ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.159.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 159

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
11 juni 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 530/2013 van de Commissie van 10 juni 2013 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 531/2013 van de Commissie van 10 juni 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 341/2007 wat betreft het stelsel van invoercertificaten voor knoflook wegens de toetreding van Kroatië

5

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 532/2013 van de Commissie van 10 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof kooldioxide ( 1 )

6

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 533/2013 van de Commissie van 10 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen 1-methylcyclopropeen, chloorthalonil, chloortoluron, cypermethrin, daminozide, forchlorfenuron, indoxacarb, thiofanaat-methyl en tribenuron ( 1 )

9

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 534/2013 van de Commissie van 10 juni 2013 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

11

 

 

BESLUITEN

 

 

2013/273/EU

 

*

Besluit van de Raad van 6 juni 2013 houdende benoeming van drie Maltese leden en drie Maltese plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s

13

 

 

2013/274/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 7 juni 2013 tot wijziging van Beschikking 2008/855/EG wat betreft maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in Hongarije (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 3348)  ( 1 )

14

 

 

 

*

Bericht aan de lezer — Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 530/2013 VAN DE COMMISSIE

van 10 juni 2013

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, en met name artikel 247 (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (2) wordt voorzien in tariefpreferenties die met ingang van 1 januari 2014 van toepassing zijn. In overeenstemming met Verordening (EU) nr. 978/2012 moeten de producten waarvoor aanspraak wordt gemaakt op tariefpreferenties van oorsprong zijn uit een begunstigd land.

(2)

De oorsprongsregels op grond waarvan het stelsel van algemene tariefpreferenties van de Unie („het stelsel”) ten uitvoer wordt gelegd, zijn in 2010 aangepast en vastgelegd in de artikelen 66 tot en met 97 quatervicies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (3). De wijzigingen waarin Verordening (EU) nr. 978/2012 voorziet, betreffen onder meer het geografische toepassingsgebied van het stelsel en hebben daarmee gevolgen voor sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2454/93, met name de bepalingen op het gebied van regionale cumulatie. Deze wijzigingen moeten in Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden verwerkt.

(3)

Daarom moet worden bepaald dat regionale cumulatie slechts van toepassing is tussen landen van dezelfde regionale groep wanneer zij, op het moment van uitvoer van het product naar de Unie, begunstigden van het stelsel zijn.

(4)

Daarnaast moet worden bepaald dat, wanneer landen niet langer begunstigden van het stelsel zijn, met name als het gaat om administratieve samenwerking, sommige verplichtingen ook van toepassing blijven voor een periode van drie jaar vanaf de datum van wijziging van de status van deze landen, om controle achteraf mogelijk te maken van de oorsprongsbewijzen voor de uit deze landen uitgevoerde producten.

(5)

Verordening (EEG) nr. 2454/93 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 66 wordt vervangen door:

„Artikel 66

Deze afdeling bevat de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de regels voor de daarmee verband houdende methoden van administratieve samenwerking, die zijn vastgesteld met het oog op de toepassing van het stelsel van algemene preferenties (SAP) dat de Unie bij Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4) aan ontwikkelingslanden heeft toegekend („het stelsel”).

2)

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1, onder a), wordt vervangen door:

„a)   „begunstigd land”: een land of gebied zoals gedefinieerd in artikel 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 978/2012;”;

b)

het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

„1 bis.   Voor de toepassing van lid 1, onder a), wordt onder een „begunstigd land” ook verstaan de territoriale zee, binnen haar vastgelegde grenzen, van dat land of gebied in de zin van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties (Montego Bay-Verdrag, 10 december 1982).”.

3)

In artikel 70 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

„1.   De Commissie zal de lijst van begunstigde landen en de datum waarop zij geacht worden aan de in de artikelen 68 en 69 bedoelde voorwaarden te hebben voldaan, bekendmaken in het Publicatieblad van de Europese Unie (C-serie). De Commissie zal deze lijst bijwerken wanneer een nieuw begunstigd land aan dezelfde voorwaarden voldoet en wanneer een begunstigd land niet langer aan de voorwaarden voldoet.

2.   Producten van oorsprong uit een begunstigd land in de zin van deze afdeling komen, wanneer zij in de Unie in het vrije verkeer worden gebracht, uitsluitend in aanmerking voor het stelsel indien zij uit een begunstigd land zijn uitgevoerd op of na de datum die is vermeld in de in lid 1 bedoelde lijst.”.

4)

Artikel 71 wordt vervangen door:

„Artikel 71

1.   Indien de bevoegde autoriteiten van een begunstigd land niet voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 68, lid 1, artikel 69, lid 2, de artikelen 91, 92 en 93 of artikel 97 octies, of stelselmatig niet voldoen aan hun verplichtingen op grond van artikel 97 nonies, lid 2, kan dit leiden tot de tijdelijke intrekking van de preferenties die in het kader van het stelsel aan dat land zijn toegekend, overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) nr. 978/2012.

2.   Voor de toepassing van deze afdeling geldt dat, indien een land of gebied van de in artikel 70, lid 1, bedoelde lijst van begunstigde landen is geschrapt, de in artikel 68, artikel 88, lid 1, onder b), artikel 97 octies, lid 1, onder a), artikel 97 octies, lid 3, en artikel 97 decies, lid 1, onder b), neergelegde verplichtingen voor dat land of gebied van toepassing blijven voor een periode van drie jaar vanaf de datum waarop het land of gebied van die lijst is geschrapt.”.

5)

Artikel 75, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   Aan elk van de voorwaarden van lid 2 kan in lidstaten of in verschillende begunstigde landen worden voldaan, voor zover alle betrokken begunstigde landen voor regionale cumulatie in aanmerking komen overeenkomstig artikel 86, leden 1 en 5. In dat geval worden de producten geacht de oorsprong te hebben van het begunstigde land onder de vlag waarvan het vaartuig of fabrieksschip vaart overeenkomstig lid 2, onder b).

De eerste alinea is uitsluitend van toepassing indien aan de voorwaarden in artikel 86, lid 2, onder a), c) en d), is voldaan.”.

6)

Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:

a)

leden 1 en 2 worden vervangen door:

„1.   Regionale cumulatie is van toepassing op de volgende vier afzonderlijke regionale groepen:

a)

Groep I: Brunei, Cambodja, Filipijnen, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, Thailand, Vietnam;

b)

Groep II: Bolivia, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela;

c)

Groep III: Bangladesh, Bhutan, India, Maldiven, Nepal, Pakistan en Sri Lanka;

d)

Groep IV: Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay.

2.   Regionale cumulatie tussen landen van dezelfde groep kan uitsluitend worden toegepast indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de bij de cumulatie betrokken landen zijn, op het moment van de uitvoer van het product naar de Unie:

i)

begunstigde landen, zolang het systeem van geregistreerde exporteurs nog niet is ingevoerd in deze landen;

ii)

begunstigde landen zoals opgenomen in de in artikel 70, lid 1, bedoelde lijst, wanneer het systeem van geregistreerde exporteurs in deze landen is ingevoerd;

b)

de in deze afdeling opgenomen oorsprongsregels zijn van toepassing op de regionale cumulatie tussen de landen van een regionale groep;

c)

de landen van de regionale groep hebben zich ertoe verbonden:

i)

aan deze afdeling te voldoen of ervoor te zorgen dat daaraan wordt voldaan, en

ii)

de nodige administratieve samenwerking te verlenen om de juiste toepassing van deze afdeling te waarborgen, zowel met de Unie als tussen hen onderling;

d)

het secretariaat van de betrokken regionale groep of een ander bevoegd gemeenschappelijk orgaan dat alle leden van die groep vertegenwoordigt, heeft de Commissie de onder c) bedoelde verbintenissen toegezonden.

Voor de toepassing van punt b), geldt dat wanneer de determinerende behandeling volgens bijlage 13 bis, deel II, niet dezelfde is voor alle bij de cumulatie betrokken landen, de oorsprong van producten die van het ene naar het andere land van de regionale groep worden uitgevoerd met het oog op regionale cumulatie, wordt bepaald op basis van de regel die van toepassing zou zijn indien de producten naar de Unie waren uitgevoerd.

Indien landen in een regionale groep reeds vóór 1 januari 2011 aan de in de eerste alinea, onder c) en d), gestelde eisen hebben voldaan, is geen nieuwe verbintenis vereist.”;

b)

lid 4, eerste alinea, wordt vervangen door:

„4.   Regionale cumulatie tussen begunstigde landen van dezelfde regionale groep is slechts toegestaan wanneer de be- of verwerking in het begunstigde land waar de materialen verder worden verwerkt of in een product opgenomen, verder gaat dan de in artikel 78, lid 1, vermelde behandelingen en, in geval van textielproducten, ook verder gaat dan de in bijlage 16 vermelde behandelingen.”;

c)

lid 5, onder a), wordt vervangen door:

„a)

aan de voorwaarden van lid 2, onder a) en b), is voldaan, en”.

7)

Artikel 88, lid 1, onder b), wordt vervangen door:

„b)

de uitvoer uit een begunstigd land naar een ander begunstigd land met het oog op de toepassing van regionale cumulatie als bedoeld in artikel 86, leden 1 en 5, onverminderd artikel 86, lid 2, onder b), tweede alinea.”.

8)

Artikel 97 duodecies wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Wanneer een land of gebied wordt toegelaten of opnieuw wordt toegelaten als begunstigde van het stelsel van algemene preferenties voor de in Verordening (EU) nr. 978/2012 bedoelde producten, komen de goederen van oorsprong uit dat land of gebied voor de voordelen van dit stelsel in aanmerking wanneer zij op of na de in artikel 97 vicies bedoelde datum uit dat land of gebied zijn uitgevoerd.”;

b)

de volgende leden 6 en 7 worden toegevoegd:

„6.   Voor de toepassing van onderafdeling 2 en 3 van deze afdeling geldt dat, indien een land of gebied is geschrapt van de in artikel 97 vicies, lid 2, bedoelde lijst van begunstigde landen, de in artikel 97 duodecies, lid 2, artikel 97 terdecies, lid 5, artikel 97 unvicies, leden 3, 4, 6 en 7, en artikel 97 duovicies, lid 1, neergelegde verplichtingen voor dat land of gebied van toepassing blijven voor een periode van drie jaar vanaf de datum waarop het van die lijst is geschrapt.

7.   De in lid 6 vermelde verplichtingen zijn op Singapore van toepassing voor een periode van drie jaar met ingang van 1 januari 2014.”.

9)

Artikel 97 quaterdecies, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Een factuurverklaring kan door iedere in een begunstigd land werkzame exporteur worden opgesteld voor elke zending bestaande uit een of meer colli die producten van oorsprong bevatten waarvan de totale waarde niet meer dan 6 000 EUR bedraagt, mits de in artikel 97 duodecies, lid 2, bedoelde administratieve samenwerking op deze procedure van toepassing is.”.

10)

Artikel 97 vicies, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Voor de toepassing van artikel 97 duodecies, lid 4, zal de Commissie in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie de datum bekendmaken waarop een land of gebied dat als begunstigd land is toegelaten of weer is toegelaten ten aanzien van in Verordening (EU) nr. 978/2012 bedoelde producten de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichtingen is nagekomen.”.

11)

Bijlage 13 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

inleidende aantekening 1.1 wordt vervangen door:

„1.1.

Deze bijlage bevat de regels voor alle producten, maar het feit dat een product daarin is vermeld, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het onder het stelsel van algemene tariefpreferenties (SAP) valt. Bij Verordening (EU) nr. 978/2012 is (voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2023) vastgesteld welke producten onder het SAP vallen, wat het toepassingsgebied van de SAP-preferenties is en welke uitsluitingen voor bepaalde begunstigde landen gelden.”;

b)

inleidende aantekening 2.5 wordt vervangen door:

„2.5.

In de meeste gevallen is de regel (zijn de regels) in kolom 3 van toepassing op alle in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 978/2012 vermelde begunstigde landen. Op sommige producten uit begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen, zoals vermeld in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 978/2012, is een minder strenge regel van toepassing. In een dergelijk geval is kolom 3 gesplitst in twee subkolommen a) en b), waarbij subkolom a) de regel bevat voor de minst ontwikkelde begunstigde landen en subkolom b) de regel voor alle andere begunstigde landen en voor de uitvoer uit de Europese Unie naar een begunstigd land met het oog op bilaterale cumulatie.”.

12)

De titel van de derde kolom van bijlage 13 ter wordt vervangen door: „Groep I: Brunei, Cambodja, Filipijnen, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, Thailand, Vietnam”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 juni 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(2)  PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1.

(3)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(4)  PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1.”.


11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 531/2013 VAN DE COMMISSIE

van 10 juni 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 341/2007 wat betreft het stelsel van invoercertificaten voor knoflook wegens de toetreding van Kroatië

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië, en met name artikel 3, lid 4,

Gezien de Akte van toetreding van Kroatië, en met name artikel 41,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie (1) is voorzien in de opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en de instelling van een stelsel van invoercertificaten en certificaten van oorsprong voor uit derde landen ingevoerde knoflook en bepaalde andere landbouwproducten.

(2)

In artikel 4 van Verordening (EG) nr. 341/2007 wordt met betrekking tot marktdeelnemers die invoercertificaten voor knoflook mogen aanvragen in het kader van de bij die verordening geopende en beheerde tariefcontingenten, een onderscheid gemaakt tussen traditionele en nieuwe importeurs.

(3)

Omdat Kroatië naar verwachting op 1 juli 2013 tot de Unie zal toetreden, moeten overgangsbepalingen worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de importeurs van Kroatië als traditionele importeurs van de invoercontingenten gebruik kunnen maken. Die regels dienen slechts van toepassing te zijn totdat die importeurs aan de bestaande regels kunnen voldoen.

(4)

Verordening (EG) nr. 341/2007 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 341/2007

Aan artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 341/2007 wordt de volgende, vierde alinea toegevoegd:

„Wat Kroatië betreft, geldt voor de invoertariefcontingentsperioden 2013/2014, 2014/2015 en 2015/2016 dat:

a)

punt a) van de eerste alinea niet van toepassing is, en

b)

onder „invoer in de Unie” wordt verstaan invoer uit andere landen van oorsprong dan de lidstaten van de Unie in haar samenstelling op 1 juli 2013.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking onder voorbehoud van en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 juni 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 90 van 30.3.2007, blz. 12.


11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 532/2013 VAN DE COMMISSIE

van 10 juni 2013

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof kooldioxide

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De werkzame stof kooldioxide is in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2) opgenomen bij Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie (3) volgens de procedure van artikel 24 ter van Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie van 3 december 2004 houdende nadere bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (4). Sinds de vervanging van Richtlijn 91/414/EEG door Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt deze stof geacht krachtens die verordening te zijn goedgekeurd en is zij opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (5).

(2)

Overeenkomstig artikel 25 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 18 december 2012 haar standpunt over het ontwerpevaluatieverslag voor kooldioxide (6) aan de Commissie voorgelegd. De EFSA heeft haar standpunt over kooldioxide aan de kennisgever meegedeeld, die door de Commissie is verzocht het ontwerpevaluatieverslag voor kooldioxide te becommentariëren. Het ontwerpevaluatieverslag en het standpunt van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en het ontwerpevaluatieverslag is op 17 mei 2013 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor kooldioxide.

(3)

Er wordt bevestigd dat de werkzame stof kooldioxide geacht moet worden krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd.

(4)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, juncto artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de goedkeuringsvoorwaarden voor kooldioxide worden gewijzigd wat betreft de maximale hoeveelheden van de volgende relevante onzuiverheden: fosfaan, benzeen, koolstofmonoxide, methanol en waterstofcyanide.

(5)

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Er moet een redelijke termijn vóór de toepassing van deze verordening worden toegestaan om de lidstaten, de kennisgever en de houders van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die koolstofdioxide bevatten in staat te stellen te voldoen aan de voorschriften als gevolg van de wijziging van de goedkeuringsvoorwaarden.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 juni 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(3)  PB L 344 van 20.12.2008, blz. 89.

(4)  PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13.

(5)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance carbon dioxide. EFSA Journal 2013; 11(1):3053. [46 blz.] doi: 10.2903/j.efsa.2013.3053. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu/efsajournal


BIJLAGE

In deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt rij 225 betreffende de werkzame stof kooldioxide vervangen door:

Nummer

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„225

Kooldioxide

CAS-nr.: 124-38-9

CIPAC-nr.: 844

Koolstofdioxide

≥ 99,9 %

Relevante onzuiverheden:

 

fosfaan maximaal 0,3 ppm (V/V)

 

benzeen maximaal 0,02 ppm (V/V)

 

koolstofmonoxide maximaal 10 ppm (V/V)

 

methanol maximaal 10 ppm (V/V)

 

waterstofcyanide maximaal 0,5 ppm (V/V)

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fumigatiemiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over kooldioxide (SANCO/2987/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid op 17 mei 2013 is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.”


11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 533/2013 VAN DE COMMISSIE

van 10 juni 2013

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen 1-methylcyclopropeen, chloorthalonil, chloortoluron, cypermethrin, daminozide, forchlorfenuron, indoxacarb, thiofanaat-methyl en tribenuron

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 17, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (2) bevat de werkzame stoffen die geacht worden krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd.

(2)

De goedkeuring van de werkzame stoffen 1-methylcyclopropeen, chloorthalonil, chloortoluron, cypermethrin, daminozide, forchlorfenuron, indoxacarb, thiofanaat-methyl en tribenuron verstrijkt tussen 28 februari 2016 en 31 maart 2016. Er zijn aanvragen ingediend voor de verlenging van de geldigheidsduur voor deze werkzame stoffen. Aangezien de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (3) van toepassing zijn op die werkzame stoffen, moet de aanvragers voldoende tijd worden geboden om de verlengingsprocedure overeenkomstig die verordening af te ronden. Daardoor zal de goedkeuring van die werkzame stoffen waarschijnlijk verstrijken voordat een besluit over de verlenging ervan is genomen. Daarom moet de geldigheidsduur daarvan worden verlengd.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Gezien het doel van artikel 17, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal de Commissie in gevallen waarin niet uiterlijk 30 maanden vóór de respectieve vervaldatum, als vastgesteld in de bijlage bij deze verordening, een aanvullend dossier overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 wordt ingediend, de vervaldatum vaststellen op dezelfde datum als vóór de inwerkingtreding van deze verordening of op de vroegste datum daarna.

(5)

Gezien het doel van artikel 17, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal de Commissie in gevallen waarin zij bij verordening bepaalt dat de goedkeuring van een in de bijlage bij deze verordening genoemde werkzame stof niet wordt verlengd omdat niet aan de criteria voor goedkeuring wordt voldaan, de vervaldatum vaststellen op dezelfde datum als vóór deze verordening of, indien dat later is, op de datum van inwerkingtreding van de verordening waarbij wordt bepaald dat de goedkeuring van de werkzame stof niet wordt verlengd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 juni 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(3)  PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26.


BIJLAGE

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 101, chloorthalonil, wordt de datum 28 februari 2016 vervangen door 31 oktober 2017.

2)

In de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 102, chloortoluron, wordt de datum 28 februari 2016 vervangen door 31 oktober 2017.

3)

In de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 103, cypermethrin, wordt de datum 28 februari 2016 vervangen door 31 oktober 2017.

4)

In de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 104, daminozide, wordt de datum 28 februari 2016 vervangen door 31 oktober 2017.

5)

In de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 105, thiofanaat-methyl, wordt de datum 28 februari 2016 vervangen door 31 oktober 2017.

6)

In de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 106, tribenuron, wordt de datum 28 februari 2016 vervangen door 31 oktober 2017.

7)

In de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 117, 1-methylcyclopropeen, wordt de datum 31 maart 2016 vervangen door 31 oktober 2017.

8)

In de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 118, forchlorfenuron, wordt de datum 31 maart 2016 vervangen door 31 oktober 2017.

9)

In de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 119, indoxacarb, wordt de datum 31 maart 2016 vervangen door 31 oktober 2017.


11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 534/2013 VAN DE COMMISSIE

van 10 juni 2013

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 juni 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

41,5

TN

30,0

TR

50,2

ZZ

40,6

0707 00 05

AL

36,9

EG

172,5

MK

68,9

TR

142,5

ZZ

105,2

0709 93 10

TR

144,2

ZZ

144,2

0805 50 10

AR

100,0

TR

95,7

ZA

106,6

ZZ

100,8

0808 10 80

AR

156,7

BR

105,0

CL

125,3

CN

75,1

NZ

128,6

US

156,6

ZA

112,3

ZZ

122,8

0809 10 00

IL

325,6

TR

194,0

ZZ

259,8

0809 29 00

IL

750,0

TR

437,9

US

809,0

ZZ

665,6


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/13


BESLUIT VAN DE RAAD

van 6 juni 2013

houdende benoeming van drie Maltese leden en drie Maltese plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s

(2013/273/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Maltese regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 december 2009 en 18 januari 2010 heeft de Raad Besluiten 2009/1014/EU (1) en 2010/29/EU (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2010 tot en met 25 januari 2015 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio’s zijn drie zetels van leden vrijgekomen door het verstrijken van de ambtstermijnen van mevrouw Claudette ABELA BALDACCHINO, de heer Michael COHEN en de heer Malcolm MIFSUD. Twee zetels van plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s zijn vrijgekomen door het verstrijken van de ambtstermijnen van mevrouw Doris BORG en de heer Ian BORG. Een zetel van plaatsvervanger zal vrijkomen door de benoeming van de heer Paul FARRUGIA tot lid van het Comité van de Regio’s,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio’s worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, te weten tot en met 25 januari 2015, benoemd:

a)

tot lid:

de heer Peter BONELLO, Mayor of San Ġiljan

de heer Paul FARRUGIA, Mayor of Ħal Tarxien

Dr Marc SANT, Councillor, Ħal Lija Local Council

alsmede

b)

tot plaatsvervanger:

de heer Jesmond AQUILINA, Deputy Mayor of Ħal Qormi

de heer Anthony MIFSUD, Councillor, Imtarfa Local Council

de heer Raymond TABONE, Councillor, San Pawl il-Baħar Local Council.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 6 juni 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

A. SHATTER


(1)  PB L 348 van 29.12.2009, blz. 22.

(2)  PB L 12 van 19.1.2010, blz. 11.


11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/14


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2013

tot wijziging van Beschikking 2008/855/EG wat betreft maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in Hongarije

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 3348)

(Voor de EER relevante tekst)

(2013/274/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2008/855/EG van de Commissie van 3 november 2008 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten (3) zijn bepaalde maatregelen vastgesteld ter bestrijding van klassieke varkenspest in de lidstaten of in de in de bijlage bij die beschikking vermelde regio’s van lidstaten. Een van die regio’s is de provincie Pest in Hongarije.

(2)

Hongarije heeft de Commissie in kennis gesteld van recente ontwikkelingen in verband met klassieke varkenspest op het grondgebied van de in de bijlage bij Beschikking 2008/855/EG vermelde provincie Pest.

(3)

Uit die informatie blijkt dat klassieke varkenspest op het grondgebied van de provincie Pest is uitgeroeid. De maatregelen van Beschikking 2008/855/EG gelden bijgevolg niet langer voor die provincie, en de verwijzing naar de provincie Pest in de lijst in deel I van de bijlage bij die beschikking moet worden geschrapt.

(4)

Beschikking 2008/855/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In deel I van de bijlage bij Beschikking 2008/855/EG wordt punt 3 geschrapt.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2013.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  PB L 302 van 13.11.2008, blz. 19.


11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/s3


BERICHT AAN DE LEZER

Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1) zal, met ingang van 1 juli 2013, enkel de elektronische editie van het Publicatieblad authentiek zijn en rechtsgevolgen hebben.

Indien het door onvoorziene en uitzonderlijke omstandigheden niet mogelijk is de elektronische editie van het Publicatieblad te publiceren, zal de gedrukte editie authentiek zijn en rechtsgevolgen hebben overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 216/2013.


  翻译: