Solidair, loyaal of trouw?

Solidair, loyaal of trouw?

Het interessante, dubbeldikke kerstnummer van De Groene Amsterdammer is geheel aan dit thema gewijd. Het vraagstuk wordt van verschillende kanten belicht. Het geeft iets om op te reflecteren gedurende de feestdagen.

De begrippen liggen dicht tegen elkaar en hebben overlap. De precieze betekenis is context-afhankelijk. Het lastige is dat dit ook nog eens van taal tot taal kan verschillen.

Wie solidair is met anderen ervaart samenhorigheid en misschien zelfs lotsverbondenheid.

Iemand die trouw is aan iets of iemand doet dat op basis van onbaatzuchtigheid, vrijwilligheid en gelijkheid.

Dat geldt in beginsel ook voor loyaliteit, maar daarbij spelen zaken als afhankelijkheid, ondergeschiktheid en hiërarchie op de achtergrond een zekere rol.

Om het nog wat ingewikkelder te maken: klantentrouw kan worden bewerkstelligd door een loyaliteitsprogramma. Zegeltjes sparen, regelmatige periodieken, bonusprogramma's, upgrades.

Het Duitse begrip 'Linientreu' (trouw aan de partijlijn) wordt eerder geassocieerd met 'zij denken, wij voeren uit', aan partijdiscipline en strafkampen dan aan trouw. Het is allemaal niet zo heel vrijwillig en belangeloos. Het woord heeft een tamelijk slechte afdronk.

In de voormalige USSR gold het adagium 'doe jij alsof je mij betaalt, dan doe ik alsof ik werk'. In het openbare leven volgde iedereen de partijlijn, aan de keukentafel zei men wat men echt dacht. Iets vergelijkbaars zien we in grote, kapitalistische organisaties. Om der wille van de eigen carrière verloochent men gemakkelijk bepaalde principes. Wat mensen doen wijkt menigmaal af van wat mensen denken of vinden. Verandert de wind, dan verandert men eenvoudig de stand van de zeilen. Maar niet de koers! Elke zeiler weet dat daaraan grenzen zijn. Recht tegen de wind in bijvoorbeeld, gaat niet. Dat is het moment waarop mensen afhaken.

Het Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt worstelt dagelijks met de vraag waaraan men loyaal moet zijn: aan de eigen partijlijn of aan het coalitieakkoord. Het is een worsteling in slow motion zoals alleen Omtzigt die kan beleven. Het is een pijnlijke spagaat aan het worden.

Ook de Amerikaanse politiek wordt gedomineerd door de loyaliteitsvraag. Binnen de Republikeinse Partij heerst een fractiediscipline waar de partij Verenigd Rusland van Vladimir Poetin vandaag jaloers op kan zijn. De Grote Leider mag vooral niet worden tegengesproken. Dat is einde verhaal, einde politieke carrière. De kandidaat-ministers van Trump ondergaan een loyaliteitstest waarbij die van een agent van de geheime dienst verbleekt. Onvoorwaardelijke loyaliteit wordt geëist. De autocraten rukken op: Poetin, Xi, Orban, Trump, Wilders, Wagenknecht, Weidel. Meestal, maar niet uitsluitend, gaat hem om een sterke man. Wilder gaf duidelijk aan dat hij niet meer wilde worden tegengesproken in het asieldebat. Anne Applebaum heeft verschillende boeken geschreven over de kwestie hoe leiders tot autocraten worden, wat de rode lampen zijn en wat er tegen is te doen. Niet willen worden tegengesproken is een grote rode lamp.

Trouw wordt eerst en vooral in verband gebracht met de liefde. Niet met een krant! Wat onder trouw en ontrouw wordt verstaan, kan van persoon tot persoon en van geval tot geval verschillen. Vondel wijdde er beroemd geworden versregels aan: "Waar ter wereld werd oprechter trouw dan tussen man en vrouw ooit gevonden?" Anna Karenina stond aan de basis van een grote Russische roman, die over niets anders ging dan ontrouw en overspel. Het thema is van alle tijden. De lotgevallen van Odysseus en Penelope hebben millennia weten te overleven.

Aan het uiteinde van het loyaliteitsspectrum staat er de omertà. Je geniet volledige bescherming, maar in ruil daarvoor wordt volledige onderwerping en loyaliteit van je verlangd. Over wat je zien en hoort mag je me niemand buiten de eigen kring spreken. Dit komt voor in criminele milieus, in geloofsgemeenschappen, maar ook bij grote introverte organisaties. Niet zelden krijgt een ontslagen medewerker een beding onder zijn neus geduwd dat hij over de reden van zijn vertrek zal zwijgen tot in het graf. Klokkenluiders zijn niet de meest favoriete collega's binnen een groep van mensen waar loyaliteit dagelijks wordt geoefend.

Trouw en loyaliteit kunnen spontaan ontstaan maar ze kunnen ook professioneel van bovenaf worden georganiseerd.

Fanclubs zijn een voorbeeld van het eerste. Ik ben fan van PSV, van Thomas Beijer en van de GWV Elfhoeven. Een Mozart fanclub is er niet. Mozart is al lang dood. Hij reist niet meer rond. Geeft geen optredens in de Amsterdamse Arena of het Concertgebouw. Een fanclub van de schrijfster Marguerite Yourcenar bestaat evenmin. Ook al enige tijd dood. De lezers van Yourcenar hebben zich wel verenigd in de "société internationale d'études yourcenariennes". Mijn vrouw is actief lid van dit wereldomspannende, uiterst belezen academische gezelschap.

Organisaties beschikken over een palet aan instrumenten om loyaliteit te bevorderen. Het loopt uiteen van 'nudging' tot jeugd- en arbeidersvakantiekampen. In de jaren dertig van de vorige eeuw mochten de meest getrouwe NSDAP-partijleden mee op een luxe cruiseschip. Noteer, dat was in de late crisisjaren. Zegeltjes en handdoeken bij de brandstoffen van Shell zijn een kleinere loot aan de zelfde stam. De exuberante bedrijfsfeestjes die mijn werkgever in de beginjaren voor het hogere kader organiseerde, hadden geen ander doel.

Hoe vertaal ik dit naar mijzelf?

In veel opzichten ben ik koersvast en trouw. Je mag ook zeggen: flexibel aan de oppervlakte, onveranderlijk in de laag daaronder. Van verschillende verenigingen ben ik al meer dan 25 jaar lid. Een zelfs al meer dan 40 jaar. Ik koester een dozijn oude vriendschappen. In de liefde ben ik stootvast. Ooit was ik ook loyaal aan mijn werkgever. Tot aan het moment waarop ze me dat met het spreekwoordelijke mes op de keel af wilde dwingen. Mijn uitgangspunt is altijd: loyaliteit moet je verdienen, je kunt het niet afdwingen. Mijn baas dacht daar duidelijk anders over. Het woord loyaal is afgeleid van het Franse 'wet' (loi). Voor mij gaat een wet altijd boven het bedrijfsbelang. Ook daarover verschilden we van mening. Ter verzachting kan het argument worden opgevoerd dat hij moest rapporteren aan twee mensen voor wie verkoop en groei het alfa en omega waren. Pas heel veel later kregen de managers ook een duurzaamheidsdoelstelling mee. Tot dan werd je geacht "linientreu" te blijven.

Als bedrijf kan je misschien wel de uitvoering van een wet beïnvloeden, maar nooit de wet zelf. Daar kan je misschien en alleen iets bereiken als je het branchebreed aanpakt. Maar sommige zaken zijn echt onwrikbaar, zoals man made climate change. Het heeft geen zin meer om dat punt met de wetgever te bediscussiëren. Ook daarover verschilden we dus van mening. Het topmanagement van de onderneming werkte ondertussen in stilte aan plannen om op die nieuwe werkelijkheid te pareren. Plan B werd stilaan Plan A. Daarvan mochten wij (nog) niets weten. In de meeste scenario's wordt nu uitgegaan van een serieuze krimp van de vraag en dus ook van de productie van cement en beton. Bijna 75% van de midterm CO2-reductiedoelstelling van het Betonakkoord wordt momenteel langs die weg bereikt. Daarover spreekt men natuurlijk liever niet in het openbaar. O, omertà!

In zo een situatie sta je voor dezelfde afweging als aartstwijfelaar Pieter Omtzigt. Doe ik concessies om der wille van mijn eigen agenda (en het bedrijfsbelang) of recht ik mijn rug?

De achterban van Omtzigt bestaat voornamelijk uit preciezen en iets minder uit rekkelijken. Met elke concessie die hij doet, verliest hij kiezers. Als hij geen concessie doet en het kabinet laat vallen, verliest hij de verkiezingen. Een duivels dilemma!

Als ik een jaar of zeven meer geduld had gehad en me wat meer als een corporate chameleon had gedragen dan was ik bij de cement- en betonindustrie volgend jaar waarschijnlijk met functioneel leeftijdspensioen gegaan. Corporate chameleons bestaat echt! De sector heeft in de achterliggende periode uiteindelijk best een aardige draai gemaakt. De vraag is met terugwerkende kracht wel of mijn lichaam en geest die periode hadden doorstaan. Daar ben ik allerminst zeker van. Daarom was de keuze die ik toen heb gemaakt, is een goede. Er gaat niets boven trouw aan jezelf en trouw aan de mensen die oprecht van je houden. Daar kunnen geen salaris en geen corporate loyaliteitsprogramma tegenop.

Lees dat waarlijk interessante kerstnummer van De Groene Amsterdammer!





Meld u aan als u commentaar wilt bekijken of toevoegen