Een iPhone, iPad of Apple TV handmatig voorbereiden in Apple Configurator
Met de voorbereidingsassistent kun je snel elk aspect van de apparaatconfiguratie beheren en apparaten handmatig voorbereiden. Je kunt bijvoorbeeld:
Apparaten toevoegen aan Apple School Manager, Apple Business Manager of Apple Business Essentials. Om iPhones en iPads toe te voegen, heb je iOS 11 of nieuwer nodig. Voor het toevoegen van Apple TV's is tvOS 11 of nieuwer en ethernet vereist.
Apparaten onder toezicht stellen en toewijzen aan een organisatie.
Gedeelde iPad inschakelen.
Apparaten inschrijven bij een MDM-oplossing.
Instellen welke panelen van de configuratie-assistent worden weergegeven, zodat de gebruikers daarin eventueel opties kunnen instellen.
WAARSCHUWING: Het voorbereiden van apparaten kan enkele minuten duren. Als je het proces onderbreekt of stopt, kan het enige tijd duren voordat alle bewerkingen van Apple Configurator veilig zijn beëindigd. Zet de Mac waarop Apple Configurator wordt uitgevoerd niet uit terwijl de apparaten worden voorbereid. Hierdoor kunnen de apparaten beschadigd raken.
Apparaten voorbereiden of voorbereidingsstappen toevoegen aan blauwdrukken
Selecteer in Apple Configurator de apparaten die je wilt voorbereiden of de blauwdrukken en voer vervolgens een van de volgende stappen uit:
Klik op de knop 'Bereid voor' in de knoppenbalk.
Kies 'Taken' > 'Bereid voor'.
Klik op de geselecteerde apparaten of blauwdrukken terwijl je de Control-toets ingedrukt houdt en kies vervolgens 'Bereid voor'.
De voorbereidingsassistent wordt weergegeven.
Selecteer 'Handmatige configuratie' en voer een van de volgende stappen uit:
Voeg de apparaten toe aan Apple School Manager, Apple Business Manager of Apple Business Essentials en geef aan of je het apparaat wilt activeren en de inschrijving wilt voltooien.
Stel een iPhone, iPad of Apple TV in als een apparaat dat onder toezicht staat.
Dit houdt in dat je voortdurend controle hebt over de configuratie van het apparaat en dat je die configuratie op elk moment opnieuw kunt toepassen door het apparaat weer aan te sluiten op de Mac waarop Apple Configurator is geïnstalleerd.
Sommige payloads en beperkingen zijn alleen beschikbaar voor apparaten die onder toezicht staan. Zie MDM-beperkingen voor Apple apparaten die onder toezicht staan in Implementatie van het Apple platform voor informatie over deze beperkingen.
Sta apparaten toe te koppelen met andere computers: Selecteer deze optie als gebruikers via een USB-kabel mogen synchroniseren met een Mac of pc.
Opmerking: Als je deze beperking later wijzigt, moet je de apparaten wissen, opnieuw voorbereiden en weer onder toezicht stellen.
Schakel gedeelde iPad in: Selecteer deze optie als gebruikers Gedeelde iPad mogen gebruiken.
Zie Overzicht van Gedeelde iPad in Implementatie van het Apple platform.
Klik op 'Volgende' als je klaar bent. Klik op een knop met een vraagteken als je instructies wilt zien.
Als je de apparaten niet wilt inschrijven bij een MDM-oplossing, selecteer je 'Schrijf niet in bij MDM'. Klik op 'Volgende' en sla stap 5 over.
Selecteer een bestaande MDM-oplossing die is opgegeven in de instellingen van Apple Configurator, of selecteer 'Nieuwe server', klik op 'Volgende' en maak een nieuwe verbinding aan met de volgende instellingen:
Naam: Een beschrijving van de server, die je kunt baseren op de locatie, het voorzieningenniveau of iets dat je eenvoudig kunt onthouden.
Inschrijvings-URL: De volledig gekwalificeerde domeinnaam (FQDN) of het IP-adres van de MDM-oplossing. Apple Configurator vraagt vervolgens de volledige inschrijvings-URL op bij de MDM-oplossing.
Als de standaardinstelling voor de FQDN of het IP-adres niet de juiste informatie oplevert, neem je contact op met de leverancier van de MDM-oplossing.
Zie Instellingen voor mobielapparaatbeheer voor meer informatie.
Klik op 'Volgende' wanneer je klaar bent.
Voer indien nodig een beheerde Apple ID en een wachtwoord van Apple School Manager, Apple Business Manager of Apple Business Essentials in en klik op 'Volgende' om te authenticeren, of klik op 'Sla over'.
Kies de gegevens van de organisatie.
Als de apparaten onder toezicht staan, moet je een bestaande organisatie selecteren of nieuwe gegevens van de organisatie invoeren (alleen het veld 'Naam' is verplicht). Zie:
Belangrijk: Als je onder toezicht staande apparaten hebt voorbereid met behulp van een toezichtidentiteit en die identiteit later aanpast, moet je de apparaten wissen, opnieuw voorbereiden en weer onder toezicht stellen. Het maakt meestal niet uit welke naam je aan de toezichtidentiteit geeft, maar je moet er wel rekening mee houden dat voor alle MDM-exemplaren (Mobile Device Management, mobielapparaatbeheer) en Apple Configurator dezelfde identiteit moet worden gebruikt.
Klik op 'Volgende' wanneer je klaar bent.
Selecteer de panelen van de configuratie-assistent die je wilt overslaan en klik op 'Volgende'.
Zie De configuratie-assistent voor Apple apparaten beheren in Implementatie van het Apple platform voor informatie over de verschillende panelen.
Klik op 'Kies' en selecteer een configuratieprofiel met een wifi-payload.
Opmerking: Je hebt verbinding met het internet nodig, via wifi of via USB met internetdeling vanaf een Mac.
Klik op 'Bereid voor'.
Kies 'Venster' > 'Activiteit' om de voortgang van de apparaatvoorbereiding door Apple Configurator te volgen.