Het bureaublad, de menubalk en de Help op de Mac
Het eerste wat je op je iMac ziet, is het bureaublad. Hier kun je onder andere snel apps openen, naar inhoud op je iMac en op het internet zoeken en je bestanden ordenen.
Tip: Kun je de muisaanwijzer niet vinden? Schuif de muis snel naar voren en naar achteren om de muisaanwijzer even te vergroten.
Menubalk. Gebruik de menu's en symbolen boven in het scherm om nieuwe vensters te openen, verbinding met een wifinetwerk te maken, je wifistatus te controleren, het volume te wijzigen, een vraag aan Siri te stellen en andere taken uit te voeren. De onderdelen in het menu worden aangepast en zijn afhankelijk van de app die je gebruikt.
Apple-menu . Het Apple-menu in de linkerbovenhoek van het scherm bevat veelgebruikte onderdelen. Klik op het Apple-symbool om het menu te openen.
Help-menu. Via de Finder is er altijd helpinformatie beschikbaar voor je iMac en apps. Klik hiervoor op het Help-menu en kies 'macOS Help' om de macOS-gebruikershandleiding te openen. Je kunt ook in het zoekveld typen en een suggestie kiezen.
Zie macOS-gebruikershandleiding voor meer informatie.
Orde op zaken houden met stapels. Je kunt stapels op het bureaublad gebruiken om bestanden geordend in groepen te bewaren (op soort, datum of tag) en zo je bureaublad opgeruimd te houden. Om stapels op je bureaublad aan te maken, ga je naar de Finder en kies je 'Weergave'. Selecteer vervolgens 'Gebruik stapels'. Om opties voor stapels weer te geven, ga je naar 'Weergave' > 'Groepeer stapels op'. Alle nieuwe bestanden die je aan het bureaublad toevoegt, komen dan automatisch in de juiste stapel terecht. Om te zien wat er in een stapel zit, klik je erop om de stapel uit te vouwen. Je kunt ook de aanwijzer op een stapel plaatsen om miniaturen van bestanden weer te geven. Zie Bestanden in stapels ordenen op de Mac in de macOS-gebruikershandleiding voor meer informatie.
Lees verder voor meer informatie over de Finder op de Mac en andere eigenschappen van het bureaublad.