Ook Gilberto Gil kan de lokroep van de glitterbol niet weerstaan en opent Realce (1979) met een stampvoetende sessie sambadisco. Van de Braziliaanse duizendpoot kan je echter variatie en diepgang verwachten en die komen er met bossanova, funk, softrock en bedachtzame ballads waarmee hij oproept om de zachte krachten in de maatschappij voorrang te geven boven destructieve masculiniteit. Een van de betekenissen van ‘realce’ is hoogtepunt en daar tekent de baanbreker uit Bahia voor met zestien levenslustige en fijnbesnaarde uitschieters.