Bijdrage van Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals

De poppodia en popfestivals in Nederland kampen structureel met ‘onder-financiering’ en stijgende kosten, wat hun voortbestaan bedreigt en de kwaliteit van de programmering van popcultuur onder druk zet. Een btw-verhoging zet dit extra onder druk, verscherpt dit, laat dit escaleren… 'Penny wise pound foolish', een brand blussen met benzine. Stop deze onzin! 1.     Structurele ‘onder-financiering’ en stijgende kosten: Poppodia en popfestivals ontvangen veel minder subsidie per bezoeker dan andere culturele organisaties, waardoor ze financieel achterop raken. Gestegen loonkosten, huisvestingslasten, gestegen gages, gestegen kosten voor horeca-inkoop, zonder adequate indexatie door gemeenten, verergeren de druk op de begroting. 2.     Beperkte programmeerruimte en innovatieverlies: extra lasten dwingt poppodia en popfestivals tot veilige en minder verrassende programmering. Dit beperkt de mogelijkheden om nieuwe, minder bekende artiesten een podium te geven, wat innovatie en de diversiteit in het muziekaanbod belemmert. Er dreigt een neerwaartse spiraal. 3.     Afname van regionale cultuurparticipatie en lokale impact: Poppodia en popfestivals zijn zeer belangrijk voor het culturele aanbod buiten de Randstad. Wanneer deze verdwijnen of hun aanbod inkrimpt, daalt de regionale cultuurparticipatie, wat sociale cohesie en lokale leefbaarheid kan ondermijnen. Bovendien verliezen lokale economieën een belangrijke inkomstenbron die ook de horeca en andere lokale bedrijven raakt. 4.     Druk op medewerkers: Door financiële beperking  wordt steeds vaker een beroep gedaan op vrijwilligers, wat kan leiden tot overbelasting en kwaliteitsverlies. Het werven en behouden van gekwalificeerd personeel, toch al niet eenvoudig in deze krappe arbeidsmarkt, wordt hierdoor moeilijker. 5.     Duurzaamheid en fair practice: Terwijl andere deelsectoren steun ontvangen om fair pay te omarmen, loopt de popsector miljoenen (structureel ruim 8 miljoen per jaar, bron: Berenschot) tekort om deze broodnodige stappen te kunnen zetten. Daarnaast kunnen poppodia en -festivals door ‘onder-financiering’ moeilijker duurzaam ondernemen en worden ze tegen hun wil in beperkt in initiatieven op dit vlak. 6.     Beperkte educatie en talentontwikkeling: Poppodia en festivals werken vaak samen met scholen en jonge artiesten om jongeren kennis te laten maken met popmuziek en om talent aan publiek te verbinden. Door uitblijvende indexaties en bezuinigingen komt deze educatieve rol echter onder druk te staan, wat de instroom van nieuw poptalent belemmert. 7.     Verlies van imago en internationaal concurrentievermogen: Doorachterblijvende steun en beperkte vernieuwing kunnen poppodia en -festivals aan aantrekkingskracht inboeten, zowel bij publiek als bij (inter)nationale artiesten. Dit kan Nederlands positie als belangrijke speler in de live popmuziek ondermijnen en bij beleidsmakers de toch al hardnekkig aanwezige misvatting voeden dat popmuziek enkel entertainment is zonder culturele waarde.

Meld u aan als u commentaar wilt bekijken of toevoegen