ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 275

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
19 oktober 2007


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 1215/2007 van de Commissie van 18 oktober 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie van 18 oktober 2007 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1217/2007 van de Commissie van 18 oktober 2007 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen

16

 

 

Verordening (EG) nr. 1218/2007 van de Commissie van 18 oktober 2007 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

19

 

 

Verordening (EG) nr. 1219/2007 van de Commissie van 18 oktober 2007 inzake de afgifte van invoercertificaten voor de aanvragen die tijdens de eerste zeven dagen van oktober 2007 in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 616/2007 geopende tariefcontingenten zijn ingediend voor vlees van pluimvee

23

 

 

Verordening (EG) nr. 1220/2007 van de Commissie van 18 oktober 2007 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1110/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende rechten bij invoer van melasse in de sector suiker

25

 

 

Verordening (EG) nr. 1221/2007 van de Commissie van 18 oktober 2007 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

27

 

 

Verordening (EG) nr. 1222/2007 van de Commissie van 18 oktober 2007 tot vaststelling van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95

30

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Commissie

 

 

2007/671/EG

 

*

Besluit nr. 1/2007 van het Gemengd Comité van de EG/Denemarken-Faeroër van 8 oktober 2007 tot wijziging van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds

32

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

19.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/1


VERORDENING (EG) Nr. 1215/2007 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2007

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 756/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 41).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 18 oktober 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

53,9

MK

27,6

TR

117,9

ZZ

66,5

0707 00 05

EG

151,2

JO

151,2

MA

40,3

MK

45,9

TR

143,2

ZZ

106,4

0709 90 70

TR

119,3

ZZ

119,3

0805 50 10

AR

61,3

TR

76,3

UY

73,9

ZA

56,1

ZZ

66,9

0806 10 10

BR

247,8

TR

124,4

US

284,6

ZZ

218,9

0808 10 80

CA

101,5

CL

24,3

MK

33,9

NZ

58,4

US

96,7

ZA

81,1

ZZ

66,0

0808 20 50

CN

66,2

TR

123,5

ZA

84,6

ZZ

91,4


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


19.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/3


VERORDENING (EG) Nr. 1216/2007 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2007

houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 19, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen (2) is ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 509/2006. Omwille van de duidelijkheid moet Verordening (EEG) nr. 1848/93 van de Commissie van 9 juli 1993 (3) tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen eveneens worden ingetrokken en worden vervangen door een nieuwe verordening.

(2)

In Verordening (EG) nr. 509/2006 is bepaald dat, om als gegarandeerde traditionele specialiteit (GTS) in aanmerking te komen, een landbouwproduct of een levensmiddel in overeenstemming moet zijn met een productdossier. In het productdossier moeten gegevens worden vermeld, zoals de benaming die men wenst te registreren, de beschrijving van het product en de productiemethode, alsmede de belangrijkste kenmerken ter staving van het traditionele karakter van het product.

(3)

Er dienen specifieke regels te worden vastgesteld voor benamingen in andere dan Latijnse karakters en voor registraties in meer dan één taal.

(4)

Krachtens artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006 kan in het productdossier worden bepaald dat op het etiket niet alleen de geregistreerde benaming wordt aangebracht, maar ook een formulering die moet worden vertaald in andere talen dan die van de geregistreerde benaming. Bepaald moet worden dat de vertalingen van deze formulering niet in het productdossier hoeven te worden vermeld, maar wel de oorspronkelijke tekst die dient te worden vertaald.

(5)

De informatie in het productdossier moet beknopt worden weergegeven, en beschrijvingen van in onbruik geraakte traditionele methoden alsmede herhalingen van algemene voorschriften dienen te worden vermeden. Er moeten regels inzake de maximumlengte van het productdossier worden vastgesteld.

(6)

De weergave van het in artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde communautaire symbool moet worden vastgelegd. Krachtens artikel 22, lid 2, van die verordening moet het symbool vanaf 1 mei 2009 op communautaire producten zijn aangebracht, met dien verstande dat een uitzondering wordt gemaakt voor producten die vóór die datum in de handel zijn gebracht. Aangezien marktdeelnemers echter ook vóór die datum het symbool op vrijwillige basis mogen aanbrengen, dienen regels te worden vastgesteld voor het gebruik van het symbool met ingang van 1 juli 2008.

(7)

In Verordening (EG) nr. 509/2006 is bepaald dat een producent die voornemens is om voor het eerst een gegarandeerde traditionele specialiteit te produceren, dit vooraf dient te melden aan de aangewezen autoriteiten of organen die verifiëren of de bepalingen van het productdossier worden nageleefd. In het belang van de transparantie en de goede werking van de controles moet worden vastgesteld dat de aangewezen autoriteiten of organen de naam en het adres van de producent die door hen op de naleving van het productdossier wordt gecontroleerd, aan de lidstaat of, wanneer het een derde land betreft, aan de Commissie moeten melden.

(8)

Met het oog op de coherente toepassing van Verordening (EG) nr. 509/2006 dienen procedures en modellen voor productdossiers, bezwaarschriften en wijzigingsaanvragen te worden vastgesteld.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor gegarandeerde traditionele specialiteiten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Productdossier

1.   Het in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde productdossier dient de in bijlage I, punt 3, van de onderhavige verordening vermelde gegevens te bevatten.

2.   De productcategorie van het landbouwproduct of levensmiddel wordt vermeld overeenkomstig de indeling in bijlage II bij de onderhavige verordening.

3.   Het productdossier moet beknopt zijn en mag, behalve in met redenen omklede gevallen, niet meer dan 10 bladzijden tellen.

Artikel 2

Specifieke bepalingen betreffende benamingen

1.   Indien de oorspronkelijke benaming niet in Latijnse karakters is gesteld, wordt samen met de benaming in haar oorspronkelijke schrift ook een transcriptie in Latijnse karakters geregistreerd.

2.   Wanneer wordt aangevraagd een benaming in meer dan één taal te registreren, worden alle formuleringen van de benaming waarvoor de registratie wordt aangevraagd, in het productdossier vermeld.

3.   Wanneer een beroep wordt gedaan op artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006 en de groepering aangeeft dat, bij het in de handel brengen van het product, op het etiket in de andere officiële talen mag worden vermeld dat het product is verkregen volgens de traditie van de regio, de lidstaat of het derde land waarvan de aanvraag afkomstig is, wordt de vermelding die in de andere officiële talen moet worden vertaald, in het productdossier opgenomen.

Artikel 3

Specifieke regels voor de beschrijving van het product en de productiemethode

1.   In de productbeschrijving wordt uitsluitend melding gemaakt van de gegevens die nodig zijn om het product en de specifieke kenmerken ervan te identificeren. De algemene voorschriften worden in het productdossier niet herhaald.

2.   De beschrijving van de productiemethode heeft slechts betrekking op de wijze waarop het product nu wordt geproduceerd. In onbruik geraakte traditionele methoden worden niet in het productdossier opgenomen.

Uitsluitend de methode die ter verkrijging van het product moet worden gevolgd, wordt beschreven op een manier die de reproductie van het product mogelijk maakt.

3.   In het overzicht van de belangrijkste kenmerken waaraan de specificiteit wordt ontleend, wordt een vergelijking met andere producten uit de categorie waartoe het betrokken product behoort, gemaakt waaruit blijkt wat het betrokken product onderscheidt van de overige. Bestaande normen mogen als referentie of vergelijking worden geciteerd.

4.   In het overzicht van de belangrijkste kenmerken waaraan het traditionele karakter wordt ontleend, worden de voornaamste kenmerken die niet zijn veranderd, aangegeven, met vermelding van specifieke en degelijke referenties.

Artikel 4

Minimumeisen en procedures voor de controle van de specificiteit

In het productdossier worden de kenmerken opgenomen waaraan de specificiteit van het product kan worden getoetst, alsmede de controleprocedures en -frequentie.

Artikel 5

Specifieke bepalingen betreffende de etikettering

Een lidstaat kan bepalen dat de naam van de autoriteit of het orgaan zoals bedoeld in artikel 7, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 509/2006 moet worden vermeld op het etiket van op zijn grondgebied geproduceerde landbouwproducten of levensmiddelen met de benaming „gegarandeerde traditionele specialiteit”.

Artikel 6

Het aanvragen van een registratie

1.   De registratieaanvraag wordt opgesteld volgens het model in bijlage I bij deze verordening. Bovendien wordt een naar behoren ingevuld elektronisch exemplaar van het formulier ingediend.

2.   Aanvragen van groeperingen die in een lidstaat zijn gevestigd, gaan vergezeld van de in artikel 7, lid 6, onder d), van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde verklaring.

Aanvragen van groeperingen die in een derde land zijn gevestigd, gaan vergezeld van de in artikel 7, lid 3, onder d), van die verordening bedoelde documenten.

3.   De datum van indiening van een aanvraag bij de Commissie is de datum waarop de aanvraag is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie in Brussel.

Artikel 7

Gezamenlijke aanvragen

1.   Wanneer meerdere groeperingen uit verschillende lidstaten een gezamenlijke aanvraag indienen op grond van artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 509/2006, wordt de in lid 5 van dat artikel bedoelde bezwaarprocedure in alle betrokken lidstaten ten uitvoer gelegd.

2.   De aanvraag wordt samen met de in artikel 7, lid 6, onder d), van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde verklaringen van alle betrokken lidstaten aan de Commissie overgelegd door één van de betrokken lidstaten of door één van de in een betrokken derde land gevestigde aanvragende groeperingen, en dit rechtstreeks of via de autoriteiten van het betrokken derde land.

Artikel 8

Bezwaarschriften

1.   Een bezwaarschrift in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 509/2006 kan worden opgesteld volgens het model in bijlage III bij de onderhavige verordening.

2.   Bij de vaststelling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006 ziet de Commissie erop toe dat daarin redenen en gronden zijn opgenomen.

3.   De in artikel 9, lid 5, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde termijn van zes maanden begint op de datum van verzending van het verzoek van de Commissie aan de belanghebbende partijen om onderling tot een akkoord te komen.

4.   Wanneer de in artikel 9, lid 5, tweede alinea, eerste zin, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde procedure is beeindigd, deelt de lidstaat waaruit de aanvraag afkomstig is, of de aanvrager uit een derde land de resultaten van elk overleg binnen één maand aan de Commissie mee, eventueel aan de hand van het model in bijlage IV bij de onderhavige verordening.

Artikel 9

Vermeldingen en symbolen

1.   Het in artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde communautaire symbool wordt weergegeven overeenkomstig het bepaalde in bijlage V bij de onderhavige verordening. De vermelding „GEGARANDEERDE TRADITIONALE SPECIALITEIT” in het symbool mag worden vervangen door de daarmee overeenkomende vermelding in een andere officiële taal van de Gemeenschap zoals vastgesteld in bijlage V bij de onderhavige verordening.

2.   Wanneer de communautaire symbolen of de in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde vermeldingen voorkomen op het etiket van een product, gaan zij vergezeld van de geregistreerde benaming of van één van de geregistreerde benamingen indien de benaming in meerdere talen is geregistreerd.

Artikel 10

Register

1.   De Commissie houdt het register van de gegarandeerde traditionele specialiteiten, hierna „het register” genoemd, bij in haar zetel te Brussel.

2.   Bij de inwerkingtreding van een rechtsinstrument tot registratie van een benaming legt de Commissie de volgende gegevens vast in het register:

a)

de geregistreerde benaming van het product in één of meer talen;

b)

de vermelding dat de registratie met of zonder reservering van de benaming wordt aangevraagd;

c)

de vermelding dat de groepering al dan niet verzoekt om toepassing van artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006;

d)

de categorie van het product zoals bedoeld in bijlage II bij de onderhavige verordening;

e)

de vermelding van het land of de landen waarin de groepering/groeperingen die de aanvraag heeft/hebben ingediend, is/zijn gevestigd, en

f)

de verwijzing naar het instrument tot registratie van de benaming.

3.   Voor de benamingen die op grond van artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 automatisch worden geregistreerd, legt de Commissie de in lid 2 van het onderhavige artikel bedoelde gegevens uiterlijk op 31 juli 2008 in het register vast.

Artikel 11

Wijzigingen van het productdossier

1.   Een aanvraag tot goedkeuring van wijzigingen van het productdossier wordt opgesteld volgens het model in bijlage VI bij deze verordening.

2.   Wanneer een aanvraag tot goedkeuring van wijzigingen van het productdossier zoals bedoeld in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 509/2006 wordt ingediend:

a)

omvat de overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 509/2006 vereiste informatie de naar behoren ingevulde aanvraag zoals bedoeld in lid 1 van het onderhavige artikel, alsmede de in artikel 7, lid 6, onder d), van die verordening bedoelde verklaring wanneer de aanvragende groepering in een lidstaat is gevestigd;

b)

omvat de overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bekend te maken informatie de naar behoren ingevulde, in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde aanvraag.

3.   Om als een in artikel 11, lid 1, vierde alinea, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde minimale wijziging te worden aangemerkt, mogen wijzigingen:

a)

geen betrekking hebben op de wezenlijke kenmerken van het product;

b)

geen essentiële veranderingen aan de productiemethode behelzen;

c)

geen verandering inhouden van de benaming of een deel van de benaming van het product, noch van het gebruik van die benaming.

4.   Indien de wijziging overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006 een tijdelijke verandering van het productdossier behelst als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die door de overheid is opgelegd, wordt bewijsmateriaal betreffende deze maatregelen overgelegd.

5.   Wanneer de Commissie besluit in te stemmen met een wijziging van het productdossier die onder meer of uitsluitend een verandering behelst van de gegevens die zijn vastgelegd in het in artikel 10 bedoelde register, schrapt zij de oorspronkelijke gegevens uit het register en legt zij de nieuwe gegevens in het register vast met ingang van de inwerkingtreding van dat besluit.

6.   De op grond van dit artikel aan de Commissie te verstrekken informatie wordt zowel op papier als in elektronische vorm ingediend. De datum van indiening van een wijzigingsaanvraag bij de Commissie is de datum waarop die aanvraag is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie in Brussel.

Artikel 12

Mededelingen van de aangewezen autoriteiten of organen

1.   De in artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde autoriteiten of de in artikel 15, lid 1, eerste alinea, tweede streepje, van die verordening bedoelde controleorganen delen de naam en het adres van de producenten die door hen op de naleving van het productdossier worden gecontroleerd, aan de lidstaat mee. De lidstaten houden de lijst van producenten ter beschikking van de andere lidstaten en de Commissie.

2.   De in artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde instanties of organen delen de naam en het adres van de producenten die door hen op de naleving van het productdossier worden gecontroleerd, mee aan de Commissie.

Artikel 13

Annulering

1.   De Commissie kan oordelen dat de inachtneming van de voorwaarden van het productdossier voor een als gegarandeerde traditionele specialiteit beschouwd landbouwproduct of levensmiddel niet langer mogelijk is of niet kan worden gewaarborgd, met name indien binnen een termijn van vijf jaar geen autoriteit of controleorgaan zoals bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 509/2006 aan de Commissie is meegedeeld.

2.   Voordat de Commissie besluit al dan niet tot annulering van een registratie over te gaan, geeft zij de groepering die de registratie heeft aangevraagd, de gelegenheid gehoord te worden en kan zij een termijn vaststellen waarbinnen de groepering opmerkingen kan maken.

3.   Wanneer een annulering van kracht wordt, schrapt de Commissie de benaming uit het in artikel 10 van deze verordening bedoelde register.

Artikel 14

Overgangsbepalingen

De bepalingen van deze verordening zijn onder voorbehoud van het volgende van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding:

a)

het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 4 geldt slechts voor procedures tot registratie en tot goedkeuring van wijzigingen in het geval dat de bekendmaking overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 of overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2082/92 niet vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening heeft plaatsgevonden;

b)

het bepaalde in de artikelen 6 en 7 en artikel 11, leden 1, 2, 4 en 6, geldt slechts voor na 19 april 2006 ontvangen aanvragen tot registratie en tot goedkeuring van wijzigingen;

c)

het bepaalde in artikel 8, leden 1, 2 en 3, geldt slechts voor bezwaarprocedures waarvoor de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde termijn van zes maanden op de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening nog niet is ingegaan;

d)

het bepaalde in artikel 8, lid 4, geldt slechts voor bezwaarprocedures waarvoor de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde termijn van zes maanden op de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening nog niet is verstreken;

e)

het bepaalde in artikel 9, lid 2, wordt uiterlijk op 1 juli 2008 van toepassing, behalve voor producten die vóór die datum in de handel zijn gebracht.

Artikel 15

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 1848/93 wordt ingetrokken.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bepaalde in artikel 14, onder b), is evenwel van toepassing met ingang van 20 april 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 1.

(2)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(3)  PB L 168 van 10.7.1993, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2167/2004 (PB L 371 van 18.12.2004, blz. 8).


BIJLAGE I

(Bij het invullen van dit formulier moet de tekst tussen vierkante haken, met inbegrip van die haken, worden weggelaten.)

AANVRAAG TOT REGISTRATIE VAN EEN GTS

Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

[Dezelfde benaming invullen als in het onderstaande punt 3.1:] „ ”

EG-nummer: [wordt ingevuld door de Europese Commissie]

1.   Naam en adres van de aanvragende groepering

[Verstrek de gegevens voor elke aanvragende groepering.]

Naam van de groepering/organisatie (indien relevant):

Adres:

Telefoon:

E-mailadres:

2.   Lidstaat of derde land

3.   Productdossier

3.1.   Benaming(en) waarvoor de registratie wordt aangevraagd (artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1216/2007)

[Heeft de registratieaanvraag betrekking op een benaming in meer dan één taal, vermeld dan alle formuleringen van de benaming. Wanneer een beroep wordt gedaan op artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006, i.e. de groepering aangeeft dat, bij het in de handel brengen van het product, op het etiket naast de benaming van het product in de oorspronkelijke taal, in de andere officiële talen mag worden vermeld dat het product is verkregen volgens de traditie van de regio, de lidstaat of het derde land waarvan de aanvraag afkomstig is, moet de vermelding die in de andere officiële talen moet worden vertaald, in het productdossier worden opgenomen].

3.2.   De benaming

is zelf specifiek

brengt de specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel tot uitdrukking.

[Geef uitleg.]

3.3.   Aanvraag tot registratie met of zonder reservering overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006

[Kies één van beide door een „X” in te vullen.]

Registratie met reservering van de benaming

Registratie zonder reservering van de benaming

3.4.   Productcategorie [volgens bijlage II]

3.5.   Beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel waarvoor de in punt 3.1 vermelde benaming geldt (artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1216/2007)

3.6.   Beschrijving van de methode waarmee het landbouwproduct of het levensmiddel met de in punt 3.1 vermelde benaming wordt geproduceerd (artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1216/2007)

3.7.   Het specifieke karakter van het landbouwproduct of het levensmiddel (artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1216/2007)

3.8.   Traditioneel karakter van het landbouwproduct of het levensmiddel (artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1216/2007)

3.9.   Minimumeisen en procedures voor de controle van het specifieke karakter (artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1216/2007)

4.   Autoriteiten of organen die de naleving van het productdossier controleren

[Wordt deze taak door meerdere autoriteiten of organen verricht, vermeld deze gegevens dan voor elk van hen.]

4.1.   Naam en adres

Naam:

Adres:

Telefoon:

E-mailadres:

[Kies één van beide door een „X” in te vullen.]

 publiek

 privaat

4.2.   Specifieke taken van de autoriteit of het orgaan

[Vermeld uitsluitend taken die betrekking hebben op de naleving van de bepalingen van het productdossier.]


BIJLAGE II

INDELING VAN DE PRODUCTEN VOOR DE TOEPASSING VAN VERORDENING (EG) Nr. 509/2006 VAN DE RAAD

1.   In bijlage I bij het Verdrag genoemde producten voor menselijke consumptie

Categorie 1.1

Vers vlees (en verse slachtafvallen)

Categorie 1.2

Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

Categorie 1.3

Kaas

Categorie 1.4

Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter, enz.)

Categorie 1.5

Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie, enz.)

Categorie 1.6

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

Categorie 1.7

Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren

Categorie 1.8

Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten

2.   In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 509/2006 genoemde producten

Categorie 2.1

Bier

Categorie 2.2

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten

Categorie 2.3

Suikerwerk, brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren

Categorie 2.4

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld

Categorie 2.5

Samengestelde gerechten

Categorie 2.6

Bereide kruidensausen

Categorie 2.7

Soep of bouillon

Categorie 2.8

Dranken op basis van plantenextracten

Categorie 2.9

Consumptie-ijs en sorbets.


BIJLAGE III

(Bij het invullen van dit formulier moet de tekst tussen vierkante haken, met inbegrip van die haken, worden weggelaten.)

BEZWAARSCHRIFT

Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

1.   Benaming van het product

[zoals vermeld in de bekendmaking in het Publicatieblad (PB)]

2.   Officieel referentienummer

[zoals vermeld in de bekendmaking in het Publicatieblad (PB)]

Referentienummer:

Datum van bekendmaking in het PB:

3.   Contactgegevens

Contactpersoon:

Aanschrijftitel (de heer, mevrouw, enz.…):

Naam:

Groepering/organisatie/individuele persoon:

Of nationale autoriteit:

Dienst:

Adres:

Telefoon +

E-mailadres:

4.   Motivering van het bezwaar:

Er is niet voldaan aan de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 509/2006 vastgestelde voorwaarden

Er is niet voldaan aan de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 509/2006 vastgestelde voorwaarden

Er is niet voldaan aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 509/2006 vastgestelde voorwaarden

In het geval van een in artikel 13, lid 2, bedoelde aanvraag, wordt de benaming op rechtmatige, erkende en economisch significatieve wijze gebruikt voor soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen.

5.   Bijzonderheden over het bezwaar

Verstrek een verklaring waarin de redenen en gronden voor het bezwaar worden uiteengezet. Verstrek ook een verklaring waarin het rechtmatige belang van de bezwaarmaker wordt uitgelegd, tenzij het bezwaarschrift wordt ingediend door de nationale autoriteiten, in welk geval geen verklaring over het rechtmatige belang nodig is. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en gedateerd.


BIJLAGE IV

(Bij het invullen van dit formulier moet de tekst tussen vierkante haken, met inbegrip van die haken, worden weggelaten.)

MELDING VAN HET EINDE VAN HET OVERLEG IN HET KADER VAN EEN BEZWAARPROCEDURE

Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

1.   Benaming van het product

[zoals vermeld in de bekendmaking in het Publicatieblad (PB)]

2.   Officieel referentienummer [zoals vermeld in de bekendmaking in het Publicatieblad (PB)]

Referentienummer:

Datum van bekendmaking in het PB:

3.   Resultaat van het overleg

3.1.

Er is een akkoord bereikt met de volgende bezwaarmaker(s):

[Voeg een kopie bij van de brieven waaruit dat akkoord blijkt]

3.2.

Er is geen akkoord bereikt met de volgende bezwaarmaker(s):

4.   Productdossier

Het productdossier is gewijzigd

Ja 

Nee 

Voeg, in het geval van „Ja”, het gewijzigde productdossier bij.

5.   Datum en ondertekening

[Naam]

[Dienst/organisatie]

[Adres]

[Telefoon: +]

[E-mailadres:]


BIJLAGE V

WEERGAVE VAN DE COMMUNAUTAIRE SYMBOLEN EN VERMELDINGEN

1.   Communautaire symbolen in kleur of in zwart-wit

Wanneer voor de symbolen kleuren worden gebruikt, kunnen rechtstreeks de juiste kleuren (Pantone) worden aangebracht of kan vierkleurendruk worden toegepast. De referentiekleuren zijn hierna aangegeven.

Communautaire symbolen in Pantone

Image

Image

Communautaire symbolen in vierkleurendruk

Image

Image

Communautaire symbolen in zwart-wit

Image

2.   Communautaire symbolen in negatiefdruk

Als de achtergrondkleur van de verpakking of het etiket donker is, kunnen de symbolen in negatiefdruk worden weergegeven met gebruikmaking van de achtergrondkleur van de verpakking of het etiket.

Image

3.   Contrast met achtergrondkleuren

Als een symbool in kleur wordt gebruikt tegen een gekleurde achtergrond die het symbool moeilijk zichtbaar maakt, moet aan de buitenzijde rond het symbool een begrenzende cirkel worden aangebracht om het contrast met de achtergrondkleuren te verbeteren:

Image

4.   Lettertype

Voor de tekst moeten kapitalen van Times Roman worden gebruikt.

5.   Verkleining

De diameter van de communautaire symbolen mag niet kleiner zijn dan 15 mm.

6.   „Gegarandeerde traditionele specialiteit” en de afkorting ervan in de talen van de EG

EG-taal

Vermelding

Afkorting

BG

храна с традиционно специфичен характер

ХТСХ

ES

especialidad tradicional garantizada

ETG

CS

zaručená tradiční specialita

ZTS

DA

garanteret traditionel specialitet

GTS

DE

garantiert traditionelle Spezialität

g.t.S.

ET

garanteeritud traditsiooniline eritunnus

GTE

EL

εγγυημένο παραδοσιακό ιδιότυπο προϊόν

Ε Π Ι Π

EN

traditional speciality guaranteed

TSG

FR

spécialité traditionnelle garantie

STG

GA

speisialtacht thraidisiúnta ráthaithe

STR

IT

specialità tradizionale garantita

STG

LV

garantēta tradicionālā īpatnība

GTI

LT

garantuotas tradicinis gaminys

GTG

HU

hagyományos különleges termék

HKT

MT

speċjalità tradizzjonali garantita

STG

NL

gegarandeerde traditionele specialiteit

GTS

PL

gwarantowana tradycyjna specjalność

GTS

PT

especialidade tradicional garantida

ETG

RO

specialitate tradițională garantată

STG

SK

zaručená tradičná špecialita

ZTŠ

SL

zajamčena tradicionalna posebnost

ZTP

FI

aito perinteinen tuote

APT

SV

garanterad traditionell specialitet

GTS


BIJLAGE VI

(Bij het invullen van dit formulier moet de tekst tussen vierkante haken, met inbegrip van die haken, worden weggelaten.)

WIJZIGINGSAANVRAAG

Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 11

[Geregistreerde benaming] „ ”

EG-nummer: [wordt ingevuld door de Europese Commissie]

1.   Aanvragende groepering

Naam van de groepering:

Adres:

Telefoon: +

E-mailadres:

2.   Lidstaat of derde land

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

Benaming van het product

Reservering van de benaming (artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006)

Beschrijving van het product

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Anders, namelijk (specificeer)

4.   Aard van de wijziging(en)

Wijziging van het productdossier voor de geregistreerde GTS

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006) (bewijzen van deze maatregelen overleggen)

5.   Wijziging(en)

[Geef voor elke in het bovenstaande punt 3 aangekruiste rubriek een beknopte uitleg van elke wijziging. Verstrek ook een verklaring waarin het rechtmatige belang van de groepering die de wijziging voorstelt, wordt uitgelegd.]

6.   Bijgewerkt productdossier


19.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/16


VERORDENING (EG) Nr. 1217/2007 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2007

tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen (1), en met name op de artikelen 13 en 19,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 10 juni 2005 hebben de Commissie en het ministerie van Handel van de Volksrepubliek China een memorandum van overeenstemming over de uitvoer van bepaalde Chinese textiel- en kledingproducten naar de Gemeenschap („het memorandum”) ondertekend. In het memorandum zijn kwantitatieve maxima voor de uitvoer van bepaalde categorieën textielproducten overeengekomen. De geldigheidsduur van deze maxima loopt op 1 januari 2008 af.

(2)

Het memorandum betreft de invoer uit China naar de Gemeenschap van de volgende tien categorieën textielproducten: categorie 2 (weefsels van katoen), categorie 4 (T-shirts), categorie 5 (pullovers), categorie 6 (broeken), categorie 7 (blouses), categorie 20 (beddenlinnen), categorie 26 (japonnen), categorie 31 (bustehouders), categorie 39 (tafel- en huishoudlinnen) en categorie 115 (garens van vlas of van ramee). De overeenkomstige douanecodes van die producten zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 3030/93.

(3)

Er moet worden gezorgd voor een soepele en ordelijke overgang naar een volledige liberalisatie van de handel in textielproducten voor de betrokken invoer van oorsprong uit China waarvoor momenteel de in het memorandum vastgelegde kwantitatieve maxima gelden. Op basis van een gedetailleerde analyse voor elk van de in het memorandum opgenomen categorieën, waarbij werd gekeken naar de vroegere en huidige kwantitatieve maxima, de vroegere en huidige benutting ervan, de vroegere en huidige werkelijke handel, het aandeel van de invoer en de specifieke gevoeligheid van de productcategorie, hebben de Commissie en het ministerie van Handel van de Volksrepubliek China geconcludeerd dat een systeem van toezicht moet worden ingevoerd, aangezien er een redelijke waarschijnlijkheid is dat acht van bovengenoemde tien categorieën textielproducten waarvoor in het memorandum kwantitatieve maxima zijn vastgesteld in 2008 onder druk zullen komen te staan van invoer van oorsprong uit China. Deze acht categorieën zijn categorie 4 (T-shirts), categorie 5 (pullovers), categorie 6 (broeken), categorie 7 (blouses), categorie 20 (beddenlinnen), categorie 26 (japonnen), categorie 31 (bustehouders) en categorie 115 (garens van vlas of van ramee).

(4)

Bij de conclusie dat toezicht noodzakelijk is, is er ook rekening mee gehouden dat andere belangrijke consumentenmarkten de invoer van diverse categorieën textielproducten van oorsprong uit China nog tot 31 december 2008 beperken.

(5)

Voor een soepele overgang naar een volledige liberalisatie van de handel in textielproducten moeten de invoerontwikkelingen voor bovengenoemde acht categorieën textielproducten die in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 zijn vermeld, in een zo vroeg mogelijk stadium worden gevolgd door de instelling van een systeem van toezicht vooraf in de vorm van een dubbele controle van deze producten gedurende één jaar, te weten van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008.

(6)

De regering van de Volksrepubliek China heeft de Commissie meegedeeld dat zij zal meewerken aan het systeem van dubbele controle dat van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 van toepassing zal zijn voor de acht in het memorandum opgenomen categorieën.

(7)

Verordening (EEG) nr. 3030/93 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Ter wille van de duidelijkheid en voorspelbaarheid van de invoerregeling na 1 januari 2008 moet deze verordening tijdig in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

(9)

Ingevolge artikel 14, lid 1, van bijlage III blijft die invoerregeling tot 31 maart 2008 van kracht voor het in het vrije verkeer brengen van producten van oorsprong uit China waarvoor de in het memorandum vastgestelde kwantitatieve maxima gelden en die vóór 1 januari 2008 zijn verzonden.

Met ingang van 1 april 2008 is het in deze verordening vervatte systeem van dubbele controle van toepassing en worden invoervergunningen afgegeven op basis van de uitvoervergunning die voor de goederen is afgegeven.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité textielproducten, dat werd ingesteld bij artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 3030/93,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2007.

Voor de Commissie

Peter MANDELSON

Lid van de Commissie


(1)  PB L 275 van 8.11.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 54/2007 (PB L 18 van 25.1.2007, blz. 1).


BIJLAGE

Tabel A van bijlage III van Verordening (EEG) nr. 3030/93 komt als volgt te luiden:

„Tabel A

Landen en categorieën waarop het systeem van dubbele controle van toepassing is

Derde land

Groep

Categorie

Eenheid

CHINA

GROEP I B

 

 

4

1 000 stuks

 

5

1 000 stuks

 

6

1 000 stuks

 

7

1 000 stuks

GROEP II A

 

 

20

ton

GROEP II B

 

 

26

1 000 stuks

 

31

1 000 stuks

GROEP IV

 

 

115

ton

OEZBEKISTAN

GROEP I A

 

 

1

ton

 

3

ton

GROEP I B

 

 

4

1 000 stuks

 

5

1 000 stuks

 

6

1 000 stuks

 

7

1 000 stuks

 

8

1 000 stuks

GROEP II B

 

 

26

1 000 stuks”


19.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/19


VERORDENING (EG) Nr. 1218/2007 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2007

tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 33, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, lid 1, van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en die in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gezien de huidige marktsituatie in de sector rundvlees moeten derhalve uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 vastgestelde voorschriften en criteria.

(3)

In artikel 33, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 is bepaald dat de restitutie kan variëren naar gelang van de bestemming indien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten dat noodzakelijk maakt of maken.

(4)

Restituties mogen uitsluitend worden toegekend voor producten die vrij in de Gemeenschap kunnen circuleren en die zijn voorzien van een gezondheidsmerk zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2). Deze producten moeten ook voldoen aan het bepaalde in Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (3) en in Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (4).

(5)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 van de Commissie van 20 juli 1982 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees zonder been (5) wordt de bijzondere restitutie verlaagd wanneer de voor uitvoer bestemde hoeveelheid minder dan 95 %, doch ten minste 85 % van de totale hoeveelheid (in gewicht) door uitbening verkregen stukken bedraagt.

(6)

Verordening (EG) nr. 838/2007 van de Commissie (6) moet derhalve worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde uitvoerrestituties worden toegekend voor de producten en de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening, onder de voorwaarden van lid 2 van dit artikel.

2.   De op grond van lid 1 voor een restitutie in aanmerking komende producten moeten voldoen aan de desbetreffende eisen van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 en (EG) nr. 853/2004, namelijk dat zij zijn vervaardigd in een erkende inrichting en dat zij voldoen aan de in bijlage I, sectie I, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 854/2004 vastgestelde bepalingen inzake gezondheidsmerken.

Artikel 2

In het in artikel 6, lid 2, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 bedoelde geval wordt de restitutie voor producten van code 0201 30 00 9100 verminderd met 7 EUR/100 kg.

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 838/2007 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op 19 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Commissie (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(3)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.

(4)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006.

(5)  PB L 212 van 21.7.1982, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1713/2006 (PB L 321 van 21.11.2006, blz. 11).

(6)  PB L 186 van 18.7.2007, blz. 7.


BIJLAGE

Met ingang van 19 oktober 2007 geldende uitvoerrestituties in de sector rundvlees

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie (7)

0102 10 10 9140

B00

EUR/100 kg levend gewicht

25,9

0102 10 30 9140

B00

EUR/100 kg levend gewicht

25,9

0201 10 00 9110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

36,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

21,5

0201 10 00 9130 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

48,8

B03

EUR/100 kg nettogewicht

28,7

0201 20 20 9110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

48,8

B03

EUR/100 kg nettogewicht

28,7

0201 20 30 9110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

36,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

21,5

0201 20 50 9110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

61,0

B03

EUR/100 kg nettogewicht

35,9

0201 20 50 9130 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

36,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

21,5

0201 30 00 9050

US (3)

EUR/100 kg nettogewicht

6,5

CA (4)

EUR/100 kg nettogewicht

6,5

0201 30 00 9060 (6)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

22,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

7,5

0201 30 00 9100 (2)  (6)

B04

EUR/100 kg nettogewicht

84,7

B03

EUR/100 kg nettogewicht

49,8

EG

EUR/100 kg nettogewicht

103,4

0201 30 00 9120 (2)  (6)

B04

EUR/100 kg nettogewicht

50,8

B03

EUR/100 kg nettogewicht

29,9

EG

EUR/100 kg nettogewicht

62,0

0202 10 00 9100

B02

EUR/100 kg nettogewicht

16,3

B03

EUR/100 kg nettogewicht

5,4

0202 20 30 9000

B02

EUR/100 kg nettogewicht

16,3

B03

EUR/100 kg nettogewicht

5,4

0202 20 50 9900

B02

EUR/100 kg nettogewicht

16,3

B03

EUR/100 kg nettogewicht

5,4

0202 20 90 9100

B02

EUR/100 kg nettogewicht

16,3

B03

EUR/100 kg nettogewicht

5,4

0202 30 90 9100

US (3)

EUR/100 kg nettogewicht

6,5

CA (4)

EUR/100 kg nettogewicht

6,5

0202 30 90 9200 (6)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

22,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

7,5

1602 50 31 9125 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

23,3

1602 50 31 9325 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

20,7

1602 50 39 9125 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

23,3

1602 50 39 9325 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

20,7

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De bestemmingscodes zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

B00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen).

B02

:

B04 en bestemming EG.

B03

:

Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Kosovo, Montenegro, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, proviandering en bunkeren (bestemmingen zoals bedoeld in de artikelen 36 en 45 en, indien toepasselijk, artikel 44 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11).

B04

:

Turkije, Oekraïne, Belarus, Moldavië, Rusland, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Libanon, Syrië, Irak, Iran, Israël, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Jordanië, Saoedi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Jemen, Pakistan, Sri Lanka, Myanmar (Birma), Thailand, Vietnam, Indonesië, Filipijnen, China, Noord-Korea, Hongkong, Soedan, Mauritanië, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad, Kaapverdië, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Equatoriaal-Guinea, Sao Tomé en Principe, Gabon, Congo (Republiek), Congo (Democratische Republiek), Rwanda, Burundi, Sint-Helena en onderhorigheden, Angola, Ethiopië, Eritrea, Djibouti, Somalië, Oeganda, Tanzania, Seychellen en onderhorigheden, Brits gebied in de Indische Oceaan, Mozambique, Mauritius, Comoren, Mayotte, Zambia, Malawi, Zuid-Afrika, Lesotho.


(1)  Indeling onder deze onderverdeling is afhankelijk van de overlegging van het attest dat is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 32/82 van de Commissie (PB L 4 van 8.1.1982, blz. 11).

(2)  De restitutie wordt toegekend mits voldaan is aan de voorwaarden van Verordening (EEG) nr. 1964/82 van de Commissie (PB L 212 van 21.7.1982, blz. 48) en, indien van toepassing, aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1741/2006 van de Commissie (PB L 329 van 25.11.2006, blz. 7).

(3)  Zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2973/79 van de Commissie (PB L 336 van 29.12.1979, blz. 44).

(4)  Zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2051/96 van de Commissie (PB L 274 van 26.10.1996, blz. 18).

(5)  De restitutie wordt toegekend mits voldaan is aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1731/2006 van de Commissie (PB L 325 van 24.11.2006, blz. 12).

(6)  Het gehalte aan mager rundvlees met uitzondering van vet wordt bepaald aan de hand van de analyseprocedure die is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2429/86 van de Commissie (PB L 210 van 1.8.1986, blz. 39).

Het begrip „gemiddeld gehalte” verwijst naar de hoeveelheid van het monster zoals bepaald in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 765/2002 van de Commissie (PB L 117 van 4.5.2002, blz. 6). Het monster wordt genomen uit het deel van de betrokken partij met het hoogste risico.

(7)  Krachtens artikel 33, lid 10, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 wordt geen restitutie toegekend bij de uitvoer van producten die uit derde landen worden ingevoerd en naar derde landen worden wederuitgevoerd.

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De bestemmingscodes zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

B00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen).

B02

:

B04 en bestemming EG.

B03

:

Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Kosovo, Montenegro, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, proviandering en bunkeren (bestemmingen zoals bedoeld in de artikelen 36 en 45 en, indien toepasselijk, artikel 44 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11).

B04

:

Turkije, Oekraïne, Belarus, Moldavië, Rusland, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Libanon, Syrië, Irak, Iran, Israël, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Jordanië, Saoedi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Jemen, Pakistan, Sri Lanka, Myanmar (Birma), Thailand, Vietnam, Indonesië, Filipijnen, China, Noord-Korea, Hongkong, Soedan, Mauritanië, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad, Kaapverdië, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Equatoriaal-Guinea, Sao Tomé en Principe, Gabon, Congo (Republiek), Congo (Democratische Republiek), Rwanda, Burundi, Sint-Helena en onderhorigheden, Angola, Ethiopië, Eritrea, Djibouti, Somalië, Oeganda, Tanzania, Seychellen en onderhorigheden, Brits gebied in de Indische Oceaan, Mozambique, Mauritius, Comoren, Mayotte, Zambia, Malawi, Zuid-Afrika, Lesotho.


19.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/23


VERORDENING (EG) Nr. 1219/2007 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2007

inzake de afgifte van invoercertificaten voor de aanvragen die tijdens de eerste zeven dagen van oktober 2007 in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 616/2007 geopende tariefcontingenten zijn ingediend voor vlees van pluimvee

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2), en met name op artikel 7, lid 2,

Gelet op Verordening (EG) nr. 616/2007 van de Commissie van 4 juni 2007 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor vlees van pluimvee van oorsprong uit Brazilië, Thailand en andere derde landen (3), en met name op artikel 5, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 616/2007 zijn tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector vlees van pluimvee.

(2)

De invoercertificaataanvragen die tijdens de eerste zeven dagen van oktober 2007 zijn ingediend voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2008 hebben voor bepaalde contingenten betrekking op een hoeveelheid die de beschikbare hoeveelheid overschrijdt. Bijgevolg dient door vaststelling van de op de aangevraagde hoeveelheden toe te passen toewijzingscoëfficiënt te worden bepaald in hoeverre de invoercertificaten kunnen worden afgegeven.

(3)

De tijdens de eerste zeven dagen van oktober 2007 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2008 ingediende invoercertificaataanvragen hebben voor bepaalde contingenten betrekking op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. Bijgevolg dienen de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, te worden vastgesteld en te worden toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Op de invoercertificaataanvragen die op grond van Verordening (EG) nr. 616/2007 zijn ingediend voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2008 worden de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënten toegepast.

2.   De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 616/2007 en die aan de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2008 moeten worden toegevoegd, zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 289/2007 (PB L 78 van 17.3.2007, blz. 17).

(3)  PB L 142 van 5.6.2007, blz. 3.


BIJLAGE

Nummer van de groep

Volgnr.

Toewijzingscoëfficiënt voor de invoercertificaataanvragen die zijn ingediend voor de deelperiode van 1.1.2008-31.3.2008

(in %)

Niet aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de deelperiode van 1.4.2008-30.6.2008

(in kg)

1

09.4211

2,00757

2

09.4212

 (1)

74 088 000

4

09.4214

41,505001

5

09.4215

45,024668

6

09.4216

 (2)

3 669 357

7

09.4217

8,044555

8

09.4218

 (2)

7 348 800


(1)  Niet van toepassing: de Commissie heeft geen enkele certificaataanvraag ontvangen.

(2)  Niet van toepassing: de aanvragen hebben betrekking op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid.


19.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/25


VERORDENING (EG) Nr. 1220/2007 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2007

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1110/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende rechten bij invoer van melasse in de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 2,

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 (2), en met name op artikel 34, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De bedragen van de representatieve prijzen en van de aanvullende rechten die vanaf 1 oktober 2007 gelden bij invoer van melasse, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1110/2007 van de Commissie (3).

(2)

De gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, wijzen erop dat de betrokken bedragen overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 951/2006 dienen te worden aangepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1110/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende rechten die gelden bij invoer van de in artikel 34 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten, worden gewijzigd en zijn opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2031/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 43).

(3)  PB L 253 van 28.9.2007, blz. 7.


BIJLAGE

Vaststelling, voor de sector suiker, van de gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor melasse van toepassing vanaf 19 oktober 2007

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

Toe te passen recht bij invoer als gevolg van schorsing van de invoerrechten, als bedoeld in artikel 40 van Verordening (EG) nr. 951/2006, per 100 kg netto van het betrokken product (1)

1703 10 00 (2)

8,38

0

1703 90 00 (2)

10,29

0


(1)  Dit bedrag vervangt, overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EG) nr. 951/2006, het voor deze producten vastgestelde bedrag van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 951/2006.


19.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/27


VERORDENING (EG) Nr. 1221/2007 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2007

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, onder a), b), c), d), e) en g), van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2) is aangegeven voor welke producten een restitutie moet worden vastgesteld wanneer zij worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1255/1999.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks worden vastgesteld.

(4)

Voor bepaalde melkproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen, bestaat evenwel het gevaar dat, indien vooraf hoge restituties worden vastgesteld, de verplichtingen die met betrekking tot deze restituties zijn aangegaan, op het spel worden gezet. Om dat gevaar te voorkomen dienen passende voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zonder evenwel contracten op lange termijn uit te sluiten. De vaststelling van specifieke restitutiebedragen voor het vooraf vaststellen van de restituties voor deze producten moet het mogelijk maken beide doelstellingen te verwezenlijken.

(5)

In artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 is bepaald dat voor de vaststelling van de restitutie in voorkomend geval rekening moet worden gehouden met de restituties bij de productie en de steunmaatregelen of andere maatregelen van gelijke werking die voor de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 vermelde basisproducten of daarmee gelijkgestelde producten in alle lidstaten worden toegepast uit hoofde van de verordening houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de betrokken sector.

(6)

Ingevolge artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt steun verleend aan in de Gemeenschap geproduceerde en tot caseïne verwerkte ondermelk, indien deze melk en de daarvan vervaardigde caseïne aan bepaalde eisen voldoen.

(7)

Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (3) voorziet in de levering van boter en room tegen verlaagde prijs aan de fabrikanten van bepaalde koopwaren.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restitutiebedragen die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1255/1999 vermelde goederen, worden vastgesteld zoals bepaald in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2007.

Voor de Commissie

Heinz ZOUREK

Directeur-generaal Ondernemingen en industrie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1152/2007 van de Raad (PB L 258 van 4.10.2007, blz. 3).

(2)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 447/2007 (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 31).

(3)  PB L 308 van 25.11.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 96/2007 (PB L 25 van 1.2.2007, blz. 6).


BIJLAGE

Restituties welke van toepassing zijn vanaf 19 oktober 2007 op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (1)

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving

Restituties

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

ex 0402 10 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van minder dan 1,5 gewichtspercenten (PG 2):

 

 

a)

in geval van uitvoer van goederen van GN-code 3501

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

0,00

0,00

ex 0402 21 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van 26 gewichtspercenten (PG 3):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room in de vorm van een aan PG 3 gelijkgesteld product, tegen verlaagde prijs krachtens Verordening (EG) nr. 1898/2005

0,00

0,00

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

0,00

0,00

ex 0405 10

Boter met een vetgehalte van 82 gewichtspercenten (PG 6):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room tegen verlaagde prijs, vervaardigd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1898/2005

0,00

0,00

b)

in geval van uitvoer van goederen behorende tot GN-code 2106 90 98, met een vetgehalte van 40 of meer gewichtspercenten

0,00

0,00

c)

in geval van uitvoer van andere goederen

0,00

0,00


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar:

a)

derde landen: Andorra, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Liechtenstein en de Verenigde Staten van Amerika en op de naar de Zwitserse Bondsstaat uitgevoerde goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II van Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972;

b)

gebieden van de lidstaten van de EU die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d’Italia, Helgoland, Groenland, de Faeröer en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.


19.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/30


VERORDENING (EG) Nr. 1222/2007 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2007

tot vaststelling van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (1), en met name op artikel 5, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (2), en met name op artikel 5, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2783/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende een gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine (3), en met name op artikel 3, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (4), zijn de uitvoeringsbepalingen van de regeling voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten en de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovoalbumine, vastgesteld.

(2)

Uit een regelmatige controle van gegevens waarvan wordt uitgegaan bij de vaststelling van de representatieve prijzen voor de producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovoalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd, met inachtneming van de naar gelang van de oorsprong optredende prijsverschillen. Derhalve moeten de representatieve prijzen voor die producten worden gepubliceerd.

(3)

Deze wijziging, gezien de marktsituatie, moet zo spoedig mogelijk worden toegepast.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006.

(3)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 104. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2916/95 van de Commissie (PB L 305 van 19.12.1995, blz. 49).

(4)  PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1094/2007 (PB L 246 van 21.9.2007, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 18 oktober 2007 tot vaststelling van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95

„BIJLAGE I

GN-code

Omschrijving

Representatieve prijs

(EUR/100 kg)

Zekerheid zoals bedoeld in artikel 3, lid 3

(EUR/100 kg)

Oorsprong (1)

0207 12 10

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 70 %), bevroren

104,2

0

01

104,6

0

02

0207 12 90

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren

126,6

0

01

109,5

3

02

143,2

0

03

0207 14 10

Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren

214,1

18

01

263,8

11

02

351,3

0

03

0207 14 60

Dijen van kippen, bevroren

111,1

10

01

149,0

0

03

0207 27 10

Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren

322,5

0

01

398,5

0

03

1602 32 11

Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken

229,3

17

01


(1)  Verklaring van de code:

01

Brazilië

02

Argentinië

03

Chili.”


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Commissie

19.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/32


BESLUIT Nr. 1/2007 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EG/DENEMARKEN-FAEROËR

van 8 oktober 2007

tot wijziging van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds

(2007/671/EG)

HET GEMENGD COMITÉ,

Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds (1), hierna de „overeenkomst” te noemen, en met name op artikel 34, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 1 van Protocol nr. 4 bij de overeenkomst, heeft de Gemeenschap tariefconcessies voor visvoeder van de Faeroër toegekend in de vorm van een jaarlijks tariefcontingent van 5 000 ton.

(2)

Krachtens Besluit nr. 2/98 van het Gemengd Comité EG/Denemarken Faeroër (2) is dit tariefcontingent met ingang van 1 januari 2000 verhoogd tot 10 000 ton.

(3)

De autoriteiten van de Faeroër hebben een verzoek ingediend om de tariefconcessies van de Gemeenschap voor deze producten te verhogen.

(4)

Een verdubbeling van het bestaande jaarlijkse tariefcontingent moet worden toegestaan.

(5)

Visvoeder, waarvoor de preferentiële invoerregeling geldt, mag geen toegevoegde gluten bevatten.

(6)

Voor dit contingent geldt een herzieningsclausule. Het Gemengd Comité zal, overeenkomstig artikel 31, lid 2, van de overeenkomst, regelmatig informatie ter zake uitwisselen.

(7)

Derhalve moet artikel 1 van Protocol nr. 4 bij de overeenkomst worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1

Protocol nr. 4 bij de overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 1 wordt de tekst in de tabel betreffende de GN-codes ex 2309 90 10, ex 2309 90 31 en ex 2309 90 41 vervangen door:

„GN-code

Omschrijving

Recht

Tariefcontingent (TC)

(in ton)

ex 2309 90 10 (3)

ex 2309 90 31 (3)

ex 2309 90 41 (3)

Visvoeder

0

20 000

2.

De volgende tekst wordt toegevoegd aan artikel 1:

„Ten aanzien van de tariefcontingenten die zijn geopend voor visvoeder van de GN-codes ex 2309 90 10, ex 2309 90 31 en ex 2309 90 41, geldt hetgeen volgt:

1.

De autoriteiten van de Faeroër certificeren dat visvoeder dat naar de EU wordt uitgevoerd in het kader van deze preferentiële contingenten, geen toegevoegde gluten bevat, bovenop de gluten die van nature aanwezig zijn in het graan dat is gebruikt bij de samenstelling van het visvoeder. De Europese Gemeenschap kan in de Faeroër controles verrichten op de samenstelling van het visvoeder, vooral ten aanzien van het gehalte aan gluten.

2.

De wijze waarop de controles op de samenstelling van het visvoeder worden verricht, is bij dit besluit gevoegd. Indien bij de controle blijkt dat de voorwaarden voor het verlenen van deze handelspreferentie niet in acht zijn genomen, kan de Commissie deze preferentie schorsen zolang niet aan de desbetreffende voorwaarden wordt voldaan.”.

3.

De bijgevoegde bijlage I wordt toegevoegd.

Artikel 2

Het Gemengd Comité houdt toezicht op het gebruik van het tariefcontingent. Naargelang van het gebruik van het contingent en de ontwikkeling van de marktvoorwaarden, zal het Gemengd Comité het tariefcontingent over vier jaar opnieuw bezien.

Artikel 3

De verhoging van het tariefcontingent voor het kalenderjaar 2007 wordt berekend pro rata temporis vanaf 1 december 2007.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Brussel, 8 oktober 2007.

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

Leopoldo RUBINACCI


(1)  PB L 53 van 22.2.1997, blz. 2.

(2)  PB L 263 van 26.9.1998, blz. 37.

(3)  Visvoeder dat in aanmerking komt voor de preferentiële invoerregeling mag geen toegevoegde gluten bevatten bovenop de gluten die van nature aanwezig zijn in het graan dat bij de samenstelling van het voeder wordt gebruikt.”


BIJLAGE

„BIJLAGE I

Wijze waarop de controles op de samenstelling van het visvoeder worden verricht

Artikel 1

De autoriteiten van de Faeröer delen de Commissie mee welke controlevoorschriften zij hebben vastgesteld met betrekking tot de artikelen 1 en 2 van dit besluit. De autoriteiten van de Faeröer stellen de Commissie in kennis van alle informatie inzake de controle op het glutengehalte van het naar de EU uitgevoerde visvoeder en zij nemen de nodige maatregelen om de door de Commissie in dit verband noodzakelijk geachte controles te vergemakkelijken.

Artikel 2

De Europese Gemeenschap kan de samenstelling van visvoeder in de Faeröer controleren. De visvoederbedrijven verlenen de controleurs onmiddellijk toegang tot hun installaties en hun voorraadboekhouding met het oog op tracering van de gebruikte grondstoffen. De controleurs mogen monsters nemen voor analyse.

De controleurs worden gemachtigd controles te verrichten van de samenstelling van het visvoeder, de grondstoffen en de verwerkte materialen, alsmede van de boekhouding en van andere documenten, met inbegrip van documenten en op een elektronische drager vastgelegde, ontvangen of geregistreerde metadata met betrekking tot de voorraadboekhouding.

Artikel 3

De controles worden verricht door deskundigen van de Commissie of van de lidstaten, hierna de „controleurs” genoemd. De deskundigen van de lidstaten, die met deze controles worden belast, worden aangewezen door de Commissie.

Artikel 4

De controles worden verricht namens de Commissie, die de door de controleurs gedane uitgaven draagt.

De controleurs stellen de autoriteiten van de Faeröer vooraf in kennis van elke controle, zodat ambtenaren van de Faeröer daaraan kunnen deelnemen.

Artikel 5

De Commissie kan met de autoriteiten van de Faeröer rechtstreeks regelingen treffen over de wijze waarop de controles worden verricht.”


  翻译: