Kamermuziek, ook wel ‘de muziek van vrienden’ genoemd, werd aanvankelijk geschreven om in een kleine kamer te worden uitgevoerd − vandaar het woord ‘kamer’. Tegenwoordig wordt muziek voor kleine ensembles overal uitgevoerd, van kunstgalerijen, parkeergarages en straathoeken tot zelfs vanuit een helikopter. Centraal in het repertoire voor kamermuziek staat het strijkkwartet: twee violen, altviool en cello. Die vorm is tot glorieuze hoogtes opgestuwd door Joseph Haydn, Wolfgang Amadeus Mozart, Ludwig van Beethoven, Franz Schubert, Béla Bartók en Dmitri Sjostakovitsj, voor wie het een van de meest intense vormen van expressie werd. Maar de wereld van kamermuziek loopt over van duo’s, trio’s, kwintetten, sextetten en talloze andere combinaties van instrumenten.