ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2009.090.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
52e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
* |
||
|
|
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
Raad |
|
|
|
2009/305/EG |
|
|
* |
||
|
|
2009/306/EG |
|
|
* |
||
|
|
2009/307/EG |
|
|
* |
||
|
|
2009/308/EG |
|
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
|
2009/309/EG |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
2.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 266/2009 VAN DE COMMISSIE
van 1 april 2009
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 2 april 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 1 april 2009.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
JO |
68,6 |
MA |
44,3 |
|
SN |
208,5 |
|
TN |
141,8 |
|
TR |
98,9 |
|
ZZ |
112,4 |
|
0707 00 05 |
JO |
155,5 |
MA |
60,3 |
|
TR |
131,0 |
|
ZZ |
115,6 |
|
0709 90 70 |
JO |
249,0 |
MA |
57,5 |
|
TR |
115,1 |
|
ZZ |
140,5 |
|
0709 90 80 |
EG |
60,4 |
ZZ |
60,4 |
|
0805 10 20 |
EG |
46,8 |
IL |
61,5 |
|
MA |
48,9 |
|
TN |
56,0 |
|
TR |
75,3 |
|
ZZ |
57,7 |
|
0805 50 10 |
TR |
66,5 |
ZZ |
66,5 |
|
0808 10 80 |
AR |
88,4 |
BR |
75,9 |
|
CA |
78,6 |
|
CL |
84,1 |
|
CN |
73,9 |
|
MK |
23,7 |
|
NZ |
114,6 |
|
US |
109,7 |
|
UY |
68,9 |
|
ZA |
80,6 |
|
ZZ |
79,8 |
|
0808 20 50 |
AR |
73,2 |
CL |
90,4 |
|
CN |
52,7 |
|
US |
194,4 |
|
ZA |
85,7 |
|
ZZ |
99,3 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
2.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 267/2009 VAN DE COMMISSIE
van 1 april 2009
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1295/2008 betreffende de invoer van hop uit derde landen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 192, lid 2, en artikel 195, lid 2, juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1295/2008 van de Commissie (2) is de lijst vastgesteld met instanties in derde landen die bevoegd zijn om de verklaringen af te geven waarvan uit die landen ingevoerde hop en hopproducten vergezeld gaan. Die verklaringen worden erkend als gelijkwaardig met het bij artikel 117 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde certificaat. |
(2) |
Het is aan de bevoegde diensten van de derde landen de in bijlage I van Verordening (EG) nr. 1295/2008 vermelde gegevens bij te houden en deze, in een geest van nauwe samenwerking, aan de diensten van de Commissie mee te delen. |
(3) |
Kroatië en Servië hebben zich ertoe verbonden aan de gestelde eisen voor het in de handel brengen van hop en hopproducten te voldoen en een dienst gemachtigd gelijkwaardigheidsverklaringen af te geven. Deze verklaringen moeten derhalve worden erkend als gelijkwaardig met de communautaire certificaten en de producten die door deze verklaringen worden gedekt, moeten tot het vrije verkeer worden toegelaten. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 1295/2008 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1295/2008 wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 1 april 2009.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 340 van 19.12.2008, blz. 45.
BIJLAGE
„BIJLAGE I
VOOR DE AFGIFTE VAN DE VERKLARING BEVOEGDE INSTANTIES:
Hopbellen GN-code: ex 1210
Hopmeel GN-code: ex 1210
Sappen en extracten van hop GN-code: 1302 13 00
Land van oorsprong |
Bevoegde instantie |
Adres |
Code |
Telefoon |
Fax |
e-mail (facultatief) |
||||
Australië |
Quarantine Services Department of Primary Industries & Water |
|
(61-3) |
62 33 33 52 |
62 34 67 85 |
|
||||
Canada |
Plant Protection Division, Animal and Plant Health Directorate, Food Production and Inspection Branch, Agriculture and Agri-food Canada |
|
(1-613) |
952 80 00 |
991 56 12 |
|
||||
China |
Tianjin Airport Entry-Exit Inspection and Quarantine Bureau of the People's Republic of China |
|
(86-22) |
28 13 40 78 |
28 13 40 78 |
ciqtj2002@163.com |
||||
Tianjin Economic and Technical Development Zone Entry-Exit Inspection and Quarantine Bureau of the People's Republic of China |
|
(86-22) |
662 98-343 |
662 98-245 |
zhujw@tjciq.gov.cn |
|||||
Inner Mongolia Entry-Exit Inspection and Quarantine Bureau of the People’s Republic of China |
|
(86-471) |
434-1943 |
434-2163 |
zhaoxb@nmciq.gov.cn |
|||||
Xinjiang Entry-Exit Inspection and Quarantine Bureau of the People’s Republic of China |
|
(86-991) |
464-0057 |
464-0050 |
xjciq_jw@xjciq.gov.cn |
|||||
Kroatië |
Križevci College of Agriculture |
|
(385-48) |
279198 |
682790 |
ssrecec@vguk.hr |
||||
Nieuw-Zeeland |
Ministry of Agriculture and Fisheries |
PO Box 2526 Wellington |
(64-4) |
472-0367 |
47 44 24 472-9071 |
|
||||
Gawthorn Institute |
Private Bag Nelson |
(64-3) |
548 23 19 |
546 94 64 |
|
|||||
Servië |
Institut za ratarstvo i povrtarstvo/Institute of Field and Vegetable Crops |
|
(381-21) |
780 365 Operator: 4898 100 |
780 198 |
institut@ifvcns.ns.ac.rs |
||||
Zuid-Afrika |
CSIR Food Science and Technology |
|
(27-12) |
841 31 72 |
841 35 94 |
|
||||
Zwitserland |
Labor Veritas |
|
(41-44) |
283 29 30 |
201 42 49 |
admin@laborveritas.ch |
||||
Oekraïne |
Productional-Technical Centre (PTZ) Ukrhmel |
|
(380) |
37 21 11 |
36 73 31 |
|
||||
Verenigde Staten |
Washington Department of Agriculture State Chemical and Hop Lab |
|
(1-509) |
225 76 26 |
454 76 99 |
|
||||
Idaho Department of Agriculture Division of Plant Industries Hop Inspection Lab |
|
(1-208) |
332 86 20 |
334 22 83 |
|
|||||
Oregon Department of Agriculture Commodity Inspection Division |
|
(1-503) |
986 46 20 |
986 47 37 |
|
|||||
California Department of Food and Agriculture (CDFA-CAC) Division of Inspection Services Analytical Chemistry Laboratory |
|
(1-916) |
445 00 29 of 262 14 34 |
262 15 72 |
|
|||||
USDA, GIPSA, FGIS |
|
(1-503) |
326 78 87 |
326 78 96 |
|
|||||
USDA, GIPSA, TSD, Tech Service Division, Technical Testing Laboratory |
|
(1-816) |
891 04 01 |
891 04 78 |
|
|||||
Zimbabwe |
Standards Association of Zimbabwe (SAZ) |
|
(263-4) |
88 20 17, 88 20 21, 88 55 11 |
88 20 20 |
info@saz.org.zw saz.org.zw” |
2.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 268/2009 VAN DE COMMISSIE
van 1 april 2009
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 264/2009 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 april 2009
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De invoerrechten in de sector granen die van toepassing zijn vanaf 1 april 2009, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 264/2009 van de Commissie (3). |
(2) |
Aangezien het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR per ton verschilt van het vastgestelde recht, moet een overeenkomstige aanpassing van de bij Verordening (EG) nr. 264/2009 vastgestelde invoerrechten plaatsvinden. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 264/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 264/2009 worden vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 2 april 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 1 april 2009.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125.
(3) PB L 89 van 1.4.2009, blz. 3.
BIJLAGE I
Vanaf 2 april 2009 geldende invoerrechten voor de in artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde producten
GN-code |
Omschrijving |
Invoerrecht (1) (EUR/t) |
1001 10 00 |
HARDE TARWE van hoge kwaliteit |
0,00 |
van gemiddelde kwaliteit |
0,00 |
|
van lage kwaliteit |
0,00 |
|
1001 90 91 |
ZACHTE TARWE, zaaigoed |
0,00 |
ex 1001 90 99 |
ZACHTE TARWE van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed |
0,00 |
1002 00 00 |
ROGGE |
45,59 |
1005 10 90 |
MAÏS, zaaigoed, ander dan hybriden |
18,54 |
1005 90 00 |
MAÏS, andere dan zaaigoed (2) |
18,54 |
1007 00 90 |
GRAANSORGHO, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden |
45,59 |
(1) Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd, komt de importeur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96 in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:
— |
3 EUR/t als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt, |
— |
2 EUR/t als de loshaven in Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt. |
(2) De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
BIJLAGE II
Elementen voor de berekening van de in bijlage I vastgestelde rechten
31.3.2009
1. |
Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:
|
2. |
Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:
|
(1) Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(2) Korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(3) Korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Raad
2.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/9 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 15 september 2008
inzake de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2009/305/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003 waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Staat Israël onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst die op basis van deze onderhandelingen tot stand is gekomen, te worden ondertekend, |
BESLUIT:
Artikel 1
De ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd onder voorbehoud van het besluit van de Raad tot sluiting van die overeenkomst.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
Onder voorbehoud van sluiting wordt de voorzitter van de Raad gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) namens de Gemeenschap de overeenkomst te ondertekenen.
Artikel 3
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 15 september 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
B. KOUCHNER
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
DE EUROPESE GEMEENSCHAP
enerzijds, en
DE STAAT ISRAËL (hierna „Israël” genoemd)
anderzijds,
(hierna „de partijen” genoemd)
Na kennisgeving door de Europese Gemeenschap dat
verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap met Israël bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten hebben gesloten die bepalingen bevatten welke momenteel niet in overeenstemming zijn met de Gemeenschapswetgeving,
de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die mogelijk zijn opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen, met inbegrip van Israël,
dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvervoerders overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,
sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Israël gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten met de wetgeving van de Europese Gemeenschap in overeenstemming moeten worden gebracht om een solide rechtsgrond voor luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en Israël tot stand te brengen en om de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te garanderen,
luchtvervoerders volgens de wetgeving van de Europese Gemeenschap in principe geen overeenkomsten mogen sluiten die de handel tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap kunnen beïnvloeden en die tot doel of als gevolg hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of verstoord,
sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Israël gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten i) luchtvaartmaatschappijen verplichten of aanzetten tot overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de mededinging op de relevante routes wordt verhinderd, beperkt of vervalst, of ii) de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken, of iii) de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen op de relevante routes verhinderen, beperken of verstoren, toevertrouwen aan luchtvaartmaatschappijen of andere particuliere economische operatoren, de doeltreffendheid in het gedrang brengen van de op ondernemingen toepasselijke mededingingsregels,
de Europese Gemeenschap er met deze overeenkomst niet naar streeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en Israël te wijzigen, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvervoerders en luchtvervoerders uit Israël te wijzigen, noch om te onderhandelen over wijzigingen in de bepalingen van bestaande bilaterale luchtdienstovereenkomsten inzake verkeersrechten,
DE PARTIJEN ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Algemene bepalingen
1. In deze overeenkomst wordt onder „lidstaten” de lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan.
2. Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.
3. Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.
Artikel 2
Aanwijzing door een lidstaat
1. De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van luchtvervoerders door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door Israël aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder.
2. Bij ontvangst van een aanwijzing door een lidstaat verstrekt Israël de passende vergunningen en machtigingen met zo weinig mogelijk procedurele vertraging, wanneer:
i) |
de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht; |
ii) |
de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld, en |
iii) |
de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder. |
3. Israël mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken wanneer:
i) |
de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht; |
ii) |
de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, of wanneer de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld, of |
iii) |
de luchtvervoerder niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder, of |
iv) |
de luchtvervoerder reeds over een exploitatievergunning beschikt krachtens een bilaterale overeenkomst tussen Israël en een andere lidstaat en Israël aantoont dat de luchtvervoerder, door krachtens de onderhavige overeenkomst verkeersrechten uit te oefenen op een traject dat een punt in die andere lidstaat omvat, de krachtens de bilaterale overeenkomst tussen Israël en die andere lidstaat opgelegde beperkingen van de verkeersrechten omzeilt. |
Bij de uitoefening van de rechten die krachtens deze alinea aan Israël zijn verleend, mag Israël geen onderscheid maken tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit.
Artikel 3
Veiligheid
1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de desbetreffende bepalingen in de in bijlage II, onder c), vermelde artikelen.
2. Wanneer een lidstaat een luchtvervoerder heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van Israël uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en Israël zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.
Artikel 4
Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap
1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de desbetreffende bepalingen in de in bijlage II, onder d), vermelde artikelen.
2. De tarieven die de luchtvervoerder(s) welke door Israël is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage I vermelde overeenkomst die een in bijlage II, onder d), vermelde bepaling bevat, in rekening brengen voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, zijn onderhevig aan de Europese Gemeenschapswetgeving.
Artikel 5
Verenigbaarheid met de mededingingsregels
1. Onverminderd andersluidende bepalingen mag niets in de in bijlage I vermelde overeenkomsten i) vereisen of aanmoedigen dat overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen tot stand komen die de mededinging verhinderen of verstoren, ii) de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken, of iii) de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken, toevertrouwen aan particuliere economische operatoren.
2. De bepalingen in de in bijlage I vermelde overeenkomsten die niet verenigbaar zijn met lid 1 van dit artikel worden niet toegepast.
Artikel 6
Bijlagen bij de overeenkomst
De bijlagen bij deze overeenkomst maken integrerend deel uit van de overeenkomst.
Artikel 7
Herziening of wijziging
De overeenkomstsluitende partijen mogen deze overeenkomst, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, op elk ogenblik met wederzijdse instemming wijzigen.
Artikel 8
Inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.
Artikel 9
Beëindiging
1. Wanneer een in bijlage I vermelde overeenkomst wordt beëindigd, worden ook alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage I vermelde overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.
2. Wanneer alle in bijlage I vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Brussel in tweevoud, op de negende dag van december in het jaar tweeduizend acht, hetgeen overeenkomt met de twaalfde dag van Kislev in het jaar vijfduizend zevenhonderdnegenenzestig van de Hebreeuwse kalender, in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Slowaakse, de Sloveense, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Hebreeuwse taal.
За Европейската общнoст
Por la Comunidad Europea
Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft
Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community
Pour la Communauté européenne
Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā
Europos bendrijos vardu
Az Európai Közösség részéről
Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap
W imieniu Wspólnoty Europejskiej
Pela Comunidade Europeia
Pentru Comunitatea Europeană
Za Európske spoločenstvo
Za Evropsko skupnost
Euroopan yhteisön puolesta
För Europeiska gemenskapen
За държавата Израел
Por el Estado de Israel
Za Stát Izrael
For Staten Israel
Für den Staat Israel
Iisraeli Riigi nimel
Για το Κράτος του Ισραήλ
For the State of Israel
Pour l'État d'Israël
Per lo Stato d'Israele
Izraēlas Valsts vārdā
Izraelio Valstybės vardu
Izrael Állam részéről
Għall-Istat ta' l-Iżrael
Voor de Staat Israël
W imieniu Państwa Izrael
Pelo Estado de Israel
Pentru Statul Israel
Za Izraelský štát
Za Državo Izrael
Israelin valtion puolesta
För Staten Israel
BIJLAGE I
Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst
Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen Israël en lidstaten van de Europese Gemeenschap, zoals gewijzigd of geamendeerd, die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de federale regering van Oostenrijk en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Jeruzalem op 2 augustus 1963, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Oostenrijk” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst tussen de Belgische regering en de regering van Israël met betrekking tot luchtdiensten tussen hun grondgebieden en over de grenzen van hun grondgebieden heen, opgesteld te Hakirya op 30 juni 1952, hierna de „overeenkomst tussen Israël en België” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Bulgarije en de regering van de Staat Israël met betrekking tot luchtdiensten tussen hun grondgebieden en over de grenzen van hun grondgebieden heen, opgesteld te Sofia op 25 maart 1991, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Bulgarije” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Cyprus en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Jeruzalem op 21 december 1993, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Cyprus” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Tsjechische en Slowaakse Federale Republiek en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Jeruzalem op 24 april 1991, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Tsjechië” genoemd; de Tsjechische Republiek heeft verklaard gebonden te zijn door de bepalingen van deze overeenkomst; |
— |
Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Denemarken en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Jeruzalem op 18 april 1977, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Denemarken” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Finland en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Helsinki op 24 juni 1997, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Finland” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Franse Republiek en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Tel Aviv op 29 april 1952, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Frankrijk” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Staat Israël, opgesteld te Bonn op 12 februari 1971, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Duitsland” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst tussen de Griekse regering en de regering van de Staat Israël met betrekking tot luchtdiensten tussen hun grondgebieden, opgesteld te Athene op 15 juli 1952, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Griekenland” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Hongaarse Volksrepubliek en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Jeruzalem op 1 maart 1989, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Hongarije” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Staat Israël en de regering van Ierland, opgesteld te Jeruzalem op 19 oktober 1993, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Ierland” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek en de Staat Israël met betrekking tot luchtdiensten tussen hun grondgebieden, opgesteld te Rome op 18 mei 1979, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Italië” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Republiek Letland en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Jeruzalem op 3 november 1993, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Letland” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Staat Israël en de regering van de Republiek Litouwen, geparafeerd en als bijlage gehecht aan de overeengekomen notulen die op 20 november 1997 te Jeruzalem zijn opgesteld, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Litouwen” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van het Groothertogdom Luxemburg en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Luxemburg op 14 juni 1994, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Luxemburg” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Staat Israël en de regering van Malta, opgesteld te Jeruzalem op 20 februari 1995, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Malta” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van Nederland en de regering van Israël, opgesteld te Jeruzalem op 23 oktober 1950, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Nederland” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Republiek Polen en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Warschau op 27 februari 1990, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Polen” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de Republiek Portugal en de Staat Israël, opgesteld te Lissabon op 8 mei 1997, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Portugal” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Socialistische Republiek Roemenië en de regering van de Staat Israël, opgesteld in Israël op 19 december 1967, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Roemenië” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Slowaakse Republiek en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Bratislava op 22 augustus 1994, hierna de „overeenkomst tussen Israël en de Slowaakse Republiek” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de Republiek Slovenië en de Staat Israël, opgesteld te Ljubljana op 16 juni 1993, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Slovenië” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtvervoer tussen het Koninkrijk Spanje en de Staat Israël, opgesteld te Jeruzalem op 31 juli 1989, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Spanje” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Zweden en de regering van de Staat Israël, opgesteld te Stockholm op 9 november 1977, hierna de „overeenkomst tussen Israël en Zweden” genoemd, in bijlage II; |
— |
Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de Staat Israël en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, ondertekend te Londen op 24 september 1975, hierna de „overeenkomst van 1975 tussen Israël en het VK” genoemd; |
— |
Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Staat Israël en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, opgesteld te Tel Aviv op 6 december 2001, hierna de „overeenkomst van 2001 tussen Israël en het VK” genoemd; |
BIJLAGE II
Lijst van artikelen die zijn opgenomen in de in bijlage I vermelde overeenkomsten en waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 4 van deze overeenkomst
a) |
Aanwijzing door een lidstaat:
|
b) |
Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen of machtigingen:
|
c) |
Veiligheid:
|
d) |
Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap:
|
BIJLAGE III
Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst
a) |
De Republiek IJsland (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
b) |
Het Vorstendom Liechtenstein (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
c) |
Het Koninkrijk Noorwegen (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
d) |
De Zwitserse Bondsstaat (krachtens de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat). |
2.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/20 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 30 maart 2009
betreffende de verlenging en de wijziging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika
(2009/306/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170, tweede alinea, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Besluit 98/591/EG (2) heeft de Raad de sluiting goedgekeurd van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika (hierna „de overeenkomst” genoemd), die op 14 oktober 1998 in werking is getreden. |
(2) |
Artikel 12, onder b), van de overeenkomst bepaalt met name dat de overeenkomst kan worden verlengd, met eventuele wijzigingen, bij schriftelijke overeenkomst tussen partijen, telkens met een nieuwe periode van vijf jaar. |
(3) |
Bij Besluit 2004/756/EG (3) heeft de Raad de overeenkomst met ingang van 14 oktober 2003 met een nieuwe periode van vijf jaar verlengd. |
(4) |
De Verenigde Staten van Amerika hebben de Commissie op de hoogte gebracht dat zij de verlenging van de overeenkomst met een nieuwe periode van vijf jaar zouden toejuichen. Snelle verlenging zou de belangen van beide partijen dan ook het best dienen. |
(5) |
De materiële inhoud van de verlengde overeenkomst is identiek aan de materiële inhoud van de op 13 oktober 2008 verstreken overeenkomst, afgezien van een technische wijziging die er hoofdzakelijk in bestaat, overeenkomstig de werkingssfeer van het zevende kaderprogramma voor onderzoek van de Gemeenschap, onderzoek inzake veiligheid en ruimtevaart aan de lijst van sectoren voor samenwerkingsactiviteiten toe te voegen. |
(6) |
De verlenging van de overeenkomst moet namens de Gemeenschap worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De verlenging met een bijkomende periode van vijf jaar van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika (hierna „de overeenkomst” genoemd), zoals gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
Conform artikel 12 van de overeenkomst stelt de voorzitter van de Raad, namens de Gemeenschap, de regering van de Verenigde Staten van Amerika in kennis van de voltooiing, door de Gemeenschap, van de voor de inwerkingtreding van de overeenkomst vereiste interne procedures (4).
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 30 maart 2009
Voor de Raad
De voorzitter
P. BENDL
(1) Advies uitgebracht op 5 februari 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 284 van 22.10.1998, blz. 35.
(3) PB L 335 van 11.11.2004, blz. 5.
(4) De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
BIJLAGE
Gewijzigde tekst van artikel 4 van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika
„Artikel 4
Gebieden waarop de samenwerkingsactiviteiten plaatsvinden
a) |
Samenwerkingsactiviteiten kunnen plaatsvinden in de volgende sectoren:
|
b) |
De partijen kunnen, overeenkomstig de voor elke partij vigerende procedures, deze lijst wijzigen op aanbeveling van de in artikel 6 vermelde Gemeenschappelijke Adviesgroep. |
c) |
De partijen kunnen gezamenlijk samenwerkingsactiviteiten met derde partijen verrichten.”. |
2.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/22 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 30 maart 2009
tot wijziging van Besluit 1999/70/EG betreffende de externe accountants van de nationale centrale banken, met betrekking tot de externe accountant van de Deutsche Bundesbank
(2009/307/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 27, lid 1,
Gezien Aanbeveling ECB/2009/3 van de Europese Centrale Bank van 16 februari 2009 aan de Raad van de Europese Unie betreffende de externe accountants van de Deutsche Bundesbank (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De rekeningen van de Europese Centrale Bank (ECB) en van de nationale centrale banken van het Eurosysteem moeten worden gecontroleerd door onafhankelijke externe accountants die op aanbeveling van de Raad van bestuur van de ECB zijn aanvaard door de Raad van de Europese Unie. |
(2) |
Het mandaat van de huidige externe accountant van de Deutsche Bundesbank eindigt na de audit van het boekjaar 2008. Het is derhalve noodzakelijk om met ingang van het boekjaar 2009 een nieuwe externe accountant te benoemen. |
(3) |
De Deutsche Bundesbank heeft Ernst & Young AG Wirtschaftsprüfungsgesellschaft Steuerberatungsgesellschaft geselecteerd als haar externe accountant voor de boekjaren 2009 tot 2014. |
(4) |
De Raad van bestuur van de ECB heeft aanbevolen om Ernst & Young AG Wirtschaftsprüfungsgesellschaft Steuerberatungsgesellschaft te benoemen tot de externe accountant van de Deutsche Bundesbank voor de boekjaren 2009 tot en met 2014. |
(5) |
Het is dienstig de aanbeveling van de Raad van bestuur van de ECB op te volgen en Besluit 1999/70/EG van de Raad (2) dienovereenkomstig aan te passen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Artikel 1, lid 2, van Besluit 1999/70/EG wordt vervangen door:
„2. Ernst & Young AG Wirtschaftsprüfungsgesellschaft Steuerberatungsgesellschaft wordt benoemd tot de externe accountant van de Deutsche Bundesbank voor de boekjaren 2009 tot en met 2014.”.
Artikel 2
De ECB wordt in kennis gesteld van dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 30 maart 2009.
Voor de Raad
De voorzitter
P. BENDL
(1) PB C 43 van 21.2.2009, blz. 1.
(2) PB L 22 van 29.1.1999, blz. 69.
2.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/23 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 30 maart 2009
houdende benoeming van een Spaans plaatsvervangend lid van het Comité van de Regio’s
(2009/308/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,
Gezien de voordracht van de Spaanse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 24 januari 2006 heeft de Raad Besluit 2006/116/EG houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2006 tot en met 25 januari 2010 (1) aangenomen. |
(2) |
In het Comité van de Regio’s is een zetel van een plaatsvervangend lid vrijgekomen door het ontslag van de heer Jaime RABANAL GARCÍA, |
BESLUIT:
Artikel 1
Wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van het Comité van de Regio’s voor de resterende duur van het mandaat, te weten tot en met 25 januari 2010:
— |
de heer Javier VELASCO MANCEBO, Director de la Oficina de Representación del Principado de Asturias. |
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.
Gedaan te Brussel, 30 maart 2009.
Voor de Raad
De voorzitter
P. BENDL
(1) PB L 56 van 25.2.2006, blz. 75.
Commissie
2.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/24 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 1 april 2009
tot intrekking van 13 achterhaalde beschikkingen op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 1096)
(2009/309/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (1), en met name op artikel 101,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het transparanter maken van de communautaire regelgeving is een essentieel onderdeel van de strategie voor betere regelgeving die de communautaire instellingen ten uitvoer leggen. In deze context is het dienstig besluiten die geen reëel effect meer hebben, uit de actieve regelgeving te verwijderen. |
(2) |
De volgende beschikkingen met betrekking tot het gemeenschappelijk visserijbeleid zijn achterhaald, hoewel zij formeel nog steeds van kracht zijn:
|
(3) |
De in overweging 2 vermelde beschikkingen hebben niet langer effect aangezien in de basisregelgeving wijzigingen zijn aangebracht die onverenigbaar zijn met de toepassing van die besluiten. |
(4) |
Ter wille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid moeten deze achterhaalde beschikkingen worden ingetrokken. |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het Europees Visserijfonds, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In te trekken beschikkingen
De beschikkingen 84/17/EEG, 84/117/EEG, 84/262/EEG, 84/376/EEG, 84/589/EEG, 85/154/EEG, 85/437/EEG, 85/474/EEG, 85/482/EEG, 86/352/EEG, 86/539/EEG, 86/540/EEG en 92/86/EEG worden ingetrokken.
Artikel 2
Adressaten
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 1 april 2009.
Voor de Commissie
Joe BORG
Lid van de Commissie
(1) PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1.
(2) PB L 18 van 21.1.1984, blz. 39.
(3) PB L 64 van 6.3.1984, blz. 12.
(4) PB L 131 van 17.5.1984, blz. 42.
(5) PB L 196 van 26.7.1984, blz. 54.
(6) PB L 322 van 11.12.1984, blz. 13.
(7) PB L 59 van 27.2.1985, blz. 24.
(8) PB L 252 van 21.9.1985, blz. 28.
(9) PB L 284 van 24.10.1985, blz. 1.
(10) PB L 287 van 29.10.1985, blz. 31.
(11) PB L 205 van 29.7.1986, blz. 50.
(12) PB L 319 van 14.11.1986, blz. 74.
(13) PB L 319 van 14.11.1986, blz. 75.
(14) PB L 32 van 8.2.1992, blz. 29.