Siri op de Mac
Je kunt op je MacBook Air met Siri praten en allerlei taken uitvoeren met alleen je stem. Je kunt bijvoorbeeld bestanden zoeken, afspraken plannen, voorkeursinstellingen wijzigen, vragen stellen, berichten versturen, bellen en onderdelen aan je agenda toevoegen. Siri kan je een routebeschrijving geven ("Hoe kom ik thuis vanaf hier?"), informatie opzoeken ("Hoe hoog is de Vaalserberg?"), eenvoudige taken uitvoeren ("Maak een nieuwe boodschappenlijst aan") en nog veel meer.
Als je de optie 'Luister naar 'Hé, Siri'' inschakelt in de Siri-voorkeuren, is Siri beschikbaar als je "Hé, Siri" zegt en kun je meteen je vraag stellen.
Opmerking: Als je Siri wilt gebruiken, moet je Mac verbonden zijn met het internet. Siri is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar. De functies kunnen per regio verschillen.
Siri inschakelen. Open Systeemvoorkeuren, klik op 'Siri' en stel de gewenste opties in. Als je Siri tijdens de configuratie hebt ingeschakeld, houd je de dicteer-/Siri-toets (F5) ingedrukt om Siri te activeren. Of klik in Systeemvoorkeuren op 'Siri' en selecteer vervolgens 'Activeer Vraag het aan Siri'. In het paneel 'Siri' kun je ook andere voorkeuren instellen, zoals de taal en stem die je wilt gebruiken en of Siri in de menubalk moet worden weergegeven.
Iets tegen Siri zeggen. Houd de dicteer-/Siri-toets (F5) ingedrukt of houd Command + spatiebalk ingedrukt (of zeg "Hé, Siri" als je die voorziening hebt ingeschakeld) en begin te praten. Je kunt het Siri-symbool aan de menubalk toevoegen door die optie te selecteren in het paneel 'Siri' in Systeemvoorkeuren. Klik vervolgens op het Siri-symbool om Siri te gebruiken.
Hé, Siri. Op je MacBook Air kun je gewoon "Hé, Siri" zeggen als je Siri iets wilt vragen. Om deze functie in te schakelen, klik je in het paneel 'Siri' in Systeemvoorkeuren op 'Luister naar 'Hé, Siri''. Spreek desgevraagd verschillende Siri-commando's uit.
Voor het gemak werkt "Hé, Siri" niet wanneer de klep van je MacBook Air dicht is. Als de klep dicht is en een extern beeldscherm is aangesloten, kun je Siri nog steeds activeren via het symbool in de menubalk.
Tip: Daarnaast kun je Siri altijd vragen "Wat kun je doen?" of op de helpknop klikken om te zien op welke manieren je Siri kunt gebruiken.
Muziek afspelen. Zeg gewoon "Speel wat muziek" en Siri regelt het voor je. Je kunt zelfs tegen Siri zeggen (in het Engels): "Play the top song from March 1991".
Bestanden zoeken en openen. Als je het Siri-venster hebt geopend, kun je Siri vragen om bestanden te zoeken en te openen. Je kunt een bestandsnaam noemen of een beschrijving geven. Zeg bijvoorbeeld: "Toon de bestanden die Vera heeft gestuurd" of "Open de spreadsheet die ik gisteravond heb aangemaakt".
Slepen en neerzetten. Vanuit het Siri-venster kun je afbeeldingen en locaties naar een e-mailbericht, tekstbericht of document slepen. Daarnaast kun je tekst kopiëren en plakken.
De stem wijzigen. Klik in Systeemvoorkeuren op 'Siri' en kies een optie uit het menu 'Siri-stem'.
In deze handleiding vind je voorbeelden van allerlei dingen die je Siri kunt vragen. Dat ziet er als volgt uit:
Vraag het aan Siri. Zeg bijvoorbeeld:
"Open de Keynote-presentatie waar ik gisterenavond mee bezig was""
"Hoe laat is het in Parijs?"
Meer informatie. Zie het Apple Support-artikel Siri gebruiken op een Mac.