en boekhoudkundige procedures schiet veelal tekort. De checklists die aangeven welke controles van de begrotingsvastleggingen moeten worden verricht voor belangrijke operationele processen (plaatsen van opdrachten en werving) waren in 2005 onvoldoende uitgewerkt.

11.

Er werden anomalieën vastgesteld in verband met het sluiten van overeenkomsten en het beheer van contracten, met name het ontbreken van aanwijzingen aangaande de afweging van de gunningscriteria en de verwarring van selectie- en gunningscriteria. Bovendien werd er gewerkt met kaderovereenkomsten met een langere looptijd dan is toegestaan in de voorschriften.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  Besluit van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

(2)  Deze rekeningen werden opgesteld op 29 juni 2006 en zijn op 7 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(3)  Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72).


Tabel 1

Eurojust (Den Haag)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag betreffende de Europese Unie

Bevoegdheden van Eurojust zoals omschreven in Besluit 2002/187/JBZ

Organisatie

Ter beschikking van Eurojust gestelde middelen2005 (2004)

Activiteiten en geleverde diensten2005 (2004)

Orgaan van de derde pijler, opgericht bij besluit van de Raad.

Het doel van de Unie is de burgers in een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van zekerheid te verschaffen.

De Raad bevordert de samenwerking via Eurojust door Eurojust in staat te stellen bij te dragen tot een goede coördinatie tussen de met vervolging belaste nationale autoriteiten van de lidstaten. (Samenvatting van de artikelen 29 en 31)

De belangrijkste terreinen waarop Eurojust bevoegd is, zijn gelijk aan die van Europol, namelijk de bestrijding van terrorisme, de georganiseerde criminaliteit, en in het bijzonder van de handel in verdovende middelen, immigratienetwerken, handel in gestolen voertuigen, mensenhandel, valsemunterij, illegale handel in radioactieve stoffen, computercriminaliteit, het schaden van de financiële belangen van de Unie en het witwassen van geld.

Doelstellingen

Artikel 3

Besluit Eurojust

Stimuleren en verbeteren van de coördinatie tussen de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten inzake onderzoek en vervolging;

verbeteren van de samenwerking, in het bijzonder door de uitwisseling van informatie, de internationale rechtshulpverlening en de uitvoering van uitleveringsverzoeken te vergemakkelijken;

de bevoegde autoriteiten van de lidstaten anderszins bij te staan, om ervoor te zorgen dat onderzoek en vervolging doeltreffender worden;

bijstand verlenen in het kader van procedures waarbij een lidstaat en een derde land betrokken zijn;

bijstand verlenen in het kader van procedures die een lidstaat en de Gemeenschap betreffen.

Taken

Artikelen 5, 6 en 7

Besluit Eurojust

Om de samenwerking tussen de rechterlijke machten van de lidstaten te organiseren treedt Eurojust, naar gelang van het geval, op:

door middel van haar nationale leden, of

als college.

Indien de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat besluiten geen gevolg te geven aan de verzoeken die Eurojust als college heeft gedaan, delen zij Eurojust de redenen hiervoor mee.

1.Het college is verantwoordelijk voor de organisatie en de werking van Eurojust.

2.Het college bestaat uit door elk van de lidstaten overeenkomstig het eigen rechtsstelsel gedetacheerde nationale leden, die de hoedanigheid hebben van officier van justitie, rechter of politiefunctionaris met gelijkwaardige bevoegdheden.

3.Het college kiest een voorzitter uit de nationale leden.

4.Het gemeenschappelijk controleorgaan controleert de verwerking van persoonsgegevens.

5.De administratief directeur wordt met eenparigheid van stemmen door het college benoemd.

6.Externe controle: Rekenkamer

7.Kwijtingverlenende autoriteit: Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting 2005

13 miljoen euro (9,3 miljoen euro),

waarvan 100 % (100 %) communautaire subsidie.

Personeelsbestand per 31 december 2005

87 (76) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 70 (52) bezet,

+15 (13) andere dienstverbanden (2 gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en 13 uitzendkrachten).

Totaal aantal werknemers: 85 (65)

waarvan er

31 (27) uitvoerende,

41 (26) administratieve en

13 (12) gemengde taken vervullen.

Aantal vergaderingen:

73 (52)

Bilaterale gevallen:

462 (272)

Multilaterale gevallen:

124 (109)

Totaal aantal gevallen:

588 (381)

Fraude:

14 % (20 %)

Drugshandel:

16 % (20 %)

Terrorisme:

3 % (7 %)

Moord:

5 % (7 %)

Smokkel:

% niet beschikbaar

Mensenhandel:

4 % (4 %)

Witwassen van geld:

6 % (7 %)

Overige:

52 % (35 %)

Bron: door Eurojust verstrekte gegevens.

EUROJUST

Bron: Gegevens van Eurojust — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die Eurojust in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar

definitief

vastgelegd

betaald

over-gedragen

geannu-leerd

beschikbaar

betaald

geannu-leerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

over-gedragen

geannu-leerd

Communautaire subsidies

13 000

13 000

Titel I

Personeel

5 419

5 196

5 084

112

223

88

83

5

5 507

5 284

5 167

112

228

Andere ontvangsten

 

8

Titel II

Administratie

3 380

3 207

2 591

723

66

434

426

8

3 814

3 641

3 017

723

74

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

4 201

3 377

2 276

1 280

645

345

291

54

4 546

3 722

2 567

1 280

699

Totaal

13 000

13 008

Totaal

13 000

11 780

9 951

2 115

934

867

800

67

13 867

12 647

10 751

2 115

1 001


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

11 991

Overige subsidies/ontvangsten

59

Totaal (a)

12 050

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

5 149

Administratieve uitgaven

3 308

Beleidsuitgaven

2 054

Totaal (b)

10 511

Exploitatieresultaat (c = a – b)

1 539

Overige opbrengsten (d)

0

Overige kosten (e)

3

Economisch resultaat (f = c + d – e)

1 536


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (2)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

1 773

1 455

Vorderingen

159

152

Kasmiddelen

3 130

2 082

Totaal

5 062

3 689

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

1 842

1 669

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

1 536

173

Schulden op korte termijn

1 684

1 847

Totaal

5 062

3 689


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORDEN EUROJUST

7.

Eurojust wil graag benadrukken dat de omvang van haar activiteiten sterk afhankelijk is van het aantal zaken dat door de lidstaten wordt doorverwezen. De toekenning van haar middelen kan dan ook grotendeels uitsluitend ter indicatie en bij benadering worden gepland. Bovendien heeft de toekenning van 2 miljoen euro voor de operationele activiteiten van Eurojust in december 2004 een negatief effect gehad op ons uitvoeringsniveau voor titel 3.

Eurojust zal de relevante regelgeving strikt toepassen bij haar toekomstige beslissingen inzake de niet-automatische overdrachtsprocedure.

8.

De besprekingen met de Commissie over het concept voor de financiële regelgeving voor Eurojust zijn afgerond en de overeengekomen tekst is op 20 april 2006 goedgekeurd door het College.

9.

Eurojust heeft prioriteit toegekend aan het opzetten van een inventarisatiesysteem voor activa om aan de boekhoudvoorschriften te voldoen. Op dit moment wordt er een uitgebreide inventarisdatabase geïnstalleerd.

10.

De ordonnateur heeft normen voor interne controle op basis van de door de Commissie goedgekeurde normen voorgelegd aan het College van Eurojust ter goedkeuring in het laatste kwartaal van 2006.

In 2006 is Eurojust, op grond van haar ervaring, begonnen met het verbeteren van de controlelijsten die worden gebruikt voor de belangrijkste begrotingsactiviteiten.

11.

Eurojust heeft haar aanbestedingsprocedures verbeterd om duidelijker onderscheid te maken tussen selectie- en toekenningscriteria. Geen van de door het gerechtshof genoemde contracten zullen langer worden gebruikt dan de toegestane periode van vier jaar.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/73


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

(2006/C 312/13)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van de Stichting

INLEIDING

1.

De Europese Stichting voor opleiding (hierna de „Stichting” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1360/90 van de Raad (1). Zij heeft ten doel de hervorming van de beroepsopleiding in de partnerlanden van de Europese Unie te ondersteunen. In dit kader helpt zij de Commissie bij de tenuitvoerlegging van diverse programma's (Phare, Tacis, Cards en Meda).

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Stichting. Essentiële gegevens uit de door de Stichting opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze betrouwbaarheidsverklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van de Stichting.

4.

De rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 1360/90 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Stichting zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

Ook al is het vastleggingspercentage van de begrotingsmiddelen voor het begrotingsjaar hoog (vrijwel 100 % voor de eigen activiteiten van de Stichting), de aandacht van de Stichting wordt toch gevestigd op het belang van het percentage overdrachten van de vastleggingen voor beleidsactiviteiten (Titel III), namelijk meer dan 40 %. Een soortgelijke situatie geldt voor de uitvoering van de Meda- en Tempus-activiteiten. De Stichting zou ervoor moeten zorgen haar activiteiten beter te programmeren.

8.

Evenals de voorgaande jaren, en in strijd met haar financieel reglement, heeft de Stichting in het Publicatieblad slechts een samenvatting van haar begroting gepubliceerd. De begrotingsnomenclatuur is niet evenwichtig: zo komen in twee posten bedragen voor die bijna 10 % van de begroting uitmaken. Voorts zijn de meeste begrotingsonderdelen voor beleidsuitgaven (Titel III) binnen de post tot in de details onderverdeeld volgens het bestemmingsbeginsel. De mate van detaillering maakt vele overschrijvingen noodzakelijk. Voorts leidt een gebrek aan coördinatie tussen de financiële eenheid en de operationele eenheden tot extra overschrijvingen.

9.

De definitieve jaarrekening werd gekenmerkt door vertragingen en moeilijkheden om ze op te stellen overeenkomstig de bestaande regels.

10.

De Stichting heeft de invoering van haar internecontrolesysteem nog steeds niet afgerond. Er bestaat geen complete beschrijving van de internecontrolesystemen en zelfs geen formalisering van de gehanteerde procedures. De operationele risico's worden niet geanalyseerd en de verificaties achteraf zijn nog niet omschreven. Verder heeft de rekenplichtige de systemen voor boekhoudkundige en inventarisinformatie niet gevalideerd. In het algemeen schieten het toezicht en de controle op de verrichtingen en op de financiële en begrotingsverslagen tekort. Gezien de omvang van de daarmee gepaard gaande risico's zou de Stichting dit prioritair moeten aanpakken.

11.

In twee procedures voor de selectie van personeel zijn gebreken inzake documentatie ontdekt: afwijzing van sollicitanten zonder dat dit in het dossier wordt gemotiveerd (4) en ontbreken van informatie over de criteria voor de selectie van de sollicitanten in de preselectiefase.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 131 van 23.5.1990, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze jaarrekening is op 30 augustus 2006 opgesteld en op 14 september 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  In de dossiers werd geen documentatie aangetroffen over de reden waarom kandidaten niet werden uitgenodigd voor een gesprek.


Tabel 1

Europese Stichting voor opleiding (Turijn)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Stichting

Verordening (EEG) nr. 1360/90

Organisatie

Ter beschikking van de Stichting gestelde middelen

(gegevens over 2004)

Geleverde producten en diensten

„(…) de Gemeenschap [neemt] in het kader van haar bevoegdheden maatregelen voor economische, financiële en technische samenwerking met derde landen. Deze maatregelen vullen de maatregelen van de lidstaten aan en zijn coherent met het ontwikkelings- beleid van de Gemeenschap.”

(Artikel 181 A)

Doelstellingen

Bij te dragen tot de ontwikkeling van de beroepsopleidings- stelsels in de landen van Midden- en Oost-Europa en in de onafhankelijke staten van de voormalige Sovjet-Unie die in het kader van het programma voor bijstand aan de sanering en het herstel van de economie bijstand ontvangen, of in mediterrane derde landen waarvoor maatregelen inzake financiële en technische begeleiding van de hervorming van hun economische en sociale structuren zijn genomen.

De coördinatie van de bijstand aan subsidiabele landen bevorderen.

Taken

Overeenkomstig de op communautair niveau vastgestelde algemene richtsnoeren is de ESO op opleidingsgebied werkzaam en bestrijkt dit zowel basisberoepsopleiding en bijscholing als omscholing voor jongeren en volwassenen via de volgende taken:

bijstand te verlenen bij het bepalen van de opleidingsbehoeften en -prioriteiten door maatregelen inzake technische bijstand op opleidingsgebied te treffen en door samen te werken met de passende daartoe aangewezen lichamen in de begunstigde landen;

op te treden als verbindingscentrum om de Gemeenschap, de lidstaten en de betrokken derde landen inlichtingen te verschaffen omtrent lopende initiatieven en toekomstige behoeften op opleidingsgebied en een kader voor het hulpaanbod te bieden.

1. Raad van bestuur

Een vertegenwoordiger per lidstaat;

drie vertegenwoordigers van de Commissie;

voorgezeten door de Commissie.

2. Directeur

Door de Raad van bestuur op voordracht van de Commissie benoemd.

3. Adviserend lichaam

Benoemd door de Raad van bestuur;

twee deskundigen uit elke lidstaat;

twee deskundigen uit elk begunstigd land;

twee deskundigen van de sociale partners op Europees niveau.

4. Externe controle

Europese Rekenkamer

5. Interne audit

Dienst Interne audit van de Commissie

6. Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting 2005

26,3 (18,5) miljoen euro, waarvan 18,5 (17,6) miljoen euro gefinancierd door een subsidie van de Commissie en 7,45 (0,9) miljoen euro als bestemmingsontvangsten gefinancierd door andere organisaties.

Personeelsbestand per 31 december 2005

104 (104) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten waarvan 97 (99) bezet,

22 (17) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, plaatselijke functionarissen, arbeidscontractanten) om taken van aan te werven tijdelijke functionarissen te vervullen en het hoofd te bieden aan een buitensporige werklast.

Totaal aantal werknemers: 119 (116) waarvan er:

uitvoerende: 68 (67),

administratieve: 33 (32),

gemengde taken vervullen 18 (17).

Activiteiten

De steun van de Stichting bestrijkt tal van technische gebieden, zoals initiële beroepsopleiding; permanente scholing; bij- en nascholing (voor volwassenen); ontwikkeling van het menselijk potentieel in bedrijven; werkgelegenheidsbeleid; opleiding van werklozen; armoedebestrijding en sociale integratie en opleiding ter bevordering van lokale ontwikkeling.

Steunverlening aan de Commissie:

In 2005 waren er 127 nieuwe steunaanvragen van de Commissie. De meeste waren afkomstig van de delegaties (35 %), gevolgd door AIDCO (21 %), DG EAC (16 %), DG ELARG (9 %) en DG RELEX (7 %). Dit omvat 18 analysen van de situatie in de ENPI-landen. Het tevredenheidspercentage bij de Commissie over de respons van de Stichting bedroeg 97 %.

De aanvragen hadden het meest betrekking op steun bij de programmering, follow-up van beleidslijnen en bijdragen aan de voorbereiding van Europese nabuurschapsinstrumenten, projectidentificatie en follow-up.

Informatie en analyse:

Studies van de nationale sectoren, statistieken over de opvoeding, adviesverlening aan landen over de te volgen strategieën.

Projecten voor steunverlening aan innovatie en ontwikkeling. Als expertisecentrum draagt de Stichting bij aan de opzet van ontwikkelingsprojecten voor het beproeven van vernieuwende benaderingen die de aangesloten landen in staat stellen, hun onderwijs- en beroepsopleidingssysteem te hervormen.

Technische bijstand aan DG EAC bij de uitvoering van het programma Tempus:

Overeenkomsten betreffende technische bijstand met Cards, Meda en Tacis ten behoeve van het programma Tempus. Deze bijstand bestrijkt de volledige projectcyclus en betreft selectie, beheer en follow-up van contracten, voorlichting en communicatie, alsmede algemene administratieve ondersteuning. De IT-toepassingen (zoals de online-kandidaatstellingen en -verslagformulieren) hebben het administratieve beheer van de diverse projectcycli aanzienlijk vereenvoudigd.

Bron: door de Stichting verstrekte gegevens.

EUROPESE STICHTING VOOR OPLEIDING

Bron: Gegevens van de Stichting — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ont vangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

18 500

18 500

Titel I

Personeel

11 942

11 787

11 310

478

154

123

110

0

13

12 065

11 910

11 420

478

167

Eigen ontvangsten

759

0

Titel II

Administratie

1 568

1 559

1 232

326

10

247

227

0

20

1 815

1 806

1 459

326

30

Andere ontvangsten

0

34

Titel III

Beleidsactiviteiten

4 990

4 744

2 818

1 925

247

1 168

813

0

355

6 158

5 912

3 631

1 925

602

Italiaanse autoriteiten — bestemmingsontvangsten

1 131

479

Titel IV

Italiaans ministerie

479

357

123

356

0

651

342

309

0

1 130

1 008

465

665

0

Meda-ETE — bestemmingsontvangsten

5 000

2 500

Titel V

Meda-ETE-overeenkomsten

5 000

2 604

135

4 865

0

0

0

0

0

5 000

2 604

135

4 865

0

Tempus — bestemmings ontvangsten

1 323

1 739

Titel VI

Tempus-overeenkomsten

2 363

1 327

677

1 686

0

0

0

0

0

2 363

1 327

677

1 686

0

Totaal

26 713

23 252

Totaal

26 342

22 378

16 295

9 636

411

2 189

1 492

309

388

28 531

24 567

17 787

9 945

799


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

18 484

Overige subsidies/ontvangsten

7 842

Totaal (a)

26 326

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

11 785

Administratieve uitgaven

2 091

Beleidsuitgaven

12 237

Totaal (b)

26 113

Exploitatieresultaat (c = a – b)

213


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (2)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

3 426

3 630

Voorraden

37

76

Vorderingen

1 440

1 697

Kasmiddelen

23 665

23 170

Totaal

28 568

28 573

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

3 458

3 458

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

213

 

Schulden op lange termijn

205

205

Schulden op korte termijn

24 692

24 910

Totaal

28 568

28 573


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

7.

Het grootste deel van de overdrachten (83 %) houdt verband met vastleggingen voor activiteiten die in 2005 zijn afgerond maar waarvoor niet tijdig betalingsverzoeken zijn ontvangen. Het percentage overdrachten voor de Tempus- en Meda-activiteiten is te wijten aan het feit dat de overeenkomsten daarvoor niet op jaarbasis worden gesloten en niet samenvallen met het begrotingsjaar.

8.

In aansluiting op voorgaande opmerkingen van de Rekenkamer is de begroting voor het jaar 2006 volledig en met de lijst van het aantal ambten in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd (zie PB L 67 van 8 maart 2006). ETF is van plan haar begrotingsstructuur bij de begrotingsprocedure voor het jaar 2007 binnen de wettelijke voorschriften te herzien en daarbij enkele van de vastgestelde zwakke punten aan te pakken.

9.

ETF zal passende maatregelen treffen om de door de Rekenkamer beschreven problemen te verhelpen.

10.

ETF is zich ervan bewust dat de rekenplichtige de systemen voor boekhoudkundige informatie en inventaris moet valideren. Haar rekenplichtige zal werken aan de validatie van systemen op basis van de bij de Commissie gehanteerde methode.

11.

Sinds 2004 beschikt ETF over een zeer uitvoerig formaat voor de verslagen van het selectiecomité. Dit maakt informatie in de vorm van notities van de afzonderlijke leden van het selectiecomité overbodig. Zij zal bezien of het mogelijk is meer informatie over de selectiefase te geven.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/80


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

(2006/C 312/14)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van de Stichting

INLEIDING

1.

De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (hierna de „Stichting” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad (1). Zij dient bij te dragen aan het uitwerken en verwezenlijken van betere levens- en arbeidsomstandigheden in de Europese Unie door de ontwikkeling en verspreiding van kennis op dit gebied.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Stichting. Essentiële gegevens uit de door de Stichting opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze betrouwbaarheidsverklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van de Stichting.

4.

De rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 1365/75 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Stichting zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De bestedingspercentages bij de vastleggingskredieten van de begroting van het begrotingsjaar zijn zeer hoog; het percentage annuleringen van overgedragen begrotingsmiddelen is zeer laag. Niettemin blijven de percentages overdrachten bij de vastleggingen hoog wat betreft de administratieve uitgaven (Titel II), 37 %, en de beleidsuitgaven (Titel III), 44 %.

8.

In 1998 leed de Stichting een begrotingsverlies van 2,4 miljoen euro. Aangezien de Stichting destijds geen behoefte had aan de overgedragen begrotingsmiddelen, heeft de Commissie deze overdrachten genegeerd bij de betaling van de subsidies. Gaandeweg werd dit verlies gedeeltelijk gecompenseerd door diverse ontvangsten van de Stichting en eind 2005 beliep het 1 miljoen euro. Inmiddels heeft de Commissie de noodzaak om dit verlies goed te maken betwist omdat uiteindelijk niet-bestede begrotingsmiddelen niet waren geannuleerd. De Stichting en de Commissie zouden hun inspanningen om deze situatie te corrigeren moeten voortzetten.

9.

De verwezenlijking van de doelstellingen van de Stichting moet worden gezien als een bijdrage tot de in haar basisverordening genoemde streefdoelen. Het werkprogramma van de Stichting moet deze bijdrage uitdrukken in operationele en meetbare termen.

10.

Er is geen compleet document dat de risico's waarmee de financiële en operationele aspecten van de activiteiten van de Stichting gepaard gaan analyseert. Voorts zijn de door de ordonnateurs opgezette procedures ter garantie van de juistheid en volledigheid van de financiële informatie die zij doorgeven aan de rekenplichtige niet gevalideerd, behalve wat de informatica-aspecten betreft.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 30 juni 2006 opgesteld en zijn op 4 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.


Tabel 1

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Stichting zoals omschreven in Verordening (EEG) nr. 1365/75

Organisatie

Ter beschikking van de Stichting gestelde middelen (gegevens over 2004)

Geleverde producten en diensten

„De Gemeenschap en de lidstaten stellen zich, indachtig de sociale grondrechten (…) ten doel (…) de gestage verbetering van de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, (…) het optreden van de lidstaten [wordt] op de volgende gebieden door de Gemeenschap ondersteund en aangevuld: (…) b) de arbeidsvoorwaarden; c) de sociale zekerheid en de sociale bescherming van werknemers; d) de bescherming van werknemers bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst; e) de informatie en de raadpleging van de werknemers; f) de vertegenwoordiging en collectieve verdediging van de belangen van werknemers en werkgevers, met inbegrip van de medezeggenschap; g) de werkgelegenheidsvoorwaarden voor onderdanen van derde landen; h) de integratie van personen die van de arbeidsmarkt zijn uitgesloten; i) de gelijkheid van mannen en vrouwen (…)”

(Samenvatting van de artikelen 136 en 137 van het Verdrag)

Opdracht

De Stichting heeft als opdracht betere levens- en arbeidsomstandigheden te verwezenlijken door de ontwikkeling en verspreiding van de kennis op dit gebied. Zij dient zich in het bijzonder bezig te houden met:

de arbeidsomstandigheden van de mens,

de organisatie van het werk en met name de wijze waarop gestalte wordt gegeven aan de arbeidstaak,

de specifieke problemen van bepaalde categorieën werknemers,

de aspecten op lange termijn van de milieuverbetering,

de spreiding van de menselijke activiteiten in de tijd en in de ruimte.

Taken

De uitwisseling van informatie en ervaring op deze gebieden bevorderen;

de samenwerking tussen universiteiten, studie- en onderzoeksinstellingen, overheidsinstellingen en organisaties uit het sociaaleconomische leven vergemakkelijken;

studies verrichten of laten verrichten en bijdragen tot de verwezenlijking van proefprojecten;

zo nauw mogelijk samenwerken met de bestaande gespecialiseerde organen.

1. Raad van beheer

Per lidstaat: een vertegenwoordiger van de regering, een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties en een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties,

drie vertegenwoordigers van de Commissie.

2. Directeur Benoemd door de Commissie op basis van een door de Raad van beheer ingediende kandidatenlijst; voert de beslissingen van de Raad van beheer uit en leidt de Stichting.

3. Het Comité van deskundigen bestaat uit 15 leden die door de Raad op voorstel van de Commissie zijn benoemd; verstrekt adviezen, met name over het werkprogramma.

4. Externe controle: Rekenkamer

5. Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting 2005

19,3 (18,1) miljoen euro

waarvan communautaire subsidie: 98,8 % (99,6 %)

Personeelsbestand in december 2005

94 (91) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan 82 (74) bezet.

Andere dienstverbanden: gedetacheerde nationale deskundigen en uitzendkrachten: 12 (16)

Totaal aantal werknemers: 94 (90) waarvan er:

54 (53) uitvoerende,

33 (32) administratieve, en

7 (5) gemengde taken vervullen.

Levensomstandigheden

Analytische verslagen over de levenskwaliteit in Europa

Database over het leeftijdenbeleid in ondernemingen

Verslagen over het aanbod aan arbeidskrachten in de verzorgende diensten voor kinderen en bejaarden

Studies over de organisatie van de tijd in de loop van het beroepsleven.

Arbeidsomstandigheden

Europees Waarnemingscentrum voor arbeidsomstandigheden (EWA: informerende artikelen, onderzoeksrapporten en vergelijkende thematische verslagen)

Het EWA heeft samen met de Luxemburgse regering in juni 2005 de conferentie in het kader van het voorzitterschap van de Europese Unie georganiseerd

Jaarverslag over de arbeidsomstandigheden in de EU 2004-2005

Veldwerk voor het vierde Europese onderzoek over de werkomstandigheden (steekproef van 30 000 werknemers uit 31 landen).

Arbeidsverhoudingen

Europees Waarnemingscentrum voor arbeidsverhoudingen (EIRO)

Verspreiding van verslagen en artikelen via EIRonline

Diverse verslagen.

Europees Waarnemingscentrum voor verandering

Twee grondige sectorale studies

Diverse dossiers

Reeks „Sector Futures”: zeven bedrijfssectoren werden behandeld

Organisatie van en deelname aan diverse seminars.

Horizontale thema's

Diverse rapporten, algemeen of per land

Informatie en communicatie

De Stichting heeft 71 conferenties georganiseerd en deelgenomen aan 95 conferenties en seminars. Afgezien van vertalingen produceerde zij 178 publicaties en 10 nieuwsbrieven.

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens.

EUROPESE STICHTING TOT VERBETERING VAN DE LEVENS- EN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

Bron: Gegevens van de Stichting — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Beschikbare kredieten

(kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar)

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

nog af te wikkelen vastleggingen

betaald

geannuleerd

kredieten

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies (1)

19 060

19 060

Titel I

Personeel

8 974

8 971

8 815

157

3

134

127

7

9 108

9 105

8 942

157

10

Andere ontvangsten

220

163

Titel II

Administratie

1 382

1 382

875

507

0

503

481

22

1 885

1 885

1 356

507

22

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

8 924

8 922

4 967

3 954

2

2 526

2 484

42

11 450

11 448

7 451

3 954

44

Totaal

19 280

19 223

Totaal

19 280

19 275

14 657

4 618

5

3 163

3 092

71

22 443

22 438

17 749

4 618

76


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (2)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

18 600

Overige subsidies/ontvangsten

366

Totaal (a)

18 966

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

8 035

Administratieve uitgaven

2 692

Beleidsuitgaven

8 581

Totaal (b)

19 308

Exploitatieresultaat (c = a – b)

– 342

Overige opbrengsten (d)

0

Overige kosten (e)

9

Economisch resultaat (f = c + d – e)

– 351


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (3)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

2 800

3 121

Vorderingen op korte termijn

1 044

1 007

Kasmiddelen

3 244

1 649

Totaal

7 088

5 777

Passiva

Gecumuleerde resultaten uit vorige begrotingsjaren

4 444

4 515

Resultaat van het jaar

– 351

–71

Schulden op korte termijn

2 995

1 333

Totaal

7 088

5 777


(1)  Inclusief de subsidies uit hoofde van de Europese Economische Ruimte.

(2)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(3)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORDEN VAN DE STICHTING

7.

De Stichting heeft in het verleden grote inspanningen verricht om het aantal overdrachten terug te brengen. Gezien de aard van de werkzaamheden van de Stichting is het echter een uitdaging dit in evenwicht te houden met het beginsel van goed financieel beheer, op grond waarvan leveranciers niet betaald mogen worden voordat de overeengekomen mijlpalen van de werkzaamheden zijn uitgevoerd.

8.

In 2006 bereikten de Stichting en de Commissie overeenstemming over de aard en de oplossing van het probleem. Alle partijen erkenden dat de Stichting nooit meer geld heeft uitgegeven dan het door de begrotingsautoriteit goedgekeurde bedrag. De Stichting zal de opgelopen onevenwichtigheid binnen vier jaar geleidelijk aan tot nul terugbrengen.

9.

De Stichting ontwikkelt momenteel twee instrumenten om meetbare doelstellingen vast te kunnen stellen en aansluitend de prestaties nauwgezet te kunnen volgen: een project-managementsysteem, dat is verbonden met een softwaresysteem voor financiële voorspellingen en een prestatievolgsysteem, gebaseerd op een balanced scorecard; beiden zullen in 2007 geïntroduceerd worden.

10.

De Stichting voert, zowel op project- als op eenheidsniveau, een risicoanalyse uit die in de projectplannen en jaarlijkse managementplannen vastgelegd wordt. Momenteel ontwikkelt zij een omvangrijke risicomanagementmethode in de organisatie.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/86


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

(2006/C 312/15)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-13

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Centrum

INLEIDING

1.

Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (hierna het „Centrum” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 302/93 van de Raad (1). Zijn voornaamste taak is het verzamelen van informatie over het verschijnsel drugs en drugsverslaving met het oog op het uitwerken en verspreiden van betrouwbare en vergelijkbare gegevens in Europa. De informatie moet geschikt zijn om de vraag naar drugs, de wijze waarop deze kan worden beperkt, alsmede met drugshandel verband houdende verschijnselen in het algemeen te analyseren.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Centrum. Essentiële gegevens uit de door het Centrum opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Centrum.

4.

De rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 302/93 opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De benuttingsgraad van de vastleggingskredieten ligt boven 90 %, terwijl die van de betalingskredieten slechts 85 % beloopt. Van de administratieve uitgaven is een aanzienlijk deel, namelijk bijna 40 %, overgedragen. Dit is te wijten aan het feit dat de aankopen zijn geconcentreerd aan het eind van het jaar, met alle risico's van dien voor de kwaliteit van de aankoopprocedures. Het Centrum zou zijn beleid inzake opdrachten beter moeten beheersen ter voorkoming van kredietoverdrachten die het beheer omslachtig maken.

8.

Het Centrum heeft ten behoeve van zijn beheer een activiteitengeoriënteerde begroting opgesteld. Dit initiatief dient te worden uitgediept met het oog op een beter toezicht op zijn prestaties en op de evaluatie van zijn doeltreffendheid door de invoering van een analytische boekhouding waarin de kosten van de diverse activiteiten van het Centrum zijn af te lezen.

9.

In haar vorige verslag merkte de Rekenkamer op dat alleen de rekenplichtige tekenbevoegdheid voor de bankrekeningen had; het Centrum verbond zich ertoe, over te gaan op een systeem van dubbele handtekeningen. In februari 2006 was dat systeem nog steeds niet ingevoerd.

10.

De systemen voor de inventarisatie van de vaste activa zijn niet verwerkt in de algemene boekhouding. Zonder een betrouwbaar etiketteersysteem is niet verzekerd dat de inventarisgoederen zijn te traceren.

11.

De procedures voor de werving van personeel vertonen tekortkomingen. Bij één selectieprocedure was de samenstelling van het selectiecomité niet conform het pariteitsbeginsel dat is vastgelegd in het Statuut (4). In een ander geval was de uiteindelijk geselecteerde kandidaat niet degene die aan het slot van de selectieprocedure de beste beoordeling had gekregen.

12.

Eind 2004 werd een personeelslid voor een langdurige missie (twee jaar) naar Brussel gezonden. Het doel van deze missie, die eind 2005 ongeveer 70 000 euro had gekost aan salaris en vergoedingen, kon niet worden achterhaald en de werklast van dit personeelslid bleef gering. Toen de missie werd afgebroken, werd de betrokkene gedetacheerd naar de Commissie, maar het Centrum bleef zijn salaris betalen.

13.

Bij de controle van de plaatsing van opdrachten en de sluiting van overeenkomsten werden diverse anomalieën ontdekt. In twee gevallen werd de minimumtermijn voor de ontvangst van de offertes vanaf de uitnodiging tot inschrijving niet in acht genomen. Bij het plaatsen van een aanvullende opdracht lag de waarde van de werken boven de voorgeschreven limieten. Bij twee van de onderzochte dossiers werden de leden van de openingscommissie en van het beoordelingscomité niet bij formeel besluit benoemd. In een laatste geval werd de waarde van de opdracht klaarblijkelijk te laag geschat, waardoor het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers werd geschonden.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 36 van 12.2.1993, blz. 1. Deze verordening werd gewijzigd bij de Verordeningen (EG) nr. 3294/94 van 22.12.1994 (PB L 341 van 30.12.1994, blz. 7) en (EG) nr. 1651/2003 van 18.6.2003 (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 30).

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden opgesteld op 15 juni 2006 en zijn op 13 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Artikel 12 van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden.


Tabel 1

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (Lissabon)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Centrum zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 302/93

Organisatie

Ter beschikking van het Centrum gestelde middelen 2005

(2004)

Geleverde producten en diensten 2005

De Gemeenschap vult het optreden van de lidstaten aan ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie.

(Artikel 152, lid 1, van het Verdrag)

Doelstelling

De Gemeenschap en haar lidstaten voorzien van betrouwbare informatie op Europees niveau over het verschijnsel drugs en drugsverslaving en de gevolgen daarvan.

Het Centrum dient in de eerste plaats de volgende zaken te analyseren:

1.

de vraag en terugdringing van de vraag naar drugs;

2.

nationale en communautaire strategieën en beleid;

3.

internationale samenwerking en geopolitiek van het aanbod;

4.

controle op de handel in drugs, psychotrope stoffen en precursoren;

5.

gevolgen van het verschijnsel drugs voor de producerende, verbruikende en doorvoerlanden, met inbegrip van het witwassen van geld.

Taken

Verzamelen en analyseren van gegevens;

uitvoeren van onderzoeken en voorbereidende maatregelen;

bewerkstelligen van een grotere betrouwbaarheid van gegevens op Europees niveau;

verspreiden van betrouwbare informatie;

verbeteren van de coördinatie tussen de nationale en communautaire acties;

bevorderen van de opneming van de gegevens over drugs in de internationale programma’s.

1. Raad van bestuur

Bestaat uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat, twee vertegenwoordigers van de Commissie en twee personen met een bijzondere wetenschappelijke deskundigheid die door het Europees Parlement zijn aangewezen.

De Raad van bestuur stelt het werkprogramma, het algemeen jaarverslag en de begroting vast.

2. Directeur:

benoemd door de Raad van bestuur op voordracht van de Commissie.

3. Wetenschappelijk Comité:

brengt advies uit. Bestaat uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat. De Raad van bestuur kan daarnaast maximaal zes andere leden aanwijzen op grond van hun bijzondere deskundigheid.

4. Externe controle

Rekenkamer

5. Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Definitieve begroting

12,8 (12,2) miljoen euro waarvan 96 % (96 %) communautaire subsidie.

Personeelsbestand per 31 december 2005

77 (77) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 58 (61) bezet,

+25 (22) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten en uitzendkrachten).

Totaal aantal werknemers: 83 (83),

waarvan er

50,5 (54,5) uitvoerende taken,

25 (20) ondersteunende taken in administratie en informatica, en

7,5 (8,5) gemengde taken vervullen.

Netwerk

Het Centrum leidt een geïnformatiseerd netwerk voor het verzamelen en uitwisselen van gegevens, het Europees netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving (Reitox); dit netwerk verbindt de nationale netwerken voor informatie over drugs, de gespecialiseerde centra in de lidstaten en de informatiesystemen van de internationale organisaties die met het Waarnemingscentrum samenwerken.

Publicaties

Jaarverslag over de stand van de drugsproblematiek in de Europese Unie (22 taalversies, gepubliceerd en interactieve website)

Jaarverslag: „selected issues”, (EN, gepubliceerd en interactieve website)

Statistisch bulletin en interactieve website met ruim 200 tabellen, 100 grafieken en PDF-files

Algemeen activiteitenverslag (jaarlijks, EN)

Informatiebrief „Drugnet Europe” (vier edities, waarvan twee in vijf talen, twee in EN, twaalf teksten)

Technische en wetenschappelijke studies/artikelen (28).

Andere websites

Opzetten, bijwerken/ontwikkelen van de inhoud:

Country situation summaries

Country data profiles

Drug treatment overviews

European legal database on drugs

Evaluation instruments bank

Exchange on drug demand reduction action.

Kennismakingsbrochures (drie teksten)

Media-artikelen (110 diverse producten)

Deelname aan internationale conferenties/vergaderingen (75)

Organisatie van technische en wetenschappelijke vergaderingen (24)

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens.

EUROPEES WAARNEMINGSCENTRUM VOOR DRUGS EN DRUGSVERSLAVING

Bron: Gegevens van het Centrum — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Beschikbare kredieten

(kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar)

op-gevoerd

vastgelegd

betaald

over-gedragen

geannu-leerd

beschikbaar

betaald

geannu-leerd

beschik-baar

vastgelegd

betaald

over-gedragen

geannu-leerd

Communautaire subsidies

12 000

12 000

Titel I

Personeel (NGK)

6 194

5 932

5 762

154

279

122

101

21

6 316

6 054

5 863

154

300

Eigen ontvangsten

516

516

Titel II

Administratie (NGK)

1 791

1 720

1 070

650

71

356

332

24

2 147

2 076

1 402

650

95

Andere ontvangsten

 

8

Titel III

Beleidsactiviteiten (GK)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

— VK

4 531

4 298

 

 

233

 

 

 

4 531

4 298

 

 

233

— BK

4 531

 

4 085

 

446

1 260

66

1 194

5 791

 

4 151

 

1 640

Bestemmings-ontvangsten (Phare)

300

190

Bestemmingsontvangsten (Phare)

300

49

16

284

 

 

 

 

300

49

16

284

 

Totaal

12 816

12 714

Totaal VK

12 816

11 999

 

1 088

583

478

 

45

13 294

12 477

 

1 088

628

Totaal BK

12 816

 

10 933

1 088

796

1 738

499

1 239

14 554

 

11 432

1 088

2 035

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

10 592

Overige subsidies/ontvangsten

312

Totaal (a)

10 904

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

5 843

Administratieve uitgaven

2 269

Beleidsuitgaven

4 181

Totaal (b)

12 293

Exploitatieresultaat (c = a — b)

–1 389

Overige opbrengsten (d)

0

Overige kosten (e)

35

Economisch resultaat (f = c + d – e)

–1 424


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (2)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

2 989

3 058

Voorraden

 

 

Vorderingen op korte en lange termijn

224

619

Kasmiddelen

3 005

3 644

Totaal

6 218

7 321

Passiva

Gecumuleerde resultaten uit vorige begrotingsjaren

4 296

4 296

Resultaat van het jaar

–1 424

0

Schulden op lange termijn

 

 

Schulden op korte termijn

3 346

3 025

Totaal

6 218

7 321


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORDEN VAN HET CENTRUM

7.

Het Centrum neemt goede nota van de opmerking van de Rekenkamer en heeft maatregelen getroffen om de programmering van zijn aanbestedingen te verbeteren, zodat deze beter over het jaar worden gespreid. Het Centrum continueert de door hem verrichte inspanningen, die ertoe hebben geleid dat in 2005 de benuttingsgraad van de betalingskredieten hoger was dan die van 2004 (stijging van 77 % naar 85 %), met name wat betreft de uitgaven voor de administratie (Titel II).

8.

Het Centrum neemt goede nota van de opmerking van de Rekenkamer en werkt verder aan de ontwikkeling van zijn systeem voor beheer naar activiteit, dat in 2001 werd ingevoerd. Met behulp van dit systeem is het mogelijk de kosten van zijn projecten en programma’s vast te stellen, ook al betreft het geen analytische boekhouding in strikte zin.

9.

Het Centrum heeft op 22 maart 2006 een systeem van dubbele handtekeningen voor het beheer van zijn bankrekeningen ingevoerd.

10.

Het Centrum heeft met ingang van 2006 een automatische verbinding tussen de begrotingsboekhouding en de algemene boekhouding tot stand gebracht. De onderlinge afstemming tussen boekhouding en inventarisatie staat op het programma voor de maand januari die volgt op het eind van het betrokken begrotingsjaar. Het Centrum heeft overigens in juli 2006 de te inventariseren goederen onderworpen aan een fysieke verificatie. De resultaten hiervan zijn ingevoerd in een gespecialiseerd computersysteem.

11.

In afwachting van een definitieve overeenkomst met de Commissie wat betreft de uitvoeringsbepalingen van het Statuut, blijft het Centrum in al zijn selectieprocedures de beginselen die gelden voor de communautaire wervingsprocedures volgen. Daar het Centrum over slechts een klein aantal medewerkers beschikt, waakt het er altijd voor dat een vertegenwoordiger van het personeelscomité als volwaardig lid aan de selectiecomités deelneemt. Het Centrum ziet er in het vervolg op toe dat de keuze van de geselecteerde kandidaat met exacte redenen wordt omkleed, wanneer hierbij wordt afgeweken van de door het selectiecomité opgestelde rangorde.

12.

Het Centrum heeft op 31 mei 2005 een einde aan deze missie gemaakt. Eind 2005 heeft het Centrum besloten, overeenkomstig artikel 38 van het Statuut, om de betrokken medewerker voor een periode van negen maanden bij de Commissie te detacheren, zonder mogelijkheid van verlenging. Zoals overeengekomen met de Commissie nam het Centrum de betaling van het salaris van deze functionaris voor zijn rekening.

13.

Het Centrum neemt goede nota van de opmerkingen van de Rekenkamer en heeft maatregelen getroffen, met name om:

de programmering van zijn aanbestedingen te verbeteren, teneinde met name het aantal urgente gevallen te reduceren,

planmatiger gebruik van de kaderovereenkomsten te bevorderen,

de benoeming van de leden van de openingscommissie en het beoordelingscomité (voor offertes) te formaliseren,

zijn capaciteit voor ondersteuning van de gedelegeerde ordonnateurs en beheerders te versterken, voor wat betreft afsluiting van overeenkomsten en toekenning van subsidies.

Het Centrum is van mening dat de door de Rekenkamer genoemde aanvullende opdracht eigenlijk zich herhalende diensten betrof die regelmatig onderwerp konden zijn van een aanvullende opdracht zonder de voor aanvullende opdrachten voorgeschreven waardelimieten. De eerder genoemde maatregelen zouden het aantal opdrachten van dit type moeten verminderen, zoniet geheel tot nul reduceren.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/93


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

(2006/C 312/16)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-12

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Centrum

INLEIDING

1.

Het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (hierna het „Centrum” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad (1). Het is de voornaamste taak van het Centrum, de Unie en de lidstaten te voorzien van betrouwbare gegevens aangaande verschijnselen van racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme in de Unie, en op dit gebied samen te werken met de Raad van Europa.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Centrum. Essentiële gegevens uit de door het Centrum opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht; krachtens artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Centrum.

4.

De rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1035/97 opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

Hoewel de vastleggingsgraad van de kredieten van het begrotingsjaar 2005 hoger dan 90 % ligt, wordt vastgesteld dat meer dan 50 % van de vastleggingen voor administratieve uitgaven wordt overgedragen en dat in het algemeen het annuleringspercentage van de overgedragen kredieten hoog ligt (15 tot 25 %, naar gelang van de titel). Deze situatie toont aan dat het Centrum de programmering van zijn uitgaven en het toezicht op de uitvoering ervan nog moet verbeteren. De overschrijvingen tussen begrotingslijnen moeten worden gemotiveerd en gedocumenteerd overeenkomstig de geldende voorschriften.

8.

De Rekenkamer constateert dat niet werd overgeschakeld op activiteitengeoriënteerd management, hoewel het financieel reglement van het Centrum de invoering daarvan voorschrijft zoals dat is gedaan voor de algemene begroting teneinde de prestaties beter te kunnen volgen. In dit verband mag de verwezenlijking van de doelstellingen van het Centrum niet worden gereduceerd tot het uitvoeren van een reeks taken, maar moet deze worden afgemeten aan de bijdrage tot de in zijn basisverordening genoemde streefdoelen. Het werkprogramma van het Centrum moet in principe deze bijdrage uitdrukken in operationele en meetbare termen.

9.

Het Centrum heeft geen systeem voor de programmering en het beheer van zijn aankopen van uitrusting. Het verricht ook geen cyclische controle van zijn inventaris, hoewel dit de betrouwbaarheid ervan zou verbeteren.

10.

Het internecontrolesysteem van het Centrum vertoont diverse gebreken. De door de ordonnateur ingestelde financiële stromen werden niet beschreven. De systemen die de ordonnateur en de gedelegeerde ordonnateurs gebruiken om de rekenplichtige te informeren, werden door deze laatste niet gevalideerd. Het beginsel van scheiding van functies wordt niet strikt toegepast, met name tussen functies van het initiëren en verifiëren van verrichtingen. Verder moeten de lijsten voor verificatie vooraf van de vastleggingen criteria van goed financieel beheer bevatten.

11.

Er wordt niet altijd de hand gehouden aan de regel dat de leden van de selectiecomités altijd ten minste van gelijke rang moeten zijn als die van de vacature.

12.

De uitnodigingen tot inschrijving van het Centrum zijn niet erg duidelijk over de minimumkwaliteit van de inschrijvingen en over de weging van de prijsfactoren. In deze situatie is de doorzichtigheid niet voldoende gewaarborgd en ontstaan risico's voor de kwaliteit van de te leveren goederen en diensten. Tenzij er specifieke redenen zijn voor afwijking, moet de optimale prijs-kwaliteitsverhouding worden nagestreefd, want met deze methode is gewaarborgd dat de voor een bepaalde prijs aan te schaffen goederen en diensten van maximale kwaliteit zijn.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 151 van 10.6.1997, blz. 6.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze jaarrekening is opgesteld op 3 mei 2006 en op 29 juni 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.


Tabel 1

Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (Wenen)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Centrum zoals omschreven in Verordening

(EG) nr. 1035/97

Organisatie

Ter beschikking van het Centrum gestelde middelen (2004)

Geleverde producten en diensten

Verzameling van gegevens

Voor de vervulling van de haar opgedragen taken kan de Commissie, binnen de grenzen en onder de voorwaarden door de Raad overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag vastgesteld, alle gegevens verzamelen en alle noodzakelijke verificaties verrichten.

(Artikel 284)

Doelstellingen

Leveren van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens aangaande verschijnselen van racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme op Europees niveau, aan de Gemeenschap en haar lidstaten;

nauw samenwerken met de Raad van Europa, ter vermijding van dubbel werk en met het oog op toegevoegde waarde.

Taken

Bestudeert de omvang en de ontwikkeling van de verschijnselen van racisme en vreemdelingenhaat;

verzamelt en analyseert informatie, met name door middel van het Europees informatienet inzake racisme en vreemdelingenhaat (Raxen);

voert wetenschappelijke enquêtes uit;

bevordert de verspreiding in brede kring van deze informatie;

stelt adviezen op ten behoeve van de Gemeenschap en de lidstaten;

definieert indicatoren en criteria om de samenhang van de informatie te vergroten;

publiceert een jaarverslag over de toestand inzake racisme en vreemdelingenhaat.

1. Raad van bestuur

Samenstelling

Een door elke lidstaat aangewezen onafhankelijk persoon, een door het Europees Parlement aangewezen onafhankelijk persoon, een door de Raad van Europa aangewezen onafhankelijk persoon, alsmede een vertegenwoordiger van de Commissie.

Taken

Vaststellen van het werkprogramma, het algemeen jaarverslag, de definitieve begroting en de lijst van het aantal ambten. Uitbrengen van een advies over de definitieve rekeningen.

2. Dagelijks bestuur

Samenstelling

voorzitter van de Raad van bestuur

vertegenwoordiger van de Raad van Europa

vertegenwoordiger van de Commissie

twee andere leden van de Raad van bestuur

3. Directeur

Aangesteld door de Raad van bestuur op voorstel van de Commissie.

4. Externe controle

Rekenkamer

5. Interne controle

Dienst Interne audit van de Commissie

6. Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Definitieve begroting 2005

8,279 (7,9) miljoen euro waarvan 100 % (98,7 %) communautaire subsidie

Personeelsbestand per 31 december 2005

37 (34) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 35 (30) bezet,

+4 (4) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers: 41 (34)

waarvan er

24 (21) uitvoerende,

13 (8) administratieve, en

4 (5) gemengde taken vervullen.

RAXEN

Aantal bijdragen van de 25 nationale knooppunten: 400

aantal vergaderingen: 5

ONDERZOEKSVERSLAGEN

Aantal verslagen: 13

Aantal vergaderingen: 7

Jaarverslagen: 2

EUMC News: 5

Equal Voices: 2

SAMENWERKING MET DE LIDSTATEN EN DE OVERIGE INSTELLINGEN (aantal in samenwerking georganiseerde evenementen):

lidstaten: 4

Commissie: 14

Europees Parlement: 8

CvdR: 3

EESC: 3

Raad van Europa: 10

Eurostat: 3

VN: 3

tussen agentschappen: 3

NRT: 6

ERT: 1

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens.

EUROPEES WAARNEMINGSCENTRUM VOOR RACISME EN VREEMDELINGENHAAT

Bron: Gegevens van het Centrum — Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Beschikbare kredieten

(kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar)

definitief

vastgelegd

betaald

over-gedragen

geannu-leerd

nog af te wikkelen vastleggingen

betaald

geannu-leerd

kredieten

vastgelegd

betaald

over-gedragen

geannu-leerd

Communautaire subsidies (1)

8 189

8 189

Titel I

Personeel

3 152

3 078

3 008

70

74

85

71

14

3 237

3 163

3 079

70

88

Ontvangsten met een bestemming (Phare)

90

90

Titel II

Administratie

1 222

1 132

551

581

91

37

30

7

1 259

1 169

581

581

98

Andere ontvangsten

0

151

Titel III

Beleidsactiviteiten

3 815

3 398

2 731

667

416

745

556

189

4 560

4 143

3 287

667

605

 

 

 

Ontvangsten met een bestemming (Phare en andere)

90

0

0

90

0

0

0

0

90

0

0

90

0

Totaal

8 279

8 430

Totaal

8 279

7 608

6 290

1 408

581

867

657

210

9 146

8 475

6 947

1 408

791


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (2)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

7 466

Overige subsidies/ontvangsten

14

Totaal (a)

7 480

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

2 729

Administratieve uitgaven

1 029

Beleidsuitgaven

3 304

Totaal (b)

7 062

Economisch resultaat (c = a – b)

418


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (3)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

152

123

Vorderingen op korte termijn

361

366

Kasmiddelen

2 832

1 279

Totaal

3 345

1 768

Passiva

Gecumuleerde resultaten uit vorige begrotingsjaren

725

725

Resultaat van het jaar

418

0

Schulden op korte termijn

2 202

1 043

Totaal

3 345

1 768


(1)  Inclusief de subsidies uit hoofde van de Europese Economische Ruimte.

(2)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(3)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORDEN VAN HET CENTRUM

7.

Het hoge percentage overgedragen administratieve kredieten is het gevolg van het feit dat de dienst Aanbestedingen laat in 2005 werd opgezet. De openbare aanbestedingen werden eerst daarna uitgeschreven, teneinde de rechtmatigheid van de procedures te waarborgen. Er is een procedure ingevoerd om het aantal geannuleerde overdrachten te reduceren. In de toekomst zullen begrotingsoverdrachten volledig worden gedocumenteerd.

8.

Het jaarlijkse werkprogramma 2006 is opgesteld in een vorm die beantwoordt aan de vereisten van artikel 40 van het financieel kaderreglement, met een omschrijving van de kernactiviteiten, doelstellingen, taken, resultaten, prestatie-indicatoren, en de gevolgen van het werk van het Centrum. Het jaarlijks activiteitenverslag over 2006 zal vervolgens worden opgesteld overeenkomstig de structuur van het werkprogramma en dus de vereiste prestatie-indicatoren en prestatiebeoordeling op basis van kwantificeerbare gegevens bevatten.

9.

Er is een applicatie voor inventarisbeheer aangeschaft, die momenteel wordt geconfigureerd en geïnstalleerd. Een inventarisering staat voor het laatste kwartaal van het jaar op het programma, zodra de applicatie is geïnstalleerd en de voorbereidende werkzaamheden zijn afgerond.

10.

In februari 2006 werden de financiële werkstromen veranderd om de interne controle op verrichtingen te verbeteren en te voldoen aan de vereisten van het financieel reglement. Bovengenoemde wijzigingen zijn gedocumenteerd in een aantal door de directeur ondertekende instructieve nota’s, na overleg met de rekenplichtige en de interne controleur van het Centrum. De nieuwe werkstromen werden getest in een proef-SI2-omgeving en de validering van de test is gedocumenteerd.

11.

Aangezien de personeelsformatie van het Centrum in slechts 37 posten voorziet, is het erg moeilijk en in een aantal gevallen onmogelijk om selectiecomités te vormen met medewerkers die ten minste dezelfde rang hebben als die van de vacature.

12.

Het Centrum zal zich inspannen om de helderheid van de in de openbare inschrijving opgenomen informatie te verbeteren en de methode van de beste verhouding tussen kwaliteit en prijs toe te passen, daar waar deze passend wordt geacht.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/99


VERSLAG

over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor plantenrassen betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2006/C 312/17)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Communautair Bureau voor plantenrassen (hierna het „Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad (1). De belangrijkste taken van het Bureau zijn het registreren en onderzoeken van de aanvragen tot verlening van communautaire kwekersrechten, alsmede het door de bevoegde bureaus in de lidstaten laten uitvoeren van de nodige technische onderzoeken.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 111 van Verordening (EG) nr. 2100/94 aan de Raad van bestuur van het Bureau gericht.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 (2) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 112 van Verordening (EG) nr. 2100/94 opgesteld door de voorzitter en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende voordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting van het Bureau voldoet niet aan het beginsel van evenwicht tussen de ontvangsten en de betalingskredieten. Wat de begrotingsuitvoering betreft is het zo dat de algemene bestedingsgraad van de betalingskredieten van het begrotingsjaar 85 % bedraagt. Bij die kredieten waren er annuleringen met betrekking tot de beleidsactiviteiten (9 %) en vooral de administratieve uitgaven (20 %). Een en ander wijst erop dat het Bureau de programmering van en het toezicht op zijn activiteiten moet verbeteren om het onnodig afroepen van kredieten te voorkomen.

8.

In 2005 ging de opstelling van de jaarrekening met tal van moeilijkheden gepaard, en kon de volledige rekening pas na de voorgeschreven termijn worden ingediend. Het Bureau beschikt niet over betrouwbare middelen om de gegevens van zijn systemen voor financieel beheer (begrotings- en algemene boekhouding, rassenlijst) met elkaar aan te sluiten. Deze situatie vergroot het risico van fouten in de rekeningen.

9.

Er moeten algemene uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld in verband met de werving en indeling van het personeel (3) teneinde een objectieve en transparante beoordeling van de kandidaten te garanderen. Onderzoek van de wervingsprocedures toonde aan dat de criteria ter beoordeling van de kandidaten niet vooraf werden vastgesteld.

10.

Er werden onregelmatigheden vastgesteld bij de gunning van contracten. In drie van de twaalf onderzochte evaluatieprocedures werd de leveringstermijn, die toch als criterium voor de gunning van de opdracht was gesteld, niet in aanmerking genomen bij de keuze van de te aanvaarden offerte (4). Twee raamovereenkomsten werden gesloten voor een maximale duur van vijf jaar, hoewel dit niet langer dan vier jaar mag zijn.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 227 van 1.9.1994, blz. 27.

(2)  Deze jaarrekening is opgesteld op 21 juni 2006 en op 4 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(3)  Artikel 110 van het Statuut van de ambtenaren en artikel 12, lid 5, van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden.

(4)  Artikel 117, lid 1, van de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement (voor de gedecentraliseerde organen geldt bij gunningsprocedures het algemene Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften daarbij: Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1) en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1)).


Tabel 1

Communautair Bureau voor plantenrassen (Angers)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 2100/94

Organisatie

Ter beschikking van het Bureau gestelde middelen 2005

(2004)

Geleverde producten en diensten 2005

(2004)

Vrij verkeer van goederen

De verboden of beperkingen welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom mogen geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen.

(Samenvatting van artikel 30 van het Verdrag)

Doelstelling

Toepassing van de communautaire beschermingsregeling voor kweekproducten als enige en uitsluitende vorm van communautaire bescherming van industriële eigendom met betrekking tot plantenrassen.

Taken

Besluiten tot toe- of afwijzing van aanvragen van kwekersrechten;

besluiten over bezwaren;

besluiten over beroepen;

besluiten tot nietigverklaring of vervallenverklaring van de communautaire bescherming.

1. De voorzitter heeft de leiding van het Bureau. Hij wordt door de Raad benoemd uit een lijst van kandidaten, die door de Commissie wordt voorgesteld nadat zij het advies van de Raad van bestuur heeft ingewonnen.

2. De Raad van bestuur ziet toe op de werkzaamheden van het Bureau en stelt eventueel regels op voor de werkmethoden. Hij bestaat uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat, een vertegenwoordiger van de Commissie, en voor elke vertegenwoordiger een plaatsvervanger.

3. Beslissingen in het kader van de procedure voor de verlening van communautaire rechten worden genomen door comités, die zijn samengesteld uit drie personeelsleden van het Bureau, en door de Kamer van beroep in geval van beroep.

4. Controle van de Commissie: controle van de rechtmatigheid van handelingen van de voorzitter waarvoor in het Gemeenschapsrecht niet in rechtmatigheidstoezicht door een andere instelling is voorzien, alsmede de rechtmatigheid van de handelingen van de raad van bestuur inzake de begroting van het Bureau.

5. Externe controle: Rekenkamer

6. Kwijtingverlenende instantie: Raad van bestuur.

Definitieve begroting

13,4 (11,3) miljoen euro

Personeelsbestand per 31 december

40 (38) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 40 (36) bezet,

+5 (4) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en uitzendkrachten).

Totaal aantal werknemers: 45 (40)

waarvan er:

Behandelde aanvragen: 2 734 (2 651)

Verleende rechten: 2 178 (2 178)

Geldende communautaire rechten Per 31.12.2005: 11 231 (10 191)

uitvoerende,

19 (16)

administratieve, en

20 (8)

gemengde taken vervullen.

6 (6)

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.

COMMUNAUTAIR BUREAU VOOR PLANTENRASSEN

Bron: Gegevens van het Bureau — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Beschikbare kredieten

(kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar)

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Eigen ontvangsten

13 113

8 848

Titel I

Personeel (NGK)

4 307

4 284

4 237

47

23

38

32

6

4 345

4 322

4 269

47

29

Communautaire subsidies

0

0

Andere ontvangsten

333

654

Titel II

Administratie (NGK)

3 608

2 846

2 190

630

762

705

583

122

4 313

3 551

2 773

630

884

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten (GK)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

— VK

5 531

5 320

0

0

211

0

0

0

5 531

5 320

0

0

211

— BK

4 414

0

4 002

0

412

0

0

0

4 414

0

4 002

0

412

Totaal

13 446

9 502

Totaal VK

13 446

12 450

0

677

996

743

0

128

14 189

13 193

0

677

1 124

Totaal BK

12 329

0

10 429

677

1 197

743

615

128

13 072

0

11 044

677

1 325

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Ontvangsten

7 885

Totaal (a)

7 885

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

4 226

Administratieve uitgaven

1 485

Beleidsuitgaven

3 972

Totaal (b)

9 683

Exploitatieresultaat (c = a — b)

–1 798

Overige opbrengsten (d)

367

Overige kosten (e)

0

Economisch resultaat (f = c + d — e)

–1 431


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 (2)

(1000 EUR)

 

2005

Activa

Vaste activa

3 513

Vorderingen op korte termijn

897

Kasmiddelen

19 111

Totaal

23 521

Passiva

Gecumuleerde resultaten uit vorige begrotingsjaren

17 621

Resultaat van het jaar

–1 431

Schulden op korte termijn

7 331

Totaal

23 521


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

7.

De begroting voor het jaar 2005 is opgesteld volgens het beginsel van evenwicht tussen ontvangsten en vastleggingskredieten. De begroting voor 2006 neemt het beginsel van evenwicht tussen betalingskredieten en ontvangsten in acht. De besteding van de begrote uitgaven is deels afhankelijk van conjuncturele factoren waarop het Bureau geen invloed heeft. Daarom voert het Bureau als beleid dat het altijd over een bepaalde marge beschikt om te voorkomen dat het te vaak een beroep moet doen op de begrotingsautoriteit.

8.

De door de Rekenkamer beschreven situatie is aan toeval te wijten. Het Bureau zal zodanige maatregelen treffen dat de rekeningen volledig in overeenstemming met de voorschriften en binnen de gestelde termijnen worden gepresenteerd.

9.

Het Bureau verschaft zich momenteel geautomatiseerde instrumenten waarmee het de gegevens met elkaar kan aansluiten. Ook al gebeurt dit nu nog deels handmatig, toch hebben zich tot op heden nog geen fouten voorgedaan, waarop de Rekenkamer doelde.

10.

De Commissie voert nog met de agentschappen overleg over de algemene uitvoeringsbepalingen met het oog op een spoedige vaststelling. Wat de wervingsprocedures betreft, zal het Bureau erop toezien dat de in de kennisgevingen van vacatures opgenomen beoordelingscriteria worden toegepast.

11.

Het Bureau zal de evaluatiecomités erop wijzen dat zij de genoemde criteria strikt in acht nemen. Het CBP neemt nota van de opmerkingen en zal erop toezien dat de voorgeschreven bepalingen nauwgezet worden gevolgd.


19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/106


VERSLAG

over de jaarrekening van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt betreffende het begrotingsjaar 2005, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2006/C 312/18)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1 t/m 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (hierna het „Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad (1). Het Bureau heeft tot taak de communautaire regelgeving inzake merken, tekeningen en modellen ten uitvoer te leggen, die bedrijven eenvormige bescherming verleent op het gehele grondgebied van de Unie.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2005 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 137 van Verordening (EG) nr. 40/94 aan het begrotingscomité van het Bureau gericht.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 (2) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 119 van Verordening (EG) nr. 40/94 opgesteld door de voorzitter en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig haar beleidslijnen en normen, welke berusten op internationale controlenormen die zijn aangepast aan de communautaire context. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel.

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2005 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

Wat betreft de begrotingsuitvoering bedragen de globale bestedingspercentages van de vastleggings- en betalingskredieten respectievelijk 95 en 80 %. De besteding van de begrotingsmiddelen ligt echter lager bij de administratieve uitgaven (Titel II): ongeveer 10 % van de middelen van het begrotingsjaar en van het voorgaande begrotingsjaar zijn geannuleerd en de vastleggingen van het begrotingsjaar zijn voor een derde overgedragen. Deze situatie zou het Bureau ertoe moeten aanzetten, het ramen en programmeren van zijn administratieve uitgaven te verbeteren om te voorkomen dat onnodig middelen worden gemobiliseerd.

8.

De scheiding van de functies van het initiëren en verifiëren van begrotingsverrichtingen is niet geheel verzekerd. De controles hebben immers uitgewezen dat meerdere tientallen verplichtingen alsmede meerdere honderden betalingen door eenzelfde personeelslid zijn geïnitieerd en gevalideerd.

9.

In 2005 had de Raad van bestuur nog steeds geen minimumnormen voor de interne controle vastgesteld. Verder hebben de ordonnateurs de door hen toegepaste procedures en systemen voor het beheer en de interne controle nog niet geformaliseerd. Daarom kon de rekenplichtige de systemen die hem gegevens moesten verschaffen niet valideren.

10.

Het onderzoek van een procedure voor de werving van tijdelijk personeel heeft tekortkomingen aan het licht gebracht: een formeel besluit voor de benoeming van de selectiecomités ontbrak, evenals een aanwijzing over de uiterste datum voor de indiening van sollicitaties, bevorderingsschalen werden stelselmatig niet gebruikt, van de vergaderingen van het selectiecomité werden geen notulen opgemaakt, en er werden twee kandidaten aangesteld, terwijl volgens de kennisgeving van de vacature slechts één personeelslid werd geworven.

11.

De controles op het plaatsen van opdrachten en het beheer van de contracten hebben anomalieën aan het licht gebracht: gebrek aan nauwkeurigheid in de aankondigingen van de opdrachten wat betreft het voorwerp van de gepubliceerde contracten (werken of leveringen) (3), ontbreken van een toereikende motivering waarom bij de verlenging van een opdracht (4) werd overgegaan tot gunning via onderhandelingen, onvolledige documentatie over de procedure of onjuiste toepassing van de selectie- en evaluatiecriteria die in de aankondiging waren bepaald (5), sluiting van vier specifieke contracten voor een looptijd die elf maanden later verstreek dan die van de overeenkomstige kadercontracten.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 28 september 2006.

Voor de Rekenkamer

Hubert WEBER

President


(1)  PB L 11 van 14.1.1994, blz. 1.

(2)  Deze jaarrekening is op 28 februari 2006 opgesteld en op 5 juli 2006 bij de Rekenkamer ingekomen.

(3)  Eén ontdekt geval.

(4)  Bedrag van de uitbreiding: 2 miljoen euro.

(5)  Dit was bij vier opdrachten het geval.


Tabel 1

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (Alicante)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 40/94

Organisatie

Ter beschikking van het Bureau gestelde middelen (2004)

Geleverde producten en diensten 2005

Vrij verkeer van goederen

De verboden of beperkingen welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom mogen geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen.

(Samenvatting van artikel 30 van het Verdrag)

De beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Gemeenschap zijn verboden ten aanzien van de onderdanen der lidstaten die in een ander land van de Gemeenschap zijn gevestigd dan dat, waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht.

(Samenvatting van artikel 49 van het Verdrag)

Doelstelling

Toepassing van de communautaire wetgeving inzake merken, tekeningen en modellen, die bedrijven het recht verschaft, eenvormige bescherming te verwerven op het gehele grondgebied van de Unie.

Taken

Ontvangst en indiening van verzoeken om inschrijving

Onderzoek van de voorwaarden voor indiening, en van de verenigbaarheid met de communautaire wetgeving

Recherche bij de diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten inzake het bestaan van oudere nationale merken

Publicatie van aanvragen

Onderzoek van de (eventuele) oppositie van derden

Inschrijving of afwijzing van de aanvraag

Onderzoek van vorderingen tot vervallen- of nietigverklaring

Behandeling van tegen beslissing ingesteld beroep

1. Raad van bestuur

Samenstelling

Een vertegenwoordiger van elk der lidstaten,

een vertegenwoordiger van de Commissie.

Taak

Dient de voorzitter van advies over aangelegenheden die onder de bevoegdheden van het Bureau vallen,

stelt de lijsten met kandidaten op (artikel 120: voorzitter, ondervoorzitters, voorzitters en leden van de kamers van beroep).

2. Voorzitter van het Bureau

Benoemd door de Raad aan de hand van een door de Raad van bestuur opgestelde lijst van ten hoogste drie kandidaten.

3. Begrotingscomité

Samenstelling

Een vertegenwoordiger van elk der lidstaten en een vertegenwoordiger van de Commissie, alsmede hun plaatsvervangers.

Taak

Stelt de begroting en het financieel reglement vast, verleent de voorzitter kwijting, stelt de prijs van de rechercheverslagen vast.

4. Beslissingen in het kader van de procedures

Worden genomen door:

a)

de onderzoekers;

b)

de oppositieafdelingen;

c)

de afdeling merkenadministratie en juridische aangelegenheden;

d)

de nietigheidsafdelingen;

e)

de kamers van beroep.

5. Externe controle

Rekenkamer

6. Kwijtingverlenende autoriteit

Het Begrotingscomité van het Bureau

Definitieve begroting 2005

218 (177) miljoen euro, waarvan 0 % (0 %) communautaire subsidie.

Personeelsbestand per 31 december 2005

675 (675) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 611 (648) bezet

+78 (41) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en uitzendkrachten).

Totaal aantal werknemers: 689 (689)

waarvan er:

548 (524) uitvoerende en

141 (165) administratieve taken vervullen.

Merken

Aantal aanvragen: 64 112

Aantal inschrijvingen: 60 570

Aantal ingestelde opposities: 17 216

waarvan 12 856 afgehandeld.

Beroep ingesteld bij de kamers van beroep: 1 505

Gemiddelde afhandelingstermijn van een inschrijving (zonder oppositie en beroep):

tot en met publicatie: 10 maanden,

van publicatie tot inschrijving: 11 maanden.

Modellen en tekeningen

Ontvangen tekeningen: 63 700

Ingeschreven tekeningen: 67 887

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt

Bron: Gegevens van het Bureau — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt.

Tabel 2

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Eigen ontvangsten

133 533

157 600

Titel I

Personeel

58 165

57 072

55 680

995

1 491

1 001

669

332

59 166

58 073

56 349

995

1 823

Andere ontvangsten

404

905

Titel II

Administratie

32 477

29 352

19 658

9 685

3 134

8 890

7 894

996

41 367

38 242

27 552

9 685

4 130

Rente

3 100

4 387

Titel III

Beleidsactiviteiten

38 669

36 884

22 613

14 226

1 829

16 323

16 198

125

54 992

53 207

38 811

14 226

1 954

Saldo van het vorige begrotingsjaar

81 353

90 171

Titel X

Reserve

89 079

0

0

0

89 079

0

0

0

89 079

0

0

0

89 079

Totaal

218 390

253 063

Totaal

218 390

123 308

97 951

24 906

95 533

26 214

24 761

1 453

244 604

149 522

122 712

24 906

96 986


Tabel 3

Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2005 (1)

(1000 EUR)

 

2005

Exploitatieontvangsten

Eigen ontvangsten

156 944

Overige subsidies/ontvangsten

823

Totaal (a)

157 767

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

56 278

Administratieve uitgaven

28 610

Beleidsuitgaven

35 850

Totaal (b)

120 738

Exploitatieresultaat (c = a — b)

37 029

Overige opbrengsten (d)

4 451

Overige kosten (e)

38

Economisch resultaat (f = c + d — e)

41 442


Tabel 4

Balans per 31 december 2005 en 31 december 2004 (2)

(1000 EUR)

 

2005

2004

Activa

Vaste activa

27 456

28 125

Vorderingen

2 196

3 233

Kasmiddelen

208 020

156 638

Totaal

237 672

187 996

Passiva

Gecumuleerd overschot/tekort

132 575

132 575

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

41 442

0

Schulden op lange termijn

613

784

Schulden op korte termijn

63 042

54 637

Totaal

237 672

187 996


(1)  De gegevens over het begrotingsjaar 2004 zijn niet weergegeven omdat zij, vanwege wijzigingen in de toegepaste boekhoudmethoden, niet vergelijkbaar zijn met die over het begrotingsjaar 2005.

(2)  Om de gegevens over het begrotingsjaar 2004 vergelijkbaar te maken met die over het begrotingsjaar 2005, zijn ze opnieuw bewerkt.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

7.

Het Bureau continueert zijn inspanningen tot verbetering van het beheer van zijn begrotingskredieten. Het Bureau slaagde er voor de begroting in haar geheel in om het aantal annuleringen van overgedragen kredieten te reduceren (het betreft hier een daling van 10 % in 2004 naar 6 % in 2005).

8.

Overeenkomstig de opmerking van de Rekenkamer heeft het Bureau in 2006 procedures ingevoerd om het aantal gevallen terug te brengen waarin een begrotingsverrichting wordt uitgevoerd door een en dezelfde persoon, in zijn functie van lijnchef en van ordonnateur.

9.

Het begrotingscomité heeft de normen voor interne controle bij besluit van 5 mei 2006 vastgesteld. Het Bureau zal alle noodzakelijke maatregelen treffen om deze normen ten uitvoer te leggen.

10.

Overeenkomstig de opmerking van de Rekenkamer zal het Bureau de noodzakelijke maatregelen treffen om zijn wervingsprocedures te versterken door de formalisering en documentering hiervan te verbeteren.

11.

Overeenkomstig de opmerking van de Rekenkamer zal het Bureau de noodzakelijke maatregelen treffen om de aan het licht gebrachte gebreken te corrigeren door zijn procedures op dit gebied beter te formaliseren en te documenteren.


Rectificaties

19.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 312/112


RECTIFICATIES

Rectificatie van de bekendmaking van de definitieve rekeningen betreffende het begrotingsjaar 2005 van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

( Publicatieblad van de Europese Unie nr. C 266 van 31 oktober 2006 )

(2006/C 312/19)

De op 31 oktober 2006 op bladzijden 11 en 12 van het Publicatieblad van de Europese Unie nr. C 266 bekendgemaakte financiële tabellen 1 en 2 betreffende het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart worden vervangen door de volgende:

Bron: Gegevens van het Agentschap — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.”

„Tabel 1

Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2005

(1000 EUR)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

Beschikbare kredieten

(kredieten van het begrotingsjaar en het vorige begrotingsjaar)

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

22 138

18 930

Titel I

Personeel

16 192

13 968

13 754

214

2 224

314

212

102

16 506

14 282

13 966

214

2 326

Eigen ontvangsten

8 000

8 569

Titel II

Administratie

3 691

3 428

2 646

782

263

810

732

78

4 501

4 238

3 378

782

341

Andere ontvangsten

1 443

1 472

Titel III

Beleidsactiviteiten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VK

20 098

13 865

0

0

6 233

0

0

0

20 098

13 865

0

0

6 233

BK

11 698

0

4 656

5 611

1 431

264

237

27

11 962

0

4 893

5 611

1 458

Totaal

31 581

28 971

Totaal VK

39 981

31 261

0

996

8 720

1 124

944

180

41 105

32 385

0

996

8 900

Totaal BK

31 581

0

21 056

6 607

3 918

1 388

1 181

207

32 969

0

22 237

6 607

4 125

VK: vastleggingskredieten, BK: betalingskredieten.


Tabel 2

Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2005 en 2004

(1000 EUR)

 

2005

2004

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

17 416

7 777

Overige subsidies/ontvangsten

13 053

601

Totaal (a)

30 469

8 378

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

13 636

5 557

Administratieve uitgaven

4 016

1 521

Beleidsuitgaven

11 660

2 081

Totaal (b)

29 312

9 159

Exploitatieresultaat (c = a – b)

1 157

– 781

Overige opbrengsten (d)

41

0

Overige kosten (e)

–14

–1

Economisch resultaat (f = c + d + e)

1 184

– 782


  翻译: