ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
61e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
* |
Verordening (EU) 2018/1049 van de Commissie van 25 juli 2018 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) |
|
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
||
|
|
HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/1 |
Informatie over de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, voor de periode 2014-2020
De overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat zal op 1 augustus 2018 in werking treden, aangezien de in artikel 19, lid 3, van de overeenkomst bedoelde procedure op 17 juli 2018 is voltooid.
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/2 |
BESLUIT (EU) 2018/1047 VAN DE RAAD
van 16 juli 2018
betreffende de ondertekening namens de Unie van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Singapore, anderzijds
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 207 en 212, in samenhang met artikel 218, lid 5,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 25 november 2004 de Commissie gemachtigd om met de Republiek Singapore te onderhandelen over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst („de overeenkomst”). |
(2) |
De onderhandelingen werden succesvol afgerond en de overeenkomst werd op 14 oktober 2013 geparafeerd. |
(3) |
De overeenkomst moet worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum. Zij gaat vergezeld van een begeleidend schrijven, dat integrerend deel uitmaakt van de overeenkomst en gelijktijdig met de overeenkomst moet worden ondertekend, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening namens de Unie van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Singapore, anderzijds, alsook van het begeleidend schrijven bij de overeenkomst, onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst (1).
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst en het begeleidend schrijven bij de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 16 juli 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
F. MOGHERINI
(1) De tekst van de overeenkomst zal samen met het besluit betreffende de sluiting ervan worden bekendgemaakt.
VERORDENINGEN
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/3 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1048 VAN DE COMMISSIE
van 18 juli 2018
tot vaststelling van eisen voor het gebruik van het luchtruim en vluchtuitvoeringsprocedures in verband met prestatiegebaseerde navigatie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 8 ter, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Door de aanhoudende groei van de luchtvaart komt het beschikbare luchtruim steeds meer onder druk te staan; het moet dus zo effectief en efficiënt mogelijk worden gebruikt. Door prestatiegebaseerde navigatie (PBN) toe te passen bij het verlenen van diensten voor luchtverkeersbeheer/luchtvaartnavigatie (ATM/ANS) kan optimaal gebruik worden gemaakt van luchtroutes en instrumentnaderingsprocedures, hetgeen voordelen oplevert op het gebied van veiligheid, capaciteit en efficiëntie. Om die voordelen te kunnen benutten en de prestaties van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeheer te verbeteren, moeten geharmoniseerde eisen voor het gebruik van het luchtruim en de exploitatieprocedures met betrekking tot PBN worden opgesteld. |
(2) |
Die eisen en procedures in verband met PBN moeten worden gebaseerd op de regels die door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) zijn opgesteld en moeten worden toegepast overeenkomstig het Global Air Navigation Plan van de ICAO (2) en het Europees ATM-masterplan (3). |
(3) |
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 (4), en met name punt SERA.5015, onder a), bijlage III bij Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie (5), en met name punt ORO.GEN.110, onder d), artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008, zoals ten uitvoer gelegd door bijlage I bij Verordening (EU) nr. 452/2014 van de Commissie (6), en met name punt TCO.205, schrijven voor dat de uitrusting van het luchtvaartuig en de kwalificaties van de cockpitbemanning passend moeten zijn om vluchten uit te voeren op de geplande route of volgens de geplande procedure. Die eisen moeten worden aangevuld met gemeenschappelijke eisen voor het gebruik van het luchtruim, waarin de desbetreffende vluchtprocedures en routes zijn gespecificeerd. |
(4) |
Naar verwachting zal de toepassing van PBN in drukke naderingsverkeersleidingsgebieden, zoals vereist bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2014 van de Commissie (7), de nauwkeurigheid van het naderingstraject verbeteren en de verkeersvolgorde in een vroeger stadium faciliteren, zodat het brandstofverbruik en de milieu-impact tijdens de dalings- en landingsfasen kan worden beperkt. Om de tenuitvoerlegging te vergemakkelijken, moeten de eisen van deze verordening sporen met die van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2014. |
(5) |
Het gebruik van satellietgebaseerde augmentatiesystemen, met name EGNOS (European Geostationary Navigation Overlay Service), moet worden aangemoedigd, aangezien overwegingen van veiligheid en kostenefficiëntie mee aan de basis liggen van de vaststelling van minima voor localizerprestaties met verticale begeleiding (LPV). Andere PBN-vluchtuitvoeringen moeten worden vergemakkelijkt door, behalve voor LPV, ook andere minima vast te stellen. |
(6) |
Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie (8) moet de in die verordening vermelde netwerkbeheerder aan de hand van een coöperatief besluitvormingsproces het plan voor de verbetering van het Europese routenetwerk opstellen. Met betrekking tot het verlenen van ATM/ANS overeenkomstig deze verordening moet de netwerkbeheerder dan ook overleg plegen met de verleners van ATM/ANS, met name om te garanderen dat ATS-routes die worden gebruikt om de overgang naar of van het en-routenetwerk te maken, samenhangend zijn met de specificatie van de standaard instrumentvertrekroutes (SID) en standaard instrumentaankomstroutes (STAR) die worden bediend. |
(7) |
De in deze verordening uiteengezette eisen voor verleners van ATM/ANS met betrekking tot de tenuitvoerlegging van PBN moeten met name passende eisen omvatten voor de tenuitvoerlegging van 3D-naderingsprocedures aan alle instrumentuiteinden van landingsbanen alsook, in het geval die dienstverleners SID- of STAR-routes hebben vastgesteld, voor de toepassing van die routes. Het opleggen van deze eisen zou in bepaalde situaties echter ernstige nadelen hebben, die groter zijn dan de potentiële voordelen op het gebied van veiligheid, capaciteit en efficiëntie. Daarom moeten ATM/ANS-verleners in dergelijke situaties het recht krijgen om af te wijken van die eisen en in plaats daarvan worden onderworpen aan bepaalde alternatieve eisen die beter geschikt zijn in die situaties en nog steeds zo veel mogelijk dezelfde voordelen opleveren. |
(8) |
Met het oog op een veilige en vlotte overgang moeten ATM/ANS-verleners bovendien de mogelijkheid krijgen om, gedurende een redelijke termijn, hun diensten ook via andere middelen te verlenen dan door, overeenkomstig de eisen van deze verordening, gebruik te maken van PBN. Teneinde de verlening van ATM/ANS te rationaliseren en onnodige kosten te vermijden, met name de kosten voor luchtruimgebruikers die voortvloeien uit het bestaan van meerdere lagen navigatie-infrastructuur, is dit, behalve bij wijze van noodmaatregel, niet meer toegestaan vanaf 1 juni 2030. |
(9) |
In het belang van de veiligheid moet worden gezorgd voor een vlotte en gecoördineerde overgang naar ATM/ANS-verlening waarbij gebruik wordt gemaakt van prestatiegebaseerde navigatie overeenkomstig de eisen van deze verordening. ATM/ANS-verleners moeten tijdige en effectieve maatregelen nemen om dat doel te bereiken. Ze moeten onder meer een overgangsplan opstellen en up-to-date houden, teneinde rekening te houden met alle relevante ontwikkelingen met betrekking tot de overgang. Die overgangsplannen en eventuele updates ervan die belangrijk zijn omdat ze substantiële wijzigingen van de plannen inhouden en wezenlijke gevolgen kunnen hebben voor de belangen van de belanghebbende partijen, moeten worden opgesteld na overleg met de belanghebbende partijen, teneinde ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met hun standpunten, voor zover passend, en na goedkeuring van de bevoegde autoriteit, teneinde te garanderen dat de eisen van deze verordening, en met name artikel 4, lid 1, worden nageleefd. |
(10) |
Uitzonderlijk kunnen zich situaties voordoen waarin het, na de toepassing van de in deze verordening vastgestelde PBN-eisen, onmogelijk blijkt voor ATM/ANS-verleners om hun diensten overeenkomstig die eisen te verlenen, om onverwachte redenen buiten hun controle. Onverminderd de verplichting voor die dienstverleners om alle redelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat dergelijke situaties zich voordoen en om de eisen zo snel mogelijk opnieuw na te leven als dergelijke situatie zich toch voordoen, moeten zij verplicht wordt de nodige noodmaatregelen te nemen om de voortzetting van de veilige dienstverlening te garanderen via andere middelen, met name conventionele navigatieprocedures. |
(11) |
De betrokken partijen moeten voldoende tijd krijgen om aan deze verordening te voldoen. Om te zorgen dat er voldoende tijd is voor een veilige en vlotte overgang, moet de eis inzake het exclusieve gebruik van PBN van toepassing worden op een passende latere datum. Bovendien moeten sommige bepalingen van de bijlage ook van toepassing worden op een passende latere datum omdat de betrokken partijen extra tijd nodig hebben om zich aan te passen aan de eisen in kwestie. |
(12) |
De maatregelen van deze verordening zijn gebaseerd op het advies dat door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart is verstrekt overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder b), en artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008. |
(13) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 5 van Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad (9) opgerichte comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1. In deze verordening worden eisen voor het gebruik van het luchtruim en vluchtuitvoeringsprocedures in verband met prestatiegebaseerde navigatie vastgesteld.
2. Deze verordening is van toepassing op verleners van diensten voor luchtverkeersbeheer/luchtvaartnavigatie (ATM/ANS) en exploitanten van luchtvaartterreinen (hierna „ATM/ANS-verleners” genoemd) die verantwoordelijk zijn voor de vaststelling van instrumentnaderingsprocedures of luchtroutes, als zij hun diensten verlenen in:
a) |
het luchtruim boven het grondgebied waarop het Verdrag van toepassing is; |
b) |
elk ander luchtruim waarin lidstaten verantwoordelijk zijn voor het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad (10). |
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. „prestatiegebaseerde navigatie (PBN)”: prestatiegebaseerde navigatie als gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) nr. 965/2012;
2. „ATS-route”: een ATS-route als gedefinieerd in artikel 2, punt 46, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012;
3. „instrumentnaderingsprocedure”: een instrumentnaderingsprocedure als gedefinieerd in artikel 2, punt 90, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012;
4. „conventionele navigatieprocedures”: ATS-routes en instrumentnaderingsprocedures die gebaseerd zijn op het gebruik van navigatiehulpmiddelen op de grond die het niet mogelijk maken de in deze verordening vastgestelde PBN-eisen na te leven;
5. „instrumentbaan”: een instrumentbaan als gedefinieerd in bijlage I, punt 22, van Verordening (EU) nr. 139/2014 van de Commissie (11);
6. „navigatiespecificatie”: een reeks eisen voor luchtvaartuigen en bemanningen die nodig zijn om vluchtuitvoeringen met prestatiegebaseerde navigatie in een bepaald luchtruim te ondersteunen;
7. „vereiste navigatieprestaties (RNP) X specificatie”: een navigatiespecificatie op basis van gebiedsnavigatie, met verplichte monitoring en alarmering met betrekking tot de prestaties aan boord, waarbij „X” verwijst naar de laterale navigatienauwkeurigheid in zeemijl of het type vluchtuitvoering en de vereiste functies;
8. „laterale navigatie (LNAV)”: „laterale navigatie/verticale navigatie (LNAV/VNAV)” en „localizerprestaties met verticale begeleiding (LPV)” verwijst naar de labels die tot doel hebben verschillende types vluchtuitvoeringsminima te identificeren op naderingskaarten en waarop naderingsprocedures op basis van Global Navigation Satellite Systems (GNSS) zijn afgebeeld die ingedeeld zijn als RNP-naderingen (RNP APCH);
9. „vaste bochtstraal (RF)”: een cirkelvormig traject met een constante straal rond een vast middelpunt, eindigend op een vast punt;
10. „2D-nadering”: een instrumentnaderingsprocedure, geclassificeerd als een niet-precisienaderingsprocedure, als gedefinieerd in artikel 2, punt 90, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012;
11. „3D-nadering”: een instrumentnaderingsprocedure, geclassificeerd als een nadering met verticale begeleiding of een precisienadering, als gedefinieerd in artikel 2, punt 90, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012;
12. „satellietgebaseerd augmentatiesysteem (SBAS)”: een augmentatiesysteem met brede dekking, waarbij de gebruiker van een GNSS augmentatie-informatie ontvangt van een satellietzender;
13. „gebiedsnavigatie (RNAV) X specificatie”: een navigatiespecificatie op basis van gebiedsnavigatie, die geen verplichting tot monitoring en alarmering met betrekking tot de prestaties aan boord bevat, waarbij „X” verwijst naar de laterale navigatienauwkeurigheid in zeemijl;
14. „standaardinstrumentaankomstroute (STAR)”: een toegewezen aankomstroute volgens de instrumentvliegvoorschriften die een significant punt, doorgaans op een route van een luchtverkeersdienst (ATS), verbindt met een punt waarop een gepubliceerde instrumentnaderingprocedure kan worden ingezet;
15. „standaardinstrumentvertrekroute (SID)”: een toegewezen vertrekroute volgens de instrumentvliegvoorschriften die het luchtvaartterrein verbindt met een specifiek significant punt, doorgaans op een toegewezen ATS-route, waarop de en-routefase van een vlucht begint;
16. „navigatiefunctie”: de gedetailleerde capaciteit van het vereiste navigatiesysteem om te voldoen aan de behoeften van de voorgestelde vluchtuitvoeringen in het luchtruim.
Artikel 3
PBN-eisen
ATM/ANS-verleners moeten voldoen aan de in subdeel PBN van de bijlage uiteengezette eisen voor de tenuitvoerlegging van prestatiegebaseerde navigatie.
Artikel 4
Overgangsmaatregelen
1. ATM/ANS-verleners moeten de nodige maatregelen nemen om te zorgen voor een vlotte en veilige overgang naar dienstverlening waarbij gebruik wordt gemaakt van prestatiegebaseerde navigatie overeenkomstig artikel 3.
De opstelling en tenuitvoerlegging van een overgangsplan maakt deel uit van die maatregelen. ATM/ANS-verleners houden hun overgangsplan up-to-date.
Het overgangsplan is samenhangend met het Europees ATM-matersplan en de in artikel 15 bis van Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad (12) bedoelde gemeenschappelijke projecten.
2. ATM/ANS-verleners raadplegen alle volgende partijen over het ontwerp-overgangsplan en het ontwerp van eventuele belangrijke updates daarvan, en houden rekening met hun standpunt, voor zover passend:
a) |
exploitanten van luchtvaartterreinen, luchtruimgebruikers en organisaties die luchtruimgebruikers vertegenwoordigen die gevolgen ondervinden van de ATM/ANS-dienstverlening; |
b) |
de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) nr. 677/2011 vermelde netwerkbeheerder; |
c) |
ATM/ANS-verleners die hun diensten verlenen in aangrenzende luchtruimblokken. |
3. De ATM/ANS-verleners dienen de resultaten van de in lid 2 vermelde raadpleging, samen met het ontwerp van het overgangsplan of van een belangrijke update daarvan, ter goedkeuring in bij de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het desbetreffende luchtruim.
De bevoegde autoriteit verifieert of het ontwerp van het overgangsplan of van de belangrijke update daarvan voldoet aan de eisen van deze verordening, en met name of rekening is gehouden met de standpunten van de luchtruimgebruikers, met inbegrip van de exploitanten van staatsluchtvaartuigen, voor zover van toepassing. De lidstaat van de bevoegde autoriteit mag bepalen dat deze verificatie moet worden uitgevoerd in overleg met andere relevante autoriteiten van de desbetreffende lidstaat.
Die bevoegde autoriteit stelt de ATM/ANS-verleners onverwijld in kennis van het resultaat van die verificatie. ATM/ANS-verleners wachten met de vaststelling of toepassing van het overgangsplan of de belangrijke update daarvan tot die bevoegde autoriteit hen heeft meegedeeld dat zij dat plan of die update heeft goedgekeurd.
Artikel 5
Exclusief gebruik van PBN
1. ATM/ANS-verleners mogen hun diensten niet verlenen door gebruik te maken van conventionele navigatieprocedures of prestatiegebaseerde navigatieprocedures die niet voldoen aan de eisen van punt AUR.PBN.2005 van de bijlage.
2. Lid 1 doet geen afbreuk aan artikel 6 en aan de mogelijkheid voor ATM/ANS-verleners om gebruik te maken van landingssystemen die CAT II-, CAT IIIA- of CAT IIIB-vluchtuitvoeringen, in de zin van punten 14, 15 en 16 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 965/2012, mogelijk maken.
Artikel 6
Noodmaatregelen
ATM/ANS-verleners nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij in staat blijven om hun diensten te verlenen via andere middelen wanneer, wegens onverwachte oorzaken waarover zij geen controle hebben, GNSS of andere methoden voor prestatiegebaseerde navigatie niet meer beschikbaar zijn, waardoor het voor hen onmogelijk wordt om hun diensten te verlenen overeenkomstig artikel 3. Die maatregelen omvatten met name de instandhouding van een netwerk van conventionele navigatiehulpmiddelen en de bijbehorende surveillance- en communicatie-infrastructuur.
Artikel 7
Inwerkingtreding en toepassing
1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2. Ze is van toepassing vanaf 3 december 2020.
In afwijking van de eerste alinea:
a) |
is artikel 5 van toepassing met ingang van 6 juni 2030; |
b) |
is punt AUR.PBN.2005(1) van de bijlage met ingang van 25 januari 2024 van toepassing op luchtvaartterreinen die vermeld zijn in punt 1.2.1 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2014 en, voor andere luchtvaartterreinen, op instrumentuiteinden van landingsbanen waarop precisienaderingsprocedures van toepassing zijn; |
c) |
is punt AUR.PBN.2005(4) van de bijlage met ingang van 25 januari 2024 van toepassing op één vastgestelde SID- of STAR-route, en met ingang van 6 juni 2030 op alle vastgestelde SID- of STAR-routes; |
d) |
is punt AUR.PBN.2005(6) van de bijlage met ingang van 25 januari 2024 van toepassing op ATS-routes onder vliegniveau 150. |
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 juli 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 79 van 13.3.2008, blz. 1.
(2) Document 9750 van de ICAO.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 409/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 inzake de definitie van gemeenschappelijke projecten, de vaststelling van governance en de identificatie van stimulansen ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het Europees masterplan inzake luchtverkeersbeheer (PB L 123 van 4.5.2013, blz. 1).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PB L 281 van 13.10.2012, blz. 1).
(5) Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1).
(6) Verordening (EU) nr. 452/2014 van de Commissie van 29 april 2014 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering door exploitanten uit derde landen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 133 van 6.5.2014, blz. 12).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 betreffende de vaststelling van het gemeenschappelijk proefproject ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het Europese masterplan voor luchtverkeersbeheer (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 19).
(8) Verordening (EU) nr. 677/2011 van 7 juli 2011 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 691/2010 (PB L 185 van 15.7.2011, blz. 1).
(9) Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim („de kaderverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1).
(10) Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtruimverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20).
(11) Verordening (EU) nr. 139/2014 van de Commissie van 12 februari 2014 tot vaststelling van eisen en administratieve procedures met betrekking tot luchtvaartterreinen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 44 van 14.2.2014, blz. 1).
(12) Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtvaartnavigatiediensten¬verordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10)
BIJLAGE
SUBDEEL PBN — Prestatiegebaseerde navigatie
AUR.PBN.1005 Onderwerp
Overeenkomstig artikel 3 bevat dit Subdeel de eisen voor de tenuitvoerlegging van prestatiegebaseerde navigatie (PBN) waaraan ATM/ANS-verleners moeten voldoen.
AUR.PBN.2005 Routes en procedures
(1) |
Aan alle instrumentuiteinden van landingsbanen passen ATM/ANS-verleners naderingsprocedures toe overeenkomstig de eisen van de specificatie voor RNP-naderingen (RNP APCH), met inbegrip van minima voor LNAV, LNAV/VNAV en LPV, en, wanneer de dichtheid of complexiteit van het verkeer dit vereist, trajecten met een vaste bochtstraal. |
(2) |
Aan instrumentuiteinden van landingsbanen waar de toepassing van 3D-naderingsprocedures te moeilijk is wegens terreinkenmerken, obstakels of omstandigheden die verband houden met de separatie van het luchtverkeer, passen ATM/ANS-verleners, bij wijze van uitzondering op punt (1), 2D-naderingsprocedures toe overeenkomstig de eisen van de specificatie voor RNP-naderingen (RNP APCH). In dat geval mogen zij, naast die 2D-naderingsprocedures, ook 3D-naderingsprocedures toepassen overeenkomstig de voorschriften van de vereiste specificatie voor RNP-vergunningen (RNP AR APCH). |
(3) |
Aan instrumentuiteinden van landingsbanen zonder passende SBAS-dekking passen ATM/ANS-verleners, bij wijze van uitzondering op punt (1), RNP APCH-procedures toe, met inbegrip van minima voor LNAV en LNAV/VNAV. Uiterlijk 18 maanden na de datum waarop de passende SBAS-dekking beschikbaar is, passen ATM/ANS-verleners de LPV-minima ook toe aan die instrumentuiteinden van landingsbanen. |
(4) |
Wanneer ATM/ANS-verleners SID- of STAR-routes hebben vastgesteld, passen zij die routes toe overeenkomstig de voorschriften van de RNAV 1-specificatie. |
(5) |
Wanneer ATM/ANS-verleners SID- of STAR-routes hebben vastgesteld en wanneer strengere prestatie-eisen dan die van punt (4) nodig zijn om de capaciteit en veiligheid van het luchtverkeer in stand te houden in een omgeving met hoge verkeersdichtheid, verkeerscomplexiteit of terreinkenmerken, passen zij die routes, bij wijze van uitzondering op punt (4), toe overeenkomstig de voorschriften van de RNP 1-specificatie, met inbegrip van een of meer van de volgende aanvullende navigatiefuncties:
|
(6) |
Wanneer ATM/ANS-verleners ATS-routes hebben vastgesteld voor „en route”-vluchten, passen zij die routes toe overeenkomstig de voorschriften van de RNAV 5-specificatie. |
(7) |
Wanneer ATM/ANS-verleners ATS-routes, SID-routes of STAR-routes hebben vastgesteld voor vluchtuitvoeringen met draagschroefvliegtuigen, passen zij die routes, bij wijze van uitzondering op de punten (4) en (6), toe overeenkomstig de voorschriften van de RNP 0.3-, RNAV 1- of RNP 1-specificatie. In dat geval mogen zij kiezen aan welke van deze drie reeksen van eisen zij voldoen. |
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/9 |
VERORDENING (EU) 2018/1049 VAN DE COMMISSIE
van 25 juli 2018
tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong waarop de in Verordening (EG) nr. 396/2005 vastgestelde maximumresidugehalten (MRL's) voor bestrijdingsmiddelen overeenkomstig de bepalingen van die verordening van toepassing zijn, zijn opgenomen in de lijst in bijlage I bij die verordening. |
(2) |
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad is vervangen bij Verordening (EU) 2018/62 van de Commissie (2). |
(3) |
Bij Verordening (EU) 2018/62 is in bijlage I, deel B, onder andere het product „radijsblad” ingevoegd en aan het product „boerenkolen” in bijlage I, deel A, gekoppeld. Als gevolg daarvan zijn de MRL's voor boerenkolen ook op radijsblad van toepassing. |
(4) |
Recente informatie wijst erop dat de MRL's voor boerenkolen wellicht niet in alle gevallen geschikt zijn voor radijsblad en dat specifieke residuproeven voor radijsblad nodig zijn om de juiste MRL's te bevestigen. |
(5) |
Derhalve moet een overgangsperiode worden vastgesteld om het verzamelen van de benodigde gegevens mogelijk te maken, voordat de MRL's voor boerenkolen voor „radijsblad” van toepassing worden. Daarom moet in bijlage I, deel B, bij Verordening (EG) nr. 396/2005 een nieuwe voetnoot 3, gekoppeld aan „radijsblad”, worden ingevoegd. |
(6) |
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
Om te waarborgen dat de wijzigingen voor uit hoofde van Verordening (EU) 2018/62 ingevoegd radijsblad niet tot onnodige marktverstoringen leiden, en het mogelijk te maken producten in de handel te brengen waarvan het oogstseizoen in het voorjaar van 2018 begint, moet deze verordening op 1 april 2018 van toepassing worden. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage I, deel B, bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt de volgende voetnoot 3 ingevoegd en aan het item „radijsblad” toegevoegd:
„(3) |
Voor radijsblad gelden de MRL's met ingang van 1 januari 2022.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 juli 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2018/62 van de Commissie van 17 januari 2018 tot vervanging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 18 van 23.1.2018, blz. 1).
BESLUITEN
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/11 |
BESLUIT (EU) 2018/1050 VAN DE RAAD
van 16 juli 2018
tot benoeming van zes leden en vier plaatsvervangers van het Comité van de Regio's, voorgedragen door het Verenigd Koninkrijk
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,
Gezien de voordracht van de Britse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld. Op 3 april 2017 is de heer Mick ANTONIW bij Besluit (EU) 2017/664 van de Raad (4) als lid vervangen door mevrouw Victoria HOWELLS en is mevrouw Patricia FERGUSON als lid vervangen door de heer John Robert LAMONT. |
(2) |
In het Comité van de Regio's zijn zes zetels van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van mevrouw Victoria HOWELLS, de heer Robert BRIGHT, de heer John LAMONT, de heer Robert Ian Neilson GORDON, mevrouw Corrie MCCHORD en mevrouw Jill SHORTLAND. |
(3) |
In het Comité van de Regio's zijn drie zetels van plaatsvervanger vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van mevrouw Sherma BATSON, de heer Ronald Arvon HUGHES en mevrouw Kay TWITCHEN. |
(4) |
In het Comité van de Regio's is een zetel van plaatsvervanger vrijgekomen door de benoeming van mevrouw Doreen HUDDART tot lid van het Comité van de Regio's, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In het Comité van de Regio's worden de volgende personen benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, of tot de datum van terugtrekking van het VK uit de EU, naargelang welke datum eerder valt:
a) |
tot lid:
|
b) |
tot plaatsvervanger:
|
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 16 juli 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BOGNER-STRAUSS
(1) Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).
(2) Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).
(3) Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).
(4) Besluit (EU) 2017/664 van de Raad van 3 april 2017 tot benoeming van vijf leden en vijf plaatsvervangende leden van het Comité van de Regio's, voorgedragen door het Verenigd Koninkrijk (PB L 94 van 7.4.2017, blz. 38).
HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/13 |
BESLUIT Nr. 55/2017 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE DIE IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
van 5 juni 2018
tot opneming van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit [2018/1051]
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gezien de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, en met name de artikelen 7 en 14,
Overwegende dat de Gemengde Commissie een besluit moet nemen over de opneming van een of meer overeenstemmingsbeoordelingsorganen in een sectorbijlage,
BESLUIT:
1. |
Het in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorgaan wordt toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit. |
2. |
De specifieke reikwijdte van de opneming in de lijst, wat de producten en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures betreft, van het in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorgaan is door de partijen overeengekomen en zal door hen worden gehandhaafd. |
Dit besluit, opgesteld in tweevoud, wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de Gemengde Commissie die gemachtigd zijn de overeenkomst namens de partijen te wijzigen. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen wordt gezet.
Namens de Verenigde Staten van Amerika
James C. SANFORD
Ondertekend te Washington DC op 30 mei 2018.
Namens de Europese Unie
Ignacio IRUARRIZAGA
Ondertekend te Brussel op 5 juni 2018.
AANHANGSEL A
Overeenstemmingsbeoordelingsorgaan in de EG dat wordt toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit
|
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/14 |
BESLUIT Nr. 56/2017 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE DIE IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
van 5 juni 2018
tot opneming van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit [2018/1052]
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gezien de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, en met name de artikelen 7 en 14,
Overwegende dat de Gemengde Commissie een besluit moet nemen over de opneming van een of meer overeenstemmingsbeoordelingsorganen in een sectorbijlage,
BESLUIT:
1. |
De in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit. |
2. |
De specifieke reikwijdte van de opneming in de lijst, wat de producten en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures betreft, van de in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen is door de partijen overeengekomen en zal door hen worden gehandhaafd. |
Dit besluit, opgesteld in tweevoud, wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de Gemengde Commissie die gemachtigd zijn de overeenkomst namens de partijen te wijzigen. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen wordt gezet.
Namens de Verenigde Staten van Amerika
James C. SANFORD
Ondertekend te Washington DC op 30 mei 2018.
Namens de Europese Unie
Ignacio IRUARRIZAGA
Ondertekend te Brussel op 5 juni 2018.
AANHANGSEL A
Overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de EG die worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit
|
|
|
|
|
|
|
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/17 |
BESLUIT Nr. 57/2017 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE DIE IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
van 5 juni 2018
tot opneming van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit [2018/1053]
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gezien de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, en met name de artikelen 7 en 14,
Overwegende dat de Gemengde Commissie een besluit moet nemen over de opneming van een of meer overeenstemmingsbeoordelingsorganen in een sectorbijlage,
BESLUIT:
1. |
De in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit. |
2. |
De specifieke reikwijdte van de opneming in de lijst, wat de producten en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures betreft, van de in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen is door de partijen overeengekomen en zal door hen worden gehandhaafd. |
Dit besluit, opgesteld in tweevoud, wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de Gemengde Commissie die gemachtigd zijn de overeenkomst namens de partijen te wijzigen. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen wordt gezet.
Namens de Verenigde Staten van Amerika
James C. SANFORD
Ondertekend te Washington DC op 30 mei 2018.
Namens de Europese Unie
Ignacio IRUARRIZAGA
Ondertekend te Brussel op 5 juni 2018.
AANHANGSEL A
Overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de EG die worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit
|
|
|
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/19 |
BESLUIT Nr. 58/2017 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE DIE IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
van 5 juni 2018
tot opneming van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit [2018/1054]
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gezien de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, en met name de artikelen 7 en 14,
Overwegende dat de Gemengde Commissie een besluit moet nemen over de opneming van een of meer overeenstemmingsbeoordelingsorganen in een sectorbijlage,
BESLUIT:
1. |
De in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit. |
2. |
De specifieke reikwijdte van de opneming in de lijst, wat de producten en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures betreft, van de in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen is door de partijen overeengekomen en zal door hen worden gehandhaafd. |
Dit besluit, opgesteld in tweevoud, wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de Gemengde Commissie die gemachtigd zijn de overeenkomst namens de partijen te wijzigen. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen wordt gezet.
Namens de Verenigde Staten van Amerika
James C. SANFORD
Ondertekend te Washington DC op 30 mei 2018.
Namens de Europese Unie
Ignacio IRUARRIZAGA
Ondertekend te Brussel op 5 juni 2018.
AANHANGSEL A
Overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de EG die worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit
|
|
|
|
|
|
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/21 |
BESLUIT Nr. 59/2018 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE DIE IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
van 5 juni 2018
tot opneming van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit [2018/1055]
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gezien de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, en met name de artikelen 7 en 14,
Overwegende dat de Gemengde Commissie een besluit moet nemen over de opneming van een of meer overeenstemmingsbeoordelingsorganen in een sectorbijlage,
BESLUIT:
1. |
De in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit. |
2. |
De specifieke reikwijdte van de opneming in de lijst, wat de producten en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures betreft, van de in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen is door de partijen overeengekomen en zal door hen worden gehandhaafd. |
Dit besluit, opgesteld in tweevoud, wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de Gemengde Commissie die gemachtigd zijn de overeenkomst namens de partijen te wijzigen. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen wordt gezet.
Namens de Verenigde Staten van Amerika
James C. SANFORD
Ondertekend te Washington DC op 30 mei 2018.
Namens de Europese Unie
Ignacio IRUARRIZAGA
Ondertekend te Brussel op 5 juni 2018.
AANHANGSEL A
Overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de EG die worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit
|
|
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/23 |
BESLUIT Nr. 60/2018 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE DIE IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
van 5 juni 2018
tot opneming van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit [2018/1056]
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gezien de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, en met name de artikelen 7 en 14,
Overwegende dat de Gemengde Commissie een besluit moet nemen over de opneming van een of meer overeenstemmingsbeoordelingsorganen in een sectorbijlage,
BESLUIT:
1. |
De in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit. |
2. |
De specifieke reikwijdte van de opneming in de lijst, wat de producten en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures betreft, van de in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen is door de partijen overeengekomen en zal door hen worden gehandhaafd. |
Dit besluit, opgesteld in tweevoud, wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de Gemengde Commissie die gemachtigd zijn de overeenkomst namens de partijen te wijzigen. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen wordt gezet.
Namens de Verenigde Staten van Amerika
James C. SANFORD
Ondertekend te Washington DC op 30 mei 2018.
Namens de Europese Unie
Ignacio IRUARRIZAGA
Ondertekend te Brussel op 5 juni 2018.
AANHANGSEL A
Overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de EG die worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit
|
|
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/25 |
BESLUIT Nr. 61/2018 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE DIE IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
van 5 juni 2018
tot opneming van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit [2018/1057]
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gezien de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, en met name de artikelen 7 en 14,
Overwegende dat de Gemengde Commissie een besluit moet nemen over de opneming van een of meer overeenstemmingsbeoordelingsorganen in een sectorbijlage,
BESLUIT:
1. |
Het in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorgaan wordt toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit. |
2. |
De specifieke reikwijdte van de opneming in de lijst, wat de producten en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures betreft, van het in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorgaan is door de partijen overeengekomen en zal door hen worden gehandhaafd. |
Dit besluit, opgesteld in tweevoud, wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de Gemengde Commissie die gemachtigd zijn de overeenkomst namens de partijen te wijzigen. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen wordt gezet.
Namens de Verenigde Staten van Amerika
James C. SANFORD
Ondertekend te Washington DC op 30 mei 2018.
Namens de Europese Unie
Ignacio IRUARRIZAGA
Ondertekend te Brussel op 5 juni 2018.
AANHANGSEL A
Overeenstemmingsbeoordelingsorgaan in de EG dat wordt toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de EG tot de markt van de VS” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit
|
26.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 189/26 |
BESLUIT Nr. 62/2018 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE DIE IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
van 5 juni 2018
tot opneming van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit en de sectorbijlage betreffende telecommunicatieapparatuur [2018/1058]
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gezien de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, en met name de artikelen 7 en 14,
Overwegende dat de Gemengde Commissie een besluit moet nemen over de opneming van een of meer overeenstemmingsbeoordelingsorganen in een sectorbijlage,
BESLUIT:
1. |
De in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de VS tot de markt van de EG” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit. |
2. |
De in aanhangsel B vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de VS tot de markt van de EG” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende telecommunicatieapparatuur. |
3. |
De specifieke reikwijdte van de opneming in de lijst, wat de producten en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures betreft, van de in aanhangsel A en aanhangsel B vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen is door de partijen overeengekomen en zal door hen worden gehandhaafd. |
Dit besluit, opgesteld in tweevoud, wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de Gemengde Commissie die gemachtigd zijn de overeenkomst namens de partijen te wijzigen. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen wordt gezet.
Namens de Verenigde Staten van Amerika
James C. SANFORD
Ondertekend te Washington DC op 30 mei 2018.
Namens de Europese Unie
Ignacio IRUARRIZAGA
Ondertekend te Brussel op 5 juni 2018.
AANHANGSEL A
Overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de VS die worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de VS tot de markt van de EG” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AANHANGSEL B
Overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de VS die worden toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in de kolom „Toegang van de VS tot de markt van de EG” in afdeling V van de sectorbijlage betreffende telecommunicatieapparatuur
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|