ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
48e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
||
|
|
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 434/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 17 maart 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
114,9 |
204 |
75,5 |
|
212 |
127,0 |
|
624 |
129,4 |
|
999 |
111,7 |
|
0707 00 05 |
052 |
142,4 |
068 |
170,0 |
|
204 |
94,0 |
|
999 |
135,5 |
|
0709 10 00 |
220 |
14,9 |
999 |
14,9 |
|
0709 90 70 |
052 |
146,4 |
204 |
63,8 |
|
999 |
105,1 |
|
0805 10 20 |
052 |
56,2 |
204 |
49,6 |
|
212 |
58,3 |
|
220 |
51,6 |
|
400 |
56,1 |
|
421 |
35,9 |
|
624 |
59,4 |
|
999 |
52,4 |
|
0805 50 10 |
052 |
68,0 |
400 |
74,3 |
|
624 |
57,4 |
|
999 |
66,6 |
|
0808 10 80 |
388 |
65,2 |
400 |
97,7 |
|
404 |
74,8 |
|
508 |
62,7 |
|
512 |
78,0 |
|
528 |
65,9 |
|
720 |
71,6 |
|
999 |
73,7 |
|
0808 20 50 |
052 |
157,0 |
388 |
64,7 |
|
400 |
92,6 |
|
512 |
51,5 |
|
528 |
56,1 |
|
720 |
38,6 |
|
999 |
76,8 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 435/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling van een verlagingscoëfficiënt voor de afgifte van restitutiecertificaten voor goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen, zoals bedoeld in artikel 8, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), en met name op artikel 8, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit de mededelingen die de lidstaten overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 hebben gedaan, blijkt dat in totaal voor 178 002 906 EUR restitutiecertificaten zijn aangevraagd, terwijl slechts 68 116 869 EUR beschikbaar is, zoals vastgesteld in artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1520/2000. |
(2) |
Daarom wordt een verlagingscoëfficiënt berekend op basis van artikel 8, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 1520/2000. Deze coëfficiënt dient te worden toegepast op de bedragen die middels een restitutiecertificaat voor de periode vanaf 1 april 2005 zijn aangevraagd, zoals vastgesteld in artikel 8, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1520/2000, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Op de bedragen waarvoor restitutiecertificaten voor de periode vanaf 1 april 2005 zijn aangevraagd, wordt een verlagingscoëfficiënt van 0,618 toegepast.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vice-voorzitter
(1) PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).
(2) PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 886/2004 (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 14).
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/4 |
VERORDENING (EG) Nr. 436/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 796/2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (1), en met name op artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie (2) zijn bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgesteld die onder meer de controle op het gehalte aan tetrahydrocannabinol van geteelde hennep betreffen. |
(2) |
De lidstaten hebben overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Verordening (EG) nr. 796/2004 de resultaten meegedeeld van de metingen die zijn uitgevoerd om het gehalte aan tetrahydrocannabinol van de in 2004 ingezaaide henneprassen te bepalen. Met die resultaten moet rekening worden gehouden bij de opstelling van de lijst van de henneprassen die in de komende verkoopseizoenen in aanmerking komen voor de oppervlaktegebonden steunregelingen, en van de lijst van de alleen voor het verkoopseizoen 2005/2006 toegestane rassen. Voor sommige van deze laatste rassen moet toepassing van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 796/2004 vastgestelde procedure B worden voorgeschreven. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 796/2004 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 796/2004 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 2005/2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2005 van de Commissie (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 15).
(2) PB L 141 van 30.4.2004, blz. 18. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 239/2005 (PB L 42 van 12.2.2005, blz. 3).
BIJLAGE
„BIJLAGE II
VEZELHENNEPRASSEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR RECHTSTREEKSE BETALINGEN
a) |
Vezelhenneprassen
|
b) |
Voor het verkoopseizoen 2005/2006 toegestane vezelhenneprassen
|
(1) Voor het verkoopseizoen 2005/2006 geldt de in bijlage I vastgestelde procedure B.
(2) Alleen in Polen zoals toegestaan bij Beschikking 2004/297/EG van de Commissie (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 66).
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 437/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling, voor de sector suiker, van de vanaf 18 maart 2005 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 24, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 1422/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 785/68 (2) is bepaald dat de cif-invoerprijs voor melasse, vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 785/68 van de Commissie (3), als „representatieve prijs” wordt aangemerkt. Deze prijs geldt voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 785/68. |
(2) |
Voor de vaststelling van de representatieve prijs moet rekening worden gehouden met alle in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 785/68 genoemde inlichtingen, behalve in de in artikel 4 van die verordening genoemde gevallen. In voorkomend geval, mag deze vaststelling plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 785/68 aangegeven werkwijze. |
(3) |
Voor andere kwaliteiten dan de standaardkwaliteit moeten de prijzen naar gelang van de kwaliteit van de aangeboden melasse overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 785/68 worden verhoogd of verlaagd. |
(4) |
Op grond van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 785/68 kan een representatieve prijs bij uitzondering voor een beperkte tijd ongewijzigd gehandhaafd worden wanneer de Commissie geen kennis meer heeft kunnen nemen van de aanbiedingsprijs waarvan is uitgegaan voor de vorige vaststelling van de representatieve prijs, en wanneer de beschikbare aanbiedingsprijzen die niet voldoende representatief lijken te zijn voor de werkelijke markttendens, plotseling aanzienlijke wijzigingen van de representatieve prijs teweeg zouden brengen. |
(5) |
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 1, lid 2, en artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1422/95. |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1422/95 bedoelde producten worden vastgesteld in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 141 van 24.6.1995, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 79/2003 (PB L 13 van 18.1.2003, blz. 4).
(3) PB 145 van 27.6.1968, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1422/1995.
BIJLAGE
Vaststelling, voor de sector suiker, van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor melasse van toepassing vanaf 18 maart 2005
(EUR) |
|||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product |
Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product |
Toe te passen recht bij invoer als gevolg van schorsing van de invoerrechten, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, per 100 kg netto van het betrokken product (1) |
1703 10 00 (2) |
10,32 |
— |
0 |
1703 90 00 (2) |
10,84 |
— |
0 |
(1) Dit bedrag vervangt, overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, het voor deze producten vastgestelde bedrag van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.
(2) Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 785/68.
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 438/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), inzonderheid op artikel 27, lid 5, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder a), van die verordening genoemde producten en de prijzen voor deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer. |
(2) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1260/2001 moeten de restituties voor witte suiker en ruwe suiker, welke niet gedenatureerd en in onveranderde vorm uitgevoerd zijn, vastgesteld worden rekening houdend met de toestand op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt voor suiker, en vooral met de in artikel 28 van genoemde verordening bedoelde prijs- en kostenelementen. Volgens dit artikel moet eveneens met het economische aspect van de voorgenomen uitvoertransactie rekening worden gehouden. |
(3) |
Voor ruwe suiker moet de restitutie vastgesteld worden voor de standaardkwaliteit die bepaald is in bijlage I, punt II, van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Deze restitutie werd bovendien vastgesteld overeenkomstig artikel 28, lid 4, van deze verordening. Kandijsuiker werd omschreven in Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2). Het aldus berekende restitutiebedrag voor gearomatiseerde suiker en suiker waaraan kleurstoffen zijn toegevoegd, moet gelden voor de hoeveelheid sacharose in de betreffende suiker en bijgevolg worden vastgesteld per percent sacharosegehalte. |
(4) |
In bijzondere gevallen kan het bedrag van de restitutie worden vastgesteld bij besluiten van verschillende aard. |
(5) |
De restitutie moet elke twee weken worden vastgesteld. De restitutie kan tussentijds gewijzigd worden. |
(6) |
Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten naar bestemming variëren indien dat vanwege de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is. |
(7) |
De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker uit de westelijke Balkanlanden sedert begin 2001 en de uitvoer van suiker uit de Gemeenschap naar die landen lijken grotendeels kunstmatig te zijn. |
(8) |
Ter voorkoming van misbruiken waarbij producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is toegekend, weer in de Gemeenschap worden ingevoerd, mag voor geen van de westelijke Balkanlanden een restitutie worden vastgesteld voor de in deze verordening bedoelde producten. |
(9) |
Op grond van bovenstaande overwegingen en van de huidige situatie van de suikermarkt, en met name van de noteringen of prijzen van suiker in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, dienen de restituties op een passend niveau te worden vastgesteld. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De restituties bij de uitvoer in onveranderde vorm van de in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten, welke niet gedenatureerd zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de bedragen aangegeven in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.
BIJLAGE
RESTITUTIES BIJ UITVOER VAN WITTE SUIKER EN RUWE SUIKER IN ONVERANDERDE VORM VAN TOEPASSING VANAF 18 MAART 2005 (1)
Productcode |
Bestemming |
Meeteenheid |
Restitutiebedrag |
|||
1701 11 90 9100 |
S00 |
EUR/100 kg |
33,80 (2) |
|||
1701 11 90 9910 |
S00 |
EUR/100 kg |
32,43 (2) |
|||
1701 12 90 9100 |
S00 |
EUR/100 kg |
33,80 (2) |
|||
1701 12 90 9910 |
S00 |
EUR/100 kg |
32,43 (2) |
|||
1701 91 00 9000 |
S00 |
EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product |
0,3675 |
|||
1701 99 10 9100 |
S00 |
EUR/100 kg |
36,75 |
|||
1701 99 10 9910 |
S00 |
EUR/100 kg |
35,26 |
|||
1701 99 10 9950 |
S00 |
EUR/100 kg |
35,26 |
|||
1701 99 90 9100 |
S00 |
EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product |
0,3675 |
|||
NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1). De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
|
(1) De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).
(2) Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 439/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 21e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1327/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1327/2004 van de Commissie van 19 juli 2004 inzake een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2004/2005 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker (2) worden deelinschrijvingen gehouden voor de uitvoer naar bepaalde derde landen van deze suiker. |
(2) |
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1327/2004, naar gelang van het geval, wordt een maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld voor de betrokken deelinschrijving, waarbij met name rekening wordt gehouden met de situatie en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt in de Gemeenschap en daarbuiten. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 21e deelinschrijving voor witte suiker, gehouden krachtens Verordening (EG) nr. 1327/2004, wordt het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld op 38,396 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 246 van 20.7.2004, blz. 23. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1685/2004 (PB L 303 van 30.9.2004, blz. 21).
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/11 |
VERORDENING (EG) Nr. 440/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor granen en meel, gries en griesmeel van tarwe of van rogge
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer. |
(2) |
De restituties moeten worden vastgesteld met inachtneming van de elementen als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2). |
(3) |
Voor meel, gries en griesmeel van tarwe of van rogge moet de restitutie worden berekend met inachtneming van de hoeveelheid granen benodigd voor de vervaardiging van de betreffende producten. Deze hoeveelheden zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1501/95. |
(4) |
De situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten voor sommige producten kunnen een differentiatie van de restitutie naar bestemming nodig maken. |
(5) |
De restitutie moet eenmaal per maand worden vastgesteld. Zij kan tussentijds worden gewijzigd. |
(6) |
De toepassing van deze regelen op de huidige situatie in de sector granen en met name op de noteringen of prijzen van deze producten in de Gemeenschap en op de wereldmarkt voert tot het vaststellen van de bedragen van de restitutie zoals vermeld in de bijlage. |
(7) |
Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat van de in artikel 1, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten, met uitzondering van mout, worden op de in de bijlage aangegeven bedragen vastgesteld.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1431/2003 (PB L 203 van 12.8.2003, blz. 16).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 17 maart 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor granen en meel, gries en griesmeel van tarwe of van rogge
Productcode |
Bestemming |
Meeteenheid |
Bedrag van de restitutie |
|||
1001 10 00 9200 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1001 10 00 9400 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1001 90 91 9000 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1001 90 99 9000 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1002 00 00 9000 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1003 00 10 9000 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1003 00 90 9000 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1004 00 00 9200 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1004 00 00 9400 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1005 10 90 9000 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1005 90 00 9000 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1007 00 90 9000 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1008 20 00 9000 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1101 00 11 9000 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1101 00 15 9100 |
C01 |
EUR/t |
12,25 |
|||
1101 00 15 9130 |
C01 |
EUR/t |
11,44 |
|||
1101 00 15 9150 |
C01 |
EUR/t |
10,55 |
|||
1101 00 15 9170 |
C01 |
EUR/t |
9,74 |
|||
1101 00 15 9180 |
C01 |
EUR/t |
9,12 |
|||
1101 00 15 9190 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1101 00 90 9000 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1102 10 00 9500 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1102 10 00 9700 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1102 10 00 9900 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1103 11 10 9200 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1103 11 10 9400 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1103 11 10 9900 |
— |
EUR/t |
— |
|||
1103 11 90 9200 |
A00 |
EUR/t |
0 |
|||
1103 11 90 9800 |
— |
EUR/t |
— |
|||
NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.
|
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/13 |
VERORDENING (EG) Nr. 441/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
betreffende de offertes voor de uitvoer van gerst die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1757/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1757/2004 van de Commissie (2) is een inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen opengesteld. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie op grond van de meegedeelde offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan. |
(3) |
Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes van 11 tot en met 17 maart 2005 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1757/2004 bedoelde inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 313 van 12.10.2004, blz. 10.
(3) PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/14 |
VERORDENING (EG) Nr. 442/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van haver in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1565/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 7,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2), en met name op artikel 4,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1565/2004 van de Commissie van 3 september 2004 betreffende een bijzondere interventiemaatregel voor haver in Finland en Zweden voor het verkoopseizoen 2004-2005 voa het verkoopseizoen 2004-2005 (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Er is een openbare inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer uit Finland en Zweden van in die landen geproduceerd haver naar alle derde landen, met uitzondering van Bulgarije, Noorwegen, Roemenië en Zwitserland, opengesteld bij Verordening (EG) nr. 1565/2004. |
(2) |
Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de offertes die van 11 tot en met 17 maart 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1565/2004 werden meegedeeld, wordt de maximumrestitutie bij uitvoer van haver vastgesteld op 33,95 EUR/t.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1431/2003 (PB L 203 van 12.8.2003, blz. 16).
(3) PB L 285 van 4.9.2004, blz. 3.
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/15 |
VERORDENING (EG) Nr. 443/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van zachte tarwe in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 115/2005
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 115/2005 van de Commissie (2) is een openbare inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe naar bepaalde derde landen opengesteld. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie, op grond van de meegedeelde offertes, besluiten een maximumrestitutie bij uitvoer vast te stellen, daarbij rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 bedoelde criteria. In dat geval wordt gegund aan de inschrijver(s) wiens (wier) offerte niet hoger is dan de vastgestelde maximumrestitutie. |
(3) |
De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer. |
(4) |
Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de offertes die van 11 tot en met 17 maart 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 115/2005 werden meegedeeld, wordt de maximumrestitutie bij uitvoer van zachte tarwe vastgesteld op 8,94 EUR/t.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 24 van 27.1.2005, blz. 3.
(3) PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/16 |
VERORDENING (EG) Nr. 444/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van sorgho in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2275/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 12, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Een inschrijving voor de maximumverlaging van het recht bij invoer, van sorgho, van herkomst uit derde landen, in Spanje is opengesteld bij Verordening (EG) nr. 2275/2004 van de Commissie (2). |
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (3), kan de Commissie volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 besluiten een maximumverlaging van het recht bij invoer vast te stellen. Bij deze vaststelling moet met name rekening worden gehouden met de in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 genoemde criteria. Er wordt gegund aan elke inschrijver wiens offerte ten hoogste gelijk is aan de maximumverlaging van het recht bij invoer. |
(3) |
De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer op het in artikel 1 vermelde bedrag. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de offertes die van 11 tot en met 17 maart 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2275/2004 worden meegedeeld, wordt de maximumverlaging van het recht bij invoer van sorgho vastgesteld op 19,33 EUR/t voor een globale maximumhoeveelheid van 23 150 t.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 396 van 31.12.2004, blz. 32.
(3) PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/17 |
VERORDENING (EG) Nr. 445/2005 VAN DE COMMISSIE
van 17 maart 2005
tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2277/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 12, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Er is een inschrijving voor de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in Spanje, van herkomst uit derde landen, opengesteld bij Verordening (EG) nr. 2277/2004 van de Commissie (2). |
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (3), kan de Commissie volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 besluiten een maximumverlaging van het recht bij invoer vast te stellen. Bij deze vaststelling moet met name rekening worden gehouden met de in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 genoemde criteria. Gegund wordt aan elke inschrijver wiens offerte ten hoogste gelijk is aan de maximumverlaging van het recht bij invoer. |
(3) |
De toepassing van de boven bedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer op het in artikel 1 vermelde bedrag. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de offertes die van 11 tot en met 17 maart 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2277/2004 worden meegedeeld, wordt de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs vastgesteld op 21,89 EUR/t voor een globale maximumhoeveelheid van 6 000 t.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 maart 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 396 van 31.12.2004, blz. 35.
(3) PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Raad
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/18 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 21 februari 2005
betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een bilaterale overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus houdende wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten
(2005/228/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste zin,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Commissie heeft namens de Gemeenschap onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst tot verlenging met een jaar van de bestaande overeenkomst inzake de handel in textielproducten met de Republiek Belarus en de protocollen bij die overeenkomst, waarbij de kwantitatieve maxima worden aangepast om rekening te houden met de jaarlijkse groeicijfers en de vraag van Belarus betreffende sommige categorieën. Deze overeenkomst dient vanaf 1 januari 2005 voorlopig te worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de procedures voor de sluiting ervan, mits zij op basis van wederkerigheid door de Republiek Belarus voorlopig wordt toegepast. |
(2) |
De overeenkomst dient te worden ondertekend, |
BESLUIT:
Artikel 1
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn namens de Europese Gemeenschap de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus houdende wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten, te ondertekenen, onder voorbehoud van de sluiting ervan.
Artikel 2
In afwachting van de afronding van de procedures voor de formele sluiting ervan en op voorwaarde van wederkerigheid (1) wordt de overeenkomst voorlopig toegepast vanaf 1 januari 2005.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 3
1. Indien Belarus niet voldoet aan zijn verplichtingen krachtens punt 2.5 van de overeenkomst van 1999 (2), worden de contingenten voor 2005 verminderd tot de in 2004 toegepaste niveaus.
2. Het besluit tot tenuitvoerlegging van lid 1 wordt genomen in overeenstemming met de procedures bedoeld in artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 21 februari 2005.
Voor de Raad
De voorzitter
J. ASSELBORN
(1) De datum waarop de voorlopige toepassing van kracht zal worden, wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C.
(2) PB L 336 van 29.12.1999, blz. 27.
(3) PB L 275 van 8.11.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2200/2004 (PB L 374 van 22.12.2004, blz. 1).
OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING
tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus tot wijziging van de overeenkomst inzake de handel in textielproducten tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus
Mevrouw, geachte heer,
1. |
Ik heb de eer te verwijzen naar de op 1 april 1993 geparafeerde overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten, laatstelijk gewijzigd en verlengd bij de op 23 december 2003 geparafeerde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling (hierna „de overeenkomst” genoemd). |
2. |
Aangezien de overeenkomst op 31 december 2004 verstrijkt, besluiten de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus overeenkomstig artikel 19, lid 1, van de overeenkomst de looptijd ervan met een jaar te verlengen, met inachtneming van de volgende wijzigingen en voorwaarden:
|
3. |
Mocht de Republiek Belarus vóór de datum waarop de overeenkomst verstrijkt, lid van de Wereldhandelsorganisatie worden, dan zijn de overeenkomsten en regels van de WTO van toepassing met ingang van de datum van de toetreding van de Republiek Belarus tot de WTO. |
4. |
Ik moge u verzoeken mij te bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt. Indien zulks het geval is, treedt deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe benodigde juridische procedures zijn voltooid. In afwachting daarvan is deze overeenkomst voorlopig van toepassing met ingang van 1 januari 2005, op basis van wederkerigheid. |
Hoogachtend,
Voor de Raad van de Europese Unie
Aanhangsel 1
„BIJLAGE II
Belarus |
Categorie |
Eenheid |
Contingent vanaf 1 januari 2005 |
Groep IA |
1 |
t |
1 585 |
2 |
t |
5 100 |
|
3 |
t |
233 |
|
Groep IB |
4 |
1 000 stuks |
1 600 |
5 |
1 000 stuks |
1 058 |
|
6 |
1 000 stuks |
1 400 |
|
7 |
1 000 stuks |
1 200 |
|
8 |
1 000 stuks |
1 110 |
|
Groep IIA |
9 |
t |
363 |
20 |
t |
318 |
|
22 |
t |
498 |
|
23 |
t |
255 |
|
39 |
t |
230 |
|
Groep IIB |
12 |
1 000 paar |
5 958 |
13 |
1 000 stuks |
2 651 |
|
15 |
1 000 stuks |
1 500 |
|
16 |
1 000 stuks |
186 |
|
21 |
1 000 stuks |
889 |
|
24 |
1 000 stuks |
803 |
|
26/27 |
1 000 stuks |
1 069 |
|
29 |
1 000 stuks |
450 |
|
73 |
1 000 stuks |
315 |
|
83 |
t |
178 |
|
Groep IIIA |
33 |
t |
387 |
36 |
t |
1 242 |
|
37 |
t |
463 |
|
50 |
t |
196 |
|
Groep IIIB |
67 |
t |
339 |
74 |
1 000 stuks |
361 |
|
90 |
t |
199 |
|
Groep IV |
115 |
t |
87 |
117 |
t |
1 800 |
|
118 |
t |
448” |
Aanhangsel 2
„BIJLAGE BIJ PROTOCOL C
Categorie |
Eenheid |
Met ingang van 1 januari 2005 |
4 |
1 000 stuks |
4 733 |
5 |
1 000 stuks |
6 599 |
6 |
1 000 stuks |
8 800 |
7 |
1 000 stuks |
6 605 |
8 |
1 000 stuks |
2 249 |
12 |
1 000 stuks |
4 446 |
13 |
1 000 stuks |
697 |
15 |
1 000 stuks |
3 858 |
16 |
1 000 stuks |
786 |
21 |
1 000 stuks |
2 567 |
24 |
1 000 stuks |
661 |
26/27 |
1 000 stuks |
3 215 |
29 |
1 000 stuks |
1 304 |
73 |
1 000 stuks |
4 998 |
83 |
t |
664 |
74 |
1 000 stuks |
872” |
Mevrouw, geachte heer,
Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw brief van …, welke als volgt luidt:
„1. |
Ik heb de eer te verwijzen naar de op 1 april 1993 geparafeerde overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten, laatstelijk gewijzigd en verlengd bij de op 23 december 2003 geparafeerde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling (hierna „de overeenkomst” genoemd). |
2. |
Aangezien de overeenkomst op 31 december 2004 verstrijkt, besluiten de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus overeenkomstig artikel 19, lid 1, van de overeenkomst de looptijd ervan met een jaar te verlengen, met inachtneming van de volgende wijzigingen en voorwaarden:
|
3. |
Mocht de Republiek Belarus vóór de datum waarop de overeenkomst verstrijkt, lid van de Wereldhandelsorganisatie worden, dan zijn de overeenkomsten en regels van de WTO van toepassing met ingang van de datum van de toetreding van de Republiek Belarus tot de WTO. |
4. |
Ik moge u verzoeken mij te bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt. Indien zulks het geval is, treedt deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe benodigde juridische procedures zijn voltooid. In afwachting daarvan is deze overeenkomst voorlopig van toepassing met ingang van 1 januari 2005, op basis van wederkerigheid. Hoogachtend,” |
Ik heb de eer te bevestigen dat mijn regering met de inhoud van uw brief instemt.
Hoogachtend,
Voor de regering van de Republiek Belarus
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/23 |
BESLUIT EUPM/1/2005 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ
van 4 maart 2005
tot instelling van het Comité van contribuanten aan de Politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina
(2005/229/EG)
HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 25, derde alinea,
Gelet op Gemeenschappelijk Optreden 2002/210/GBVB van de Raad van 11 maart 2002 inzake de Politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina (1), en met name op artikel 8, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 8, lid 4, van Gemeenschappelijk Optreden 2002/210/GBVB heeft de Raad het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) gemachtigd de nodige besluiten te nemen betreffende de instelling van een Comité van contribuanten aan de Politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina. |
(2) |
In de conclusies van de Europese Raad van Göteborg van 15 en 16 juni 2001 zijn richtsnoeren en modaliteiten vastgesteld voor de bijdragen van derde landen aan politiemissies. De Raad heeft op 10 december 2002 (2)„Overleg en modaliteiten voor de bijdrage van staten die geen EU-lidstaat zijn aan de civiele crisisbeheersing van de Europese Unie” goedgekeurd, waarin de regelingen voor de deelneming van derde staten aan civiele crisisbeheersingsoperaties nader worden uitgewerkt, waaronder de instelling van een Comité van contribuanten. |
(3) |
Het Comité van contribuanten zal een essentiële rol vervullen bij de dagelijkse leiding van de missie; het comité zal het voornaamste forum vormen voor het bespreken van alle problemen in verband met de dagelijkse leiding van de missie; het Politiek en Veiligheidscomité, dat de politieke controle en de strategische leiding van de missie uitoefent, zal met de opvattingen van het Comité van contribuanten rekening houden, |
BESLUIT:
Artikel 1
Instelling
Er wordt een Comité van contribuanten aan de Politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina (hierna het „CvC” genoemd) ingesteld.
Artikel 2
Taken
1. Het CvC mag standpunten naar voren brengen; het Politiek en Veiligheidscomité, dat de politieke controle en de strategische leiding over de missie uitoefent, zal daarmee rekening houden.
2. Het mandaat van het CvC is neergelegd in het document „Overleg en modaliteiten voor de bijdrage van staten die geen EU-lidstaat zijn aan de civiele crisisbeheersing van de Europese Unie”.
Artikel 3
Samenstelling
1. Alle lidstaten van de Europese Unie zijn gerechtigd aanwezig te zijn bij de besprekingen van het CvC, maar alleen de bijdragende staten nemen deel aan de dagelijkse leiding van de missie. Vertegenwoordigers van de derde landen die deelnemen aan de missie mogen de vergaderingen van het CvC bijwonen. Ook mag een vertegenwoordiger van de Commissie de vergaderingen van het CvC bijwonen.
2. Het CvC wordt regelmatig geïnformeerd door de directeur van politie van de missie.
Artikel 4
Voorzitter
In overeenstemming met bovengenoemd document inzake overleg en modaliteiten wordt het CvC voor deze missie voorgezeten door een vertegenwoordiger van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, in nauw overleg met het voorzitterschap.
Artikel 5
Vergaderingen
1. Het CvC wordt door de voorzitter regelmatig bijeengeroepen. Wanneer de omstandigheden dit vereisen, kunnen op initiatief van de voorzitter of op verzoek van een vertegenwoordiger van een deelnemende staat spoedvergaderingen worden bijeengeroepen.
2. De voorzitter verspreidt voorafgaand aan de vergadering een voorlopige agenda en alle daarop betrekking hebbende documenten. De voorzitter is verantwoordelijk voor het doen toekomen van het resultaat van de besprekingen van het CvC aan het Politiek en Veiligheidscomité.
Artikel 6
Geheimhouding
1. De beveiligingsvoorschriften van de Raad zijn van toepassing op de vergaderingen en notulen van het CvC. Vertegenwoordigers in het CvC dienen met name over passende veiligheidsmachtigingen te beschikken.
2. De beraadslagingen van het CvC vallen onder de geheimhoudingsplicht.
Artikel 7
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.
Gedaan te Brussel, 4 maart 2005.
Voor het Politiek en Veiligheidscomité
De voorzitter
P. DUHR
(1) PB L 70 van 13.3.2002, blz. 1. Gemeenschappelijk optreden laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/143/GBVB (PB L 48 van 19.2.2005, blz. 46).
(2) Document 15203/1/02 REV 1 van 13 december 2002.
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/25 |
BESLUIT PROXIMA/3/2005 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ
van 4 maart 2005
tot instelling van het Comité van contribuanten aan de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL Proxima) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM)
(2005/230/EG)
HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 25, derde alinea,
Gelet op Gemeenschappelijk Optreden 2004/789/GBVB van de Raad van 22 november 2004 inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL Proxima) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) (1), en met name artikel 9, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 9, lid 7, van Gemeenschappelijk Optreden 2004/789/GBVB heeft de Raad het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) gemachtigd de nodige besluiten te nemen betreffende de instelling van een Comité van contribuanten aan de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL Proxima) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM). |
(2) |
In de conclusies van de Europese Raad van Göteborg van 15-16 juni 2001 zijn richtsnoeren en modaliteiten vastgesteld voor de bijdragen van derde landen aan politiemissies. De Raad heeft op 10 december 2002„Overleg en modaliteiten voor de bijdrage van staten die geen EU-lidstaat zijn aan de civiele crisisbeheersing van de Europese Unie” (2) goedgekeurd, waarin de regelingen voor de deelneming van derde staten aan civiele crisisbeheersingsoperaties nader worden uitgewerkt, waaronder de instelling van een Comité van contribuanten. |
(3) |
Het Comité van contribuanten zal een essentiële rol vervullen bij de dagelijkse leiding van de missie; het comité zal het voornaamste forum vormen voor het bespreken van alle problemen in verband met de dagelijkse leiding van de missie; het Politiek en Veiligheidscomité, dat de politieke controle en de strategische leiding van de missie uitoefent, zal met de opvattingen van het Comité van contribuanten rekening houden, |
BESLUIT:
Artikel 1
Instelling
Er wordt een Comité van contribuanten aan de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL Proxima) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) (hierna „het CvC” genoemd) ingesteld.
Artikel 2
Taken
1. Het CvC mag standpunten naar voren brengen; het Politiek en Veiligheidscomité, dat de politieke controle en de strategische leiding over de missie uitoefent, zal daarmee rekening houden.
2. Het mandaat van het CvC is neergelegd in het document „Overleg en modaliteiten voor de bijdrage van staten die geen EU-lidstaat zijn aan de civiele crisisbeheersing van de Europese Unie”.
Artikel 3
Samenstelling
1. Alle lidstaten van de Europese Unie zijn gerechtigd aanwezig te zijn bij de besprekingen van het CvC, maar alleen de bijdragende staten nemen deel aan de dagelijkse leiding van de missie. Vertegenwoordigers van de derde landen die deelnemen aan de missie mogen de vergaderingen van het CvC bijwonen. Ook mag een vertegenwoordiger van de Commissie de vergaderingen van het CvC bijwonen.
2. Het CvC wordt regelmatig geïnformeerd door de directeur van politie van de missie.
Artikel 4
Voorzitter
In overeenstemming met bovengenoemd document inzake overleg en modaliteiten wordt het CvC voor deze missie voorgezeten door een vertegenwoordiger van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, in nauw overleg met het voorzitterschap.
Artikel 5
Vergaderingen
1. Het CvC wordt door de voorzitter regelmatig bijeengeroepen. Wanneer de omstandigheden dit vereisen, kunnen op initiatief van de voorzitter of op verzoek van een vertegenwoordiger van een deelnemende staat spoedvergaderingen worden bijeengeroepen.
2. De voorzitter verspreidt voorafgaand aan de vergadering een voorlopige agenda en alle daarop betrekking hebbende documenten. De voorzitter is verantwoordelijk voor het doen toekomen van het resultaat van de besprekingen van het CvC aan het Politiek en Veiligheidscomité.
Artikel 6
Geheimhouding
1. De beveiligingsvoorschriften van de Raad zijn van toepassing op de vergaderingen en notulen van het CvC. Vertegenwoordigers in het CvC dienen met name over passende veiligheidsmachtigingen te beschikken.
2. De beraadslagingen van het CvC vallen onder de geheimhoudingsplicht.
Artikel 7
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.
Gedaan te Brussel, 4 maart 2005.
Voor het Politiek en Veiligheidscomité
De voorzitter
P. DUHR
(1) PB L 348 van 24.11.2004, blz. 40. Gemeenschappelijk optreden gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/142/GBVB (PB L 48 van 19.2.2005, blz. 45).
(2) Document 15203/1/02 REV 1 van 13 december 2002.
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/27 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 7 maart 2005
waarbij Zweden overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op de elektriciteit die wordt verbruikt door in bepaalde gebieden in Noord-Zweden gelegen huishoudens en ondernemingen in de dienstensector
(2005/231/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name op artikel 19, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij brief van 20 augustus 2004 hebben de Zweedse autoriteiten de Commissie verzocht om overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG een verlaagd belastingtarief te mogen toepassen op de elektriciteit die wordt verbruikt door huishoudens en ondernemingen in de dienstensector in het noorden van Zweden. |
(2) |
Sinds juli 1981 geldt in Zweden een verlaagd energiebelastingtarief voor de elektriciteit die wordt verbruikt in het noorden van het land, waar het stroomverbruik voor verwarmingsdoeleinden gemiddeld 25 % hoger ligt dan elders in het land. |
(3) |
De verlaging van de elektriciteitskosten voor huishoudens en ondernemingen in de dienstensector in het noorden van Zweden brengt deze consumenten op gelijke voet met hun tegenhangers in het zuiden van het land. De maatregel streeft derhalve doelstellingen van regionaal en cohesiebeleid na. |
(4) |
Het verlaagde belastingtarief van 20 EUR per MWh voor de elektriciteit die wordt verbruikt in het noorden van Zweden, ligt nog altijd veel hoger dan het communautaire minimumtarief dat werd vastgesteld in Richtlijn 2003/96/EG. Bovendien is de belastingverlaging evenredig aan de extra verwarmingskosten van huishoudens en ondernemingen in de dienstensector in het noorden van Zweden. Dit belastingniveau zou derhalve moeten garanderen dat de fiscale prikkel om de energie-efficiency te verhogen, wordt gehandhaafd. |
(5) |
De gevraagde verlaging is door de Commissie aan een evaluatie onderworpen waaruit is gebleken dat zij de mededinging niet verstoort noch de werking van de interne markt belemmert, en zij wordt niet onverenigbaar geacht met het communautaire beleid op het gebied van milieu, energie en vervoer. |
(6) |
Deze benadering is in overeenstemming met het standpunt dat de Commissie heeft ingenomen in staatssteunzaak C 42/03 (2), waarin geen bezwaar werd geuit tegen de staatssteun ten behoeve van de belastingverlaging voor een periode die afloopt op 31 december 2005. |
(7) |
Zweden moet derhalve worden gemachtigd om tot 31 december 2005 een verlaagd belastingtarief toe te passen op de elektriciteit die wordt verbruikt in het noorden van Zweden, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
Zweden wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op de elektriciteit die wordt verbruikt door huishoudens en ondernemingen in de dienstensector in de in de bijlage opgenomen gemeenten.
De verlaging moet evenredig zijn aan de extra verwarmingskosten ten gevolge van de noordelijke ligging, in vergelijking met de rest van Zweden.
Het verlaagde tarief moet in overeenstemming zijn met de verplichtingen van Richtlijn 2003/96/EG en met name de in artikel 10 van die richtlijn vastgestelde minimumtarieven.
Artikel 2
Deze beschikking vervalt op 31 december 2005.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Zweden.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2005.
Voor de Raad
De voorzitter
J. KRECKÉ
(1) PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/75/EG (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 100).
(2) PB C 189 van 9.8.2003, blz. 6.
BIJLAGE
Regio’s |
Gemeenten |
Norrbottens län |
Alle gemeenten |
Västerbottens län |
Alle gemeenten |
Jämtlands län |
Alle gemeenten |
Västernorrlands län |
Sollefteå, Ånge, Örnsköldsvik |
Gävleborgs län |
Ljusdal |
Dalarnas län |
Malung, Mora, Orsa, Älvdalen |
Värmlands län |
Torsby |
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/29 |
BESLUIT EUJUST LEX/1/2005 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ
van 8 maart 2005
betreffende de benoeming van het hoofd van de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX
(2005/232/GBVB)
HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 25, derde alinea,
Gelet op Gemeenschappelijk Optreden 2005/190/GBVB van de Raad van 7 maart 2005 betreffende de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX (1), en met name op artikel 9, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 9, lid 1, van Gemeenschappelijk Optreden 2005/190/GBVB wordt gesteld dat de Raad het Politiek en Veiligheidscomité machtigt de relevante besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van de benoeming, op voorstel van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, van een hoofd van de missie. |
(2) |
De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger heeft de benoeming van de heer Stephen WHITE voorgesteld, |
BESLUIT:
Artikel 1
Stephen WHITE wordt benoemd tot hoofd van de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX, vanaf de dag dat de missie van start gaat. Tot die datum fungeert hij als hoofd van het planningsteam.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.
Het is van toepassing tot en met 30 juni 2006.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2005.
Voor het Politiek en Veiligheidscomité
De voorzitter
P. DUHR
(1) PB L 62 van 9.3.2005, blz. 37.
Commissie
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/30 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 11 maart 2005
tot wijziging van Beschikking 2004/432/EG tot goedkeuring van door derde landen ingediende residubewakingsplannen overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 568)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/233/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (1), en met name op artikel 29, lid 1, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 96/23/EG bepaalt dat om te worden opgenomen, of te blijven voorkomen, op de door de communautaire wetgeving voorgeschreven lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de onder die richtlijn vallende dieren en primaire producten van dierlijke oorsprong kunnen invoeren, de betrokken derde landen een plan moeten indienen met de garanties die zij bieden inzake het toezicht op de in die richtlijn bedoelde groepen residuen en stoffen. Die richtlijn stelt ook bepaalde voorschriften vast met betrekking tot de termijnen voor de indiening van de plannen. |
(2) |
Beschikking 2004/432/EG van de Commissie (2) stelt de lijst van de derde landen vast die een residubewakingsplan hebben ingediend met de garanties die door hen worden geboden overeenkomstig de voorschriften van die richtlijn. |
(3) |
Bepaalde derde landen hebben bij de Commissie residubewakingsplannen ingediend voor dieren en producten die niet in de lijst van Beschikking 2004/432/EG zijn opgenomen. De beoordeling van die plannen en de door de Commissie gevraagde aanvullende informatie bieden voldoende garanties voor de residubewaking in die landen voor de betrokken dieren en producten. Die dieren en producten dienen daarom te worden opgenomen in de lijst voor die derde landen. |
(4) |
Beschikking 2004/432/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 2004/432/EG wordt vervangen door de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing met ingang van 21 maart 2005.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
(2) PB L 154 van 30.4.2004, blz. 44. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2004/685/EG (PB L 312 van 9.10.2004, blz. 19).
BIJLAGE
„BIJLAGE
ISO 2-code |
Land |
Runderen |
Schapen/geiten |
Varkens |
Paarden |
Pluimvee |
Aquacultuurproducten |
Melk |
Eieren |
Vlees van konijnen |
Vrij wild |
Gekweekt wild |
Honing |
AD |
Andorra (1) |
X |
X |
|
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
AE |
Verenigde Arabische Emiraten |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
AF |
Afghanistan |
|
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AL |
Albanië |
|
X |
|
|
|
X |
|
X |
|
|
|
|
AN |
Nederlandse Antillen |
|
|
|
|
|
|
X (3) |
|
|
|
|
|
AR |
Argentinië |
X |
X |
X (2) |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
AU |
Australië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
BD |
Bangladesh |
|
X (2) |
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
BG |
Bulgarije |
X |
X |
X |
X (4) |
X |
X |
X |
X |
|
X |
X |
X |
BH |
Bahrein |
|
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BR |
Brazilië |
X |
X (2) |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
X |
X |
BW |
Botswana |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
|
BY |
Belarus |
|
|
|
X (4) |
|
|
|
|
|
|
|
|
BZ |
Belize |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
CA |
Canada |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
X |
X |
X |
CH |
Zwitserland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
X (3) |
CL |
Chili |
X |
X (5) |
X |
X (2) |
X |
X |
X |
|
|
X |
|
X |
CN |
China |
|
X (2) |
X (2) |
|
X |
X |
|
|
X |
|
|
X |
CO |
Colombia |
|
|
|
|
|
X |
X |
|
|
|
|
|
CR |
Costa Rica |
X (2) |
X (2) |
X (2) |
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
CS |
Servië en Montenegro (6) |
X |
X |
X |
X (4) |
|
|
|
|
|
|
|
X |
CU |
Cuba |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
EC |
Ecuador |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
EG |
Egypte |
|
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ER |
Eritrea |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
FK |
Falklandeilanden |
|
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FO |
Faeröer |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
GL |
Groenland |
|
X |
|
X (4) |
|
|
|
|
|
X |
X |
|
GT |
Guatemala |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
HK |
Hongkong |
|
|
|
|
X (3) |
X (3) |
|
|
|
|
|
|
HN |
Honduras |
|
X (2) |
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
HR |
Kroatië |
X |
X |
X |
X (4) |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
ID |
Indonesië |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
IL |
Israël |
|
|
|
|
X |
X |
X |
X |
|
|
X |
X |
IN |
India |
X (2) |
X (2) |
|
|
|
X |
X |
X |
|
|
|
X |
IR |
Iran |
|
X (2) |
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
IS |
IJsland |
X |
X |
X |
X |
|
X |
X |
|
|
|
X (3) |
|
JM |
Jamaica |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
JP |
Japan |
|
X (2) |
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
KE |
Kenia |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
KG |
Kirgizstan |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
KR |
Zuid-Korea |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
KW |
Koeweit |
|
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
LB |
Libanon |
|
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
LK |
Sri Lanka |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
MA |
Marokko |
|
X (2) |
|
X (4) |
|
X |
|
|
|
|
|
|
MD |
Moldavië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
MG |
Madagaskar |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
MK |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (7) |
X |
X |
|
X (4) |
|
|
X |
|
|
|
|
|
MN |
Mongolië |
|
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MX |
Mexico |
X |
X (2) |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
X |
MY |
Maleisië |
|
|
|
|
X (8) |
X |
|
|
|
|
|
|
MZ |
Mozambique |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
NA |
Namibië |
X |
X |
|
|
|
X |
|
|
|
X |
X |
|
NC |
Nieuw-Caledonië |
X |
|
|
|
|
X |
|
|
|
X |
X |
|
NI |
Nicaragua |
X (2) |
X (2) |
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
NO |
Noorwegen (9) |
X |
X |
X |
|
X |
X |
X |
X |
|
X |
X |
X |
NZ |
Nieuw-Zeeland |
X |
X |
|
X |
|
X |
X |
|
|
X |
X |
X |
OM |
Oman |
X (2) |
X (2) |
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
PA |
Panama |
X |
X (2) |
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
PE |
Peru |
|
X (2) |
|
|
X |
X |
|
|
|
|
|
|
PH |
Filipijnen |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
PK |
Pakistan |
X (2) |
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PY |
Paraguay |
X |
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
RO |
Roemenië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
RU |
Rusland |
X |
X |
X |
X (4) |
X |
|
X |
X |
|
|
X (10) |
X |
SA |
Saudi-Arabië |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
SC |
Seychellen |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
SG |
Singapore |
X (3) |
X (3) |
X (3) |
|
X (3) |
X (3) |
X (3) |
|
|
|
|
|
SM |
San Marino (11) |
X |
|
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
SR |
Suriname |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
SV |
El Salvador |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
SY |
Syrië |
|
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SZ |
Swaziland |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TH |
Thailand |
|
|
|
|
X |
X |
|
|
|
|
|
X |
TM |
Turkmenistan |
|
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TN |
Tunesië |
|
X (2) |
|
X (4) |
X |
X |
|
|
|
X |
X |
|
TR |
Turkije |
|
X (2) |
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
TW |
Taiwan |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
TZ |
Tanzania |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
UA |
Oekraïne |
|
|
|
X (4) |
|
|
|
|
|
|
|
X |
UG |
Oeganda |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
US |
Verenigde Staten |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
UY |
Uruguay |
X |
X |
|
X |
|
X |
X |
|
X |
X |
X |
X |
UZ |
Oezbekistan |
|
X (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VE |
Venezuela |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
VN |
Vietnam |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
YT |
Mayotte |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
ZA |
Zuid-Afrika |
X |
X |
X |
|
X |
|
X |
|
|
X |
X |
X |
ZM |
Zambia |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
ZW |
Zimbabwe |
X |
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
X |
” |
(1) Eerste residubewakingsplan goedgekeurd door de subgroep voor veterinaire aangelegenheden EG-Andorra (overeenkomstig Besluit nr. 2/1999 van het Gemengd Comité EG-Andorra van 22 december 1999 (PB L 31 van 5.2.2000, blz. 84)).
(2) Uitsluitend darmen.
(3) Derde land dat voor de productie van levensmiddelen alleen grondstoffen uit andere daarvoor erkende derde landen gebruikt.
(4) Export van levende paarden voor de slacht (uitsluitend dieren voor de levensmiddelenproductie).
(5) Alleen schapen.
(6) Uitgezonderd Kosovo zoals omschreven in Resolutie 1244 van 10 juni 1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
(7) Over de juiste benaming wordt in de Verenigde Naties nog steeds gediscussieerd.
(8) Alleen het Maleisische schiereiland (West-Maleisië).
(9) Bewakingsplan goedgekeurd overeenkomstig Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 223/96/COL van 4 december 1996 (PB L 78 van 20.3.1997, blz. 38).
(10) Alleen voor rendieren uit de regio Moermansk.
(11) Bewakingsplan goedgekeurd overeenkomstig Besluit nr. 1/94 van het Samenwerkingscomité EG-San Marino van 28 juni 1994 (PB L 238 van 13.9.1994, blz. 25).
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/35 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 14 maart 2005
tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad ten aanzien van de invoer van vers vlees uit Argentinië
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 602)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/234/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (1), en met name op artikel 3, lid 1, tweede alinea, en artikel 16, lid 1,
Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (2), en met name op artikel 8, leden 1 en 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1979 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (3) bevat een lijst van derde landen en delen van derde landen waaruit de lidstaten bepaalde levende dieren en vers vlees daarvan mogen invoeren. |
(2) |
Na een uitbraak van mond- en klauwzeer (MKZ) in september 2003 in de noordelijke, nabij de grens met Paraguay gelegen Argentijnse provincie Salta werd Beschikking 93/402/EEG van de Commissie van 10 juni 1993 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van vers vlees uit landen van Zuid-Amerika (4) gewijzigd bij de Beschikkingen 2003/658/EG (5) en 2003/758/EG (6) om de invoer van bestorven rundvlees zonder been uit de Argentijnse provincies Salta, Jujuy, Chaco en Formosa op te schorten. Beschikking 93/402/EEG is ingetrokken bij Beschikking 2004/212/EG (7) en de bepalingen ervan zijn opgenomen in Beschikking 79/542/EEG. |
(3) |
Aan de uitbraak is al meer dan twaalf maanden een einde gekomen en er zijn op het Argentijnse grondgebied geen nieuwe uitbraken ontdekt. Inmiddels hebben inspecties in 2004 aangetoond dat de situatie ten aanzien van de dier- en volksgezondheid in Argentinië is verbeterd. |
(4) |
De Commissie heeft Argentinië gevraagd een bufferzone langs zijn grenzen met Bolivia en Paraguay in te stellen om het risico te vermijden dat MKZ wordt binnengebracht. Argentinië stelde een 25 kilometer lange zone voor langs zijn grens met deze landen („de bufferzone”). Gedetailleerde kaarten en informatie, met name betreffende de controlemaatregelen die in de bufferzone van kracht zijn, zijn thans aan de Commissie ter beschikking gesteld. De invoer van vers vlees van diersoorten die vatbaar zijn voor MKZ uit de bufferzone in de Gemeenschap dient te worden verboden. |
(5) |
Derhalve moet de invoer van bestorven rundvlees zonder been uit de Argentijnse provincies Salta, Jujuy, Chaco en Formosa, met uitzondering van de bufferzone, worden hervat. |
(6) |
Beschikking 79/542/EEG is gewijzigd bij Beschikking 2004/212/EG, onder andere om vleesproducten van haar werkingssfeer uit te sluiten. Daarom dient in artikel 1 de onjuiste verwijzing naar vleesproducten te vervallen. |
(7) |
Artikel 1 en deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In artikel 1 van Beschikking 79/542/EEG worden de woorden „en vleesproducten” geschrapt.
Artikel 2
Deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG wordt vervangen door de tekst van de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 3
Deze beschikking is van toepassing met ingang van 18 maart 2005.
Artikel 4
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 14 maart 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).
(2) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.
(3) PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/620/EG van de Commissie (PB L 279 van 28.8.2004, blz. 30).
(4) PB L 179 van 22.7.1993, blz. 11.
(5) PB L 232 van 18.9.2003, blz. 59.
(6) PB L 272 van 23.10.2003, blz. 16.
(7) PB L 73 van 11.3.2004, blz. 11.
BIJLAGE
„BIJLAGE II
VERS VLEES
Deel 1
LIJST VAN DERDE LANDEN OF DELEN DAARVAN (1)
Land |
Gebiedscode |
Omschrijving van het gebied |
Veterinair certificaat |
Specifieke voorwaarden |
||||
Model(len) |
AG |
|||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
|||
AL — Albanië |
AL-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
AR — Argentinië |
AR-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
|||
AR-1 |
De provincies Buenos Aires, Catamarca, Corrientes, Entre Ríos, La Rioja, Mendoza, Misiones, Neuquen, Rio Negro, San Juan, San Luis, Santa Fe en Tucuman. |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
AR-2 |
La Pampa en Santiago del Estero |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
AR-3 |
Cordoba |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
AR-4 |
Chubut, Santa Cruz en Tierra del Fuego |
BOV, OVI |
|
|
||||
AR-5 |
Formosa (alleen het grondgebied van Ramon Lista) en Salta (alleen het departement Rivadavia) |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
AR-6 |
Salta (alleen de departementen General Jose de San Martin, Oran, Iruya, en Santa Victoria) |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
AR-7 |
Chaco, Formosa (met uitzondering van het grondgebied van Ramon Lista), Salta (met uitzondering van de departementen General Jose de San Martin, Rivadavia, Oran, Iruya en Santa Victoria), Jujuy |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
AR-8 |
Chaco, Formosa, Salta, Jujuy, met uitzondering van de bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
AR-9 |
De bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa |
— |
|
|
||||
AU — Australië |
AU-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW |
|
|
|||
BA — Bosnië en Herzegovina |
BA-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
BG — Bulgarije |
BG-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
|||
BG-1 |
De provincies Varna, Dobrich, Silistra, Choumen, Targovitchte, Razgrad, Rousse, V.Tarnovo, Gabrovo, Pleven, Lovetch, Plovdic, Smolian, Pasardjik, het district Sofia, de stad Sofia, Pernik, Kustendil, Blagoevgrad, Vratza, Montana en Vidin |
BOV, OVI RUW, RUF |
||||||
BG-2 |
De provincies Bourgas, Jambol, Sliven, Starazagora, Hasskovo, Kardjali en de 20 km brede corridor aan de grens met Turkije |
— |
||||||
BH — Bahrein |
BH-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
BR — Brazilië |
BR-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
|||
BR-1 |
De staten Paraná, Minas Gerais (behalve de gewesten Oliveira, Passos, São Gonçalo de Sapucai, Setelagoas en Bambuí), São Paulo, Espíritu Santo, Mato Grosso do Sul (behalve de gemeenten Sete Quedas, Sonora, Aquidauana, Bodoqueno, Bonito, Caracol, Coxim, Jardim, Ladario, Miranda, Pedro Gomes, Porto Murtinho, Rio Negro, Rio Verde do Mato Grosso en Corumbá), Santa Catarina, Goias en de regionale eenheden Cuiaba (behalve de gemeenten San Antonio de Leverger, Nossa Senhora do Livramento, Pocone en Barão de Melgaço), Caceres (behalve de gemeente Caceres), Lucas do Rio Verde, Rondonopolis (behalve de gemeente Itiquiora), Barra do Garça en Barra do Burges in Mato Grosso |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
BR-2 |
De staat Rio Grande do Sul |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
BR-3 |
De staat Mato Grosso do Sul, de gemeente Sete Quedas |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
BW — Botswana |
BW-0 |
Het hele land |
EQU, EQW |
|
|
|||
BW-1 |
De veterinary disease control zones 5, 6, 7, 8, 9 en 18 |
BOV, OVI, RUF, RUW |
F |
1 en 2 |
||||
BW-2 |
De veterinary disease control zones 10, 11, 12, 13 en 14 |
BOV, OVI, RUF, RUW |
F |
1 en 2 |
||||
BY — Wit-Rusland |
BY-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
BZ — Belize |
BZ-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
|||
CA — Canada |
CA-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, SUF, SUW RUF, RUW, |
G |
|
|||
CH — Zwitserland |
CH-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW |
|
|
|||
CL — Chili |
CL-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF |
|
|
|||
CN — Volksrepubliek China |
CN-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
CO — Colombia |
CO-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
|||
CO-1 |
Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die loopt vanaf het punt waar de rivier de Murri in de rivier de Atrato uitmondt, die dan de Atrato volgt tot waar die in de Atlantische Oceaan uitmondt, vandaar de Atlantische kust volgt tot Cabo Tiburn aan de Panamese grens, die van dit punt de Colombiaans-Panamese grens tot aan de Stille Oceaan en dan de kust langs de Stille Oceaan volgt tot aan de monding van de rivier Valle, en die vanaf dit punt recht naar het punt loopt waar de Murri in de Atrato uitmondt |
BOV |
A |
2 |
||||
CO-3 |
Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die vanaf de monding van de rivier de Sinu aan de Atlantische Oceaan deze rivier tot haar bron in Alto Paramillo volgt, vanaf dit punt, de grens tussen de departementen Antiquia en Córdoba volgend, naar Puerto Rey aan de Atlantische Oceaan loopt en die vandaar de Atlantische kust volgt tot de monding van de rivier de Sinu |
BOV |
A |
2 |
||||
CR — Costa Rica |
CR-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
|||
CS — Servië en Montenegro (2) |
CS-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU |
|
|
|||
CU — Cuba |
CU-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
|||
DZ — Algerije |
DZ-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
ET — Ethiopië |
ET-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
FK — Falklandeilanden |
FK-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU |
|
|
|||
GL — Groenland |
GL-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU, RUF, RUW |
|
|
|||
GT — Guatemala |
GT-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
|||
HK — Hongkong |
HK-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
HN — Honduras |
HN-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
|||
HR — Kroatië |
HR-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU, RUF, RUW |
|
|
|||
IL — Israël |
IL-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
IN — India |
IN-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
IS — IJsland |
IS-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU, RUF, RUW |
|
|
|||
KE — Kenia |
KE-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
MA — Marokko |
MA-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
|||
MG — Madagaskar |
MG-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
MK — Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (3) |
MK-0 |
Het hele land |
OVI, EQU |
|
|
|||
MU — Mauritius |
MU-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
MX — Mexico |
MX-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
|||
NA — Namibië |
NA-0 |
Het hele land |
EQU, EQW |
|
|
|||
NA-1 |
Het gebied ten zuiden van de afsluitingen die lopen van Palgrave Point in het westen tot Gam in het oosten |
BOV, OVI, RUF, RUW |
F |
2 |
||||
NC — Nieuw-Caledonië |
NC-0 |
Het hele land |
BOV, RUF, RUW |
|
|
|||
NI — Nicaragua |
NI-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
NZ — Nieuw-Zeeland |
NZ-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW |
|
|
|||
PA — Panama |
PA-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
|||
PY — Paraguay |
PY-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
|||
PY-1 |
De gebieden Chaco central en San Pedro |
BOV |
A |
1 en 2 |
||||
RO — Roemenië |
RO-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU, RUW, RUF |
|
|
|||
RU — Russische Federatie |
RU-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
RU-1 |
Regio Moermansk (Murmanskaya oblast) |
RUF |
||||||
SV — El Salvador |
SV-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
SZ — Swaziland |
SZ-0 |
Het hele land |
EQU, EQW |
|
|
|||
SZ-1 |
Het gebied ten westen van de „red line”-afsluitingen, die noordwaarts lopen van de rivier de Usutu naar de grens met Zuid-Afrika ten westen van de Nkalashane |
BOV, RUF, RUW |
F |
2 |
||||
SZ-2 |
De in verband met mond- en klauwzeer ingestelde veterinaire toezichts- en vaccinatiegebieden (bekendgemaakt bij wettelijk decreet nr. 51 van 2001) |
BOV, RUF, RUW |
F |
1 en 2 |
||||
TH — Thailand |
TH-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
TN — Tunesië |
TN-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
TR — Turkije |
TR-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
TR-1 |
De provincies Amasya, Ankara, Aydin, Balikesir, Bursa, Cankiri, Corum, Denizli, Izmir, Kastamonu, Kutahya, Manisa, Usak, Yozgat en Kirikkale |
EQU |
|
|
||||
UA — Oekraïne |
UA-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
US — Verenigde Staten |
US-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, SUF, SUW, RUF, RUW |
G |
|
|||
UY — Uruguay |
UY-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
|||
BOV |
A |
1 en 2 |
||||||
OVI |
A |
1 en 2 |
||||||
ZA — Zuid-Afrika |
ZA-0 |
Het hele land |
EQU, EQW |
|
|
|||
ZA-1 |
Het hele land, met uitzondering van:
|
BOV, OVI, RUF, RUW |
F |
2 |
||||
ZW — Zimbabwe |
ZW-0 |
Het hele land |
— |
|
|
|||
|
Specifieke eisen als bedoeld in kolom 6
„1” |
: |
Beperkingen in tijd en plaats
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„2” |
: |
Beperkingen in categorie Slachtafvallen niet toegestaan (met uitzondering van diafragma en kauwspieren van runderen).” |
(1) Onverminderd de specifieke certificeringsvoorwaarden van communautaire overeenkomsten met derde landen.
(2) Uitgezonderd Kosovo als omschreven in Resolutie 1244 van 10 juni 1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
(3) Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geenszins vooruitloopt op de definitieve nomenclatuur voor dit land, die zal worden vastgelegd overeenkomstig de conclusies van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties.
— |
= |
Geen certificaat vastgesteld en invoer van vers vlees verboden (met uitzondering van diersoorten die in de regel voor het hele land worden vermeld) |
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/43 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 15 maart 2005
tot intrekking van Beschikking 2002/626/EG tot goedkeuring van het door Frankrijk ingediende programma voor de uitroeiing van klassieke varkenspest bij wilde varkens in de departementen Moselle en Meurthe-et-Moselle
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 595)
(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/235/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (1), en met name op artikel 16, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In april 2002 is klassieke varkenspest geconstateerd bij wilde varkens in het departement Moselle in Frankrijk. |
(2) |
Bij Beschikking 2002/626/EG van de Commissie (2) is het door Frankrijk ingediende programma voor de uitroeiing van die ziekte in het departement Moselle en het aangrenzende departement Meurthe-et-Moselle goedgekeurd. |
(3) |
Frankrijk heeft informatie verstrekt waaruit blijkt dat klassieke varkenspest bij wilde varkens in het departement Moselle met succes is uitgeroeid en dat het goedgekeurde uitroeiingsprogramma niet meer hoeft te worden toegepast. |
(4) |
Beschikking 2002/626/EG moet daarom worden ingetrokken. |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2002/626/EG wordt ingetrokken.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.
Gedaan te Brussel, 15 maart 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(2) PB L 200 van 30.7.2002, blz. 37.
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/44 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 15 maart 2005
tot wijziging van Beschikking 2003/135/EG wat betreft de beëindiging van de programma's voor de uitroeiing van klassieke varkenspest bij wilde varkens en voor het uitvoeren van noodvaccinatie tegen klassieke varkenspest bij wilde varkens in bepaalde gebieden van het Land Rheinland-Pfalz (Duitsland)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 596)
(Slechts de teksten in de Duitse en de Franse taal zijn authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/236/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (1), en met name op artikel 16, lid 1, en artikel 20, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Beschikking 2003/135/EG van de Commissie van 27 februari 2003 inzake de goedkeuring van de programma's voor de uitroeiing van klassieke varkenspest bij wilde varkens en voor het uitvoeren van noodvaccinatie tegen klassieke varkenspest bij wilde varkens in Duitsland, namelijk in de Länder Niedersachsen, Nordrhein-Westfalen, Rheinland-Pfalz en Saarland (2) is aangenomen als één van de maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest. |
(2) |
De Duitse autoriteiten hebben de Commissie geïnformeerd over de recente ontwikkeling van de ziekte bij wilde varkens in bepaalde gebieden van Rheinland-Pfalz. |
(3) |
Uit deze informatie blijkt dat klassieke varkenspest bij wilde varkens met succes is uitgeroeid en dat de goedgekeurde uitroeiings- en vaccinatieprogramma’s in deze gebieden niet meer hoeven te worden toegepast. |
(4) |
Beschikking 2003/135/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 2003/135/EG wordt vervangen door de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek.
Gedaan te Brussel, 15 maart 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(2) PB L 53 van 28.2.2003, blz. 47. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/58/EG (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 45).
BIJLAGE
„BIJLAGE
1. GEBIEDEN WAARVOOR UITROEIINGSPROGRAMMA'S GELDEN:
Rheinland-Pfalz:
a) |
: |
De Kreise |
: |
Bad Dürkheim, Donnersbergkreis en Südliche Weinstraße; |
b) |
: |
De steden |
: |
Speyer, Landau, Neustadt an der Weinstraße, Pirmasens en Kaiserslautern; |
c) |
: |
In de Kreis Alzey-Worms |
: |
de deelgemeenten Stein-Bockenheim, Wonsheim, Siefersheim, Wöllstein, Gumbsheim, Eckelsheim, Wendelsheim, Nieder-Wiesen, Nack, Erbes-Büdesheim, Flonheim, Bornheim, Lonsheim, Bermershein vor der Höhe, Albig, Bechenheim, Offenheim, Mauchenheim, Freimersheim, Wahlheim, Kettenheim, Esselborn, Dintesheim, Flomborn, Eppelsheim, Ober-Flörsheim, Hangen-Weisheim, Gundersheim, Bermersheim, Gundheim, Framersheim, Gau-Heppenheim, Monsheim en Alzey; |
d) |
: |
In de Kreis Bad Kreuznach |
: |
de deelgemeenten Becherbach, Reiffelbach, Schmittweiler, Callbach, Meisenheim, Breitenheim, Rehborn, Lettweiler, Abtweiler, Raumbach, Bad Sobernheim, Odernheim a. Glan, Staudernheim, Oberhausen a. d. Nahe, Duchroth, Hallgarten, Feilbingert, Hochstätten, Niederhausen, Norheim, Bad Münster a. Stein-Ebernburg, Altenbamberg, Traisen, Fürfeld, Tiefenthal, Neu-Bamberg, Frei-Laubersheim, Hackenheim, Volxheim, Pleitersheim, Pfaffen-Schwabenheim, Biebelsheim, Guldental, Bretzenheim, Langenlonsheim, Laubenheim, Dorsheim, Rümmelsheim, Windesheim, Stromberg, Waldlaubersheim, Warmsroth, Schweppenhausen, Eckenroth, Roth, Boos, Hüffelsheim, Schloßböckelheim, Rüdesheim, Weinsheim, Oberstreit, Waldböckelheim, Mandel, Hargesheim, Roxheim, Gutenberg en Bad Kreuznach; |
e) |
: |
In de Kreis Germersheim |
: |
de gemeenten Lingenfeld, Bellheim en Germersheim; |
f) |
: |
In de Kreis Kaiserslautern |
: |
de gemeenten Weilerbach, Otterbach, Otterberg, Enkenbach-Alsenborn, Hochspeyer, Kaiserslautern-Süd, Landstuhl en Bruchmühlbach-Miesau; de deelgemeenten Ramstein-Miesenbach, Hütschenhausen, Steinwenden en Kottweiler-Schwanden; |
g) |
: |
In de Kreis Kusel |
: |
de deelgemeenten Odenbach, Adenbach, Cronenberg, Ginsweiler, Hohenöllen, Lohnweiler, Heinzenhausen, Nussbach, Reipoltskirchen, Hefersweiler, Relsberg, Einöllen, Oberweiler-Tiefenbach, Wolfstein, Kreimbach-Kaulbach, Rutsweiler a.d. Lauter, Rothselberg, Jettenbach en Bosenbach; |
h) |
: |
In de Rhein-Pfalz-Kreis |
: |
de gemeenten Dudenhofen, Waldsee, Böhl-Iggelheim, Schifferstadt, Römerberg en Altrip; |
i) |
: |
In de Kreis Südwestpfalz |
: |
de gemeenten Waldfischbach-Burgalben, Rodalben, Hauenstein, Dahner-Felsenland, Pirmasens-Land en Thaleischweiler-Fröschen; de deelgemeenten Schmitshausen, Herschberg, Schauerberg, Weselberg, Obernheim-Kirchenarnbach, Hettenhausen, Saalstadt, Wallhalben en Knopp-Labach. |
2. GEBIEDEN WAAR NOODVACCINATIE WORDT TOEGEPAST:
Rheinland-Pfalz:
a) |
: |
De Kreise |
: |
Bad Dürkheim, Donnersbergkreis en Südliche Weinstraße; |
b) |
: |
De steden |
: |
Speyer, Landau, Neustadt an der Weinstraße, Pirmasens en Kaiserslautern; |
c) |
: |
In de Kreis Alzey-Worms |
: |
de deelgemeenten Stein-Bockenheim, Wonsheim, Siefersheim, Wöllstein, Gumbsheim, Eckelsheim, Wendelsheim, Nieder-Wiesen, Nack, Erbes-Büdesheim, Flonheim, Bornheim, Lonsheim, Bermersheim vor der Höhe, Albig, Bechenheim, Offenheim, Mauchenheim, Freimersheim, Wahlheim, Kettenheim, Esselborn, Dintesheim, Flomborn, Eppelsheim, Ober-Flörsheim, Hangen-Weisheim, Gundersheim, Bermersheim, Gundheim, Framersheim, Gau-Heppenheim, Monsheim en Alzey; |
d) |
: |
In de Kreis Bad Kreuznach |
: |
de deelgemeenten Becherbach, Reiffelbach, Schmittweiler, Callbach, Meisenheim, Breitenheim, Rehborn, Lettweiler, Abtweiler, Raumbach, Bad Sobernheim, Odernheim a. Glan, Staudernheim, Oberhausen a. d. Nahe, Duchroth, Hallgarten, Feilbingert, Hochstätten, Niederhausen, Norheim, Bad Münster a. Stein-Ebernburg, Altenbamberg, Traisen, Fürfeld, Tiefenthal, Neu-Bamberg, Frei-Laubersheim, Hackenheim, Volxheim, Pleitersheim, Pfaffen-Schwabenheim, Biebelsheim, Guldental, Bretzenheim, Langenlonsheim, Laubenheim, Dorsheim, Rümmelsheim, Windesheim, Stromberg, Waldlaubersheim, Warmsroth, Schweppenhausen, Eckenroth, Roth, Boos, Hüffelsheim, Schloßböckelheim, Rüdesheim, Weinsheim, Oberstreit, Waldböckelheim, Mandel, Hargesheim, Roxheim, Gutenberg en Bad Kreuznach; |
e) |
: |
In de Kreis Germersheim |
: |
de gemeenten Lingenfeld, Bellheim en Germersheim; |
f) |
: |
In de Kreis Kaiserslautern |
: |
de gemeenten Weilerbach, Otterbach, Otterberg, Enkenbach-Alsenborn, Hochspeyer, Kaiserslautern-Süd, Landstuhl en Bruchmühlbach-Miesau; de deelgemeenten Ramstein-Miesenbach, Hütschenhausen, Steinwenden en Kottweiler-Schwanden; |
g) |
: |
In de Kreis Kusel |
: |
de deelgemeenten Odenbach, Adenbach, Cronenberg, Ginsweiler, Hohenöllen, Lohnweiler, Heinzenhausen, Nussbach, Reipoltskirchen, Hefersweiler, Relsberg, Einöllen, Oberweiler-Tiefenbach, Wolfstein, Kreimbach-Kaulbach, Rutsweiler a.d. Lauter, Rothselberg, Jettenbach en Bosenbach; |
h) |
: |
In de Rhein-Pfalz-Kreis |
: |
de gemeenten Dudenhofen, Waldsee, Böhl-Iggelheim, Schifferstadt, Römerberg en Altrip; |
i) |
: |
In de Kreis Südwestpfalz |
: |
de gemeenten Waldfischbach-Burgalben, Rodalben, Hauenstein, Dahner-Felsenland, Pirmasens-Land en Thaleischweiler-Fröschen; de deelgemeenten Schmitshausen, Herschberg, Schauerberg, Weselberg, Obernheim-Kirchenarnbach, Hettenhausen, Saalstadt, Wallhalben en Knopp-Labach.” |
18.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 72/47 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 15 maart 2005
betreffende de financiële steun van de Gemeenschap voor de werking van bepaalde communautaire referentielaboratoria op het gebied van diergezondheid en levende dieren in 2005
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 606)
(Slechts de teksten in de Deense, Duitse, Engelse, Franse, Spaanse en Zweedse taal zijn authentiek)
(2005/237/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name op artikel 28, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Aan de communautaire referentielaboratoria moet financiële steun van de Gemeenschap worden verleend voor de te vervullen functies en taken die zijn vastgelegd in de volgende richtlijnen en beschikkingen:
|
(2) |
De steun van de Gemeenschap wordt verleend op voorwaarde dat de geplande werkzaamheden op doeltreffende wijze worden uitgevoerd en de autoriteiten binnen de vastgestelde termijn alle benodigde inlichtingen verstrekken. |
(3) |
Om budgettaire redenen wordt de steun van de Gemeenschap voor een periode van één jaar verleend. |
(4) |
In diezelfde periode wordt een enkele keer aanvullende steun verleend voor de organisatie van een jaarlijkse workshop in de sector waarvoor het communautaire referentielaboratorium verantwoordelijk is. |
(5) |
De werkprogramma's en bijbehorende begrotingsramingen van de communautaire referentielaboratoria voor het jaar 2005 zijn door de diensten van de Commissie geëvalueerd. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (13) worden volgens de communautaire voorschriften uitgevoerde veterinaire en fytosanitaire maatregelen gefinancierd uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw. Met betrekking tot de financiële controle zijn artikel 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van toepassing. |
(7) |
Verordening (EG) nr. 156/2004 van de Commissie van 29 januari 2004 betreffende de financiële steun van de Gemeenschap aan de communautaire referentielaboratoria overeenkomstig artikel 28 van Beschikking 90/424/EEG (14) bepaalt de voor vergoeding in aanmerking komende kosten van de overeenkomstig artikel 28 van Beschikking 90/424/EEG gesubsidieerde communautaire referentielaboratoria en de procedures voor de indiening van uitgaven en de uitvoering van audits. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In verband met de klassieke varkenspest verleent de Gemeenschap Duitsland financiële steun voor de in bijlage IV bij Richtlijn 2001/89/EG bedoelde functies en taken van het „Institut für Virologie der Tierärztlichen Hochschule” in Hannover, Duitsland.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 200 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
De financiële steun van de Gemeenschap voor de organisatie van een technische workshop over diagnosemethoden voor klassieke varkenspest bedraagt ten hoogste 30 000 EUR.
Artikel 2
In verband met de ziekte van Newcastle verleent de Gemeenschap het Verenigd Koninkrijk financiële steun voor de in bijlage V bij Richtlijn 92/66/EEG bedoelde functies en taken van het „Central Veterinary Laboratory” in Addlestone, Verenigd Koninkrijk.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 50 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
Artikel 3
In verband met de aviaire influenza verleent de Gemeenschap het Verenigd Koninkrijk financiële steun voor de in bijlage V bij Richtlijn 92/40/EEG bedoelde functies en taken van het „Central Veterinary Laboratory” in Addlestone, Verenigd Koninkrijk.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 135 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
Artikel 4
In verband met de vesiculaire varkensziekte verleent de Gemeenschap het Verenigd Koninkrijk financiële steun voor de in bijlage III bij Richtlijn 92/119/EEG bedoelde functies en taken van het „Pirbright Laboratory”, Verenigd Koninkrijk.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 100 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
Artikel 5
In verband met visziekten verleent de Gemeenschap Denemarken financiële steun voor de in bijlage C bij Richtlijn 93/53/EEG bedoelde functies en taken van het „Statens Veterinære Serumlaboratorium” in Århus, Denemarken.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 145 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
Artikel 6
In verband met de ziekten van tweekleppige weekdieren verleent de Gemeenschap Frankrijk financiële steun voor de in bijlage B bij Richtlijn 95/70/EG bedoelde functies en taken van IFREMER in La Tremblade, Frankrijk.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 90 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
Artikel 7
In verband met de paardenpest verleent de Gemeenschap Spanje financiële steun voor de in bijlage III bij Richtlijn 92/35/EEG bedoelde functies en taken van het „Laboratorio de sanidad y producción animal” in Algete, Spanje.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 35 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
Artikel 8
In verband met bluetongue verleent de Gemeenschap het Verenigd Koninkrijk financiële steun voor de in bijlage II bij Richtlijn 2000/75/EG bedoelde functies en taken van het „Pirbright Laboratory”, Verenigd Koninkrijk.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 150 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
De financiële steun van de Gemeenschap voor de organisatie van een technische workshop over diagnosemethoden voor bluetongue bedraagt ten hoogste 15 000 EUR.
Artikel 9
Voor serologische tests met antirabiësvaccins verleent de Gemeenschap Frankrijk financiële steun voor de in bijlage II bij Beschikking 2000/258/EG bedoelde functies en taken van het laboratorium van de A.F.S.S.A in Nancy, Frankrijk.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 150 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
Artikel 10
In verband met de Afrikaanse varkenspest verleent de Gemeenschap Spanje financiële steun voor de in bijlage V bij Richtlijn 2002/60/EG bedoelde functies en taken van het „Centro de investigación en sanidad animal” in Valdeolmos, Madrid, Spanje.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 100 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
De financiële steun van de Gemeenschap voor de organisatie van een technische workshop over diagnosemethoden voor Afrikaanse varkenspest bedraagt ten hoogste 30 000 EUR.
Artikel 11
Voor de evaluatie van de resultaten van testmethoden voor raszuivere fokrunderen en de uniformisering van de verschillende testmethoden verleent de Gemeenschap Zweden financiële steun voor de in bijlage II bij Beschikking 96/463/EG bedoelde functies en taken van het „Interbull Centre” in Uppsala, Zweden.
De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt ten hoogste 65 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005.
Artikel 12
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 15 maart 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(3) PB L 260 van 5.9.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(4) PB L 167 van 22.6.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(5) BP L 62 van 15.3.1993, blz. 69. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(6) PB L 175 van 19.7.1993, blz. 23. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(7) PB L 332 van 30.12.1995, blz. 33. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(8) PB L 157 van 10.6.1992, blz. 19. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(9) PB L 327 van 22.12.2000, blz. 74.
(10) PB L 79 van 30.3.2000, blz. 40. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2003/60/EG van de Commissie (PB L 23 van 28.1.2003, blz. 30).
(11) PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(12) PB L 192 van 2.8.1996, blz. 19.
(13) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.
(14) PB L 27 van 30.1.2004, blz. 5.