31.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 84/33 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 21 mei 2008
inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2009/302/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003 houdende machtiging van de Commissie om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met Pakistan onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
Onder voorbehoud van mogelijke sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst waarover de Commissie heeft onderhandeld, te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast, |
BESLUIT:
Artikel 1
De ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van het besluit van de Raad tot sluiting van die overeenkomst.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
Onder voorbehoud van sluiting wordt de voorzitter van de Raad gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) namens de Europese Gemeenschap de overeenkomst te ondertekenen.
Artikel 3
In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst wordt ze toegepast vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.
Artikel 4
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de in artikel 8, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 21 mei 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
M. ZVER
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
enerzijds, en
DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK PAKISTAN (hierna „Pakistan” genoemd),
anderzijds,
(hierna de „partijen” genoemd)
VASTSTELLEND dat sommige bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan in overeenstemming moeten worden gebracht met de Gemeenschapswetgeving,
VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die mogelijk zijn opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,
VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvervoerders overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap het recht hebben gekregen op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen die lidstaat en derde landen,
GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de in bijlage III vermelde vier Europese landen, waarbij onderdanen van deze landen de mogelijkheid krijgen eigendom te verwerven in luchtvervoerders die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap,
ERKENNENDE dat alle aspecten van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan in overeenstemming moeten zijn met de wetten van de partijen teneinde een solide rechtsgrondslag voor luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan tot stand te brengen en de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te behouden,
VASTSTELLEND dat deze overeenkomst geen gevolgen dient te hebben voor de bepalingen van de bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan die niet strijdig zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap en Pakistan,
ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die i) luchtvaartmaatschappijen verplichten of aanzetten tot overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de mededinging op de relevante routes wordt verhinderd, beperkt of vervalst, of ii) de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken, of iii) waarbij de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen op de relevante routes verhinderen, beperken of verstoren, wordt toevertrouwd aan luchtvaartmaatschappijen of andere particuliere economische operatoren, de doeltreffendheid in het gedrang brengen van de op ondernemingen toepasselijke mededingingsregels,
VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan er in het kader van deze overeenkomst niet naar streven het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan te verhogen, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvervoerders en luchtvervoerders uit de Islamitische Republiek Pakistan te wijzigen, noch om wijzigingen aan te brengen in de bepalingen van bestaande bilaterale luchtdienstovereenkomsten inzake verkeersrechten,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Algemene bepalingen
1. In deze overeenkomst wordt onder „lidstaten” de lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan.
2. Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.
3. Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.
Artikel 2
Aanwijzing door een lidstaat
1. De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van luchtvervoerders door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door de Islamitische Republiek Pakistan aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder.
2. Bij ontvangst van een aanwijzing door een lidstaat van de Europese Gemeenschap verstrekt de Islamitische Republiek Pakistan de passende vergunningen en machtigingen met zo weinig mogelijk procedurele vertraging, wanneer:
i) |
de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht, en |
ii) |
de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator's Certificate op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld, en |
iii) |
de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder, en |
iv) |
de hoofdzetel van de luchtvervoerder gevestigd is op het grondgebied van de lidstaat die de geldige exploitatievergunning voor die luchtvervoerder heeft afgegeven. |
3. De Islamitische Republiek Pakistan mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken wanneer:
i) |
de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning van een lidstaat overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht, of |
ii) |
de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator's Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, of wanneer de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld, of |
iii) |
de luchtvervoerder niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder, of |
iv) |
de hoofdzetel van de luchtvervoerder niet gevestigd is op het grondgebied van de lidstaat die de geldige exploitatievergunning voor die luchtvervoerder heeft afgegeven, of |
v) |
de luchtvervoerder reeds over een exploitatievergunning beschikt krachtens een bilaterale overeenkomst tussen de Islamitische Republiek Pakistan en een andere lidstaat en de luchtvervoerder, door krachtens de onderhavige overeenkomst verkeersrechten uit te oefenen op een traject dat een punt in die andere lidstaat omvat, de krachtens die andere overeenkomst opgelegde beperkingen van de verkeersrechten omzeilt, of |
vi) |
de luchtvervoerder houder is van een Air Operator's Certificate en een exploitatievergunning die zijn afgegeven door een lidstaat waarmee de Islamitische Republiek Pakistan geen bilaterale overeenkomst voor luchtdiensten heeft gesloten en wanneer die lidstaat verkeersrechten of aanverwante commerciële mogelijkheden heeft geweigerd aan een luchtvervoerder met een door de Islamitische Republiek Pakistan is afgegeven vergunning. |
4. Bij de uitoefening van de rechten die haar krachtens lid 3 zijn verleend, mag de Islamitische Republiek Pakistan geen onderscheid maken tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit, voor zover ze aan de bovenvermelde eisen voldoet.
Artikel 3
Veiligheid
1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de desbetreffende bepalingen in de in bijlage II, onder c), vermelde artikelen.
2. Wanneer een lidstaat een luchtvervoerder heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van de Islamitische Republiek Pakistan uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en de Islamitische Republiek Pakistan zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.
Artikel 4
Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap
1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder d), vermelde artikelen.
2. De tarieven die de luchtvervoerder(s) welke door de Islamitische Republiek Pakistan is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage I vermelde overeenkomst die een in bijlage II, onder d), vermelde bepaling bevat, in rekening brengen voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, zijn onderhevig aan de Europese Gemeenschapswetgeving. De wetgeving van de Europese Gemeenschap wordt op niet-discriminerende wijze toegepast.
Artikel 5
Verenigbaarheid met de mededingingsregels
1. Onverminderd andersluidende bepalingen mag niets in de in bijlage I vermelde overeenkomsten i) aanzetten tot overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken, ii) de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken, of iii) de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken, toevertrouwen aan particuliere economische operatoren.
2. De bepalingen in de in bijlage I vermelde overeenkomsten die niet verenigbaar zijn met lid 1 van dit artikel worden niet toegepast.
Artikel 6
Bijlagen bij de overeenkomst
De bijlagen bij deze overeenkomst maken integrerend deel uit van de overeenkomst.
Artikel 7
Herziening of wijziging
De overeenkomstsluitende partijen mogen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming wijzigen. Elke partij mag op elk ogenblik verzoeken deze overeenkomst met wederzijdse instemming te wijzigen of te herzien; de andere partij moet uiterlijk 60 (zestig) dagen na dat verzoek antwoord geven.
Artikel 8
Inwerkingtreding en voorlopige toepassing
1. Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 stemmen de partijen ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.
3. Overeenkomsten en andere regelingen tussen lidstaten en de Islamitische Republiek Pakistan die op de datum van ondertekening van deze overeenkomst nog niet in werking zijn getreden en niet voorlopig worden toegepast, zijn vermeld in bijlage I, onder b). Zodra deze overeenkomsten en regelingen in werking treden of voorlopig worden toegepast, vallen ze onder de onderhavige overeenkomst.
Artikel 9
Beëindiging
1. Wanneer een in bijlage vermelde overeenkomst wordt beëindigd, worden ook alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage I vermelde overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.
2. Wanneer alle in bijlage I vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Brussel in tweevoud, op de vierentwintigste februari tweeduizend negen in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal.
За Европейската общност
Por la Comunidad Europea
Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft
Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community
Pour la Communauté européenne
Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā
Europos bendrijos vardu
Az Európai Közösség részéről
Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap
W imieniu Wspólnoty Europejskiej
Pela Comunidade Europeia
Pentru Comunitatea Europeană
Za Európske spoločenstvo
Za Evropsko skupnost
Euroopan yhteisön puolesta
För Europeiska gemenskapen
За Ислямска република Пакистан
Por la República Islámica de Pakistán
Za Pákistánskou islámskou republiku
For Den Islamiske Republik Pakistan
Für die Islamische Republik Pakistan
Pakistani Islamivabariigi nimel
Για την Ισλαμική Δημοκρατία του Πακιστάν
For the Islamic Republic of Pakistan
Pour la République islamique du Pakistan
Per la Repubblica islamica del Pakistan
Pakistānas Islāma Republikas vārdā
Pakistano Islamo Respublikos vardu
A Pakisztáni Iszlám Köztársaság részéről
Għar-Repubblika Iżlamika tal-Pakistan
Voor de Islamitische Republiek Pakistan
W imieniu Islamskiej Republiki Pakistanu
Pela República Islâmica do Paquistão
Pentru Republica Islamică Pakistan
Za Pakistanskú islamskú republiku
Za Islamsko republiko Pakistan
Pakistanin islamilaisen tasavallan puolesta
För Islamiska republiken Pakistan
BIJLAGE I
Voorlopige lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst
a) |
Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de Islamitische Republiek Pakistan en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast:
|
b) |
Geparafeerde of ondertekende overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen de Islamitische Republiek Pakistan en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, nog niet zijn van kracht geworden en niet voorlopig worden toegepast:
|
BIJLAGE II
Voorlopige lijst van artikelen die zijn opgenomen in de in bijlage I vermelde overeenkomsten en waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 4 van deze overeenkomst
a) |
Aanwijzing door een lidstaat:
|
b) |
Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen of machtigingen:
|
c) |
Veiligheid:
|
d) |
Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap:
|
BIJLAGE III
Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst
a) |
De Republiek IJsland (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
b) |
Het Vorstendom Liechtenstein (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
c) |
Het Koninkrijk Noorwegen (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
d) |
De Zwitserse Bondsstaat (krachtens de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat). |