ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
50e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
2007/666/EG |
|
|
* |
||
|
|
2007/667/EG |
|
|
* |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
16.10.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1199/2007 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2007
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 756/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 41).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 15 oktober 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MA |
70,5 |
MK |
28,3 |
|
TR |
121,0 |
|
ZZ |
73,3 |
|
0707 00 05 |
EG |
151,2 |
JO |
162,5 |
|
TR |
146,7 |
|
ZZ |
153,5 |
|
0709 90 70 |
TR |
116,4 |
ZZ |
116,4 |
|
0805 50 10 |
AR |
81,1 |
TR |
83,7 |
|
UY |
81,6 |
|
ZA |
54,2 |
|
ZZ |
75,2 |
|
0806 10 10 |
BR |
252,4 |
MK |
44,5 |
|
TR |
117,3 |
|
US |
252,2 |
|
ZZ |
166,6 |
|
0808 10 80 |
AU |
188,0 |
CA |
101,5 |
|
CL |
17,7 |
|
NZ |
83,6 |
|
US |
96,9 |
|
ZA |
83,6 |
|
ZZ |
95,2 |
|
0808 20 50 |
CN |
71,2 |
TR |
126,7 |
|
ZA |
84,6 |
|
ZZ |
94,2 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.
16.10.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1200/2007 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2007
houdende niet-minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Asiago (BOB))
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 heeft de Commissie de aanvraag van Italië onderzocht voor de goedkeuring van wijzigingen van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Asiago”, die bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2) is geregistreerd. |
(2) |
Aangezien de betrokken wijzigingen niet minimaal zijn in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 510/2006, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3). Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 is meegedeeld, moeten de wijzigingen worden goedgekeurd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijzigingen van het productdossier met betrekking tot de in de bijlage bij deze verordening vermelde aanduiding worden goedgekeurd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2007.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
(2) PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2156/2005 (PB L 342 van 24.12.2005, blz. 54).
(3) PB C 321 van 29.12.2006, blz. 23.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.3. |
Kaas |
ITALIË
Asiago (BOB)
16.10.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 1201/2007 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2007
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Coliflor de Calahorra (BGA))
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 en artikel 17, lid 2, van diezelfde verordening is de door Spanje ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Coliflor de Calahorra” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 is bij de Commissie een bezwaarschrift ingediend. Aangezien dat bezwaarschrift vervolgens weer is ingetrokken, moet de benaming worden geregistreerd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2007.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
(2) PB C 148 van 24.6.2006, blz. 21.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.6. |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
SPANJE
Coliflor de Calahorra (BGA)
16.10.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271/7 |
VERORDENING (EG) Nr. 1202/2007 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2007
tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 oktober 2007
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat het invoerrecht voor de producten van de GN-codes 1001 10 00, 1001 90 91, ex 1001 90 99 (zachte tarwe van hoge kwaliteit), 1002, ex 1005, met uitzondering van hybriden voor zaaidoeleinden, en ex 1007, met uitzondering van hybriden voor zaaidoeleinden, gelijk is aan de interventieprijs voor deze producten bij de invoer, verhoogd met 55 % en verminderd met de cif-invoerprijs voor de betrokken zending. Dit invoerrecht mag echter niet hoger zijn dan het recht van het gemeenschappelijk douanetarief. |
(2) |
In artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat voor de berekening van het in lid 2 van dat artikel bedoelde invoerrecht regelmatig representatieve cif-invoerprijzen voor de betrokken producten worden vastgesteld. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 is de prijs die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van het invoerrecht voor de producten van de GN-codes 1001 10 00, 1001 90 91, ex 1001 90 99 (zachte tarwe van hoge kwaliteit), 1002 00, 1005 10 90, 1005 90 00 en 1007 00 90, de dagelijkse representatieve cif-invoerprijs die wordt bepaald volgens de methode van artikel 4 van die verordening. |
(4) |
Er dienen invoerrechten te worden vastgesteld voor de periode vanaf 16 oktober 2007, die van toepassing zullen zijn tot er nogmaals nieuwe invoerrechten worden vastgesteld en in werking treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde invoerrechten in de sector granen die van toepassing zullen zijn vanaf 16 oktober 2007, worden in bijlage I bij de onderhavige verordening vastgesteld zoals zij zijn bepaald aan de hand van de in bijlage II bij de onderhavige verordening vermelde elementen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 735/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 6).
(2) PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1816/2005 (PB L 292 van 8.11.2005, blz. 5).
BIJLAGE I
Vanaf 16 oktober 2007 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten
GN-code |
Omschrijving |
Invoerrecht (1) (EUR/t) |
1001 10 00 |
HARDE TARWE van hoge kwaliteit |
0,00 |
van gemiddelde kwaliteit |
0,00 |
|
van lage kwaliteit |
0,00 |
|
1001 90 91 |
ZACHTE TARWE, zaaigoed |
0,00 |
ex 1001 90 99 |
ZACHTE TARWE van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed |
0,00 |
1002 00 00 |
ROGGE |
0,00 |
1005 10 90 |
MAÏS, zaaigoed, ander dan hybriden |
0,00 |
1005 90 00 |
MAÏS, andere dan zaaigoed (2) |
0,00 |
1007 00 90 |
GRAANSORGHO, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden |
0,00 |
(1) Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd, komt de importeur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96 in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:
— |
3 EUR/t als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt, |
— |
2 EUR/t als de loshaven in Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt. |
(2) De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
BIJLAGE II
Elementen voor de berekening van de in bijlage I vastgestelde rechten
1.10.2007-12.10.2007
1. |
Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:
|
2. |
Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:
|
(1) Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(2) Korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(3) Korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
16.10.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 1203/2007 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2007
tot vaststelling van de uitvoerrestituties in het kader van de A1- en B-stelsels in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven en appelen)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 35, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1961/2001 van de Commissie (2), zijn de uitvoeringsbepalingen voor de uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit vastgesteld. |
(2) |
Op grond van artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2200/96 kan, voorzover dit nodig is om een economisch significante uitvoer mogelijk te maken en binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag, een uitvoerrestitutie worden betaald voor de door de Gemeenschap uitgevoerde producten. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 moet erop worden toegezien dat de reeds eerder door de restitutieregeling op gang gebrachte handelsstromen niet worden verstoord. Daarom, en vanwege de seizoensgebondenheid van de uitvoer van groenten en fruit, moeten de contingenten per product worden vastgesteld op basis van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (3). Bij de verdeling van die hoeveelheden moet rekening worden gehouden met het min of meer bederfelijke karakter van de betrokken producten. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2200/96 moet bij de vaststelling van de restituties rekening worden gehouden met de situatie en de verwachte ontwikkeling met betrekking tot de prijzen van groenten en fruit op de markt van de Gemeenschap en de beschikbare hoeveelheden enerzijds, en de prijzen in de internationale handel anderzijds. Voorts moeten ook de afzet- en vervoerskosten en het economische aspect van de beoogde uitvoer in aanmerking worden genomen. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt bij het bepalen van de marktprijzen van de Gemeenschap rekening gehouden met de prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. |
(6) |
Wegens de omstandigheden in de internationale handel of specifieke vereisten van bepaalde markten, kan het nodig zijn de restitutie voor een bepaald product te differentiëren naar gelang van de bestemming van dat product. |
(7) |
Voor tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven en appelen van de kwaliteitsklassen Extra, I en II van de gemeenschappelijke handelsnormen kan de uitvoer momenteel economisch significant zijn. |
(8) |
Met het oog op een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en gelet op de structuur van de uitvoer van de Gemeenschap is het dienstig uitvoerrestitutiebedragen volgens de A1- en B-stelsels vast te stellen. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. In de bijlage worden de eenheidsbedragen van de restituties, de periode voor het aanvragen van de restitutie en de verwachte hoeveelheden van de betrokken producten voor het A1-stelsel vastgesteld. In de bijlage worden de indicatieve eenheidsbedragen van de restitutie, de periode voor indiening van de certificaataanvragen en de verwachte hoeveelheden van de betrokken producten voor het B-stelsel vastgesteld.
2. Certificaten die in het kader van de voedselhulp worden afgegeven, zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4), worden niet afgeboekt op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde hoeveelheden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 25 oktober 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
(2) PB L 268 van 9.10.2001, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 548/2007 (PB L 130 van 22.5.2007, blz. 3).
(3) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 532/2007 (PB L 125 van 15.5.2007, blz. 7).
(4) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 15 oktober 2007 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven en appelen)
Productcode (1) |
Bestemming (2) |
A1-stelsel Periode voor het aanvragen van de restitutie: 25.10.2007-24.12.2007 |
B-stelsel Periode voor indiening van de certificaataanvragen: 1.11.2007-31.12.2007 |
||
Eenheidsbedrag van de restitutie (EUR/t nettogewicht) |
Verwachte hoeveelheden (t) |
Indicatief eenheidsbedrag van de restitutie (EUR/t nettogewicht) |
Verwachte hoeveelheden (t) |
||
0702 00 00 9100 |
A00 |
20 |
|
20 |
2 500 |
0805 10 20 9100 |
A00 |
26 |
|
26 |
28 333 |
0805 50 10 9100 |
A00 |
50 |
|
50 |
8 333 |
0806 10 10 9100 |
A00 |
13 |
|
13 |
833 |
0808 10 80 9100 |
F04, F09 |
22 |
|
22 |
25 000 |
(1) De codes van de producten zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), gewijzigd.
(2) De codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3846/87.
De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
F04 |
: |
Hongkong, Singapore, Maleisië, Sri Lanka, Indonesië, Thailand, Taiwan, Papoea-Nieuw-Guinea, Laos, Cambodja, Vietnam, Japan, Uruguay, Paraguay, Argentinië, Mexico en Costa Rica. |
||||||
F09 |
: |
De volgende bestemmingen:
|
16.10.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271/13 |
VERORDENING (EG) Nr. 1204/2007 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2007
tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, andere dan voor toegevoegde suiker toegekende restituties (voorlopig verduurzaamde kersen, gepelde tomaten, gekonfijte kersen, bereide hazelnoten en sommige sinaasappelsappen)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (1), en met name op artikel 16, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1429/95 van de Commissie (2), zijn uitvoeringsbepalingen vastgesteld met betrekking tot de uitvoerrestituties in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, andere dan voor toegevoegde suiker toegekende restituties. |
(2) |
In artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2201/96 is bepaald dat, voorzover nodig om het mogelijk te maken dat economisch belangrijke hoeveelheden worden uitgevoerd, voor de in artikel 1, lid 2, onder a), van die verordening genoemde producten een uitvoerrestitutie kan worden toegekend binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten die zijn gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag. In artikel 18, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2201/96 is bepaald dat, wanneer de restitutie voor de suiker die is verwerkt in de in artikel 1, lid 2, onder b), van die verordening genoemde producten, ontoereikend is om uitvoer van die producten mogelijk te maken, de overeenkomstig artikel 17 van die verordening vastgestelde restitutie van toepassing is. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96 dient ervoor te worden gezorgd dat de handelsstromen die eerder als gevolg van de restitutieregeling zijn ontstaan, niet worden verstoord. Daarom dienen de hoeveelheden per product te worden vastgesteld op basis van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (3). |
(4) |
Op grond van artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96 moeten de restituties worden vastgesteld met inachtneming van de situatie en de verwachte ontwikkeling met betrekking tot, enerzijds, de prijzen van verwerkte producten op basis van groenten en fruit op de markt van de Gemeenschap en de beschikbare hoeveelheden en, anderzijds, de prijzen in de internationale handel. Ook moet rekening worden gehouden met de afzet- en vervoerskosten en met het economische aspect van de beoogde uitvoer. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2201/96 moet bij het bepalen van de prijzen op de markt van de Gemeenschap rekening worden gehouden met de toegepaste prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. |
(6) |
In verband met de situatie voor de internationale handel of de specifieke eisen van bepaalde markten kan het nodig zijn om de restitutie voor een bepaald product te differentiëren naar de bestemming van dat product. |
(7) |
Momenteel kunnen economisch belangrijke hoeveelheden worden uitgevoerd van voorlopig verduurzaamde kersen, gepelde tomaten, gekonfijte kersen, bereide hazelnoten en sommige sinaasappelsappen. |
(8) |
De eenheidsbedragen van de restituties en de betrokken hoeveelheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte producten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De eenheidsbedragen van de uitvoerrestituties in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, de periode voor de indiening van de certificaataanvragen, de periode voor de afgifte van de certificaten en de betrokken hoeveelheden worden vastgesteld in de bijlage.
2. De in het kader van voedselhulp afgegeven certificaten als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4), worden niet in mindering gebracht op de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde hoeveelheden.
3. In afwijking van artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1429/95 zijn de certificaten slechts geldig tot en met 31 december 2007.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 25 oktober 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203).
(2) PB L 141 van 24.6.1995, blz. 28. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 548/2007 (PB L 130 van 22.5.2007, blz. 3).
(3) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 532/2007 (PB L 125 van 15.5.2007, blz. 7).
(4) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 15 oktober 2007 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, andere dan voor toegevoegde suiker toegekende restituties (voorlopig verduurzaamde kersen, gepelde tomaten, gekonfijte kersen, bereide hazelnoten en sommige sinaasappelsappen)
Periode voor de indiening van de certificaataanvragen: van 25 oktober 2007 tot en met 14 december 2007.
Periode voor de toewijzing van de certificaten: van november 2007 tot en met december 2007.
Productcode (1) |
Code van de bestemming (2) |
Eenheidsbedrag van de restitutie (in EUR/t nettogewicht) |
Betrokken hoeveelheid (in t) |
0812 10 00 9100 |
F06 |
45 |
1 500 |
2002 10 10 9100 |
A02 |
41 |
22 400 |
2006 00 31 9000 2006 00 99 9100 |
F06 |
138 |
250 |
2008 19 19 9100 2008 19 99 9100 |
A00 |
53 |
250 |
2009 11 99 9110 2009 12 00 9111 2009 19 98 9112 |
A00 |
5 |
0 |
2009 11 99 9150 2009 19 98 9150 |
A00 |
26 |
0 |
(1) De productcodes zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), gewijzigd.
(2) De bestemmingscodes van de „A”-serie zijn vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3846/87, gewijzigd.
De overige bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
F06 |
Alle bestemmingen behalve de landen van Noord-Amerika. |
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
16.10.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271/15 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 9 oktober 2007
houdende benoeming van een lid van de Europese groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën voor haar derde mandaat
(2007/666/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Besluit 2005/383/EG van de Commissie van 11 mei 2005 inzake de verlenging van het mandaat van de Europese groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Dr. Carlo CASINI heeft zich per brief van 12 juli 2006 teruggetrokken als lid van de Europese groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën (hierna „EGE” genoemd) in verband met zijn benoeming tot lid van het Europees Parlement. |
(2) |
De Commissie heeft vervolgens op 15 maart 2007 een uitnodiging tot het indienen van blijken van belangstelling gedaan ten behoeve van de selectie van een nieuw lid van de EGE. Een uit hoge personeelsleden van de Commissie bestaande jury heeft de ontvangen blijken van belangstelling beoordeeld en met het oog op het benoemingsbesluit van de Commissie een voorselectie gemaakt, |
BESLUIT:
Artikel 1
De heer Francesco D. BUSNELLI wordt benoemd tot lid van de EGE voor de periode van het huidige mandaat (2005–2009), ter vervanging van het voormalige EGE-lid Dr. Carlo CASINI.
Artikel 2
Het mandaat van het nieuwe EGE-lid wordt op de dag van de aanneming van dit besluit van kracht.
Gedaan te Brussel, 9 oktober 2007.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 127 van 20.5.2005, blz. 17.
16.10.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271/16 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2007
houdende toestemming tot het gebruik, in Duitsland, van risicorunderen tot het eind van hun productieve leven na officiële bevestiging van de aanwezigheid van BSE
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 4648)
(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
(2007/667/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (1), en met name op artikel 13, lid 1, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's) bij dieren. Artikel 13, lid 1, eerste alinea, van die verordening voorziet in uitroeiingsmaatregelen die moeten worden toegepast wanneer de aanwezigheid van een TSE officieel is bevestigd. Die maatregelen bestaan met name in het doden en de volledige vernietiging van de dieren en producten van dierlijke oorsprong die zijn geïdentificeerd als zijnde een risico („risicorunderen”) wegens een epidemiologisch verband met de zieke dieren. |
(2) |
Duitsland heeft de Commissie verzocht om een beschikking waarbij het gebruik van risicorunderen tot het eind van hun productieve leven wordt toegestaan in afwijking van artikel 13, lid 1, eerste alinea, onder c), van Verordening (EG) nr. 999/2001. |
(3) |
De door Duitsland ingediende bestrijdingsmaatregelen voorzien in de strikte beperking van verplaatsingen en de traceerbaarheid van runderen op zodanige wijze dat de huidige mate van bescherming van de gezondheid van mens en dier niet in het gedrang komt. |
(4) |
Op grond van een positieve risicobeoordeling moet aan Duitsland dan ook toestemming worden verleend om risicorunderen tot het eind van hun productieve leven te gebruiken, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. In afwijking van artikel 13, lid 1, eerste alinea, onder c), van Verordening (EG) nr. 999/2001 mag Duitsland runderen als bedoeld in punt 1, onder a), tweede en derde streepje, van bijlage VII bij die verordening tot het eind van hun productieve leven gebruiken onder de in de leden 2, 3 en 4 van dit artikel vermelde voorwaarden.
2. Duitsland ziet erop toe dat de in lid 1 bedoelde runderen:
a) |
permanent kunnen worden getraceerd in het gecomputeriseerde gegevensbestand als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad (2); |
b) |
alleen onder officieel toezicht en met het oog op vernietiging worden verwijderd van het bedrijf van de houder; |
c) |
niet naar andere lidstaten worden verzonden of naar derde landen worden uitgevoerd. |
3. Duitsland voert regelmatig controles uit om zich van de correcte tenuitvoerlegging van deze beschikking te vergewissen.
4. Duitsland houdt de Commissie en de andere lidstaten via het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid op de hoogte van het gebruik van de in lid 1 bedoelde runderen.
Duitsland verstrekt ook gerelateerde informatie in het jaarverslag als bedoeld in artikel 6, lid 4, van Verordening (EG) nr. 999/2001.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2007.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 727/2007 van de Commissie (PB L 165 van 27.6.2007, blz. 8).
(2) PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1.
Rectificaties
16.10.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 271/18 |
Rectificatie van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties
( Publicatieblad van de Europese Unie L 255 van 30 september 2005 )
1. |
In artikel 21, lid 7, van de richtlijn wordt de tweede alinea vervangen door: |
„De Commissie doet hiervan passende mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie en vermeldt daarbij de door de lidstaten goedgekeurde benamingen voor de opleidingstitels alsmede, in voorkomend geval, de instelling die de opleidingstitel afgeeft, het certificaat dat deze titel vergezelt en de overeenkomstige beroepstitel, zoals opgenomen in bijlage V, respectievelijk punten 5.1.1, 5.1.2, 5.1.3, 5.1.4, 5.2.2, 5.3.2, 5.3.3, 5.4.2, 5.5.2, 5.6.2 en 5.7.”
2. |
Bijlage II.1 Opleidingen op paramedisch en sociaal-pedagogisch gebied. De duur van de opleiding in Bijlage C van Richtlijn 92/51/EG wordt als volgt gewijzigd:
|