Een bestand openen en afspelen in QuickTime Player op de Mac
In het scherm van QuickTime Player staan afspeelregelaars waarmee je je video- of audiobestand kunt afspelen, pauzeren, vooruitspoelen of terugspoelen.
Je kunt ook de afspeelregelaars gebruiken om een bestand op een AirPlay-apparaat af te spelen, een video weer te geven in een beeld-in-beeldvenster, een bestand te delen en de afspeelsnelheid te wijzigen.
Een bestand openen
Voer een of meer van de volgende stappen uit om een video- of audiobestand te openen in de app QuickTime Player op de Mac:
Klik dubbel op het bestand in de Finder.
Als je video's of audiobestanden op iCloud Drive staan, klik je in de navigatiekolom van de Finder op 'iCloud Drive' en klik je vervolgens dubbel op het bestand. Zie Bestanden bewaren op iCloud Drive op de Mac.
Kies 'Archief' > 'Open bestand', selecteer een bestand en klik op 'Open'.
Een bestand met een oudere mediastructuur of met een mediastructuur van een andere leverancier, wordt mogelijk eerst geconverteerd.
Tip: Je kunt ook een bestand openen waarmee je onlangs hebt gewerkt door 'Archief' > 'Open recente bestanden' te kiezen.
Een bestand afspelen
Je kunt een bestand afspelen en bedienen met de afspeelregelaars die worden weergegeven wanneer de aanwijzer zich op het scherm bevindt. Je vooruitspoelen en omgekeerd afspelen en je kunt de afspeelsnelheid wijzigen.
Open een video- of audiobestand in de app QuickTime Player op de Mac.
Plaats de muisaanwijzer ergens op de video om de afspeelregelaars weer te geven. (Regelaars voor audiobestanden worden altijd weergegeven.)
Met de afspeelregelaars kun je het video- of audiobestand afspelen. Je kunt de regelaars verslepen als ze in de weg staan.
Als je Mac een Touch Bar heeft, kun je de afspeelregelaars in de Touch Bar gebruiken.
Je kunt de afspeelsnelheid van een video aanpassen met de knoppen voor vooruitspoelen of terugspoelen . Om de afspeelsnelheid tijdens het afspelen van de video te wijzigen, klik je op de knop voor vooruitspoelen of terugspoelen tot je video op de gewenste snelheid wordt afgespeeld. Je kunt de afspeelsnelheid instellen op 2x, 5x, 10x, 30x of 60x.
Je kunt de afspeelsnelheid ook met kleine stappen aanpassen (van 1,1x tot 2x) door de Option-toets ingedrukt te houden terwijl je tijdens het afspelen van de video op de knop voor vooruitspoelen of terugspoelen klikt.
Je kunt ook een afspeelsnelheid kiezen voordat je de video afspeelt. Klik op de knop 'Deel' en 'Afspeelsnelheid' , kies 'Afspeelsnelheid' en kies de gewenste snelheid.
Als je wilt dat het bestand dat je afspeelt vóór alle andere vensters op je scherm wordt weergegeven, kies je 'Weergave' > 'Zwevend op voorgrond' zodat er een vinkje naast komt te staan. Kies de optie nogmaals om deze uit te schakelen.
Een video beeld in beeld afspelen
Met beeld in beeld kun je een video afspelen in een aanpasbaar zwevend venster, zodat je de video op je scherm kunt zien, terwijl je andere taken op je computer uitvoert.
Open een videobestand in de app QuickTime Player op de Mac.
Plaats de muisaanwijzer ergens op de video om de afspeelregelaars weer te geven.
Klik op de beeld-in-beeldknop in de afspeelregelaars.
Je kunt het beeld-in-beeldvenster naar een andere hoek van het scherm slepen of je kunt een rand van het venster slepen om het formaat te wijzigen.
Klik op de knop voor schermvullende weergave of klik op de sluitknop om het beeld-in-beeldvenster te sluiten.
Een bestand continu herhalen
Je kunt voor een video- of audiobestand instellen dat het weer van voren af aan wordt afgespeeld zodra het einde is bereikt.
Open de video's of audiobestanden die je continu wilt herhalen.
Kies 'Weergave' > 'Herhaal' zodat er een vinkje naast komt te staan.
Klik in de afspeelregelaars op de afspeelknop.
Om deze optie uit te schakelen, kies je de opdracht opnieuw (het vinkje verdwijnt).
Navigeren via tijdcode
Je kunt de weergave van de afspeelregelaars zo aanpassen dat de verlopen tijd, het aantal beelden of de tijdcode worden weergegeven (afhankelijk van de eigenschappen van de video).
Bij sommige mediabestanden staat er een 8-cijferige code (00-00-00-00) in de afspeelregelaars, in plaats van de 4-cijferige code die de resterende tijd aangeeft. De tijdcode toont informatie over de brontijd van een specifiek beeld of opnamepunt, zoals de tijd van de oorspronkelijke opname of het beeldnummer. Bij het navigeren in een project kun je de tijdcode gebruiken om naar een exacte locatie van een beeld in het mediabestand te navigeren.
De weergave van de afspeelregelaars wijzigen: Kies 'Weergave' > 'Tijdweergave' en kies de gewenste weergaveoptie.
Navigeren naar een beeld met een bepaalde tijdcode: Kies 'Weergave' > 'Tijdweergave' > 'Ga naar tijdcode' en voer vervolgens de gewenste tijdcode in.
Je kunt ook toetscombinaties of gebaren gebruiken om bijvoorbeeld een bestand te openen, af te spelen of het afspelen ervan te onderbreken. Zie Toetscombinaties en gebaren.